Virgaderlng van Dinsdag li September 1927.
162 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Augustus 1927.
den Voorzitter tot de scheidende raadsleden gericht en
ook de geheele Raad heeft daarmee zijn instemming
betuigd.
De verhouding hier in den Raad is gelukkig zóó, dat
het den raadsleden, ondanks verschil van meening, dat
zich meermalen tusschen hen voordoet, toch leed doet,
dat zij hier van leden, met wie zij langer of korter tijd
hebben samengewerkt, moeten scheiden. Spreker zou
echter op de woorden van den Voorzitter een amende
ment willen voorstellen, omdat het hem is opgevallen,
dat de Voorzitter een van de scheidende leden niet in
het bijzonder op den voorgrond heeft gesteld. Het ligt
dan ook niet in des Voorzitters aard om van zichzelf
de loftrompet te zwaaien, maar spreker meent dat het
pas geeft om hier de woorden, die de Voorzitter zoo
pas heeft gesproken, vooral ook op hemzelf van toe
passing te verklaren.
De Raad betuigt ook zijn instemming met deze
woorden.
De Voorzitter Dames en Heeren Wanneer men,
zooals ik, gedurende tal van jaren een werkzaam aan
deel heeft gehad aan het besturen van een gemeente als
Leeuwarden, dan valt het niet zoo heel gemakkelijk
om het besluit te nemen die taak voortaan aan anderen
over te laten. Zonder innerlijken strijd is dat besluit
dan ook niet genomen. Mijn werk was mij lief geworden
en het wel en wee onzer gemeente is mij in toenemende
mate ter harte gegaan. Ik heb echter ingezien, dat het
gemeentebelang eischte dat jongere krachten mijne taak
zouden overnemen en daarom heb ik gemeend goed te
doen mij bij de jongste verkiezingen niet weder ver
kiesbaar te stellen voor lid van den Raad.
Dat mijn werk, speciaal dat, hetwelk ik als wethouder
had te verrichten, mij lief is geworden, heb ik in niet
geringe mate te danken aan U, dames en heeren, die
mij, bij alle verschil van inzicht omtrent de aan de orde
zijnde onderwerpen, Uwe welwillendheid nimmer hebt
onthouden. Gij hebt steeds personen van zaken weten
te scheiden en blijk van waardeering voor mijn werk
gegeven, inziende dat, ook al deeldet gij mijn opvat
tingen niet, mijn voorstellen niet anders beoogden dan
het belang onzer gemeente.
Ik ben U daarvoor ten zeerste dankbaar.
Het maakt dat ik in mijn verdere levensjaren steeds
met genoegen zal kunnen terugzien op de periode, die
thans achter mij ligt.
Ik hoop van harte, in het welbegrepen belang onzer
gemeente, dat de goede toon, die steeds de discussiën
in den Raad heeft gekenmerkt, ook in het vervolg moge
blijven heerschen.
Bij een samenstelling van den Raad, zooals die in
Leeuwarden is, waar geen der politieke partijen op zich
zelf een meerderheid vormt, zullen wel bijna alle be
sluiten een soort compromis zijn, een resultaat van
geven en nemen. Welnu, om tot zoodanig resultaat te
komen moet van alle zijden inschikkelijkheid worden
betoond. Daartoe is het noodig niet te prikkelen door
een heftigen toon, doch veeleer in verzoenenden geest
te spreken. Dat vereischt zelfbedwang en zelfver
loochening.
Gij hebt getoond die eigenschappen te bezitten, waar
door de Leeuwarder Gemeenteraad zich gunstig onder
scheidt van vele andere gemeenten.
Ik eindig met den wensch dat het U allen, persoonlijk
en in Uwe gezinnen, wel moge gaan en dat het U, als
raadsleden, moge gelukken de hoofdstad onzer pro
vincie tot steeds grooteren bloei te brengen.
De heer Cohen voelt zich ook verplicht als een van
de scheidende raadsleden een kort woord van afscheid
te spreken, allereerst onder hartelijke dankzegging voor
de vriendelijke woorden, door den Voorzitter, niet tot
hem persoonlijk, maar dan toch ook tot hem als een
van de negen, gericht. Weliswaar heeft spreker zich in
den tijd, dien hij deel uitmaakte van den Raad, niet
bijzonder op den voorgrond gesteld bij de beraad
slagingen, maar hij is er zelf van overtuigd dat hij met
de noodige ambitie en animo steeds de belangen van
de gemeente Leeuwarden heeft helpen bevorderen.
Spr. hoopt ook dat het den blijvenden raadsleden zal
mogen gelukken de stad Leeuwarden tot steeds groo
teren bloei te brengen en hij sluit zich aan bij de
woorden van den Voorzitter, door eveneens de hoop uit
te spreken, dat het de raadsleden in hun verder leven
wel moge gaan.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 6 September 1927. 163
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter aanvankelijk de heer Jhr. Mr. J. M. van
Beyma, Burgemeester, later de heer W. Fransen, wet
houder.
I. Beëediging van de nieuw inkomende leden, de
heeren D. Blanson Henkemans, H. de Boer,J. de Boer,
G. Botke, mevr. H. C. Buisman—Blok Wijbrandi, de
heeren L. Dijkstra, H. Feddema, J. A. Feitsma, W.
Fransen Jzn., Th. Hofstra, IJ. G. Hooiring, D. Lau-
tenbach, B. Molenaar, M. Molenaar, J. Muller, J. Oos-
terhoff, H. J. Peletier, G. Ritmeester, B. Tamminga,
H. Tiemersma, A. van der Veen, M. Visser, O. F. de
Vries, IJ. de Vries, M. Vromen, P. B. Westerhuis en
P. F. J. Westra.
De nieuw inkomende leden worden door den Voor
zitter beëedigd en leggen daartoe in diens handen de
eeden onderscheidenlijk de beloften, bedoeld bij art. 39
der Gemeentewet, af.
De eed wordt afgelegd door de heeren D. Blanson
Henkemans, H. Feddema, J. A. Feitsma, W. Fransen,
Th. Hofstra, D. Lautenbach, J. Oosterhoff, H. J. Peletier,
G. Ritmeester, Al. Visser, IJ. de Vries, M. Vromen en
P. F. J. Westra.
De belofte wordt afgelegd door de heeren H. de
Boer, J. de Boer, G. Botke, mevrouw H. C. Buisman
Blok Wijbrandi, de heeren L. Dijkstra, IJ. G. Hooiring,
B. Molenaar, Al. Molenaar, J. Muller, B. Tamminga,
H. Tiemersma, A. van der Veen, O. F. de Vries en P. B.
Westerhuis.
De Voorzitter: Hiermede, geachte raadsleden, hebt gij
door het afleggen van den eed en van de belofte, vol
daan aan artikel 39 der Gemeentewet, zoodat door U
thans het raadslidmaatschap is aanvaard.
Wij weten heel goed dat hier door de kiezers bij
elkaar zijn gebracht menschen, wier denkbeelden om
trent wat voor de gemeente het beste is, zeer ver uiteen
loopen. Ik zal hier ook niet vragen die denkbeelden op
zij te zetten; dat zou trouwens tegenover de kiezers
ook niet mogen. Wij zullen hier natuurlijk politiek in
den Raad hebben; dat kan ook niet anders en ik zie
daar ook absoluut geen bezwaar in, mits die politiek
maar niet op de spits wordt gedreven, ik zou haast
zeggen: mits iemand van de eene partij maar niet steeds
denkt dat hier geen menschen van andere partijen zijn.
Ik geloof dat, wanneer de raadsleden dat goed voor
oogen houden en wanneer ieder naar zijn beste weten
en zoo goed mogelijk de belangen der gemeente behar
tigt, de Raad in zijn geheel daarin ook zal slagen.
Ik hoop bovendien, dat bij de discussies, die hier in
de toekomst natuurlijk ook zullen plaats hebben bij het
verdedigen en aanvallen van de voorstellen van Bur
gemeester en Wethouders en misschien ook van initi
atief-voorstellen van de raadsleden zelf, altijd de toon
zal blijven, zooals die tot nog toe in den Raad van
Leeuwarden steeds is gehoord. Ik zal op dit oogenbük
niet op kortheid van discussie's aandringen; misschien
dat ik te zijner tijd dat wel eens zal moeten doen.
Ik hoop echter dat zij op een even hoog peil zullen
blijven, als zij hier tot nu toe zijn geweest, want ik
geloof dat dit de behandeling van de zaken ten goede
zal komen.
Ik wensch U allen geluk en ik hoop dat gij allen in
het belang der gemeente werkzaam zult zijn.
II. Bdnoeming van vier wethouders.
In de eerste vacature wordt benoemd de heer H. de
j Boer, met 16 stemmen.
De heer Blanson Henkemans verkrijgt 4 stemmen,
terwijl 6 biljetten blanco zijn ingeleverd en 1 biljet
van onwaarde wordt verklaard.
De heer H. de Boer verklaart deze benoeming aan
te nemen.
In de tweede vacature wordt benoemd de heer W.
Fransen, met 17 stemmen.
De heer Blanson Henkemans verkrijgt 4 stemmen,
terwijl 6 biljetten blanco zijn ingeleverd.
De heer Fransen verklaart deze benoeming aan te
nemen.
In de derde vacature wordt benoemd de heer G. Rit
meester, met 17 stemmen.
De heer Blanson Henkemans verkrijgt 4 stemmen,
terwijl 6 biljetten blanco zijn ingeleverd.
De heer Ritmeester verklaart deze benoeming aan te
nemen.
In de vierde vacature wordt benoemd de heer O. F.
de Vries, met 16 stemmen.
De heer Blanson Henkemans verkrijgt 4 stemmen,
en de heer Dijkstra 1 stem, terwijl 6 biljetten blanco
zijn ingeleverd.
De heer O. F. de Vries verklaart deze benoeming aan
te nemen.
III. Wordt medegedeeld
1. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten
d.d. 3 Mei j.l. tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting, dienst 1926; d.d. 21 Juni 1.1. tot wijziging der be
grootingen van de gemeente en de bedrijven, alle dienst
1926; d.d. 9 Augustus j.l. tot ruiling van grond bij de
Gale Hamkesstraat enz. en tot bekrachtiging van den
aankoop van eigendommen aan- en nabij het Noord-
vliet
2. rapporten omtrent de opneming der kas van de
Gemeentereiniging, het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf
en de Gemeentelijke Gasfabriek
3. bericht van mej. J. C. Koldijk dat zij de benoe
ming tot leerares in de handwerken aan de Middelbare
Afeisjesschool onder dankbetuiging aanneemt.
De mededeelingen sub 13 worden voor kennisge
ving aangenomen.
4. adres van het Hoofdbestuur van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers om voor zijne instelling,
het Bureau voor Kinderbescherming, een jaarlijksch
subsidie uit de gemeentekas beschikbaar te willen
stellen
5. adres van het bestuur van het Diaconessenhuis
te Leeuwarden, om die inrichting over 1928 een sub
sidie van 3000.- uit de gemeentekas te verleenen
6. adres van het Leeuwarder Centraal Drankweer-
comité, om het over 1928 een subsidie van 1000.
uit de gemeentekas te verleenen.
De adressen sub 46 zullen worden behandeld bij
de begrooting voor 1928.
7. dat Burgemeester en Wethouders
a. bij openbare aanbesteding hebben gegund de
levering van houtwaren ten dienste van gemeente-be
drijven voor den dienst 1927/28 aan de firma M. van
der Eerden te Boxtel, R. S. Timmermans en de firma
S. van Driesum, beiden te Leeuwarden, voor de door
hen ingeschreven eenheidsprijzen
b. tot brandmeester, vacature H. Feddema, hebben
benoemd F. T. Huisinga, alhier
8. dat hedenavond om 8 uur ten Stadhuize de offi-
ciëele ontvangst door het Gemeentebestuur van het