Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Januari 1931.
af te staan voor het onderbrengen van hare verzameling.
Ingevolge Uw besluit van 30 Juli 1929 is deze loka
liteit tot dusver in gebruik bij de Friesche Orkest
Vereeniging ten behoeve van de repetities van haar
orkest. Het is echter wenschelijk de Vereeniging in de
gelegenheid te stellen hare repetities in de Stedelijke
Muziekschool te doen houden, nu de verbouwing van
het pand aan de Voorstreek is gereed gekomen, waar
door de lokaliteit in de Oude Waag weer ter beschik
king van de gejneente komt.
Aangezien dit lokaal door de gemeente zelve voor-
loopig niet voor andere doeleinden behoeft te worden
gebruikt, hebben wij tegen inwilliging van het verzoek
van adressante geen bezwaar. De lokaliteit in de Oude
Waag biedt gelegenheid de natuurhistorische verza
meling beter tot haar recht te doen komen, terwijl deze
tevens tengevolge van de ligging van de Waag allicht
meer belangstelling zal trekken dan thans nog het geval
is.
Onder overlegging van de stukken geven wij U der
halve in overweging met ingang van een nader door
ons College te bepalen datum
A. aan de „Friesche Orkest Vereeniging" ten be
hoeve van hare repetities kosteloos en tot wederop
zegging in gebruik te geven een lokaal in de Stedelijke
Muziekschool, zulks onder voorwaarde, dat de kosten
van verlichting, verwarming en schoonhouden voor
rekening der Vereeniging komen en dat alle bescha
diging, eventueel aan het gebouw of zijn inventaris toe
gebracht, door de gemeente voor rekening van de
vereeniging zal worden hersteld, met intrekking alsdan
van onderdeel A, sub 4°, van Uw besluit van 30 Juli
1929, no. 248R/136;
B. aan de vereeniging „Friesch Natuurhistorisch
Museum" tot wederopzegging kosteloos in gebruik af
te staan de lokaliteit op de bovenverdieping van de
Oude Waag, op de door Burgemeester en Wethouders
vast te stellen voorwaarden, met intrekking alsdan van
onderdeel d van Uw besluit van 22 Maart 1927, no.
98R/54.
De Voorzitter stelt voor dit punt gesplitst te behan
delen en stelt daartoe eerst aan de orde het voorstel van
Burgemeester en Wethouders sub A.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Terpstra: Het voorstel, dat ons onder punt
12 wordt aangeboden, heeft een tweeledige strekking.
In de eerste plaats wordt voorgesteld om aan het Na
tuurhistorisch Museum, dat hier bestaat, voortaan in
gebruik te geven een of meer lokalen in de Oude Waag.
Daartegen heb ik absoluut geen bezwaar, omdat ook ik
geloof, dat plaatsing van het Natuurhistorisch Museum
in het midden der stad ten voordeele zal wezen van deze
instelling en dus ook ten voordeele en tot genot van
degenen, die daarin belang stellen.
Wat echter het andere punt betreft, n.i. dat men
voortaan aan de Friesche Orkest Vereeniging ongeveer
4 dagen in de week gratis dat gebouw van de Muziek
school wil afstaan, heb ik, mijnheer de Voorzitter, be
zwaar om daarin mee te gaan en ik meen, dat ik dat
kan motiveeren op verschillende gronden.
In de eerste plaats toch, mijnheer de Voorzitter, is
de Muziekschool in het laatste jaar, in 1930, in een toe
stand gebracht, die, naar mij bekend is geworden, uit
nemend is, maar dit heeft natuurlijk ten gevolge gehad,
dat dit aan de gemeente groote financiëele offers heeft
gekost. En nu geloof ik dat wij op het standpunt moeten
staan, als dergelijke offers van de gemeente worden
aangeboden aan de eene of andere instelling, hoe goed
die ook mag zijn, dat wij er mede voor moeten zorgen,
dat een dergelijk gebouw, voor zoover dat eenigszins
mogelijk is, rendabel wordt gemaakt. Dat wil natuurlijk
in dit geval niet zeggen dat men er uit moet halen, wat
er in zit, maar met het oog op de belangrijke kosten,
die de gemeente aan het gebouw heeft besteed, meen
ik, dat het oirbaar is, dat de Vereeniging, die het
Friesche Orkest exploiteert, voor het gebruik van dat
gebouw een gering bedrag betaalt. Mij dunkt, dat ligt
j in de lijn van een goede zorg.
Mijnheer de Voorzitter, ik zei zooeven, dat er ver
schillende motieven kunnen worden aangevoerd om een
dergelijke huursom te vragen en ik zal van alle motie
ven, die daarvoor zijn aan te voeren, slechts enkele
noemen.
In de tweede plaats toch ontvangt de Vereeniging, die
zich met de meergenoemde taak belast heeft, een vrij
groot subsidie van de gemeente als ik mij niet vergis,
is dat 17.000.en bovendien ontvangt diezelfde
Vereeniging een subsidie van het Rijk ten bedrage van
5000.Een en ander geeft mij aanleiding om te be
weren, waar die Vereenignig zulke aanzienlijke subsidies
krijgt en waar het bekend is, dat die Vereeniging ook
in de stad en misschien ook buiten vele leden telt, dat
de inkomsten uit de exploitatie dus ook zeer belangrijk
zijn. Daarin mag ik ook een reden vinden om voor te
stellen wat ik straks bij amendement hoop te doen
om een zekere huursom van de Vereeniging te vragen.
Er is echter nóg een reden en wel deze, dat die Ver
eeniging aan de leden, aan hare leden, verschillende
faciliteiten geeft en waar die Vereeniging dat doet ten
opzichte van hare leden, meen ik, dat er ook alle reden
is om een huursom, al zal het dan ook zijn een geringe
huursom, te vragen van wege de gemeente.
Nog een andere reden van de enkele, die ik wil noe
men, is deze. Waar ik er zooeven reeds op gewezen
heb dat die lokalen nu in een heel goed gebouw
minstens 4 dagen per week in dienst van die Vereeni
ging zullen worden gesteld zoo heb ik althans in het
verslag van Leeuwarden over 1929 gelezen waar die
lokalen dus bijna eiken dag in gebruik zullen zijn bij
die Vereeniging, meen ik, dat ik ook daarin een reden
mag vinden om een huursom te vragen. Want ik geloof,
als de Vereeniging haar werk zou moeten verrichten in
lokalen, behoorende aan particulieren, dan zou zij daar
voor aanzienlijke sommen moeten betalen
De heer Muller: Dan ging zij op de flesch
De heer Terpstra: Bovendien vind ik het niet goed,
waar er zooveel particulieren zijn, die ook lokalen heb
ben, die daarvoor geschikt zijn en die zij gaarne daar
voor disponibel zouden stellen, en geloof ik dat het
minder raadzaam is, dat de gemeente deze lokalen gratis
geeft aan die Vereeniging.
Nu is hier bij interruptie gezegd: „dan ging zij op de
flesch Welnu, dat zou ik dan in dat geval voor mijn
verantwoording durven nemen; want een vereeniging,
die 17.000.subsidie ontvangt van de gemeente en
5000.van het Rijk en die, hoop ik, ook wel eenige
duizenden van particulieren zal krijgen, een vereeniging,
die daarmee nog niet eens in staat is om aanzienlijke,
of liever minder aanzienlijke, sommen voor huur uit te
geven, heeft in. i. ook geen zedelijk recht van bestaan.
Ik heb gezegd, dat ik kort zou zijn, maar ik wil nog
één motief aanhalen. Ik heb onder een van de volgnos.
der begrooting gelezen, dat de Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer in Leeuwarden, een vereeniging, die
aan de stad en hare inwoners toch uitstekende diensten
bewijst, voor een kiosk, die door de gemeente bij het
Station is geplaatst, een huurprijs moet betalen van
300.—.
Wanneer ik nu deze twee zaken met elkaar vergelijk,
het gratis afstaan van deze lokalen aan de Friesche
Orkest Vereeniging en het betalen van 300.— huur
door de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer voor
het gebruik van die kiosk, en ik beschouw daarbij het
werk, dat de laatste Vereeniging doet en waarmee zij
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Januari 1931.
5
m. i. belangrijke diensten bewijst aan de stad en hare
inwoners, dan vind ik toch een zekere ongelijkheid. Ik
wil daarom een poging doen om die ongelijkheid weg
te nemen en al kan ik mijn doel dan misschien niet
bereiken, de groote Duitscher Lessing heeft eenmaal
gezegd „het streven om zijn doel te bereiken is soms
heerlijker, dan het verkrijgen van dat doel" en ik zal
mij in dat geval dan dus daarmee tevreden stellen.
'lk meen naar aanleiding van een en ander de vrijheid
te kunnen vinden om het vogende amendement in te
dienen
„Ondergeteekende stelt voor dat de huursom, dooi
de Friesche Orkest Vereeniging te betalen, zal be
dragen 100.per jaar, ingaande op den dag, dat
het orkest voor 't eerst gebruik maakt van het ge
bouw."
De heer Muller: Ik had niet gedacht, dat dit voorstel
aanleiding zou geven tot discussie, maar het schijnt wel
dat, als wij hier op de eene of andere manier het over
het Symphonie-orkest hebben, dit op verschillende leden
werkt als een roode lap op een stier. Want op alle mo
gelijke manieren tracht men dit Symphonie-orkest, dat
volgens de meerderheid van den Raad reden van be
staan heeft en cultureel werk verricht, feitelijk het be
staan onmogelijk te maken
De heer Terpstra: Daar gaat het niet om!
De heer Muller: De heer Terpstra zegt bij interruptie:
„daar gaat het niet om", maar hij zou dit dan niet doen.
als de heer Terpstra wist, dat deze Vereeniging zoo
groote moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knoo-
pen
De heer Terpstra Dat hebben wij allemaal tegen
woordig.
De heer Muller: en dat iedere cent, die daar
wordt uitgegeven, inderdaad wel tien maal wordt om
gekeerd, voordat zij wordt uitgegeven. Het spreekt
haast wel vanzelf, als wij van een dergelijke Vereeniging
nu nog 100.huur zouden vragen voor dat gebouw,
dat de kans dan groot is, dat het orkest, wanneer er
misschien ook op een andere manier nog wat bij zou
komen, niet meer zou kunnen functionneeren. Nu zegt
men hier, dat dit niet om die 100.— het geval zal zijn,
maar ik ben zoo vrij dat te betwijfelen; inderdaad is
dat zoo, de financiëele toestand van het Symphonie-
orkest is zoodanig, dat er op het oogenblik niets, maar
dan ook niets meer af kan. Iedere poging, die men hier
zou aanwenden, om van dat orkest een bepaald bedrag
te eischen als huur voor dit gebouw, is m. i. dan ook
uit den booze. Of men moet radicaal zeggen: wij willen
het orkest niet meer. Maar pas bij de begrooting heeft
men nog voor het subsidie gestemd en dat men nu op
slinksche wijze het bestaan onmogelijk tracht te maken,
acht ik een politiek, die niet door den beugel kan.
Er komt nog dit bij, dat ik niet begrijp waarom voor
dit gebouw wél huur zou moeten worden gevraagd,
terwijl die voor het gebruik van de Oude Waag, dat
toch ook een gemeentegebouw is, niet is gevraagd. Dat
is den heer Terpstra ook bekend; ook bij de begrooting,
toen het orkest nog in de Oude Waag repeteerde, is de
heer Terpstra niet met dit vraagstuk naar voren ge
komen maar heeft hij dit nagelaten. Dit voorstel is het
gevolg hiervan, dat men het Symphonie-orkest beter
op zijn plaats acht in het nieuwe gebouw dan in de
Oude Waag en omdat Burgemeester en Wethouders
en de geheele Raad het beter achtten de Oude Waag
tc bestemmen voor andere doeleinden, heeft het college
dit voorstel gedaan. En nu neemt de heer Terpstra de
gelegenheid te baat om een poging te doen het Sym
phonie-orkest een hak te zetten. Ik kan mij daarmee
niet vereenigen en ik hoop, dat ook de Raad er zoo over
denkt en dat hij niet besluit om het ingediende amen
dement aan te nemen, want dan maakt men het feitelijk
aan het orkest onmogelijk om nog te functionneeren.
De heer B. Molenaar: Ik zou hier ook wel een enkel
woord over willen zeggen. Ik meen dat de heer Terpstra
een heel eigenaardige houding aanneemt ten opzichte
van dit voorstel. Daarin staat dat wordt voorgesteld,
dat aan de Vereeniging, die het Friesch Natuurhistorisch
Museum exploiteert, gratis een lokaal in de Oude Waag
in gebruik wordt afgestaan en de heer Terpstra begint
met te zeggen, dat dit door hem wordt toegejuicht,
omdat hij het een algemeen belang vindt. Zoo sta ik
er ook onder, maar wat het tweede voorstel betreft is
het precies zoo. Het is maar zooals men het voelt, de
heer Terpstra voelt blijkbaar meer voor opgezette vogels
en dergelijke dingen, maar ik voel ook voor muziek.
Ik kan mij begrijpen, dat de heer Terpstra zegt dat er
onderwijzers zijn, die leering kunnen trekken uit die
dingen van het Natuurhistorisch Museum. Maar ik
geloof, dat de heer Terpstra hier niet mag spreken van
het gratis afstaan van een gebouw aan de F. O. V. Er
wordt aan de F. O. V. slechts een lokaal van het gebouw
afgestaan en waar nu beide vereenigingen eenzelfde
doel najagen, de eene op dit en de andere op dat ter
rein, geloof ik, dat Burgemeester en Wethouders juist
hebben gezien, door voor te stellen aan die vereeni
gingen, die ten slotte beiden iets goeds doen, gratis
een lokaal af te staan, aan de eene in dq Oude Waag
en aan de andere in het gebouw van de Stedelijke
Muziekschool. Wanneer die lokalen gratis worden af
gestaan, wordt dat voor een goed doel gedaan.
De heer Van der Veen: Hetgeen door den heer
Terpstra wordt voorgesteld is mij niet sympathiek,
hetgeen door hem wordt voorgesteld is eigenlijk een
verandering van wat tot nog toe de gemeente voor het
orkest deed. Voor het lokaal, dat de Vereeniging op
het oogenblik gebruikt, betaalt zij niets en voor het
lokaal, dat door haar wordt begeerd om er in het
vervolg haar lessen in te houden, stelt de heer Terpstra
nu voor een vergoeding te vragen. De heer Terpstra
doet dat in de eerste plaats, omdat hij zich voorstelt,
dat dit gebouw heel wat aan de gemeente heeft gekost,
waarom er dan ook heel wat uit moet worden gemaakt.
Dat dit zal gebeuren, betwijfel ik; ik stel mij voor dat,
als er een vergoeding moest worden betaald en de
F. O. V. daarop, om welke reden dan ook, niet zou
ingaan, datzelfde gebouw, dat op het oogenblik wordt
bedoeld, dan leeg zou blijven staan en geen enkel nut
zou doen. Ik stel mij voor dat het doe,l van dit gebouw
dan wel onbestemd zal blijven, tot wij bij een even-
tueelen verbouw van het Stadhuis zullen besluiten wat
er mee moet gebeuren
De heer O. F. de Vries (wethouder)Het 'is de
nieuwe Muziekschool, waar het orkest in komt.
De heer Van der Veen: O, dus is het niet het oude
gebouw Dan vervalt dat argument, dat ik tegen den
heer Terpstra meende te kunnen aanwenden, maar dan
blijft toch hetgeen ik nu zou willen zeggen, n.l. dat
den heer Terpstra toch ook zal moeten gebleken zijn
dat alles, wat in verband staat met de Kunst, nu een
maal altijd met misère heeft te kampen gehad en ook
in de toekomst daarmee wel steeds te kampen zal
hebben.
Waar dat het geval is en waar voorheen de Raad
een royaal standpunt ten opzichte van deze Vereeniging
heeft ingenomen, waarin later wijziging is gebracht,
zoodat daardoor het bestaan al moeilijker is geworden,
meen ik dat het op het oogenblik niet de geëigende
tijd is om dat bestaan nog moeilijker te maken. Nu
het particulier initiatief deze zaak heeft aangepakt en
men daar tot de conclusie komt dat het zoo verbazend