Vsrgadsring van Dinsdag 3 Maait 1931.
24 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 Februari 1931.
Uit een mededeeling, ons bij navraag vanwege het
gemeentebestuur van Opsterland verstrekt, is ons in
middels gebleken, dat de Minister reeds op den 16den
December 1930 eene beslissing op de aangehaalde
motie heeft genomen, zoodat overweging van het ver
zoek om adhaesie geen zin meer heeft.
Wij stellen U dan ook voor, het verzoek van Burge
meester en Wethouders van Opsterland als afgedaan te
beschouwen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het praeadvies van Burgemeester en Wet
houders.
De Voorzitter schorst thans de openbare vergadering
en doet de deuren sluiten.
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat.
Aan de orde is thans
17. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op een bezwaarschrift van de wed. D. W. van der
MeutenKeverkamp tegen haren aanslag in het recht
I wegens vergunning tot verkoop van sterken drank in
het klein.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
Hierna wordt, niets meer te behandelen zijnde, de
vergadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 3 Maart 1931. 25
Tegenwoordig 25 leden, te weten: de heeren Lauten-
bach,& Tiemersma, Dijkstra, O. F. de Vries, Terpstra,
Ritmeester, mevrouw BuismanBlok Wijbrandi, de
heeren H. de Boer, Visser, Van der Veen, Tamminga,
Botke, Hooiring, J. de Boer, Vromen, Muller, mevrouw
Van DijkSmit, de heeren Peletier, Balk, Westerhuis,
B. Molenaar, IJ. de Vries, Hofstra, Westra en Oosterhoff.
Afwezig de heeren M. Molenaar en Feitsma.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
afstand in erfpacht van bouwterrein ten Noordoosten
van den Mr. P. j. Troelstraweg aan E. de Waard, W.
Boontje en H. Pols, alhier.
3. Alsvoren tot overneming van den grond der stoe
pen van de perceelen Slotmakersstraat nos. 18 en 20
van de Nederlandsch-lsraëlietische Gemeente, alhier.
4. Alsvoren tot aankoop van de woning Steenhou
werij no. 29.
5. Alsvoren tot aankoop van perceelen weiland aan
en nabij den Lekkumerweg.
6. Alsvoren tot verhuring van het perceel St. Jacobs-
straat no. 33 aan mej. A. A. M. Duijm, alhier.
7. Alsvoren tot aanvaarding van een door de Veree-
niging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer, al
hier, gedane schenking voor de stichting van een rosa
rium.
8. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor
de aanschaffing van markiezen ten behoeve van het
paviljoen voor de verpleging van lijders aan besmette
lijke ziekten.
9. Alsvoren tot overneming van grond bij den Mr.
P. J. Troelstraweg van K. R. Heida te Rijswijk (Z.-H.)
en H. Kruize, alhier, tot beschikbaarstelling van gelden
voor het aanleggen van een gedeelte plein aan genoem
den weg en tot vaststelling van een rooilijn ter plaatse.
10. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden voor
uitbreiding van de watergasfabriek.
11. Alsvoren tot indeeling van de in het Grondbedrijf
aanwezige gronden (bijlage no. 6).
12. Alsvoren om de kosten van het stellen van ze
kerheid ten behoeve van de gemeente door gemeente
ambtenaren voor rekening van de gemeente te nemen.
13. Alsvoren tot het verleenen aan de besturen van
bijzondere scholen van voorschot op de vergoeding, be
doeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over
het dienstjaar 1931
14. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van het Bestuur der Roomsch-Katholieke
Schoolvereeniging, alhier, om gelden te verstrekken voor
het veranderen van de closet-inrichtingen in zijne school
aan de Speelmansstraat.
1. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd
de gemeentebegrooting, dienst 1930, met de wijzi-
gingsbesluiten d.d. 22 April 1930, 24 Juni 1930 en 16
September 1930, met de bedrijfsbegrootingen;
de Raadsbesluiten d.d. 22 December 1930 tot uitgifte
in erfpacht van grond nabij de Molenstraat aan H. J.
Visser, 10 Februari 1931 tot verhuring van twee ge
deelten van het weiland de z.g. „Lange Negen" langs
het Vliet aan D. Arends en J. Dantuma, afstand in erf
pacht van bouwterrein ten Noordoosten van den Mr.
P. J. Troelstraweg aan G. Giezen, alhier, en tot wijzi
ging van het ten behoeve van M. Boetes gevestigde
recht van erfpacht op grond aan de Willem Sprenger-
straat, enz.;
b. dat Gedeputeerde Staten voor kennisgeving heb
ben aangenomen het Raadsbesluit d.d. 20 Januari 1931
tot wijziging van de instructie voor den ontvanger dezer
gemeente;
c. schrijven van de N. V. Intercommunale Water
leiding Gebied Leeuwarden, houdende mededeeling dat
de vergadering van aandeelhouders heeft benoemd tot
lid van den Raad van Beheer dier N. V., den heer B.
Tamminga, aftredend lid.
De mededeelingen sub ac worden voor kennisge
ving aangenomen.
d. verslag van den toestand van het Stedelijk Gym
nasium te Leeuwarden over het jaar 1930.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
e. schrijven van Burgemeester en Wethouders
waarbij wordt overgelegd een brief van de N. V. Ont
ginningsmaatschappij „De Drie Provinciën" te Dragten,
houdende inlichtingen omtrent den verkoop van door
haar ontgonnen gronden en de wenschelijkheid van
exploitatie in eigen beheer, zulks naar aanleiding van
een bij de behandeling der gemeentebegrooting 1931 in
den Raad gestelde vraag.
De mededeeling van Burgemeester en Wethouders
wordt voor kennisgeving aangenomen.
adres van den Voorzitter en den Secretaris der
Nederlandsche Vereeniging van Kermisvakgenooten
„Ons Belang" om hunne inrichtingen, voor zoover zij
op de kermis in deze gemeente een plaats innemen, ge
durende dien tijd van vermakelijkheidsbelasting vrij te
stellen.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders wordt besloten op het verzoek niet in te
gaan.
De heer Oosterhoff komt ter vergadering.
g. dat Gedeputeerde Staten, naar aanleiding van een
bezwaarschrift van IJ. Voorwijk te Wolfhezen, hebben
vernietigd zijn aanslag in de plaatselijke inkomstenbe
lasting der gemeente Leeuwarden, belastingjaar 1929/
1930.
Burgemeester en Wethouders stellen voor van deze
beslissing bij de Kroon in beroep te gaan.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier: Ik zou eigenlijk kort en goed willen
zeggen, dat ik tegen dat voorstel ben. Ik weet niet of
het gebruikelijk is om over dergelijke zaken in openbare
vergadering te spreken; waar het hier belastingzaken
betreft, zou ik, indien U van meening is dat het goed is
mijn motieven te ontvouwen, haast een zitting met ge
sloten deuren willen vragen. Overigens wil ik wel zeg
gen dat die motieven misschien eenvoudig genoeg zijn
om ook zoo wel de zaak te kunnen afdoen. Ik wil dan
wel kort en goed zeggen, dat het mij voorkomt, dat het
feit, dat de betrokkene in Leeuwarden 10 plus 14 dagen
woonachtig is geweest, op zichzelf naar mijn meening
geen oorzaak mag zijn, dat hij hier in de belasting wordt
aangeslagen. Het moge, theoretisch bezien, waar zijn,
dat de betrokkene toch ergens in ons land domicilie
moet kiezen, maar ik acht het zoo vanzelf sprekend dat
iemand, die uit Indië terugkomt en zich weer in ons land
vestigt, eerst een paar maanden neemt om zijn familie
te bezoeken, alvorens hij zich een vaste woonplaats
kiest, dat ik meen dat vanaf het tijdstip, waarop hij zich
ergens vast vestigt, zijn belastingplicht begint. Ik geloof
dan ook niet dat onze gemeente met klem van redenen
zal kunnen betoogen, dat wij aan het feit, dat iemand 10
plus 14 dagen, dat is dus 24 dagen, in onze gemeente
heeft vertoefd, het recht kunnen ontleenen om hem hier
aan te slaan en op die gronden ben ik tegen het voorstel
om in hooger beroep te gaan.