46 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1931. 5. voor het overige zijn op dezen afstand in erfpacht van toepassing voor zoover mogelijk en met het bovenstaande niet in strijd de bepalingen betref fende de uitgifte in erfpacht van bouwterreinen, gelegen tusschen Oostersingel en Cambuursterpad en toebehoo- rende aan de gemeente Leeuwarden. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van de woning Poppebuurt no. 28a. Dit voorstel luidt als volgt In openbare veiling is door ons, behoudens Uwe goedkeuring, aangekocht voor den prijs van 222.de woning Poppebuurt no. 28a, met erf, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 7797, groot 27 centiare. Het bezit van genoemde woning, welke op de hierbij overgelegde teekening met een roode omlijning is aangeduid, is, met het oog op de verbetering van het stadsgedeelte ter plaatse, voor de gemeente van belang. Vele van de aldaar aanwezige perceelen zijn reeds eigendom van de gemeente. Wij geven U derhalve in overweging te besluiten j tot aankoop van de woning Poppebuurt no. 28a, met erf, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 7797, groot 27 centiare, tegen den prijs van 222.-, vermeerderd met de op den aankoop vallende kosten. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van grond, gelegen voor het perceel Kleine Hoogstraat no. 9 van G. Hoekstra. Dit voorstel luidt als volgt Aan G. Hoekstra, alhier, hebben wij vergunning ver leend tot verbouwing van het perceel Kleine Hoogstraat no. 9, onder voorwaarde dat de nieuwe voorgevel van dit perceel op 2.50 M. uit de as van de straat moet worden geplaatst. Wij ontvingen van hem nu de mede- deeling. dat hij genegen is de na de verbouwing vóór den nieuwen voorgevel gelegen grond met inbegrip van de stoep in eigendom aan de gemeente over te dragen. Vermits wij het bezit van dezen grond voor de gemeente gewenscht achten, geven wij U in overweging te besluiten .4. in eigendom over te nemen van G. Hoekstra, alhier, den grond, gelegen voor den op 2.50 M. uit de as van de straat nieuw gebouwden voorgevel van het perceel Kleine Hoogstraat no. 9, kadastraal bekend ge meente Leeuwarden, Sectie A no. 670, alsmede den grond van de voor dit perceel gelegen stoep, zulks onder de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1.in totaal; 2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente Leeuwarden; 3. bij trottoiraanleg door de gemeente blijft het uitkomende materiaal desverlangd het eigendom van den verkooper en wordt het door de gemeente kosteloos naar een door hem aan te wijzen plaats binnen de gemeente vervoerd; 4. wanneer ten gevolge van den trottoiraanleg werkzaamheden aan den gevel van bovenvermeld gebouw noodig zijn, geschieden deze door en voor rekening der gemeente; en overigens op de gebruikelijke en andere, door Burgemeester en Wethouders noodig geachte, voor waarden; B. de onder A bedoelde strook grond te bestemmen voor den publieken dienst. 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot overneming van een strook grond aan den Groninger straatweg van O. Meijer. Dit voorstel luidt als volgt Van O. Meijer, alhier, ontvingen wij een bereidver klaring tot afstand aan de gemeente van de strook grond, gelegen voor de voortuinen van de door hem aan den Groningerstraatweg te bouwen woningen. Aange zien hier reeds meer dergelijke strooken grond aan de gemeente in eigendom zijn overgegaan, is het gewenscht ook op deze aanbieding in te gaan. Wij geven U daarom in overweging te besluiten in eigendom over te nemen van O. Meijer, alhier, eene strook grond, gedeelte van het perceel kadastraal be kend gemeente Leeuwarden, Sectie F no. 451, welke ten Zuidoosten wordt begrensd door den Rijksstraatweg van Leeuwarden naar Groningen en ten Noordwesten door de lijn, getrokken op 7.20 M. afstand voor en even wijdig aan de rooilijn voor de bebouwing ter plaatse, vastgesteld bij Uw besluit van 21 Juni 1927, no. 215R/ 125, een en ander op de volgende voorwaarden 1. de koopprijs bedraagt 1. 2. alle kosten, op de overdracht vallende, zijn voor rekening der gemeente. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van het perceel Harlingerstraatweg no. 77 c. a. aan J. Kuperus. Dit voorstel luidt als volgt De huur van het perceel Harlingerstraatweg no. 77 loopt met 12 Mei e.k. af. De huurder J. Kuperus, die dit pand reeds gedurende onderscheidene jaren bewoont, heeft verzocht den huurtijd met 3 jaren te verlengen; blijkens de overgelegde verklaring is hij bereid ook voor het volgend tijdvak een huurprijs van 520. per jaar te betalen, welk bedrag ons voldoende voor komt. Tegen een verhuring aan adressant bestaat noch bij ons, noch bij den Administrateur van het Gemeentelijk Woningbedrijf bezwaar, waarom wij U in overweging geven te besluiten aan J. Kuperus, alhier, voor den tijd van drie jaren, van 12 Mei 1931 tot 12 Mei 1934, in huur af te staan het perceel Harlingerstraatweg no. 77 c. a., voor den prijs van 520.per jaar en voorts op de bestaande voorwaarden. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van een perceel weiland aan de Tijnje aan J. G. Stienstra. Dit voorstel luidt als volgt Van J. G. Stienstra, huurder van het perceel weiland ten Zuiden van de jachthaven bij de Tijnje, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G no. 3657, ont vingen wij het verzoek te bevorderen, dat hem met ingang van 5 Maart 1931 dat land opnieuw worde verhuurd voor een tijdvak van drie jaren. De deskundige voor de gemeentelijke landerijen geeft blijkens zijn hierbij overgelegd advies in overweging het verzoek toe te staan en den huurprijs, thans be dragende 412.50 per jaar (d. i. 82.50 per 36% are) terug te brengen tot 250.50.per 36% are. Dit bedrag achten wij in de tegenwoordige min gun stige omstandigheden voldoende. Stienstra heeft zich behoorlijk van zijne verplichtingen als huurder gekweten, zoodat bij ons geen bedenkingen bestaan aan zijn ver zoek te voldoen. Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het perceel weiland ten Zuiden van de jachthaven bij de Tijnje, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie G no. 3657, groot 1.85.30 H.A., voor den tijd van drie jaren, ingegaan 5 Maart 1931 en eindigende 5 Maart 1934, te verhuren aan J. G. Stienstra, alhier, tegen den prijs van 250.per jaar en verder op de bestaande, zoo noodig eenigszins te wijzigen voor waarden. Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1931. 47 Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders sub 1319. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van een pe ceel bouwland aan de Insulinde- straat aan K. Hoogland. Dit voorstel luidt als volgt Wegens het overlijden van P. Werkhoven, huurder van het perceel bouwland aan de Insulindestraat, ka dastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie G no. 2829, groot 2.76.05 H.A., dient in de verhuring daar van te worden voorzien. De deskundige voor de gemeentelijke landerijen geeft in overweging het voor één jaar te verhuren aan K. Hoogland, alhier, tegen den door hem geboden prijs van 25.per 36% Are. Van een openbare verhuring is thans niet te verwachten dat dit bouwland een hoogere huur zal opbrengen. Mitsdien geven wij U in overweging voor het jaar 1931 aan K. Hoogland, alhier, tegen den prijs van 187.50 te verhuren het perceel bouwland aan de Insulindestraat, groot 2.76.05 H.A. 7% X 36% Are), op de overeengekomen voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Hofstra: Ik zou deze vraag willen stellen, of er voor Burgemeester en Wethouders een bijzondere aanleiding is om den prijs van dit land op 25.per pondemaat te stellen. Ik meen, gezien de voorstellen van Burgemeester en Wethouders, die zooveel lager gaan, dat het college voor het vervolg wel rekening wenscht te houden met de tijdsomstandigheid, maar het wil mij toch voorkomen dat een bedrag van 25.per pon demaat wel wat afwijkt van de verlaagde verhuurprijzen. Hebben Burgemeester en Wethouders daar een ernstige reden voor De Voorzitter: Ik kan U dit antwoorden, dat U inder daad gelijk hebt dat een bedrag van 25.per pon demaat voor een stuk land, dat onder den rook van Leeu warden, ja, ik zou zelfs haast zeggen, in de bebouwde kom van Leeuwarden ligt, heel weinig is. Maar juist omdat het in de bebouwde kom ligt en maar voor één jaar kan worden verhuurd, moet de huur heel weinig zijn, want als daar, zooals de plannen zijn, een sport terrein zal worden aangelegd, dan kan dit land niet lan ger dan één jaar worden verhuurd en dan zien Burge meester en Wethouders geen kans om daarvoor een hoogeren prijs te bedingen. Ik zou zeggen, we moeten eigenlijk, eerlijk gezegd, nog blij zijn, dat wij hiervoor een huurder hebben gevonden. De beraadslagingen worden gesloten. Met algemeene stemmen wordt besloten overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van de zathe en landen aan den Poppeweg aan R. Jurna te Bozum. Dit voorstel luidt als volgt Voor de inhuring van de kleine zathe en landen aan en nabij den Poppeweg, tot 5 Maart/12 Mei 1931 in huur bij J. S. Bottema, werden reeds geruimen tijd voor eerstgemelden datum aanvragen tot ons gericht, wijl het bekend was, dat de tegenwoordige huurder daartoe niet het verzoek zou doen. Het leek ons het meest geschikt, om, evenals bij de verhuring van perceelen weiland aan en nabij het Ouddeel is geschied, de mededinging voor de huur open te stellen voor een ieder, tegen een door den deskundige voor de gemeentelijke landerijen ge schatte huursom. Ten einde het plaatsje beter verhuur baar te maken, besloten wij daaraan toe te voegen het perceel weiland, tot 5 Maart 1931 in huur bij L. van Tuinen, waardoor de oppervlakte steeg tot 10.73.85 H.A. 29% X 36% Are. Hieraan is later 2000 M2. onttrokken ten behoeve van de verhuring van terrein voor schiphuisruimte, zoodat de te verhuren opper vlakte bedraagt 10.53.85 H.A. 28.7 X 363% Are. De huursom werd oorspronkelijk vastgesteld op 1536. per jaar, doch is, in verband met deze vermindering, teruggebracht tot 1507.per jaar. Uit de drie gegadigden, die zich aanmeldden en waar van een zich terugtrok, zouden wij de voorkeur willen geven aan R. Jurna te Bozum, omtrent wien gunstige inlichtingen zijn ontvangen. Het rapport van den des kundige leggen wij met andere stukken hierbij aan U over. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten aan R. Jurna, veehouder te Bozum, voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren, ingaande 5 Maart/12 Mei 1931, te verhuren de zathe en landen aan en nabij den Poppeweg, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden Sectie G nos. 2865, groot 1.23.40 H.A. 2866, 1.45.50 2867, 0.82.60 2878, 1.80.70 11937, (huis), 0.11.30 2879, 0.01.95 10008, „Lange Negen" (ged.) 2.31.19 10004, l 9250, 2.77.21 Totaal 10.53.85 H.A. 28.70 X 363% Are, voor den prijs van Vijftien hon derd en zeven gulden 1507.per jaar en verder op de vastgestelde voorwaarden. De beraadslagingen worden geopend. De heer Tamminga: Mag ik naar aanleiding van dit voorstel een paar vragen doen aan Burgemeester en Wethouders Uit de stukken blijkt, dat werd verwacht, dat de te genwoordige huurder niet weer een aanvraag zou doen om als huurder in aanmerking te komen. Wat is daarvan de reden? Ik heb, wat dat betreft, verband gelegd tus schen dit en een volgend punt, waarin ook de naam van den tegenwoordigen huurder wordt genoemd. Heeft deze zoo slecht geboerd en is hij dus om financiëele reden niet in staat, de exploitatie voort te zetten Verder zou ik willen vragen hoe komt het, dat er slechts twee gegadigden overgebleven zijn Ik vind dat bijzonder weinig, vooral, omdat in de toelichting staat, dat er reeds vroeger verschillende aanvragen waren in gekomen. Wanneer er dan thans, nu men in de gelegen heid is gesteld, zich aan te melden, maar twee gega digden zijn, vind ik dat aantal verbazend laag. Houdt dat ook verband met den huurprijs Ten slotte zou ik willen vragen, waarom is afgeweken van de gewoonte, om het rapport van den deskundige bij de stukken over te leggen. Daarbij heb ik wel ge vonden een rapport omtrent dezen gegadigde, maar niet het rapport betreffende den huurprijs. Waarom is dat niet overgelegd De Voorzitter: Ik wil Uw vragen even beantwoorden in de volgorde, waarin U ze gesteld hebt. Ten eerste vraagt U, waarom de tegenwoordige huur der de plaats niet verder wenscht te huren. Er is ons niets anders bekend, dan dat hij die niet meer wil huren. Waarschijnlijk zal dat wel zijn, omdat hij financieel is achteruitgegaan, maar ik wil er direct bij zeggen of

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1931 | | pagina 3