Vergadering van Dinsdag 14 llpril 1931.
52 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 24 Maart 1931.
De heer Dijkstra: lk zou ook wel een korte opmerking
willen maken. Ik was eigenlijk niet van plan hier iets
over te zeggen, maar ik wil nu toch wel even mede-
deelen hoe ik hier persoonlijk over denk.
Ik vind dit van het college zoo heb ik het althans
opgevat, maar ik kan mis wezen een sympathieke
daad. En verder kan het college eigenlijk ook niet gaan.
Persoonlijk kan ik het tuindersbedrijf het best beoor-
deelen en ik weet wel dat daar het verlies aan inkomen,
het een door het ander belangrijk meer is dan andere
jaren
De Voorzitter: Maar niet door de huur.
De heer Dijkstra: Neen, het staat er met de huur van
de tuiniers zoo voor: het is zoo iemand natuurlijk niet
onverschillig wat hij voor zijn tuin betaalt, maar de
huurprijs is toch ook niet een factor, die voor hem ge
heel domineerend is. Dat geldt voor den boer veel meer.
Ik vind dit een bescheiden voorstel en een sympathiek
voorstel en ik hoop, dat de Raad het aanneemt.
De heer Peletierlk heb dit voorstel van Burge
meester en Wethouders ook zoo opgevat, dat het is een
tegemoetkoming, gegrond op de billijkheid, maar dat
het voorstel geenszins is gebaseerd op de uitkomsten
van het bedrijf. In den geest van het stellen van de
vraag van den heer Westerhuis zou daaraan ten grond
slag liggen de bedoeling, dat de huur, die men aan de
gemeente betaalt, de sluitpost van het bedrijf moet uit
maken; anders toch interesseert het ons niet wat de
uitkomsten zijn van het bedrijf. Ik heb er mij dan ook
niet accoord mee kunnen verklaren om in besloten ver
gadering die inkomsten te bespreken. Naar mijn mee
ning zou hier alleen noodig zijn het vaststellen van een
norm en ik houd mij overtuigd, dat Burgemeester en
Wethouders hier den goeden weg hebben ingeslagen;
zij hebben die norm vastgesteld in overleg met den des
kundige.
Nu kan men zeggen dat deze verminderingen van 10,
15 en 20 niet voldoende zijn, maar dat is toch altijd
nog meer dan niets. Het is toch niet mogelijk dat de
vermindering zoodanig wordt vastgesteld, dat de huur
de sluitpost zou worden, want dan zou het mogelijk
zijn, consequent doorredeneerende, dat straks de ge
meente zelfs zou moeten bijbetalen. Anders toch heeft
het geen zin, dat men de financiëele uitkomsten van het
geheele bedrijf over het afgeloopen jaar nagaat.
Ik kan volkomen accoord gaan met dit voorstel van
Burgemeester en Wethouders.
De Voorzitter: Namens Burgemeester en Wethouders
wil ik nog wel even antwoord geven. De heer Wester
huis zegt: weet U wel dat die percentages goed zijn en
hoe komen Burgemeester en Wethouders aan die 10,
15 en 20 Ja, mijnheer Westerhuis, die zijn ten slotte
door Burgemeester en Wethouders aanvaard en of zij
juist zijn of niet juist, dat is een kwestie, waar men ver
schillend over kan denken, maar wij meenen, dat wij die
percentages terug moeten geven. Als U echter vraagt:
hoe komen Burgemeester en Wethouders daaraan?, dan
moet ik nog eens zeggen: dat kunnen Burgemeester en
Wethouders U ook niet precies zeggen.
De heer Westerhuis vraagthebben die menschen nu
nog een bestaan Ja, misschien sommigen wel en
anderen niet. Burgemeester en Wethouders hebben eerst
geprobeerd geval voor geval te bekijken, maar zij zijn
in minder dan geen tijd tot de conclusie gekomen, dat
dan het eind niet te vinden zou zijn.
De cijfers mogen gerust in openbare vergadering be
sproken worden, Burgemeester en Wethouders hebben
daar niets geheimzinnigs mee de Raad mag bij dit
voorstel wel precies weten wat Burgemeester en Wet
houders ook weten, maar Burgemeester en Wethouders
weten eigenlijk ook niets meer dan de Raad. Ik heb
hier de lijst voor mij en de cijfers, die daar op staan
zijn alle in openbare vergadering geweest, omdat alle
landerijen in openbare vergadering worden verhuurd.
Hier staat b.v. J. P. Reitsma, die „de Magere Weide"
huurt voor 3000.—, L. H. Hotsma, die een plaats
huurt voor 4240.en S. Tijsma, die destijds zijn
plaats heeft gehuurd voor 5757.50. Dat zijn alle
cijfers, die ook publiek bekend zijn en als ik die drie
groote plaatsen vergelijk, waarvan de huurders alle
10 reductie op de huur zullen ontvangen, dan weet
ik heusch niet, hoeveel verlies Reitsma heeft gehad op
„de Magere Weide", dan weten wij op geen stukken na
of Hotsma uit heeft gekund of niet, maar van Tijsma
weten wij wel, dat hij niet uit heeft gekund. Er hebben
aan dat laatste ook andere oorzaken ten grondslag ge
legen dan het huren van dei boerderij en moeten wij
dan die andere oorzaken óók in het oog houden Al
had Tijsma de geheele huur teruggekregen, dan had hij
misschien nóg niet uit gekund. Zoo kan men dus ten
slotte toch niet gaan rekenen.
Wij hebben ook gesproken over een gardenier, die
naar "ik meen 600.of 700.huur betaalt. Deze
had ook aan een van de leden van het college gezegd,
dat hij een slecht jaar had gehad, waarop dat lid van
het college tegen hem had gezegd: dan moet U wat
reductie op de huur hebben. Ja, antwoordde de garde
nier, maar die huur heeft mij de das niet omgedaan,
maar er zijn zooveel andere dingen, die er zoo boven
uit loopen; de huur is voor mij maar een onderdeel van
het bedrijf en of deze 60.of 70.hooger of
lager is, daar ga ik niet mee ten gronde. Zoo hebben
Burgemeester en Wethouders eerst alle gevallen op
zichzelf willen beoordeelen, maar in minder dan geen
tijd kwamen zij tot de conclusie dat dit niet mogelijk
was. Neem nu maar eens twee gevallen, dat iemand
zelf nog eenig kapitaal achter de hand heeft en daarmee
zijn verlies kan dekken en dat iemand zelf géén kapitaal
heeft, maar met een gelijk verlies te kampen heeft.
Moet men die twee menschen over eenzelfde kam
scheren Moet men, wanneer iemand op een plaats
weinig heeft verdiend, maar hij nog een kapitaaltje
achter de hand heeft, dat bezit ook bij het bepalen van
de reductie in acht nemen of niet Dat alles krijgt
men bij afzonderlijke beschouwing van de gevallen.
Burgemeester en Wethouders zijn tot de conclusie
gekomen dat het voor de gardenierslanden een zeer
slecht jaar is geweest, verder is het bekend dat het
voor den bouw ook slecht is geweest, ofschoon de heer
IJ. de Vries gelijk heeft, dat er landbouwers zijn ge
weest, die een zeer behoorlijke opbrengst van de aard
appels hebben gehad. Er zijn er bij, die geen klagen
hebben en die een beste opbrengst hebben gehad, maar
er zijn er ook bij, die hun aardappels dadelijk hebben
verkocht en die er zoo goed als niets voor hebben ge
kregen. Als Burgemeester en Wethouders nu ook
rekening hadden moeten houden met kwesties, dat
iemand dadelijk zijn aardappels heeft verkocht en dus
niets heeft gebeurd of dat iemand op speculatie gelukkig
heeft geboerd, dan zal men wel begrijpen, dat daar
niet uit was te komen. Burgemeester en Wethouders
hebben daarom dezen norm aangenomen voor het
gardeniersland was het 't slechtst, voor het bouwland
was het vrij slecht en het weiland heeft het nog het
langst volgehouden. Wij hebben ons bij het vaststellen
van de percentages gehouden aan wat in Friesland hier
en daar meer gebeurt. Er zijn meer corporaties, die op
dezelfde manier hebben gehandeld en zoo zijn wij tot
deze percentages gekomen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de ver
gadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 14 April 1931.
53
Tegenwoordig 22 leden, te weten: de heeren Dijkstra,
Lautenbach, Terpstra, O. F. de Vries, Tamminga, mevr.
Van DijkSmit, mevrouw Buisman—Blok Wijbrandi,
de heeren Feitsma, J. de Boer, Muller, Tiemersma, Hooi-
ring, Botke, Westerhuis, Vromen, H. de Boer, Hofstra,
B. Molenaar, IJ. de Vries, Balk, Ritmeester en Westra.
Afwezig de heeren Van der Veen, Visser, M. Molenaar,
Peletier en Oosterhoff.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van
22 December 1930, 20 Januari en 10 Februari 1931.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een voorzitter van het Stembureau
in het 20e stemdistrict voor de verkiezing van leden van
de Provinciale Staten en in het 3e stemdistrict van kies
kring III voor de verkiezing van de leden van den Ge
meenteraad.
4. Benoeming van een bestuurslid der Woningver-
eeniging „Leeuwarden", wegens periodieke aftreding
van mevrouw R. BartelsTroulder.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van het verslag betreffende de wijze, waarop
het op de gemeentebegrooting voor 1930 toegestane
bedrag voor het in art. 28 der Leerplichtwet omschreven
doel is besteed.
6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van een perceel
bouwterrein aan den Weg Achter de Hoven aan M.
Spandaw.
7. Alsvoren tot afstand in erfpacht van een perceel
bouwterrein aan de Warmoezenierstraat aan C. Th. van
der Kolk.
8. Alsvoren tot overneming van den grond der stoep
in de Vijzelstraat naast het perceel Nieuweburen no. 93,
van J. Barends.
9. Alsvoren tot overneming van den grond der stoe
pen, gelegen voor de perceelen Voorstreek no. 67 en
Nieuwestad nos. 79, 83, 85 en 87.
10. Alsvoren tot overneming van den grond der stoe
pen, gelegen voor de perceelen Schoenmakersperk no. 3
en Groeneweg no. 32, van het St. Anthony Gasthuis te
Leeuwarden.
11. Alsvoren tot verhuring van een perceeltje tuin
grond aan den Groningerstraatweg aan de wed. T. B.
VeningaSikma.
12. Alsvoren tot verhuring van vier perceelen wei
land aan den Lekkumerweg aan J. Hellinga te Lekkum.
13. Alsvoren om een perceel open grond ten Zuiden
van de Delistraat te bestemmen voor uitgifte in erfpacht
en tot vaststelling van rooilijnen voor de op dat terrein
te stichten gebouwen.
14. Alsvoren tot het verleenen van een bijdrage aan
de N. V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen,
te Arnhem, ten behoeve van de exploitatie van een op
te richten kortsluithuis en van een hoogspannings-Iabo-
ratorium.
15. Alsvoren
o. tot beschikbaarstelling van gelden voor verbou
wing en uitbreiding van de school voor buitengewoon
lager onderwijs;
b. tot nadere vaststelling van het voor 1931 aan de
vereeniging „Kinderbewaarplaats", alhier, toegekende
subsidie;
c. tot wijziging van de verordening op het Openbaar
Lager Onderwijs in de gemeente, enz. (bijlage no. 8).
De notulen der vergaderingen van 22 December
1930 en 20 Januari en 10 Februari 1931 worden onver
anderd vastgesteld.
2. Wordt medegedeeld
a. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d.
10 Februari 1931 tot vaststelling van rooilijnen voor
de bebouwing ter weerszijden van de Tijnjestraat;
3 Maart 1931 ter aanvaarding van een schenking door
de Vereeniging ter bevordering van Vreemdelingenver
keer van Leeuwarden en omstreken;
tot afstand in erfpacht van bouwterrein ten Noord
oosten van den Mr. P. J. Troelstraweg;
aankoop van vier perceelen weiland aan den Lekku
merweg en van de onbewoonbaar verklaarde woning
Steenhouwerij no. 29;
24 Maart 1931 tot verhuring van een zathe en landen
aan den Poppeweg, van een perceel bouwland aan de
Insulindestraat, van een perceel weiland aan de Tijnje
en van het perceel Harlingerstraatweg no. 77;
afstand in erfpacht van bouwterrein aan de Kwartel
straat en ten Noordoosten van den Mr. P. Troelstra
weg en tot aankoop van de woning Poppebuurt no. 28a;
b. bericht van den heer A. van der Veen, dat hij ont
slag neemt als lid van den Gemeenteraad;
c. schrijven van den Voorzitter van het Centraal
Stembureau, bedoeld in art. 18a der Gemeentewet, ge
leidende een afschrift van het besluit waarbij de heer
P. A. Koopal is benoemd verklaard tot lid van den Ge
meenteraad, vacature A. van der Veen;
d. rapporten omtrent de opneming der kassen van
het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf, de Gemeentelijke
Gasfabriek en het Gemeentelijk Woningbedrijf.
De stukken sub a—d worden voor kennisgeving aan
genomen.
e. verslag van den toestand van het Middelbaar On
derwijs te Leeuwarden over het jaar 1930.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
adres van mevrouw de weduwe HothoHörr om
haar te vergunnen een rijwielbergplaats achter de wo
ning Auke Stellingwerfstraat no. 29 te doen aanbrengen.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld ter afdoening.
g. schrijven van het bestuur der vereeniging van
leeraren en onderwijzers in de lichamelijke opvoeding
in Nederland, ten geleide, van een door besturen van
onderwijs-organisaties aan den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen gericht adres betreffende
het aanstellen van vakonderwijzers voor het vak „licha
melijke opvoeding";
h. dat Burgemeester en Wethouders bij openbare
inschrijving hebben gegund aan
S. J. Mellema, alhier, het maken van den onderbouw
van een Straussklapbrug over de gracht bij de Gas
fabriek, voor 4730.
de firma Nauta en Hettema, alhier, het stichten van
een cyaneergebouwtje c.a. op het terrein van het nieuwe
aschland aan den Greunsweg, voor 6624.—;
H. Molenaar, te Sneek, het aanleggen van straten,
rioleeringen, enz. op een terrein ten Zuiden van het
Nieuwe Kanaal (2e Kanaalpand), voor 8850.
De punten sub g en h worden voor kennisgeving aan
genomen.
3. Benoeming van een voorzitter van het Stembureau
in het 20e stemdistrict voor de verkiezing van leden
van de Provinciale Staten en in het 3e stemdistrict van
kieskring III voor de verkiezing van de leden van den
Gemeenteraad.
Benoemd wordt de heer Vromen met 21 stemmen; er
wordt 1 biljet blanco ingeleverd.
4. Benoeming van een bestuurslid der Woningver-
eeniging „Leeuwarden", wegens periodieke aftreding van
mevrouw R. BartelsTroulder.