122 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1931
6. Benoeming van vier leden der commissie voor de
Gemeentereiniging.
Benoemd worden
als eerste lid de heer Stobbe, met 25 stemmen; op
mevrouw Van DijkSmit wordt 1 stem uitgebracht;
als tweede lid mevrouw Van DijkSmit, met 24
stemmen; op ieder der heeren Peletier en Dijkstra
wordt 1 stem uitgebracht;
als derde lid de heer Dijkstra, met 25 stemmen; op
den heer Hofstra wordt 1 stem uitgebracht;
als vierde lid de heer Hofstra, met 25 stemmen, ter
wijl 1 biljet met betrekking tot den vierden naam blanco
wordt ingeleverd.
7. Benoeming van vier leden der commissie voor de
Gemeentelijke Lichtfabrieken.
Benoemd worden
als eerste lid de heer Weima, met 25 stemmen; op
den heer Van der Meulen wordt 1 stem uitgebracht;
als tweede lid de heer Peletier, met 24 stemmen; op
ieder der heeren Oosterhoff en Hettinga wordt 1 stem
uitgebracht;
als derde lid de heer Koopal, met 25 stemmen; op
den heer Van der Schoot wordt 1 stem uitgebracht;
als vierde lid de heer Van Kollem, met 25 stemmen;
op den heer Vromen wordt 1 stem uitgebracht.
8. Benoeming van vier leden der Financiëele com
missie.
1
Benoemd worden
als eerste lid de heer Balk, met 24 stemmen op
mevrouw BuismanBlok Wijbrandi en den heer Oos
terhoff ieder wordt 1 stem uitgebracht;
als tweede lid de heer Botke, met 24 stemmen; op
ieder der heeren Feitsma en M. Molenaar wordt 1 stem
uitgebracht;
als derde lid de heer M. Molenaar, met 24 stemmen;
op ieder der heeren Muller en Botke wordt 1 stem uit
gebracht;
als vierde lid de heer Oosterhoff; met 24 stemmen;
op ieder der heeren Visser en Bak wordt 1 stem uitge
bracht.
9. Benoeming van vier leden der commissie voor het
ontwerpen van Strafverordeningen.
Benoemd worden
als eerste lid de heer Van der Meulen, met 24 stem
men; op mevr. Van DijkSmit en den heer M. Molenaar
ieder wordt 1 stem uitgebracht;
als tweede lid de heer Hettinga, met 24 stemmen;
op ieder der heeren Feitsma en Visser wordt 1 stem uit
gebracht;
als derde lid de heer Van der Schoot, met 24 stem
men; op ieder der heeren Muller en Wiersma wordt 1
stem uitgebracht.
als vierde lid de heer Vromen, met 23 stemmen; op
den heer Visser wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 2 bil
jetten met betrekking tot den vierden naam blanco
worden ingeleverd.
10. Benoeming van vier leden der commissie voor
de Gemeentelijke bewaarscholen.
Benoemd worden
als eerste lid mevrouw BuismanBlok Wijbrandi,
met 24 stemmen; op ieder der heeren Weima en Van
der Meulen wordt 1 stem uitgebracht;
als tweede lid de heer Feitsma, met 24 stemmen; op
ieder der heeren Peletier en Hettinga wordt 1 stem uit
gebracht;
als derde lid de heer Muller, met 24 stemmen; op
ieder der heeren Koopal en Van der Schoot wordt 1
stem uitgebracht;
als vierde lid de heer Visser, met 24 stemmen; op
ieder der heeren Van Kollem en Vromen wordt 1 stem
uitgebracht.
11. Benoeming van drie leden der commissie voor
het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1930.
Benoemd worden de heer Koopal met 24, de heer
Van der Schoot met 23 en de heer Peletier met 20
stemmen.
Op ieder der heeren Wiersma, Hettinga, Visser en
AL Molenaar worden 2 stemmen en op mevrouw Buis
manBlok Wijbrandi en ieder der heeren Oosterhoff en
Terpstra wordt 1 stem uitgebracht.
12. Benoeming van drie Raadsleden tot leden der
commissie, bedoeld bij artikel 6, 2e lid, der verordening
regelende het Georganiseerd Overleg.
Benoemd worden: de heeren M. Molenaar en Visser,
ieder met algemeene (26) stemmen en de heer Wiersma
met 22 stemmen.
Op den heer Peletier worden 3 stemmen en op den
heer Vromen wordt 1 stem uitgebracht.
13. Benoeming van tijdelijk onderwijzend personeel
aan de Middelbare Avondhandelsschool.
Overeenkomstig de voordracht van Burgemeester en
Wethouders worden met algemeene (26) stemmen be
noemd
a. tot directeur
A. Deinema, hoofd van gemeenteschool no. 14b;
b. tot leeraar in Duitsch en Nederlandsche corres
pondentie
C. Andriesse, hoofd van gemeenteschool no. 4;
c. tot leeraar in aardrijkskunde, Nederlandsche cor
respondentie en handelskennis
G. Steegstra, hoofd van gemeenteschool no. 13b;
d. tot leeraar in boekhouden, handelsrekenen en
Nederlandsche correspondentie
E. Ploegh, onderwijzer te Huizum;
e. tot leeraar in stenografie en machineschrijven
W. Röben, leeraar in die vakken,
allen thans reeds als zoodanig werkzaam.
14. Benoeming van een onderwijzer aan de school
voor uitgebreid lager onderwijs (gemeenteschool no. 4).
De voordracht van Burgemeester en Wethouders
luidt als volgt
1. H. Smedes, onderwijzer aan gemeenteschool no.
8a, alhier;
2. IJ. de Bruin, onderwijzer aan gemeenteschool no.
8b, alhier;
3. T. Ridder, onderwijzer aan gemeenteschool no.
10d, alhier.
Benoemd wordt H. Smedes, voornoemd, met 24 stem
men. Op T. Ridder wordt 1 stem uitgebracht, terwijl 1
biljet van onwaarde wordt verklaard.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overplaatsing van Th. Schaafsma, onderwijzer aan ge
meenteschool no. 10a, naar gemeenteschool no. 10b.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aanvaarding van een door de commissie voor Beurs en
Waag gedane schenking van drie momumentale bronzen
deuren ten behoeve van het Beurs- en Waaggebouw.
Dit voorstel luidt als volgt
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 1 September 1931. 123
Zooals Uwe Vergadering bekend zal zijn en ter gele
genheid van de herdenking van het 50-jarig bestaan
van het Beurs- en Waaggebouw in September 1930
reeds werd medegedeeld, had de Commissie voor Beurs
en Waag het plan om als herinnering aan dat feit drie
monumentale bronzen deuren te laten vervaardigen,
opdat die in de drie hoofdingangen van genoemd ge
bouw zouden worden aangebracht. Daartoe in staat
gesteld door de medewerking van beursbezoekers en
andere belangstellenden, heeft de Commissie aan haar
voornemen gevolg kunnen geven, zoodat, naar zij U in
haar hiernevens gevoegden brief mededeelt, de deuren
binnenkort gereed zullen zijn en geplaatst kunnen
worden. In verband daarmede biedt de Commissie de
bedoelde deuren thans officiëel aan de gemeente aan.
Ongetwijfeld zal dit geschenk, waardoor het Beurs
gebouw ten zeerste wordt verfraaid en waaruit een zoo
groote belangstelling en waardeering voor deze instel
ling blijkt, met erkentelijkheid en volgaarne door U
worden aanvaard.
Wij geven U dan ook in overweging
a. de door de Commissie voor Beurs en Waag te
Leeuwarden aan de gemeente gedane schenking van
drie monumentale bronzen deuren ten behoeve van het
Beurs- en Waaggebouw te aanvaarden;
b. aan de Commissie voor Beurs en Waag 's Raads
dank te betuigen voor de belangstelling in het Beurs
en Waaggebouw, waarvan die Commissie en zij, die
haar hunne medewerking hebben verleend, door de
onder a vermelde schenking hebben doen blijken;
c. ons College te machtigen voor de plaatsing van
de onder a bedoelde deuren in overleg met de schenk
ster het noodige te verrichten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethouders
sub 15 en 16.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
straataanleg op terreinen ten Z. W. van den Mr. P. J.
Troelstraweg en ten N. W. van de Leeuwrikstraat, tot
beschikbaarstelling van gelden daarvoor en tot vast
stelling van rooilijnen.
Dit voorstel luidt als volgt
In verband met de vraag naar bouwterrein,
vooral aan de Westzijde van de stad, hebben wij
den Directeur der Gemeentewerken opdracht gegeven
tot het ontwerpen van een stratenplan op een ge
deelte van de gemeentelijke terreinen gelegen ten Zuid
westen van den Mr. P. J. Troelstraweg en ten Noord
westen van de Leeuwrikstraat. Bij schrijven van 22 Juli
j.l. heeft genoemde Directeur het hierbij overgelegde
stratenplan ingezonden. Zooals uit de teekeningen A en
B blijkt, is het complex, behoudens een geringe afwij
king, geprojecteerd in overeenstemming met het voor-
loopige uitbreidingsplan ter plaatse. De hierbedoelde
afwijking is een gevolg van het door de stichting „Son-
nenborgh" gedane verzoek om bij eventueelen straat-
aanleg den achter het rusthuis gelegen tuin intact te
laten, zulks in het belang van de in hare inrichting
vertoevende ouden van dagen. In het voorgestelde pro
ject is met genoemd verzoek, dat zonder nadeel voor de
gemeente kan worden ingewilligd, rekening gehouden.
De nieuwe indeeling der bouwblokken legt aan de uit
gifte geen belemmeringen in den weg. Zelfs bleek het
mogelijk om aan de bouwblokken, gelegen achter het
ten Zuidwesten van het rusthuis ontworpen plein, een
regelmatiger en voor bebouwing geschikter vorm te
geven. De deskundige adviseur voor het uitbreidingsplan
kan zich volgens niededeeling van den Directeur der
Gemeentewerken met de voorgestelde wijziging dan ook
geheel vereenigen. De aan te leggen straten zijn op de
meergenoemde teekening B met een grijze kleur aange
duid, terwijl op de teekening no. 2480 het stratenplan
nader is uitgewerkt. Op laatstgemelde teekening zijn
tevens met roode lijnen de rooilijnen aangegeven. De
straten krijgen al naar mate van hare meerdere of min
dere belangrijkheid eene breedte van 15, 10 of 6 Meter.
De straten van 15 Meter zijn verdeeld in 8.54 Meter
rijweg en trottoirs ter weerszijden van 3.23 Meter elk,
de straten van 10 Meter krijgen een rijweg van 5.34
Meter en trottoirs van 2.33 Meter, terwijl de straten
van 6 Meter breedte geheel als rijweg, dus zonder trot
toirs, zijn geprojecteerd. De straatprofielen en de diepte
der voortuinen komen overeen met de aansluitende
straatcomplexen.
De Directeur der Gemeentewerken raamt de kosten
van den bovenomschreven straataanleg, blijkens de
overgelegde gespecificeerde begrooting, op rond
155.000.—.
De Commissie voor de Openbare Werken, in wier
handen wij de stukken om advies hebben gesteld, heeft
ons bij schrijven van 24 Augustus j.l. bericht, dat zij
zich met den ontworpen straataanleg kan vereenigen.
Voor nadere bijzonderheden, mede wat betreft de
vermoedelijke uitkomsten van de exploitatie van het
terrein, verwijzen wij naar de te Uwer inzage liggende
stukken.
Wij geven U in overweging te besluiten
a. tot straataanleg op een gedeelte van de gemeen
telijke terreinen ten Zuidwesten van den Mr. P. J.
Troelstraweg en ten Noordwesten van de Leeuwrik
straat, op de wijze als is aangegeven op de bij dit besluit
behoorende teekening No. 2480, gemerkt „bij 2541 van
'31", en voor de uitvoering van dat werk een bedrag
beschikbaar te stellen van 155.000.
b. als rooilijnen voor de bebouwing vast te stellen
de op de bij dit besluit behoorende teekening No. 2480,
gemerkt „bij 2541 van '31", getrokken roode lijnen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Peletier: Vooropgesteld, dat ik geen feitelijk
bezwaar heb tegen deze voordracht, zou ik toch een
enkele vraag willen stellen.
In de toelichting zeggen Burgemeester en Wethou
ders als hun zienswijze, dat in de naaste toekomst vraag
zal blijven bestaan naar bebouwing van deze complexen
gronden. Ik wil dat wel aannemen, maar ik zou toch
deze vraag willen stellen hebben Burgemeester en
Wethouders daarvoor bepaalde aanwijzingen en kunnen
zij omschrijven op welke gronden zij deze meening zijn
toegedaan? Ik vraag dat, omdat er met den aanleg van
straten op deze terreinen een aanmerkelijk bedrag zoek
wordt gemaakt, in dien zin, dat het moet worden uit
gegeven; dat vertegenwoordigt een kapitaalsrente per
jaar van 6000.a 7000.Indien inderdaad, zooals
het wordt voorgesteld door den directeur van Gemeente
werken, dit terrein binnen 3 jaar zou zijn uitgegeven,
geloof ik wel, dat wij hiermee een heel goede zaak doen,
maar indien, zooals ook mogelijk is, de vraag naar der
gelijk terrein ophoudt te bestaan in verband met den
algemeenen toestand, dan zou ik er tegen zijn, om dit
terrein b.v. een 10 jaar braak te laten liggen. In dat
geval kunnen wij deze plannen beter nog ietwat uit
stellen en eerst eens zien hoe de toestand zich ontwik
kelt in de naaste toekomst.
Ik doe deze vraag, omdat er misschien van de tafel
van Burgemeester en Wethouders mededeelingen kun
nen worden gedaan, die ons ten opzichte daarvan alge
heel gerust stellen. In dat geval zal ik gaarne met dit
voorstel meegaan.
De heer Hofstra: Bij ons bestaat geen direct bezwaar
om met het voorstel van Burgemeester en Wethouders
mee te gaan, maar naar aanleiding van het feit, dat wij
niet in de gelegenheid zijn geweest de betreffende stuk
ken in te zien en daardoor de onderlinge discussies