Vergadering van Dinsdag 9 Februari 1912.
8
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 19 Januari 1932.
12. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw
benoemde lid van den Raad, den heer Turksma.
De heer Oosterhoff rapporteert namens de commissie,
belast geweest met het onderzoek van den geloofsbrief
en bestaande uit de heeren Botke, Oosterhoff en
Feitsma, dat de commissie den geloofsbrief en de daar
bij behoorende stukken in orde heeft bevonden, in ver
band waarmede zij den Raad adviseert den heer
Turksma als lid van den Raad toe te laten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het advies der commissie.
Op voorstel van den Voorzitter wordt alsnog aan de
agenda toegevoegd
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
voorloopig een bedrag van f 1500beschikbaar te
stellen voor het Plaatselijk Crisiscomité.
Dit voorstel luidt als volgt
Het zal U bekend zijn, dat de Regeering een bedrag
beschikbaar heeft gesteld voor het verleenen, waar
noodig, van extra-hulp aan de gezinnen van arbeiders,
die uitkeering ontvangen ingevolge eener steunregeling,
en wel in die gemeenten, waar een door het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gesub-
sidiëerde steunregeling toepassing vindt. Hiertoe be
hoort ook Leeuwarden. Het Nationaal Crisiscomité
heeft zich in het algemeen belast met het verleenen van
de hier bedoelde extra-hulp, terwijl de eigenlijke uit
voering van de regeling wordt overgelaten aan de
plaatselijke crisiscomité's, die als zoodanig door het
Nationale Comité zijn erkend, hetgeen met het crisis
comité hier ter stede het geval is. Voor deze extra-hulp
zal een zelfde bedrag beschikbaar worden gesteld als
door het Gemeentebestuur voor dat doel wordt uitge
trokken, met dien verstande dat behoudens door het
Nationaal Crisiscomité te verleenen machtiging, over
een tijdvak van 12 maanden niet meer wordt besteed
dan 20 cent per ingezetene. Voor een zoodanig tijdvak
zal ten hoogste 10 cent per ingezetene worden bijge
dragen.
Het Plaatselijk Crisiscomité deelt ons nu mede, van
het Nationaal Crisiscomité bericht te hebben ontvan
gen, dat dit laatste bereid is ten behoeve van Leeu
warden gelden ter beschikking te stellen en heeft ons
verzocht te willen bevorderen, dat zulks ook van ge-
I meentewege geschiedt. Aangezien de bevolking dezer
gemeente volgens de laatst bekende gegevens 48901
beloopt, zou de gemeentelijke bijdrage op 4890.— in
maximum kunnen worden bepaald. Evenwel is thans
nog niet te overzien welk bedrag het comité noodig zal
j hebben, zoodat beschikbaarstelling van de maximale
som voorshands niet vereischt wordt. Met het verstrek
ken, voorloopig, van 1500.-- om het comité in staat
te stellen zijn werkzaamheden aan te vangen, kan der
halve thans worden volstaan.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in
overweging te besluiten
ten behoeve van het verleenen van extra-hulp door
het Plaatselijk Crisiscomité, alhier, volgens de daarvoor
door het Nationaal Crisiscomité vastgestelde of nog
vast te stellen regelen, voorloopig een bedrag van
1500.— beschikbaar te stellen.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Weima: Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij
met dit voorstel wel vereenigen, maar ik zou toch deze
vraag willen stellen. Als hier inderdaad wordt besloten
om 1500.— beschikbaar te stellen, ligt daar dan tege
lijk in opgesloten dat wij in de naaste toekomst opnieuw
weer een besluit zullen moeten nemen om vermoedelijk
weer zoo'n bedrag beschikbaar te stellen? En is dat het
geval, is het dan ook gevaarlijk om dit besluit te nemen?
Ik meen toch dat staat ook in den Raadsbrief dat
het de bedoeling is, dat het Nationaal Crisiscomité eer-
gelijk bedrag beschikbaar zal stellen als de gemeente
Beginnen wij nu met 1500.—, dan begint het Natio
naal Crisiscomité ook met 1500.— beschikbaar te
stellen. Is dit dan geen aanleiding dat wij moeilijkheden
zullen kunnen krijgen in de naaste toekomst?
De Voorzitter beantwoordt deze vraag ontkennend.
De heer Weima: Als dat niet het geval is, dan kan
ik mij hier best mee vereenigen, want ik ben vlak voor
deze zaak.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 9 Februari 1932. 9
Tegenwoordig 27 leden, te weten: de heeren Dijkstra,
Terpstra, Ritmeester, Hettinga, Van der Schoot, Stobbe.
Hooiring, Koopal, De Boer, Van Kollem, Weima.
Muller, Botke, Hofstra, mevr. Van Dijk—Smit, mevr.
Buisman-Blok Wijbrandi, de heeren Feitsma. Wiersma, j
M. Molenaar, B. Molenaar, De Vries, Balk, Oosterhoff, j
Westra, Van der Meulen, later de heeren Vromen en j
Turksma.
Afwezig de heeren Peletier en Visser.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Beëediging van het nieuw inkomende lid, den
heer J. Turksma.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming van een lid der Commissie voor de
Openbare Werken, vacature-P. B. Westerhuis.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan P. de Vries Jzn.,
als schoolarts der gemeente.
5. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag
aan mejuffrouw M. Sieswerda, als onderwijzeres aan
gemeenteschool no. 11.
6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Schapestraat aan J. de Jong.
7. Alsvoren tot verkoop van bouwterrein aan de
Tijnjestraat aan J. W. van der Sluijs te Delft, c. q. de
N. V. Friesche Margarine-Industrie.
8. Alsvoren tot verhuring van weiland aan het
Schapendijkje aan E. Dijkstra.
9. Alsvoren tot vaststelling van rooilijnen voor de
bebouwing van terreinen aan de Oeverdwarsstraat.
10. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van de verbetering van de Spanjaardslaan en
den Mr. P. J. Troelstraweg.
11Alsvoren tot vaststelling der vergoeding ex art.
101, le lid, der Lager Onderwijswet 1920 over het jaar
1928 aan besturen van bijzondere scholen.
12. Alsvoren tot vaststelling van de vergoeding ex
art. 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet 1920 over het
jaar 1928 aan besturen van bijzondere scholen.
13. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het schrijven van Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie in zake korting op de jaarwedden der burge
meesters, secretarissen en ontvangers.
14. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw
benoemde lid van den Raad, den heer Mr. J. Th. H.
Buiel.
1. Beëediging van het nieuw inkomende lid, den heer
J. Turksma.
De Voorzitter deelt den Raad mede, dat er van Ge
deputeerde Staten een schrijven is ingekomen, dat dit
college geen bezwaar maakt tegen de toelating van den
heer Turksma als Raadslid der gemeente Leeuwarden.
De heer Turksma wordt op verzoek van den Voor
zitter door den Secretaris binnengeleid en legt, nadat
de Voorzitter de evengenoemde mededeeling tegenover
den heer Turksma heeft herhaald, in handen van den
Voorzitter de eeden, bedoeld bij art. 45 der Gemeente
wet, af.
De Voorzitter: Mijnheer Turksma, namens den Raad
wensch ik U geluk met de aanvaarding van Uw Raads
lidmaatschap. U komt in de plaats van iemand, die ge
noemd kon worden een bezadigd Raadslid, die blijk
gaf altijd zeer goed op de hoogte te zijn van de zaken,
die hier in den Raad behandeld werden. Ik hoop, dat
U denzelfden weg zult volgen en dat later van U het
zelfde gezegd zal kunnen worden. Mag ik U nu ver
zoeken Uw plaats in te nemen
De heer Vromen is intusschen ter vergadering ge
komen.
2. Wordt medegedeeld
a. dat bij Koninklijk besluit van 23 December 1931,
no. 25, is goedgekeurd het Raadsbesluit van 24 Novem
ber 1931 tot wijziging van het besluit tot heffing van
rechten onder den naam van leges;
b. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten d.d. 19 Januari 1.1. tot afstand in erfpacht
van bouwterrein aan de Bildtschestraat en tot wijziging
der zekerheidstelling door den vorigen gemeente-ont
vanger W. A. van Sloterdijck;
c. dat Gedeputeerde Staten voor kennisgeving heb
ben aangenomen de mededeeling van de toelating als
Raadslid van den heer J. Turksma;
d. bericht van den heer M. Visser, dat hij wegens
vertrek naar Utrecht ontslag neemt als lid van den
Raad.
e. schrijven van den Voorzitter van het Hoofd
stembureau voor de verkiezing van leden van den Ge
meenteraad, geleidende een afschrift van het besluit,
waarbij de heer Mr. J. Th. H. Buiel is benoemd ver
klaard tot lid van den Gemeenteraad, vacature-
M. Visser;
f. bericht van den Voorzitter voornoemd, dat de
heer Mr. J. Th. H. Buiel zijn benoeming tot lid van den
Raad heeft aangenomen;
g. bericht van mejuffrouw M. Sieswerda, dat zij hare
benoeming tot onderwijzeres aan de school voor buiten
gewoon lager onderwijs aanneemt;
h. bericht van de afdeeling Leeuwarden van den
Frieschen Bond van hotel-, café- en sociëteithouders,
dat zij haar adres d.d. 17 November 1931, betreffende
wijziging van art. 2b der verordening tot het heffen
eener belasting op tooneelvertooningen en andere open
bare vermakelijkheden, intrekt.
De mededeelingen sub a h worden voor kennis
geving aangenomen.
i. verslag der Commissie tot wering van school
verzuim over 1931.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
j. adres van de plaatselijke verkeerscommissie der
handelsreizigersorganisaties, alhier, betreffende het be
palen van een sluitingstijd voor de Vrouwenpoortsbrug
in verband met het vertrek van treinen omstreeks 8 uur
v.m.
Wordt ter afdoening in handen van Burgemeester en
Wethouders gesteld.
k. adres van R. Reitsma e. a. betreffende het leggen
van een trottoir voor hunne woningen aan den Mr. P. J.
Troelstraweg, van het Leeuwrikplein tot het Valerius-
plein.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld om praeadvies.
I. adres van de vereeniging Leeuwarder school- en
kinderwerktuinen" om haar gratis in bruikleen te geven
het terrein tusschen de Delistraat en de Sumatrastraat
en haar tevens een subsidie te verleenen van 665.
Wordt voorgesteld dit adres in handen van Burge
meester en Wethouders te stellen om praeadvies.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Botke: Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof dat
het bestuur van de Vereeniging voor School- en Werk-