242 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Augustus 1933.
Voor stemmen: de heeren Hettinga, Botke, mevrouw
Buisman—Blok Wijbrandi, de heeren Turksma, Terp
stra, Ritmeester, De Boer, Van der Schoot, Feitsma,
Weima, Stobbe, Hoogland en Buiel.
Tegen stemmen: de heer Balk, mevrouw Van Dijk
Smit, de heeren Hofstra, IJtsma, Muller, Wiersma,
Vromen, Koopal, Van der Meulen en B. Molenaar.
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de perceelen Poppebuurt nos. 26, 44 en 46.
Dit voorstel luidt als volgt
Behoudens Uwe goedkeuring hebben wij in openbare
veiling doen aankoopen een drietal woningen aan de
Poppebuurt, n.l. de perceelen plaatselijk genummerd 26,
44 en 46. Het bezit van deze panden, welke op de
hierbij overgelegde situatieteekening met roode omlij
ningen zijn aangeduid, is met het oog op de verbetering
van het stadsgedeelte ter plaatse voor de gemeente van
belang. Vele van de aldaar aanwezige perceelen op
de teekening groen gekleurd zijn reeds gemeente
eigendom. De koopsommen van de drie genoemde pan
den bedragen onderscheidenlijk 274. 452.— en
500. te vermeerderen met de op den aankoop val
lende kosten. Twee van de woningen zijn verhuurd in
totaal voor 208.— per jaar, zoodat de gemeente, zoo
lang niet tot afbraak van deze woningen wordt over
gegaan, rente van de koopsom zal genieten.
Wij geven U in overweging te besluiten
tot aankoop van de perceelen Poppebuurt nos. 26, 44
en 46, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectie
G respectievelijk no. 7799 groot 46 centiare, no. 3532
groot 23 centiare en no. 5851 groot 39 centiare, tegen
een som onderscheidenlijk van 274. 452.— en
500te vermeerderen met de op den aankoop val
lende kosten.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Van der Schoot: Mijnheer de Voorzitter.
Hier wordt goedkeuring gevraagd op den aankoop van
de betrokken woningen, maar het is hier wel wat eigen
aardig. Ik zou de vraag willen stellen, waarom de Raad
van te voren niet in dezen aankoop is gekend, opdat
de Raad zijn zienswijze had te kennen kunnen geven.
Het is nu gebeurd natuurlijk.
De Voorzitter: De zaak is deze, dat de Raad destijds
aan Burgemeester en Wethouders machtiging heeft ge
geven om dergelijke kleine perceelen aan te koopen
tegen een naar hun oordeel of naar het algemeen oor
deel normalen prijs en dat Burgemeester en Wethou
ders daarvan hebben gebruik gemaakt. Dergelijke per
ceelen komen meestal in openbare veiling en dan zou
dus, als men er hier van te voren over zou willen spre
ken, geheimhouding moeten worden opgelegd en mis
schien zou er zelfs, zooals de Secretaris opmerkt, een
aparte Raadsvergadering voor moeten worden gehou
den
De heer Muller: Dan werd het lak duurder dan de
brief.
De Voorzitter: Ik weet niet precies wanneer deze
verkoop was, ik geloof het was voor 3 weken. Ik zou
willen vragen of de Raad het op prijs stelt dat dergelijke
kleine aankoopen hier vooraf worden besproken ik
geloof echter dat de algemeene meening is, dat een
machtiging aan Burgemeester en Wethouders vol
doende is.
De heer Terpstra: Mijnheer de Voorzitter, in het
schrijven van den Directeur van Gemeentewerken
worden als kosten 7 van den kostprijs opgegeven
en in een van de bijgevoegde stukken staat dat die
kosten 8 zijn. Wat is nu het juiste percentage
De heer De Boer (wethouder): Mijnheer de Voor
zitter, ik geloof als ik de zaak goed zie, dat de ver
gissing hierin ligt, dat het 8 moet zijn. Als dus in
een van de stukken 7 staat, dan moet dat 8 zijn.
De heer Terpstra: Ja, in het stuk van den Directeur
van Gemeentewerken staat 7
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming in eigendom van U. H. Brink van een
nieuw aangelegd gedeelte der Harlingerstraat.
Dit voorstel luidt als volgt
In verband met de stichting van een woonhuis aan
het verlengde gedeelte van de Harlingerstraat, nabii de
Westerparkstraat, heeft de bouwondernemer U. H.
Brink, alhier, met onze voorloopige vergunning en onder
toezicht van den dienst der Gemeentewerken, het op de
hierbij overgelegde situatieteekening met enkele arcee
ring aangeduide, vóór de betreffende woning gelegen,
straatgedeelte aangelegd. Volgens de bepalingen der
Bouwverordening moet dit straatgedeelte, dat voor de
toepassing van art. 6 dier verordening behoort te worden
gerangschikt onder de straten der derde klasse, thans
aan de gemeente in eigendom worden overgedragen,
onder toebetaling van de bijdrage in de kosten van het
voortdurend onderhoud der straat en van de kosten va;:
het gemeentelijk toezicht op den aanleg, ten bedrage van
onderscheidenlijk 2.70 en f 0.27 per M2. overgedragen
straat. Blijkens mededeeling van den Directeur der Ge
meentewerken heeft het aangelegde straatgedeelte eene
oppervlakte van 70 M2. De belanghebbende heeft de
verschuldigde bedragen inmiddels reeds in de gemeente
kas gedeponeerd.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten:
van LI. H, Brink, alhier, kosteloos in eigendom over
te nemen het door hem aangelegde gedeelte van de
Harlingerstraat welke aanleg alsnog wordt goedge
vonden gelijk op de bij dit besluit behoorende situa
tieteekening met enkele arceering is aangeduid, ter
grootte van dz 70 M2., zulks onder bepaling, dat bij
de overdracht aan de gemeente worden betaald de bij
drage in de kosten van het voortdurend onderhoud,
benevens de kosten van het van gemeentewege op den
aanleg gehouden toezicht, bedragende onderscheidenlijk
2.70 en 0.27 per M2. overgedragen straat,
en overigens op de nader door Burgemeester en
Wethouders noodig geoordeelde voorwaarden.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van een perceel weiland aan den Groninger'
straatweg aan P. Brandsma.
Dit voorstel luidt als volgt
P. Brandsma, huurder van het perceel weiland aan
den Groningerstraatweg, kadastraal bekend Sectie F
no. 4199, heeft zich bij schrijven d.d. 10 Juli 1933 tot
ons College gewend met het verzoek te bevorderen,
dat de huurprijs van dit perceel, thans 87.50 bedra
gende, worde verlaagd.
Aangezien het hier een te allen tijde opzegbare huur
overeenkomst betreft en dit schrijven derhalve is te
beschouwen als een opzegging van de huur, hebben wij
het advies van den deskundige voor de gemeentelijke
landerijen ingewonnen omtrent een eventueele nieuwe
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 22 Augustus 1933.
243
verhuring tegen een lageren prijs. De deskundige is
van oordeel, dat een huur van 50.— per jaar vol
doende is te achten, met welk bedrag adressant ge
noegen neemt.
Wij kunnen ons met het advies van genoemden des
kundige, hetwelk bij de betrekkelijke stukken is over
gelegd, vereenigen en geven LI mitsdien in overweging
te besluiten met ingang van 5 Maart 1934 aan P.
Brandsma, alhier, tot wederopzegging te verhuren het
perceel weiland aan den Groningerstraatweg, kadastraal
bekend Sectie F no. 4199, groot 63.98 Are, voor den
prijs van 50.— per jaar en verder onder de bestaande
voorwaarden.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verstrekken van gelden aan het Bestuur der Ver-
eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs voor de aan
schaffing van leermiddelen en banken voor de U.L.O.
school Margaretha de Heer staat no. 1.
Dit voorstel luidt als volgt
Het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk School
onderwijs, alhier, vraagt bij het hiernevens overgelegd
schrijven d.d. 14 Augustus j.l. gelden uit de gemeentekas
te mogen ontvangen voor de aanschaffing van leermid
delen en schoolbanken ten behoeve van zijne school
voor uitgebreid lager onderwijs aan de Margaretha de
Heerstraat no. 1
Uit het adres blijkt genoegzaam, dat is voldaan aan
de bepalingen der Lager Onderwijswet 1920. In dit
verband zij gewezen op het bepaalde bij de wet van
4 Augustus 1933 (Staatsblad no. 414), volgens welke
de gelden worden geweigerd
a. indien door inwilliging van de aanvrage de nor
male eischen, aan het geven van lager onderwijs te stel
len, worden overschreden;
b. wanneer de aanvrage beoogt door aanschaffing
van nieuwe leer- en hulpmiddelen, andere te vervangen
die tengevolge van langdurig gebruik versieten zijn;
c. wanneer de aanvrage beoogt aanvulling van den
voorraad van schoolbehoeften in verband met de ver
mindering door verbruik.
Ons is gebleken dat in dit geval geen der bovenge
noemde weigeringsgronden aanwezig is. De leermid
delen worden vereischt in verband met een belangrijke
stijging van het aantal leerlingen. Dit geldt mede voor
cenige schoolbanken, terwijl de overige aangevraagde
banken dienen ter vervanging van andere, die tijdelijk
werden gebruikt van de lagere school, welke in het
zelfde gebouw is ondergebracht. Deze laatste zijn onge
schikt voor leerlingen van een school voor uitgebreid
lager onderwijs en dienen dan ook teruggebracht te
worden naar de school voor lager onderwijs, waar zij
weder gebruikt kunnen worden.
De gemeente behoort derhalve krachtens artikel 72
der Lager Onderwijswet 1920 en gelet op bovenver
melde aanvullingswet de benoodigde gelden beschik
baar te stellen.
Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten
aan het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs, alhier, uit de gemeentekas gelden te
verstrekken voor de aanschaffing van leermiddelen en
schoolbanken ten behoeve van zijne school voor uitge
breid lager onderwijs aan de Margaretha de Heerstraat
no. 1.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders sub 11 13.
14. Voorstel der Commissie voor de Strafver
ordeningen tot wijziging van de Algemeene Politie
verordening (bijlage no. 11).
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Vromen: Mijnheer de Voorzitter, ik zou
even willen vragen wat de bedoeling is van de redactie,
waar hier staat
,,met het kennelijke doel om het geheel of gedeeltelijk
voor het vervoer van personen te verhuren of ten
gebruike aan te bieden aan het publiek."
Waarom staat daar ,,te verhuren of ten gebruike aan
te bieden" Dat is toch een dubbele uitdrukking.
De Voorzitter: Bij de woorden ,,ten gebruike aan te
bieden" is gedacht aan de mogelijkheid, dat dit koste
loos zou kunnen geschieden. Dat is wel niet gebruikelijk,
maar dat is de bedoeling van deze redactie.
De heer Vromen: Dank U wel.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van de Commissie voor de Straf
verordeningen.
15. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op bezwaarschriften tegen aanslagen in het recht wegens
vergunning voor den verkoop van sterken drank in het
klein.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Buiel: Mijnheer de Voorzitter. Ik zou willen
voorstellen deze zaak even aan te houden tot de vol
gende vergadering. Ik heb straks gezegd dat ik dat
voorstel zou doen.
De Voorzitter: En dan het punt weer zoo op de
agenda te zetten
De heer Buiel: Ik vraag dat omdat het rapport van
de herschatters niet volledig is en omdat het, zooals
Burgemeester en Wethouders ook zeggen, geen enkel
motief inhoudt.
De Voorzitter: Ik wil den heer Buiel even opmerken
dat aan de verordening is voldaan. Er staat niet in dat
de herschatters hun rapport moeten omschrijven; als zij
dus meenen op deze manier hun rapport te moeten in
zenden, kunnen wij moeilijk zeggen dat zij het anders
moeten doen. Wij hebben hier het rapport en de Raad
moet daarop een beslissing nemen. Handhaaft de heer
Buiel zijn voorstel
De heer Buiel: Het is er mij alleen maar om te doen,
dat wij in het vervolg een behoorlijk rapport krijgen.
Aan een paar cijfers hebben wij niets. Wij moeten
zoo'n rapport hebben, dat wij aan de hand van de ge
gevens kunnen oordeelen.
De Voorzitter: Burgemeester en Wethouders zullen
daar de aandacht op vestigen en hun een wenk geven
om het voortaan anders te doen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Overeenkomstig het praeadvies wordt met algemeene
stemmen besloten.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de verga
dering door den Voorzitter gesloten.