Vergadering van Diosdag 8 Mei 1931
98
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 10 April 1934.
van den Prinsentuin aan de orde is, de geschikte tijd
om nog eens terug te komen op het plaatsen van meer
vrije stoelen om den vijver en onder den luifel, waarop
hij en een ander lid in de secties hebben aangedrongen,
te meer, waar uit de voorwaarden blijkt, dat door den
pachter een naar het oordeel van B. en W, voldoend
aantal stoelen geplaatst moet worden. In het algemeen
is de gedachtengang bij het publiek, dat de plaatsen
onder de luifels alleen zijn voor het verterend publiek,
maar uit de voorwaarden blijkt dat dit niet heelemaal
juist is, omdat B. en W. kunnen bepalen dat een ge
deelte van de luifels enz. daarvoor blijft gereserveerd.
Spr. zou dan ook graag zien dat voortaan meer vrije
stoelen om den vijver werden geplaatst en dat ook vrije
plaatsen onder den luifel werden gegeven. Uit den
omzet blijkt wel dat alle plaatsen voor den pachter niet
noodig zijn. Het zou ook door afkondiging of op een
bordje kunnen worden bekend gemaakt dat op bepaalde
uren vrouwen en kinderen en ouden van dagen vrij
gebruik van de stoelen kunnen maken.
Verder vraagt spr. hoe het college, nu de Prinsentuin
een anderen vorm krijgt, het verkeer daarachter denkt
te regelen en of het ook in de bedoeling ligt om daar het
rijwielverkeer te verbieden.
De heer Hofstra heeft geen bezwaren tegen dit voor
stel, waartoe wel aanleiding zal zijn, maar wanneer de
pachtsom zoodanig wordt verlaagd als hier is aange
geven en de toestand binnen afzienbaren tijd niet anders
zal wezen maar de pachtsom misschien nog wel meer
naar beneden zal gaan, zou spr. bij wederverhuring van
den Prinsentuin in overweging willen geven den tuin
maar heelemaal publiek te maken en open te stellen.
Door deze verlaging van de pachtsom, die misschien
straks nog lager zal worden, heeft spr. des te meer
moed om daarop aan te dringen.
De heer Ritmeester (wethouder) antwoordt dat de
pacht van den Prinsentuin eindigt voor het huis op 12
Mei 1935 en verder op 1 Maart 1935, zoodat men tegen
dien tijd opnieuw de zaak onder de oogen kan zien.
Verder is het de bedoeling het geheele bolwerk vanaf
de ingang aan de Oostzijde van den tuin tot aan het
Oldehoofsterkerkhof binnenkort te verbieden voor
rijwielverkeer.
Tegen het plaatsen van meer stoelen en het beschik
baar stellen van stoelen onder den luifel voor niet ver
terend publiek is in het algemeen geen bezwaar, als
daar de noodige plaats is, maar men moet niet vergeten
dat de pachter ook wat moet verdienen. Bovendien
heeft deze vaak buitengewoon veel last van een schare
opgeschoten jongens, die vooral beneden de stoelen
vernielen en om dien last naar boven te verplaatsen is
een gevaar. B. en W. zullen de zaak echter overwegen;
het loopt op z'n eind en tegen 't volgend voorjaar zal
men bij den gewijzigden toestand de zaak toch opnieuw
onder de oogen moeten zien, omdat men niet weet of er
dan nog een pachter gevonden kan worden.
De tuin is practisch al geheel opengesteld; hij wordt
alleen gesloten als hij wordt verhuurd. Daarom is het
hek aangebracht.
De heer Bos meent dat het misschien toch nog wel
mogelijk is om b.v. in de week op de middaguren van
2 tot 4 of van 2 tot 6, wanneer de groote massa van de
jongelui binnen de poorten zit, meer vrije plaatsen be
schikbaar te stellen, waarvan het wandelend publiek
gebruik kan maken.
De heer Ritmeester (wethouder): Wij zullen de zaak
nog eens nagaan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Punt 12 (bijlage no. 49). Met algemeene stemmen
wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders.
Punt 13 (bijlagen nos. 47 en 51De Voorzitter merkt
op dat de leden een nader voorstel hebben ge
kregen om thans van U. Scheepstra het drie
hoekig stukje grond aan de Kwartelstraat aan
te koopen.
Met algemeene stemmen wordt besloten overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van grond van li. Scheepstra en overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
sub b van bijlage no. 47.
Punt 14 (bijlage no. 44) wordt op voorstel van Bur
gemeester en Wethouders tot de volgende ver
gadering aangehouden.
Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergade
ring door den Voorzitter gesloten.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 8 Mei 1934.
99
Tegenwoordig 26 leden. Afwezig mevrouw Buisman-
Blok Wijbrandi en de heeren Westra en Hoogland.
Voorzitter: de heer Jhr. Mr. J. M. van Beyma,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van eervol ontslag aan Dr. J. E. van der
Laan als leeraar in de Nederlandsche taal aan het
gymnasium.
3. Alsvoren tot het verleenen van eervol ontslag aan
f. Hollander als onderwijzer aan de school voor uit
gebreid lager onderwijs (Gemeenteschool no. 4).
4. Alsvoren:
a. tot het verleenen van eervol ontslag aan G. J.
Ooiman als lid der Schattingscommissie, bedoeld bij art.
57 der wet op de Inkomstenbelasting 1914 (Stbl.
no. 563);
b. tot benoeming van een lid dier commissie, ter
vervulling der vacature, (bijlage no. 62).
5. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Lijsterstraat aan J. en M. Lerk (bijlage no. 57).
6. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Lijsterstraathoek Valkstraat aan mej. L. J. G.
Vorenkamp (bijlage no. 65).
7. Alsvoren:
a. betreffende afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Soenda-, Deli- en Sumatrastraat aan K. de Haan
en T. van der Hoek;
b. tot vaststelling van een verordening, houdende
bebouwingsvoorschriften voor het terrein, gelegen tus-
schen de Deli-, Java-, Sumatra- en Soendastraat. (bij
lage no. 54).
8. Alsvoren tot overneming van stoepen voor de
perceelen St. Jobsleen no. 4 en Bollemanssteeg no. 12.
(bijlage no. 58).
9. Alsvoren tot overneming van stoepen voor per
ceelen aan de Groote Kerkstraat, het Heer Ivostraatje,
de Kleine Kerkstraat, de Nieuwestad en de Nieuwe
Oosterstraat (bijlage no. 64).
10. Alsvoren tot ruiling van grond met en verkoop
van grond aan de Meidoornstraat aan H. J. Visser (bij
lage no. 67).
11Alsvoren:
a. tot overneming, van de woningstichting „Ons
Belang" te Amersfoort, van den eigendom harer wonin
gen aan en nabij de Camminghastraat enz.;
b. tot het doen eindigen van het erfpachtsrecht, ge
vestigd op de perceelen, waarop die woningen zijn ge
bouwd (bijlage no. 59).
12. Alsvoren tot verhuring aan J. Kuperus van het
perceel Harlingerstraatweg no. 77 c.a. (bijlage no. 56).
13. Alsvoren tot verhuring van het winkelpand St.
Jacobsstraat no. 33 aan mej. A. M. Duym; (bijlage
no. 63).
14. Alsvoren tot het verleenen van een bijdrage aan
de Vereeniging Hendrick de Keijser, te Amsterdam, ten
behoeve van het herstellen van den gevel van het per
ceel St. Jacobsstraat no. 13, alhier (bijlage no. 52).
15. Alsvoren tot wijziging van de verordening, re
gelende het gebruik van de beurs en de waag (bijlage
no. 55).
16. Alsvoren tot wijziging van de verordening op
de Stedelijke Muziekschool te Leeuwarden (bijlage
no. 53).
17. Alsvoren tot wijziging van de verordeningen op
de heffing en invordering eener belasting op het houden
van honden (bijlagen nos. 44 en 60).
18. Voorstel der Commissie voor de Strafverorde
ningen tot wijziging van de Algemeene Politieverorde
ning (bijlage no. 61
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
conversie van het restant eener 4J^% geldleening, oor
spronkelijk groot ƒ2.404.732.68, in 1928 aangegaan met
het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, in een 4J4%
leening (bijlage no. 69).
20. Alsvoren tot conversie van het restant eener
4J/2% geldleening, oorspronkelijk groot 451.645.57, in
1928 aangegaan met het Algemeen Burgerlijk Pensioen
fonds te 's-Gravenhage, in een 4J4% leening (bijlage
no. 66).
21. Alsvoren tot het sluiten van een 4% geldleening
groot 1.165.000.— met de Pensioenfondsen voor de
Koloniale Landsdienaren en Locale Ambtenaren, te
's-Gravenhage (bijlage no. 68).
Punt 1. Wordt medegedeeld:
a. dankbetuiging namens Zijne Koninklijke Hoog
heid den Prins der Nederlanden, voor de gelukwen-
schen, Hem bij Zijn verjaardag aangeboden;
b. dankbetuiging namens Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Juliana voor de gelukwenschen, Haar ter
gelegenheid van de herdenking van Haar geboortedag
aangeboden;
c. dat Gedeputeerde Staten hebben goedgekeurd de
Raadsbesluiten:
d.d. 20 Maart 1.1. tot aankoop van bouwland aan de
Fonteinstraat en van twee bleekjes aan Oldegalileën.
verhuring van: terrein van het Openbaar Slachthuis aan
den Sneekertrekweg, een gedeelte sloot nabij het Vliet
voor den bouw van een schiphuis, weiland en voorma
lige volkstuintjes aan den Greunsweg, van het oude
terrein der Gemeentereiniging onder Wartena onder
voorbehoud van nadere goedkeuring van den huurprijs
over de jaren 1935/36 en 1936/37; voorts de verordening
tot wijziging van de verordening op het openbaar lager
onderwijs in de gemeente;
d.d. 10 April 1.1 tot aankoop van een bleekje aan Ol
degalileën, verkoop van een gedeelte muur aan het
Zuidvliet, afstand in erfpacht van bouwterrein aan de
van Beverwijckstraat, verhuring van weiland nabij het
Ouddeel, de boerderij op Kleijenburg en weiland aan
den Greunsweg, de winkelpanden Ossekop no. 1 en
Schapestraat no. 56, van tegemoetkoming in de huur
over 1933 aan onderscheidene huurders van gemeente
lijke landerijen en aankoop van een strook grond aan
de Kwartelstraat.
De stukken sub ac worden voor kennisgeving aan
genomen.
d. Verslag van den toestand van het Middelbaar
Onderwijs te Leeuwarden over 1933.
Ligt nog eenigen tijd voor de leden ter inzage.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Turksma vraagt of het verlof van een maand
en van een week, dat twee leeraren aan de gem. H.B.S.
hebben gekregen voor studiedoeleinden, noodig was en
of het niet mogelijk was daarvoor een deel van de eigen
vacantie te besteden.
De heer Botke (wethouder) antwoordt dat B. en
W. indertijd aan den gymnastiekleeraar Smit, voor het
maken van een studiereis naar Duitschland, een maand
verlof hebben verleend, onder voorwaarde, dat de kos
ten van vervanging voor zijn rekening kwamen. De
heer Jensma heeft een week verlof gehad voor bijwoning
van een congres in Duitschland over plant- en dierkun
de, omdat dit voor zijn ontwikkeling op dat gebied nood
zakelijk was.
De beraadslagingen worden gesloten.
e. adres van D. Postma e.a. betreffende de vast
stelling van een verbod betreffende het bezorgen van