32
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 25 Juni 1941.
beter zijn het werk zelf te financieren om i.z. de
arbeidsvoorwaarden vrij te zijn en zoo spoedig mogelijk
te kunnen beginnen
De heer De Boer (weth.) antwoordt, dat de mede
werking van het Werkfonds is ingeroepen tot finan
ciering van dit werk. Er bestaat echter maar geringe
kans op medewerking, al is een definitief besluit nog
niet genomen. Het door den Raad verleende crediet
is echter berekend op gewone uitvoering. Men zal zoo
spoedig mogelijk tot uitvoering overgaan, doch eerst
moet de goedkeuring van Ged. Staten en ook van de
Comm. v.d. Wederopbouw zijn verkregen. Er is n.l.
voor dit werk nogal wat cement en betonijzer noodig,
wat moeilijkheden oplevert in verband met de mate
rialenpositie. Dat bericht moet men eerst afwachten.
Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt 4.
De heeren Posthuma en Praamsma vormen het stem
bureau.
Benoemd wordt de heer T. Laverman met 18 stem
men (de heer Posthuma 4 stemmen en 1 bilj. blanco).
Punt 5.
Benoemd wordt de heer T. Laverman met 18 stem
men (mevr. Van DijkSmit 3 stemmen, de heer Rom
Colthoff 1 stem en 1 bilj. blanco).
Punt 6 (bijl. no. 78).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt
1. Dr. W. L. Brandsma, te Groningen;
2. A. Kok, te Amsterdam
3. Dr. B. K. van den Berg, te Enschede.
Benoemd wordt dr. Brandsma met 17 stemmen (de
heer Kok 6 stemmen).
Punt 7 (bijl. no. 86).
De voordrachten van B. en W. luiden als volgt
a. gemeenteschool no. 5
1mej. R. Kooistra, te Leeuwarden
2. J. van der Meulen, te Leeuwarden
3. A. Schaafsma, te Leeuwarden
b. gemeenteschool no. 7b
1mej. J. van der Meulen, te Leeuwarden
2. R. Schaafsma, te Leeuwarden
3. R. Kooistra, te Leeuwarden
c. gemeenteschool no. 17
1. mej. R. Schaafsma, te Leeuwarden;
2. R. Kooistra, te Leeuwarden
3. J. van der Meulen, te Leeuwarden
d. gemeenteschool no. 7a
1mej. Y. Nauta, te Franeker
2. D. de Boer, te Harkema-Opeinde
3. B. Goedemoed, te Grouw.
Benoemd wordtsub a R. Kooistra met 22 stemmen
(op mej. Van der Meulen 1 stem); sub b: J. van der
Meulen met 22 stemmen (op mej. Schaafsma 1 stem);
sub c: R. Schaafsma met 22 stemmen (op mej. Kooistra
1 stem) en sub dIJ. Nauta met 20 stemmen (mej. De
Boer 3 stemmen).
Punt 8 (bijl. no. 79).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt
1. W. J. Veer, te Bilthoven
2. O. Blom, te Leeuwarden
3. D. J. Witkamp, te Rotterdam.
Benoemd wordt W. J. Veer met 20 stemmen (Blom
3 stemmen).
Punt 9 (bijl. no. 76). Met alg. stemmen wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van B. en W.
Punt 10 (bijl. no. 80).
Den heer Westra verwondert het eenigszins, dat B.
en W. tegen het aanbrengen van 8 rijwieltegels op het
trottoir of op den walkant geen bezwaar hebben. Niet,
dat spr. ze er niet wil hebben, maar er is toch inderdaad
eenig bezwaar tegen. Waar die tegels ook geplaatst
worden, op het trottoir of op den walkant, zij hinderen
öf de voetgangers óf het rijverkeer. Spr. stelt het op prijs,
als B. en W. met eenige omzichtigheid te werk willen
gaan. Dat dezen er in het geheel geen bezwaar tegen
hebben, lijkt spr. wel wat luchthartig uitgedrukt. Hij
hoopt, dat zij zoodanig voor de bezwaren kunnen wijken,
dat het publiek later niet voor de in die tegels te
plaatsen rijwielen behoeft te wijken
De Voorzitter zegt, dat B. en W. niet veel voelen
voor rijwieltegels in het trottoir. Zij hebben het aantal
van 6 of 8 tegels teruggebracht tot 3 en bovendien
komen die in een ..dooden" hoek, waar ze noch het
rijverkeer, noch de voetgangers hinderen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 11 (bijl. no. 87). Met alg. stemmen wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 88).
Den heer Rom Colthoff viel het op, dat bij voor
waarde 2 onder II ,,op den over te dragen grond wordt
door en op kosten van de gemeente een gemetselde
stoeptrede gemaaktin het midden wordt gelaten,
wiens eigendom die stoep wordt. De Dir. van G.W.
geeft twee mogelijkheden i.z. overdracht van den grond
aan, 1°.de gemeente neemt den grond over en verleent
dan aan den eigenaar vergunning daarop een stoep
trede te maken (waarbij echter de moeilijkheid ontstaat,
dat hij waarschijnlijk recht van overrit zal moeten be
talen), en 2°.: de gemeente neemt den grond over tot
aan de stoeptrede. Hiertusschen hebben B. en W. dus
blijkbaar moeten kiezen.
De vraag blijft echter wordt de stoep nu eigendom
van de gemeente, of overgedragen aan den eigenaar
In de verklaring, door Bergsma geteekend, is echter
ook geen nadere formuleering gegeven en daar is niets
meer aan te veranderen. Misschien willen B. en W.
echter in overweging nemen, om voortaan dergelijke
dingen wat duidelijker op schrift te stellen? Welke
oplossing is gekozen
De heer De Boer (weth.) zegt, dat het de bedoeling
is, dat de stoep, die komt te liggen op den grond, welke
nu eigendom wordt van. de gemeente, ook eigendom
van de gemeente wordt en blijft. Daar kan nooit
kwestie over ontstaan. Het is zoo de beste oplossing.
De heer Rom Colthoff: Dat staat nergens. Men kan
daar later wel moeilijkheden mee krijgen.
De heer De Boer (weth.): Het staat er wel. Die
grond blijft eigendom van de gemeente; er kunnen dus
nooit moeilijkheden ontstaan.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punten 13, 14 en 15 (bijl. nos. 89, 83 en 82). Met alg.
stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van B.en W.
Punt 16 (bijl. no. 84).
De heer Hooiring nam met belangstelling kennis van
dit voorstel. In de Comm. v. O.W. bracht spr. hulde
aan het College voor het feit, dat het den Raad den
laatsten tijd verschillende voorstellen tot uitvoering van
werken voorlegt. N.a.v. de zinsnede in dit voorstel
,,In verband met mogelijken bouw in de naaste toekomst
van arbeiderswoningen welke hem bijzonder trof,
vraagt spr.zijn er reeds plannen voor dergelijken
bouw, nu er door dezen straataanleg bouwrijp terrein
ontstaat? Of kunnen B. en W. toezeggen, dat zoo
spoedig mogelijk plannen kunnen worden tegemoet
gezien Het zal B. en W. en Raad bekend zijn, dat het
hier thans begint te nijpen wat de woningen betreft.
Onlangs waren er voor een eenvoudige bovenwoning
1 O-tallen gegadigden.
De heer De Boer (weth.) antwoordt, dat inderdaad
plannen tot woningbouw in voorbereiding zijn. Die zijn
reeds in Februari van dit jaar ter goedkeuring inge
zonden bij het Dep. v. Binn. Zaken, met de vraag, of
dit een bijdrage in de huur zou willen verleenen, want
deze zal den kostprijs niet kunnen dekken. Bij de 75
woningen aan de Insulindestraat was dit wel het geval.
Op hun vraag is nog nooit een definitief antwoord
ingekomen, ofschoon er wel op aangedrongen is. Aan
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 25 Juni 1941.
33
vankelijk was het de bedoeling woningen te bouwen
ter plaatse waar de straat reeds ligt, waartoe B. en W.
reeds eenige terreinen hadden uitgezocht; zij meenden
n.l. geen steen voor het aanleggen van nieuwe straten
te kunnen krijgen. Later waren B. en W. daartoe wel
in de gelegenheid en dienden wederom een plan in voor
bouw aan de thans genoemde straten, die zij als plaats
èn architectonisch het geschiktst achten voor arbeiders
woningbouw. Er kunnen hier 92 woningen in één lijn
gebouwd worden. De bedoeling is verdiepingsbouw,
zooals ook aan den anderen kant van het sportterrein,
wat het voordeeligst in uitvoering is. Tevens is weer
gevraagd, of een bijdrage in de huur kan worden ver
leend en zoo ja, tot welk bedrag.
B. en W. zullen zoo spoedig mogelijk met voorstellen
bij den Raad komen.
De heer Praamsma brengt lof aan Gem.werken. Het
verheugt hem, dat deze 'dienst over de benoodigde
materialen beschikt.
Heeft spr. de stukken goed gelezen, dan zijn er
materialen gereserveerd voor doortrekking van den
Pasteurweg en voor dezen weg, zoodat de verbinding
met den Groningerstraatweg t.z.t. zal kunnen plaats
vinden. Hoe ver is het echter met het praeadvies i.z.
de verbetering van dien weg Als de Pasteurweg wordt
doorgetrokken, komt er nog een uitlaat" bij op den
Groningerstraatweg, welke toch al overbelast is.
Het verheugt spr., dat deze beide straten worden
aangelegd. De materialen zijn er reeds, zoodat de
„lijdensgeschiedenis" daar niet behoeft voort te duren
met het oog op de materialenpositie, zoodat de Raad
er voetstoots mee accoord kan gaan.
Het is betreurenswaard, dat de verbetering van den
Groningerstraatweg, een zaak tusschen twee overheids
instanties die beide het algemeen belang dienen, zoo
lang traineert. Spr. ziet het praeadvies graag op korten
termijn tegemoet.
De Voorzitter antwoordt, dat n.a.v. een request van
de bewoners van den Groningerstraatweg tot het
Departement van Binn. Zaken, dit zich met B. en W.
in verbinding heeft gesteld.
De Secr.-Gen. heeft bericht, dat de beslissing van
„Waterstaat" i.z. de overneming van den Groninger
straatweg binnen zeer korten tijd tegemoet kan worden
gezien.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 17.
Den heer Praamsma verheugt het, dat uit deze eind-
wijziging blijkt, dat de toestand over het afgeloopen
jaar niet al te donker is geweest. Bestudeert men de
cijfers, dan vindt men dit of dat, wat bij verdere studie
vaak wordt opgelost. Zoo zou men b.v. bij een opper
vlakkige beschouwing denken, dat niet f 250.000.
maar ruim 300.000.winst van het Elect.bedrijf in
de Gemeentekas wordt gestort, te meer, omdat bij
volgno. 58a „Storting in het Stroomprijsverlagings- en
Vernieuwingsfonds, bedoeld in art. 26 der Verorde
ning", staatDeze post kan vervallen. Men vraagt zich
af waar zijn de 50.000.welke daarin gestort
moeten worden? Bij verdere bestudeering blijkt echter,
dat die storting niet meer via de bedrijfsrekening van
het G.E.B. loopt, maar via de gemeenterekening. De
zaak is dus wel in orde, maar als men haar zóó onder
de loupe moet nemen, wordt er te veel tijd van de
Raadsleden gevraagd.
Het bevreemdt spr., dat van een belangrijk punt als
dit geen bijlage wordt overgelegd, bevattende een
recapitulatie van de cijfers. Hij kan zich niet voorstel
len, dat de afd. Financiën niet een staat heeft van de
belangrijkste mee- en tegenvallers en deze niet aan den
Raad wordt overgelegd, ter vergemakkelijking van
diens arbeid.
De heer Westra heeft ook met groote belangstelling
kennis genomen van deze eindwijzigingen. Het onder
zoek heeft, zooals de heer Praamsma reeds zeide, slechts
zeer oppervlakkig kunnen plaats vinden. De mee- en
tegenvallers zóó te bestudeeren, is onmogelijk voor den
Raad. Het zou prettig zijn, als de Raad een soort nabe
trachting bij de eindwijzigingen kreeg, zooals er een
aanbiedingsbrief bij de begrooting is.
De Voorzitter: Een Memorie van Afdoening dus.
De heer Westra: Prachtig. Dat zou voor den Raad
een groot gemak zijn.
Spr. heeft niet kunnen vinden een post i.z. de extra-
bijdrage uit het Werkl.subs.fonds of een buitengewone
bijdrage. Misschien is die er niet; dat zou verheugend
zijn.
De post „Onvoorzien" wordt met 50.000.ver
hoogd, waaruit spr. heeft geconcludeerd, dat er eenige
verruiming was.
De weth. van Fin. heeft al met een papier gezwaaid,
zoodat spr. veronderstelt, dat deze alsnog verschillende
mee- en tegenvallers zal noemen, waardoor de Raad
een beter inzicht zal krijgen. Dit wacht spr. nu maar af.
De heer Botke (weth.) antwoordt, dat de storting
in het Stroomprijsverlagings- en Vernieuwingsfonds
vroeger anders geschiedde. Toen werd altijd op de
gemeentebegrooting 250.000.winst uitgetrokken,
terwijl het bedrijf de rest van de winst in het fonds
stortte. Nu wordt de geheele winst op de gemeente
begrooting geboekt en de rest overgebracht naar den
kapitaaldienst van de bedrijfsbegrooting, vanwaar het
weer gestort wordt in het fonds.
De heeren Praamsma en Westra wezen er op, dat
het voor den Raad moeilijk was zich te oriënteeren
t.a.v. deze begrootingswijzigingen. Maar er was toch
een Toelichting bij en als men die nagaat al was
dat misschien niet al te gemakkelijk voor de Raads
leden ziet men, hoe de voor- en nadeelen zijn ont
staan. Spr. geeft toe, dat een overzicht van de voor
naamste mee- en tegenvallers misschien gemakkelijker
was; hij heeft zoo'n lijstje en zal daar enkele cijfers uit
noemen. Hij zegt toe, het voortaan te zullen overleggen.
Het vermoeden van den heer Westra, dat er een extra-
bijdrage was uit het Werkl.subs.fonds, is juist. Die was
bij de begrootingswijziging no. 14 op 100.000.ge
raamd. Op Hoofdstuk XV was toen reeds 70.000.
ontvangen, terwijl de resteerende 30.000.is over
geboekt van den dienst 1941 naar den dienst 1940.
De begrooting is toen met die 100.000.in balans
gebracht.
Als resultaat van de eindwijziging is er een „On
voorzien" van 115.000. Volgens de cijfers heeft
1940 een goed saldo van 15.000. Spr. weet niet,
of de 100.000.van het Werkl.subs.fonds bedoeld is
als renteloos voorschot of als fonds perdu. Maar cadeau
doen zal het Rijk die 100.000.— wel niet, als 1940
geen tekort heeft. Misschien zal deze bijdrage overge
heveld worden naar den dienst 1941, waarop een tekort
is van 294.000.waarmee men dus nog niet direct
op den beganen grond is.
Van de meevallers noemt spr. als de voornaamste
Gem.werken, verspreid over de geheele begrooting,
45.000.(de alg. kosten bedroegen in 1939 13.4
en in 1940 5.2 waarop groote werken van invloed
zijn geweest);
winst Gem. Gasfabriek, waarover eerst nog sombere
geluiden zijn gehoord, 7600.
winst Openbaar Slachthuis 2800. Van wege
achterstallige inkomsten en uitgaven 6000.
uitkeering over 1938/39 uit het Gemeentefonds
27.600.—
brug- en havengelden 14.350.— wegens de drukke
scheepvaart
begrafenisrechten 5350.— wegens de bijzondere
omstandigheden
straatbelasting 4000.
verschillende belastingen, behalve de Vermogens
belasting, die is tegengevallen, 9900.