12 thans onbelaste percelen door de genoemde belasting zullen worden getroffen. Spr. meent vrij zeker te weten, dat dit niet het geval zal zijn, dat tegelijk met een eventuele huurverhoging van 30 ook de normen voor de personele belasting hoger gesteld^ zullen worden, zodat degenen, die nu vrijgesteld zijn, ook dan niet in die belasting zullen vallen. De regeling is echter nog niet bekend; spr. durft dus niets met algehele zekerheid te beweren. De heer Beuving zou een progressief stelsel voor de heffing van opcenten op de hoofdsom der per sonele belasting ingevoerd willen zien. Volgens de wet is dit inderdaad mogelijk, alleen niet op de ma nier, als door de heer Beuving aangegeven; de wet kent n.l. slechts het verband met de huurwaarde. In art. 285 Gem.wet staat, dat het geoorloofd is het tarief der opcenten op zodanige voet in te richten, dat een geleidelijk stijgend getal opcenten wordt ge heven bij toeneming van de belastbare huurwaarde. Het komt er dus op neer, dat de progressiviteit niet gekoppeld mag zijn aan het inkomen, maar aan de huurwaarde. Spr. gelooft echter niet, dat het mogelijk zal zijn enige belasting te verlagen, want de begroting vertoont reeds ecu aanmerkelijk tekort en om haar sluitend te maken moet al een beroep gedaan worden op de reserve. Hij kan zich niet voorstellen, dat welke toezichthoudende instantie ook een besluit van een gemeente tot belastingverlaging zou goedkeuren. De heer Beuving heeft zich bij het opstellen van zijn voorstel de woorden herinnerd, die enige jaren geleden door de toen zittende wethouder, die grote moeilijkheden van progressie vreesde, zijn gesproken. Het hoofddoel van spr.'s voorstel is, dat bij een even tuele huurverhoging de kleine inkomens niet zullen worden getroffen door de personele belasting. Nu zegt do wethouder wel, dat de grens, waar deze be lasting begint, hoger zal komen te liggen, maar daar is nog geen letter over geschreven. Er is echter meer dan één keer over gesproken, dat er een huurver hoging van 30 a 35 zal komen. De wethouder zegt wel, dat het moeilijk is, de door spr. genoemde pro gressie in te voeren, maar het moet toch mogelijk zijn, de kleine inkomens enigszins te ontlasten door vermindering van het percentage der opcenten. Wanneer dat niet mogelijk is aan de hand van het jaarlijks inkomen, maar wel aan de hand van de be lastbare huurwaarde, dan wil spr. zijn voorstel wel in die zin wijzigen. Dan zou hij het percentage op centen voor bewoners van kleine huizen willen ver minderen en voor bewoners van grote huizen ver meerderen. De heer Geerts (weth.) zegt, dat inderdaad niets vaststaat i.z. de verandering van de normen voor de personele belasting, maar er staat ook niets vast t.a.v. huurverhoging. Hier en daar is er een kranten Provincie FRIESLAND. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 23 April 1952 bericht over verschenen, misschien heeft de minister er iets over gezegd. Het lijkt spr. echter niet de tijd, om wijziging in de verordening op de heffing van opcenten op de personele belasting aan te brengen, Mochten inderdaad in de toekomst bepaalde percelen, die thans niet aangeslagen worden, wel in de perso nele belasting vallen ten gevolge van de huurver hoging, dan kan de raad zich altijd nog over en progressieve heffing van opcenten, op de manier, zoals de wet die aangeeft, beraden. De Voorzitter stelt voor de beraadslagingen tc sluiten. Er zijn nu twee voorstellen: het voorstel au B. en W., zoals dat in de raadsbrief is omschreven, en het voorstel-Beuving. Nu heeft de heer Beu\ ng zopas al gehoord, dat een voorstel, als door hem in gediend, niet mogelijk is krachtens de wet. De vet kent bij de personele belasting geen progressie i lar verhouding van het inkomen, maar wel naar verhou ding van de huurwaarde. Dus ook al zou zijn voorstel door de raad worden aangenomen, is het volstrekt uitgesloten, dat het raadsbesluit de hogere goedkeu ring zal verkrijgen. Spr. zou de heer Beuving daarom willen aanraden cok dit voorstel in te trekken. Wan neer hij te weinig tijd heeft om een ander voorstel, n.l. tot progressie in verhouding tot de huurwaarde, dat hij zopas al aanduidde, te doen, kan de raad zich daar beter t.z.t. over beraden. De heer Beuving trekt, als door de huurverhoging inderdaad slechts vrij weinig woningen in de per sonele belasting zullen vallen, na de toezegging an de wethouder zijn voorstel in. De heer Geerts (weth.) heeft alleen toegezegd, de zaak te zullen bezien. Dit betekent echter niet, dat hij met liet voorgestelde accoord gaat. Spr. wilde dit even zeggen, om misverstand voor de toekomst te voorkomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 16 (bijl. no. 71). De Voorzitter zegt, dat B. en W. het voorstel om van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's Gra- venhage een bedrag van f 1.271.000,te lenen, op de voorwaarden, als in de raadsbrief omschreven, ter vergadering aan de raad hebben gedaan, omdat er grote haast bij is. Uiterlijk 10 April a.s. moet liet raadsbesluit met de hogere goedkeuring in liet bezit zijn van genoemde Bank. B. en W. zijn dus wel aan een zeer korte termijn gebonden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Do Voorzitter sluit hierna de vergadering. RAADSVERGADERING van Woensdag 23 April 1952 Aanwezig: 33 leden. Afwezig: de lieren Stobbe en De Vries. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meuleu, burgemeester. Te behaudelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de vergade ringen van 30 Januari 1952 en van 20 Februari 1952. 2. Mededelingen. 3. Benoemen van drie leden der commissie voor het onderzoek der gemeentcrekening, dienst 1950. 4. Benoemen van een lid van het bestuur van de woningvereniging „Leeuwarden", aftredende op de dag der algemene vergadering in April 1954. 5. Benoemen van een lid van het bestuur van de „Vereniging voor Volkshuisvesting", aftredende op de dag der algemene vergadering in April 1959. 6. Benoemen van een curator van liet gymnasium, wegens periodieke aftreding van de heer Ir. J. J. M. Vegter. 7. Benoemen van een curator van het gymnasium, vacature Drs. M. P. vaii Buijtenen. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het benoemen van een hoofd van gemeenteschool no. 21 (bijlage no. 73). 9. Alsvoren tot het opmaken van een voordracht voor het benoemen van een voorzitter van de raad van commissarissen van de N.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden (bijlage no. 72). 10. Alsvoren tot het aanwijzen van een plaats voor het oprichten van een gedenkteken ter herinnering aan de jaren 1940-1945 (bijlage no. 76). 11. Alsvoren tot het overdragen in eigendom aan de N.l Koopmans' Meelfabrieken, alhier, van een strookje grond, gelegen nabij het Noordvliet en tot het opheffen van de massaliteit van het op deze grond opgetrokken muurgedeelte (bijl. no. 78). 12. Alsvoren tot het verkopen van een industrie terrein, gelegen aan de Snekertrekweg, aan en tot het kopen van een voor wegaanleg bestemd perceels gedeelte aldaar van de N.V. Intercommunale Water leiding Gebied Leeuwarden (bijlage no. SO). 13. Alsvoren tot het verhuren van een vertrek van het hoofdgebouw van de veemarkt aan de N.V. Noord- l'riesc Middenstandsbank, alhier (bijlage no. 79). 14. Alsvoren tot het verpachten van een weiland, gelegen ten noorden van de Harlingertrekweg, aan de wed. Th. van der Meer, alhier (bijlage no. 74). 15. Alsvoren tot het vaststellen van rooilijnen voor het terrein, gelegen ten westen van de Sweelinck- 5»aat tussen de Ohopinstraat en het verlengde van de Baehstraat (bijlage no. 75). 16. Alsvoren tot het verlenen van medewerking aan liet Sint Luciagesticht te Rotterdam voor het aanscluilfcn van meubilair ten behoeve van de school voer u.l.o. in de Grote Kerkstraat 81 (bijlage no. 77). 17. Alsvoren tot het wijzigen van de gemeentebe groting 1950, de begroting der Gemeente Jachtbedrij ven 1.150 en van de begroting van het gemeentelijk Monnlgbedrijf 1950 (eindwijzigingen). 18. Alsvoren tot het verlenen van een garantie van ten hoogste f 4.000,aan het Leeuwarder Comité „Ons Garnizoen", in een eventueel nadelig saldo van een te organiseren luchtvaartexpositie en vliog- demonstraties (bijlage no. 82). 19. Alsvoren tot. het aangaan van een overeen komst van geldlening met de N.V. Bank voor Neder landsche Gemeenten te 's-Gravenhage, tot het bedrag, waarvoor door houders van rentespaarbrieven en obligation der Nationale Leningen voor de Woning bouw 1952 ten aanzien van de gemeente Leeuwarden voorkeur is uitgesproken (bijlage no. 81). Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De Voorzitter deelt mede: a. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd 1. de raadsbesluiten van 10 Januari 1951, 31 Januari 1951, 25 April 1951, 16 Mei 1951, 5 Juli 1951, 8 Augustus 1951, 19 September 1951, 21 November 1951, 12 December 1951, 30 Januari 1952 en 20 Februari 1952, tot wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1951; 2. de raadsbesluiten van 10 Januari 1951, 8 Augustus 1951 en 12 December 1951, tot wijziging van de begroting van het Gemeen telijk Grondbedrijf voor het dienstjaar 1951; 3. de raadsbesluiten van 16 Mei 1951, 21 Novem ber 1951 en 12 December 1951, tot wijziging van de begroting van de Gemeente Lichtbe- drijveu voor het dienstjaar 1951; 4. het raadsbesluit van 31 Januari 1951, tot wijziging van de begroting van de dienst der Gemeentewerken voor het dienstjaar 1951; 5. de_ raadsbesluiten van 16 Mei 1951 en 5 Juli 1951, tot wijziging van de begroting van het bedrijf der Gemeentereiniging voor het dienstjaar 1951; 6. de raadsbesluiten van 16 Mei 1951 en 5 Juli 1951 tot wijziging van de begroting van het Gemeentelijk Woningbedrijf voor het dienst jaar 1951; 7. de raadsbesluiten van 30 Januari 1952 tot: het verkopen van een perceel industrieter rein, gelegen aan de Sneekertrekvaart, aan de Coöperatieve vereniging tot aankoop en bewerking van landbouwbenodigdheden voor Friesland (C.A.F.); het verlenen van een renteloos voorschot aan de stichting vacantieverblijven „De Probo" van de personeelsvereniging van de Ge meentereiniging 8. de raadsbesluiten van 12 Maart 1952 tot: het verhuren van schiphuisterreinen, gelegen aan het Vliet, aan mej. A. G. Veenstra, G. de Boer en E. van der Veen, alhier; het verpachten van een perceel weiland, ge legen aan het Kalverdijkje, aan M. Bottema, alhier; het afstaan in erfpacht van twee percelen bouwterrein, gelegen aan de Sweelinckstraat en de d'Hondecoeterstraat, aan J. Wiersema, directeur van de N.V. Bouwkas Noord-Neder landse Gemeenten, te Assen; 9. liet raadsbesluit van 2 April 1952 tot het aan gaan van een onderhandse geldlening, groot

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1952 | | pagina 1