Provincie FRIESLAND.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 20 Mei 1952
RAADSVERGADERING
van Dinsdag 20 Mei 1952
I Aanwezig: 28 leden.
:t Afwezig: de heren W. C. Dijkstra, Hartstra, Schoot
stra en De Vries.
I 's Morgens en 's middags afwezig: de heren Renge-
link, Stobbe en Tiekstra.
's Avonds afwezig: de heren Heijstra, G. de Jong,
Lelfertstra, Sijbrandij en Visser en aanvankelijk de
heer Beuving.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Heulen,
burgemeester.
Te behandelen punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot
goedkeuring van de begroting van inkomsten en uit
gaven voor 1952 van
a. de gemeentelijke instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon;
b. het Stadsziekenhuis;
c. het Nieuwe Stadsweeshuis.
2. Alsvoren tot vaststelling van de begrotingen der
gemeentelijke takken van dienst en van de begroting
der gemeente voor 1952 (bijlagen nos. 70 en 83 en 93).
De Voorzitter deelt mede, dat berichten van ver
hindering binnengekomen zijn van de heren W. C.
Dijkstra, Hartstra, Schootstra en De Vries en van de
lteren Rengelink, Stobbe en Tiekstra voor de morgen
en middagvergadering.
Punt 1.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W. sub a, b en c.
Punt 2 (bijl. nos. 70 en 83 en 93).
De Voorzitter vraagt, of er raadsleden zijn, die al
gemene beschouwingen wensen te houden.
De heer Beuving zegt, dat de toestand, waarin een
groot deel der bevolking verkeert, van een gemeente
bestuur krachtig ingrijpen eist daar, waar de nood
en de ellende van het volk het grootst zijn. Spr. denkt
in dit verband aan het meest noodzakelijke: ophef
fing werkloosheid; uitvoering van werken; volkshuis
vesting, n.l. liet bouwen van goede woningen en het
bevorderen van de volksgezondheid. Als men de toe
stand van een jaar geleden vergelijkt met de tegen
woordige, dan moet men tot de conclusie komen, dat
geen verbetering is ingetreden, doch dat de toestand
steeds slechter wordt. Is de werkloosheid teruggedron
gen door uitvoering van grote productieve werken?
Is het aantal der woningzoekenden verminderd? Is
de volksgezondheid verbeterd? Neen, het getal dei-
werklozen stijgt. De lijst van aanvragen om woningen
wordt steeds langer. En de cijfers van de t.b.c.-geval-
len lopen omhoog. Is ons stadsbestuur dan niet actief
genoeg in het maken van plannen, zal men zich af
vragen. Spr. noemt het z.g. bos-plan, ook al reeds in
deze zaal besproken, het plan voor de centrale riole
ring en het tunnelplan bij de overweg voor de Schrans.
Wat betreft woningbouw en het bevorderen van
industrie, is het college zeer actief, maar de uitvoering
in de mate, waar het op aankomt, is bij de huidige
regeringspolitiek niet mogelijk. Had men het enige
tijd geleden nog over meer zelfstandigheid der ge
meentebesturen, nu is van zelfstandigheid niets meer
over. Deze regering duldt alleen, dat de politiek wordt
gevolgd, die zij voert. Zij maakt ook plannen, welke
de bevolking gerust moeten stellen. De regering met
Dr. Drees als president wil wel de werkloosheid terug
brengen tot een normale toestand, zoals dat wordt
genoemd, van 100.000 werklozen, maar wat ziet men?
Dat het aantal werklozen op het ogenblik is gestegen
tot 140.000. Minister Mansholt sprak j.l. Vrijdag in
Zwolle uit, dat de komende winter gerekend moest
worden op een aantal werklozen van 200.000'.
Minister In 't Veld heeft ook zijn plannen. Hij be
looft, dat 500.000 woningen gebouwd zullen worden,
doch is alleen bereid een toewijzing te verstrekken
aan die gemeenten, die de bouw zelf kunnen finan
cieren. De bestrijding van de volksziekte t.b.c. laat
de regering aan particuliere liefdadigheid over. Zij
tracht haar werkelijke politiek te verschuilen achter
haar plannen; zij besteedt ruim 2 millioen aan oorlogs
voorbereiding; het vorige jaar gaf zij 60 millioen aan
overbruggingssteun uit; zij ontwerpt een werkloos
heidsverzekeringswet, maar zij sluit honderdduizen
den werklozen van de in die wet bedoelde verzekering
uit, omdat dezen reeds voor de datum van inwerking
treding dezer wet werkloos waren. En dit alles met
medewerking van de z.g. arbeidersvertegenwoor
digers. In het kader van de Marshall-politiek laat zij
de grote oorlogsbedrijven milliarden verdienen en
door een handelsconflict met de Oostelijke staten
worden andere bedrijven stilgelegd, met als gevolg:
meer werkloosheid. Het is duidelijk, dat een dergelijke
regering niet het belang van de bevolking dient, doch
zich rechtstreeks richt tegen het volk. Wil men in
derdaad als gemeentebestuur in ernst in het belang
van de bevolking werken, dan neme men een besluit
tot uitvoering van plannen voor productieve werken,
zoals woningbouw, waardoor de krotwoningen, waar
in gezinnen ondergaan, kunnen worden opgeruimd.
Dan wordt meteen de volksgezondheid gediend. Deze
besluiten dienen kenbaar te worden gemaakt aan de
regeringsinstanties. Er moet een regering worden af
gedwongen, die het volk bevrijdt van oorlogsgevaar
en oorlogsdreiging, van werkloosheid en van ellende.
De heer Vellen ga herinnert er aan, dat het vorig
jaar het 10(1-jarig bestaan van de Gemeentewet van
1851 herdacht is. Dat is ook in deze raadzaal gebeurd,
toen men luisterde naar de redevoeringen van de
burgemeester van Rotterdam, Mr. Oud, en wijlen
minister Van Maarsseveen. De betekenis van de Ge
meentewet van 1851 is door Oppenheim eens in vier
hoofdzaken vastgelegd: in de eerste plaats de belang
rijkheid van het feit, dat alles wat met het gemeente
bestuur te maken had, wettelijk was vastgelegd; in
de tweede plaats, dat er nu een rechtstreekse vertegen
woordiging van de burgerij was; in de derde plaats
de mogelijkheid van openbare beraadslaging en in de
vierde plaats de zaak van zelfbestuur en autonomie.
Allereerst wil spr. een ogenblik stil staan bij de
gemeentelijke autonomie. In een rede heeft prof. Van
Poelje eens uitgesproken, dat autonomie zonder fi
nanciële autonomie een lege schil is. En wanneer men
zich op dit ogenblik verdiept in de financiële ver
houding tussen rijk en gemeenten, dan heeft men wel
eens het idee, dat men bijna bij de situatie van de
lege schil is aangeland. Immers, naast de dankbaar
heid over de ruime ontplooiing van de gemeentelijke
werkzaamheid, over het kunnen samenwerken in vrij
heid, over het openbaar zijn van de vergaderingen
in de democratische landen, bestaat de zorg in ver
band met de grote vraagstukken van de financiële
verhouding tussen rijk en gemeenten. In het „Ge
denkboek Gemeentewet 1851-1951" geeft prof. Simons