Punt 6 (bijl. no. 3).
De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt
vacature mevr. G. den Houting-van Haselen
1. mevr. G. den Houting-van Haselen, Verlengde
Schrans no. 76;
2. mevr. S. de Jong-Miedema, Hobbemastraat 33;
vacature H. Rijpma
1. H. Rijpma, Meidoornstraat 9;
2. K. Nust, Potgieterstraat 15;
vacature P. Graafsma
1. P. Graafsma, Gerard Terborchstraat 44;
2. J. Rolf, Bildtsestraat la.
Benoemd worden de eerst-aanbevolenen, met 32 stem
men (1 bilj. blanco).
De heren G. de Jong en Stobbe vormden het stem
bureau.
Punten 7, 8, 9 en 10 (bijl. nos. 6, 7, 11 en 2).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijl. no. 8).
De Voorzitter deelt mede, dat van de Spoorwegen een
bezwaarschrift is ingekomen, waarbij verzocht wordt om
t.a.v. de spoorlijn, die door een deel van het terrein
loopt, te willen vermelden de bestemming voor spoor
wegdoeleinden met voor de exploitatie van het bedrijf
noodzakelijke bebouwing. Dienovereenkomstig is op de
kaart de spoorlijn door dat gedeelte van het plan aan
gegeven met de verklaring overeenkomstig het verzoek
van de Spoorwegen.
Hiermede zouden B. en W. dus hun voorstel nog even
willen aanvullen, ter tegemoetkoming aan dit bezwaar.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., zoals het door de Voorzitter is aangevuld.
Punten 12, 13 en 14 (bijl. nos. 10, 13, 12).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 15 (bijl. no. 9).
De heer Slaterus zou graag n.a.v. de onder punt 6
geraamde verhoging van de uitkering ondernemings
belasting van f 84.650,willen weten, of de post nu
definitief is of dat er verdere wijzigingen zijn te ver
wachten.
Een andere vraag betreft de vermakelijkheidsbelas
ting. Bij de behandeling van de begroting 1955 is in
de secties gesproken over verlaging van de belasting
voor de bioscopen en in de mem.v.a. hebben B. en W.
verklaard, dat de zaak in onderzoek is. Bestaat, wan
neer tot verlaging van deze belasting wordt overgegaan,
dan de mogelijkheid van een compensatie-uitkering door
het Rijk in dezen?
De heer Tiekstra (weth.) zegt het is al vaker op
gemerkt dat de financiële positie der gemeente zich
van dag tot dag wijzigt en dat men weinig houvast
heeft aan de gegevens, die bekend zijn.
Spr. zal, andere bedragen buiten beschouwing la
tende, even ingaan op de na-uitkering ondernemings
belasting; het zal voor de raad misschien interessant
zijn, hierover iets te weten. In de begrotingszitting is
er ook al over gesproken. De ontvangen na-uitkering
zal worden verrekend met de geraamde verhoogde al
gemene uitkering, een systeem, waartegen spr. vroe
ger al bezwaren heeft gemaakt. Volgens een hierom
trent binnengekomen circulaire zal van het bedrag der
na-uitkering ondernemingsbelasting 4/5 verrekend wor
den met de verhoogde algemene uitkering. Dit zal ech
ter ten gevolge hebben, dat de inkomsten van Leeuwar
den rond f 70.000,lager geraamd moeten worden. Bij
een eerdere gelegenheid heeft spr. hierop reeds geatten
deerd. Het gevolg van deze verrekening zal zijn, dat
het verzorgingsniveau een nog grotere achterstand
krijgt dan in het verleden. Spr. heeft al eens cijfers van
vergelijking met andere gemeenten gegeven. Het ver
schijnsel doet zich voor, dat gemeenten, die voordien al
een beter verzorgingsniveau bezaten, dus al een voor
sprong hadden, daar bovenop nog een na-uitkering- on
dernemingsbelasting krijgen, terwijl deze uitkering voor
gemeenten, die een verhoging van de algemene uitke
ring hebben aangevraagd, hiermee verrekend zal moe
ten worden. Dit vraagstuk is wel buitengewoon ernstig,
omdat daarmee een achterstand blijft gehandhaafd, ja
zelfs nog wordt vergroot. De vraag komt op, of het niet
van het grootst mogelijke belang is, dat het gehele
systeem van uitkeringen spoedig wordt herzien, opdat
juist in die gebieden, waar deze achterstand bestaat
de burgemeester van Opsterland heeft daar ook over
gesproken ten spoedigste de gemeentefinanciën op
een zodanig niveau worden gebracht, dat de achter
stand wordt ingelopen. B. en W. zullen pogingen onder
nemen om tot compensatie te komen.
Wat de vraag i.z. de vermakelijkheidsbelasting be
treft, in de besprekingen, die destijds hebben plaats ge
had, is duidelijk naar voren gekomen, dat niets anders
mogelijk was dan handhaving van het percentage der
vermakelijkheidsbelasting, want gemeenten, die tot ver
laging overgaan, krijgen geen verhoging der algemene
uitkering. Voor zover bekend, is daar, waar de verla
ging is ingevoerd, nog geen enkel uitzicht op compen
satie. Spr. durft niet met zekerheid te zeggen, dat ver
laging impliceert, dat de inkomsten met f 30.000,naar
beneden zullen gaan.
Het perspectief is niet bijster gunstig, zij het dan
ook, dat B. en W. zich verheugen over de uitkomsten
van de begroting 1955. Het komt stellig niet tot in
haling van de achterstand, die t.a.v. het verzorgings
niveau bestaat. B. en W. zuilen echter van hun kant
alles doen om te trachten de achterstand in te halen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 16 (bijl. no. 14).
De heer Bootsma. zou graag de aandacht willen vra
gen voor punt 1 en punt 4 van deze begrotingswijziging-.
Punt 1 betreft de vernieuwing van de brug over de
Potmarge. Spr. wil beginnen met te zeggen, dat deze
beide punten, zowel het bedrag voor de vernieuwing
van de brug over de Potmarge als het crediet, dat ge
vraagd wordt voor het inwinnen van advies t.b.v. de
plannen voor een verzorgingstehuis, zeker de instem
ming van hem c.s. hebben, maar toch geven de raads-
brief en de stukken, die ter inzage hebben gelegen,
hem aanleiding om een en ander naar voren te bren
gen en enkele vragen te stellen. Hij bepaalt zich eerst
tot de brug over de Potmarge. Het stemt hem tot ver
heuging, dat in de toestand van dit brugje, dat al lang
bouwvallig is, binnen afzienbare tijd verbetering zal
komen. Van de procedure, die hieraan voorafgegaan is
(de onderhandelingen t.a.v. de onderhoudsplicht enz.),
is nu niet bepaald te zeggen, dat ze zo verbazend be
vredigend is geweest, maar in elk geval is komen vast
te staan, dat hier toch ook van een openbaar belang
sprake is. De verbinding Leeuwarden-Zuid (of Huizum)
Leeuwarden, toch een van de noodzakelijke schakels,
zal nu weer hersteld worden. De vraag rijst echter, of
binnen afzienbare tijd kan worden verwacht, dat in
deze verbinding definitief wordt voorzien, zij het dan
door een overbrugging niet precies op dezelfde plaats.
De belangen van een groot deel van de Leeuwarder
ingezetenen zijn hierbij betrokken. Er zal in de rondweg
een overbrugging van de Potmarge moeten komen,
maar deze ligt dan zeer ver Oostwaarts van de over
weg. Er blijkt ook wel iets van een brug uit de stuk
ken, die ter inzage lagen, maar spr. zou het op prijs
stellen, dat van de zijde van het college, indien mogelijk,
hieromtrent een en ander zou kunnen worden mede
gedeeld. Bovendien heeft hij i.z. het plan, zoals het
hier ligt, een kleine technische opmerking. De brug,
die er op het ogenblik ligt, heeft aan weerskanten een
flauw hellende oprit, maar in het nieuwe plan is ter
weerszijden een trapje geprojecteerd, min of meer op
de wijze van een heechhout. Spr. meent, dat zo iets er
niet moet komen. Het brugje over de opvaart naast de
3
katholieke kerk heeft ook zo'n trapje en dat is een
groot struikelblok voor ieder, die daar langs moet. De
opvatting zou kunnen zijn, dat men voorkomen wil,
dat hier te veel verkeer langs gaat. Maar dit stuit toch
af op de hoedanigheid van het fietspad ter Noordzijde
van de Potmarge, dat voor het rijwielverkeer te smal is.
Er komen echter, behalve wandelaars, ook moeders
met kinderwagens langs en het is voor haar een ,,hele
hijs" om over het brugje bij de kerk te komen. En
zou er dan nog een trapjesbrug bij komen, dan heeft
men binnen de 100 m nog weer eens zo'n hindernis te
nemen. Spr. zou in overweging willen geven de opritten
iets minder steil te maken dan op het ogenblik en de
toestand opnieuw op te nemen.
De hear Van der Meer soe inkelde wurden sizze wolle
oer de brêge. Yn it riedsbrief stiet: ,,Met het kerkbe
stuur is door ons onderhandeld over een bijdrage in de
vernieuwing van de brug tot de helft van de geraamde
kosten overeenkomstig de destijds gemaakte afspraak."
Yn 1947 is it paed foar it publyk iepensteld. Men soe dus
freegje kinne: Hwat wie dy brêge doe wurdich? As
men rekken haldt mei de weardeformindering fan de
goune, dan moat der hwat byteld wurde en dan komt
men op in bipaeld bidrach. As men dat efkes op x stelt,
dan soe men sizze kinne: de gemeente Ljouwert moat
earst dat bidrach x bitelje, omdat de tsjerke destiids
de brêge bitelle hat en dan soene beide partijen it for-
skeel diele tusken f 8570,en x; der skynt lykwols net
folie aventür op to wêzen, dat dit trochgiet, omdat de
tsjerke wegere hat om by to dragen. Mar de tsjerke hat
der dochs bilang by, dat it paed yn stan bliuwt. Mei dy
bidoeling is it der oarspronklik ek kommen.
Hwat de hear Bootsma sei oer de nije brêge hie spr.
sizze wollen oer it earste brêgje by de tsjerke. Dy stiet
wol net yn it bistek, mar it is der dochs in bytsje by
lans. Men mei lykwols earst wol freegje: fan hwa is dat
paed, sawol oan de südkant as oan de noardkant? Tink
ris oan, dat de eigner fan de groun seit, dat er him bi-
tocht hat en dat er de groun fan it paed werom hawwe
wol. Dan kin de gemeente neat mei in brêge, as der net
in paed is.
In twadde fraech is: soe it paed oan 'e noardkant ek
forbettere wurde? As der in trepkebrêgje komt, hat it
net folie sin, mar der komme nou noch al hwat fytsers
lans en dy kinne har oan 'e noardkant net al to bést
rédde. Soe it de hear Bootsma hat it ek al sein
yn pleats fan in trepkebrêgje ek in brêge mei hellingen
wurde kinne? En soe it tsjerkebistjür it oare brêgje
ris sa foroarje kinne, dat de fytsers en dames mei berne-
weinen der lans kinne?
Dj heer Pols zou in de eerste plaats iets willen vra
gen i.z. het punt gemeentereiniging: aanschaffing van
een wagen voor service-doeleinden en sneeuwruimen,
een jeep, waarvoor f 2.000,moet worden uitgetrok
ken. Spr. heeft de vergadering van de financiële com
missie niet bijgewoond, maar hij weet wel, dat er over
het algemeen voor f 2.000,weinig te koop is. Nu heeft
hij, als lid van de commissie voor de reiniging, in een
ander schrijven gelezen, dat het bedrijf deze wagen zal
opknappen; hij is er echter wat huiverig voor om iets
wat niet zo best is, op te knappen; dat kost meestal heel
veel. Hij weet wel, dat het met de arbeidsuren in een
gemeentelijke tak van dienst wat gemakkelijker gaat,
maar toch voelt hij er meer voor iets goeds te kopen
dan „halve" dingen, die later met heel veel kosten
goed gemaakt moeten worden.
Tenslotte heeft spr. nog een vraag i.z. de bouw van
een tehuis voor bedlegerige ouden van dagen. Hiervoor
wordt de raad een crediet gevraagd. Spr. zou graag
willen weten, of het nodig is, dat het Bouwcentrum te
Rotterdam een plan maakt. Zijn er in Leeuwarden geen
deskundigen? Spr. denkt aan de uitbreiding van het
Diakonessenhuis; die is toch ook door Leeuwarder des
kundigen tot stand gebracht.
De heer K. de Jong zou willen aansluiten bij het be
toog van de heer Pols i.z. punt 4, bouw tehuis bedlege
rige ouden van dagen. Ook spr. c.s. hebben met belang
stelling kennis genomen van het plan tot stichting van
een dergelijk tehuis en zij zijn dankbaar, dat al zo spoe
dig na de begrotingszitting tot uitvoering van dit plan
kan worden overgegaan. De vraag rijst: heeft het col
lege enigszins een indruk hoelang het onderzoek moet
duren Er wordt al een bedrag van f 10.000,uitge
trokken voor het inwinnen van adviezen. Het desbe
treffende rapport zal in de loop van 1955 waarschijn
lijk binnenkomen; het werk is dus op lange termijn ge
projecteerd.
Wat de vernieuwing- van de brug over de Potmarge
betreft, wil spr. zich aansluiten bij de vorige sprekers.
Dat de onderhandelingen enigszins stroef zijn geweest,
is teleurstellend.
De heer Bootsma zou nog even iets willen zeggen over
punt 4. Hij had dit reeds aangekondigd, doch verkeerde
toen min of meer in de veronderstelling, dat de begro
tingswijziging puntsgewijze aan de orde zou komen.
Er is, zo meent spr. t.a.v. het crediet van f 10.000,
een verschil in de uiteenzetting van de raadsbrief en
van de stukken, die ter inzage lagen, waardoor ver
warring kan ontstaan. In de raadsbrief wordt gezegd,
dat door het Bouwcentrum zal worden geleverd: le. het
ontwerp van een schetsplan; 2e. adviezen voor bouw
technische en bouw-physische problemen en 3e. mede
werking aan het opstellen van de voorlopige exploita
tiebegroting. In de brief van het Bouwcentrum, die bij
de stukken lag, wordt gesproken over: le. adviezen bij
het maken van het schetsplan; 2e. adviezen op bouw
technisch en bouw-physisch gebied en 3e. medewerking
bij de voorlopige exploitatiebegroting. De laatste twee
punten zijn dus volkomen conform. Alleen bij het eerste
punt valt een belangrijk verschil te constateren en wat
spr. hiervan meent te moeten zeggen, is eigenlijk wel
belangrijk. Het Bouwcentrum heeft, volgens de gege
vens, alleen ten doel voorlichting te geven, in de ruimst
mogelijke zin, op het gebied van de bouw en wat daar
mee annex is. Het maken van schetsplannen is eigen
lijk geheel iets anders en in haar aanbieding heeft het
Bouwcentrum dat ook niet gesteld. In de raadsbrief
staat het echter wel. Wanneer hier een crediet gevo
teerd wordt voor het vragen van adviezen t.b.v. het
opmaken van een plan, kan spr. zich daarmede ver
enigen. Wanneer dat echter inhoudt, dat aan het Bouw
centrum opdracht zal worden gegeven een schetsplan
te maken, zou spr. daartegen wel enige bezwaren moe
ten inbrengen. Hij vindt n.l. het motief, waarom het
aan het Bouwcentrum zou worden opgedragen, niet
volkomen juist. Dit bureau zou, zo wordt gezegd, er
varing hebben met soortgelijke projecten. Dat „soort
gelijk" verzwakt het motief vrij belangrijk, want der
gelijke projecten zijn noch in ons land, noch in de ons
omringende landen wanneer men tenminste niet over
zee gaat uitgevoerd. Als het louter om „soortgelijke"
gebouwen gaat, dan zullen anderen daarmee ook wel
ervaring hebben. Het Bouwcentrum beschikt inderdaad
over een behoorlijke documentatie en van gebruikmaking
daarvan kan spr. het wenselijke inzien, maar hij zou
niet zover willen gaan, dat hieruit een opdracht tot het
maken van schetsplannen zou kunnen voortvloeien. En
juist dit onderdeel van hetgeen aan het genoemde bu
reau wordt gevraagd vergt het belangrijkste bedrag.
Bovendien wordt in de stukken, die ter inzage lagen,
een vergelijking gemaakt met de B.N.A.-tarieven van
de honorarium-tabel. Dat is een vergelijking, die in dit
verband zeker niet opgaat. Het verstrekken van inlich
tingen door het Bouwcentrum aan de hand van zijn do
cumentatie geschiedt in de regel op geheel andere basis.
De Voorzitter zal voor de beantwoording van de vraag
van de heer Pols i.z. de aankoop bij de Gemeentereini
ging het woord verlenen aan de wethouder van Finan
ciën.
De heer Tiekstra (weth.) zegt n.a.v. de door de heer
Pols geuite veronderstelling, dat de bedoelde jeep niet
voldoende zou zijn voor het doel, waarvoor hij moet
dienen, dat men zich voorstelt er slechts gebruik voor
werkzaamheden van geringe omvang en op kortere af
standen van te maken. Het is een heel eenvoudig jeepje.
De directeur ziet kans het aan te schaffen en mochten
er bepaalde voorzieningen moeten worden getroffen, dan
gebeurt dat inderdaad door het bedrijf zelf. Alleen is
de veronderstelling van de heer Pols, dat het hierdoor
gemakkelijker gaat, onjuist; alle kosten, die gemaakt