6 pad langs de katholieke kerk, maar alleen als een nood oplossing. Later is toen overeenstemming daarover be reikt. De bruggen zijn betaald door het kerkbestuur; dit heeft de gemeente Leeuwarden er niet een cent voor gevraagd, zo ook de wegen, welke eveneens door de kerk zijn bekostigd en voor drie vierde gedeelte door niet-kerkgangers worden gebruikt. Het geheel heeft de kerk een kapitaal gekost. Voor het grootste pad is een kapitaal gestort, waarvoor van die weg gebruik mag worden gemaakt totdat op een andere wijze in de ver binding is voorzien, terwijl voor het kleine pad elk jaar f 300,moet worden betaald. Deze kosten worden en kel en alleen door de kerk gedragen; de gemeente be taalt daarvoor niets. Het kerkbestuur van Huizum werkt elk jaar met grote tekorten en het is dit bestuur niet meer mogelijk een kapitaal voor vernieuwing van de brug uit te geven. Dat is aan de gemeente medege deeld. Voor het overige wil het kerkbestuur ten volle met de gemeente Leeuwarden medewerken. Men heeft veel waardering voor de manier, waarop door de ge meente met het kerkbestuur is samengewerkt, maar het is precies zoals het in de raadsbrief staat: een der gelijke grote bijdrage als door de gemeente voor de brug gevraagd wordt, laat de financiële toestand van de kerk niet toe. Enkele raadsleden hebben spr. vóór de raadsvergadering reeds gezegd, dat zij de onderhande lingen teleurstellend vonden en dat hem een beetje pijnlijk aan; misschien hebben deze leden nu een betere kijk op de zaak. Spr. heeft gemeend, dit te moeten zeggen. De heer K.. de Jong heeft nog alleen deze opmerking, dat de wethouder niet heeft geantwoord op de vraag, hoelang men denkt, dat het onderzoek zal duren i.z. de kwestie van het tehuis voor deze bepaalde ouden van dagen. Zal de zaak nog' in 1955 haar beslag krijgen De heer Van der Schaaf (weth.) zegt, dat de heer Pols met minder duidelijkheid dan de heer Bootsma uit spr.'s betoog de conclusie heeft getrokken, dat het Bouwcentrum een adviserende taak heeft. Het Bouw centrum zal inderdaad adviseren, maar de uitvoering, de architectuur van dit tehuis spr. had dat ook al ge zegd berust niet bij het Bouwcentrum. Of het uit werken van de plannen, totdat deze z.g. besteksklaar zijn, door de eigen dienst zal gebeuren of dat daarvoor een architect van buitenaf zal worden aangezocht, is een vraag, die spr. vandaag de dag niet kan beantwoor den, in de eerste plaats niet, omdat in het college over die vraag nog niet is beslist en in de tweede plaats niet, omdat B. en W., eerst wanneer de resultaten van het advies eenmaal voor hen liggen en het plan gecon cretiseerd zal moeten worden, kunnen overzien, of de dienst van openbare werken, i.e. de gemeente-architect (die dan misschien een nieuwe functionaris zal zijn, om dat de tegenwoordige binnenkort met pensioen zal gaan) het plan zal kunnen uitvoeren of dat anderen dit zullen moeten doen. Over de uitvoering, de architectuur, is dus nog niets beslist. De heer Bootsma heeft over het brugje over de Pot- marge nog een aantal opmerkingen gemaakt, die geen bepaalde beantwoording meer vragen. Over het advies van het Bouwcentrum heeft hij o.a. nog gezegd, dat hij het bedrag, dat het Bouw centrum vraagt, n.l. f 10.000,wel wat aan de hoge kant vindt. Spr. wil wel zeggen, dat hij het niet laag vindt, maar, gelet op de besprekingen, die de dienst van Openbare Werken met vertegen woordigers van het Bouwcentrum heeft gehad en het geen B. en W- van het advies verwachten, gelooft spr., dat het gevraagde bedrag aanvaardbaar is. B. en W. kunnen natuurlijk, wanneer het advies voor hen ligt, beter beoordelen, of het dit bedrag waard is geweest. De heer Bootsma geeft in overweging een soort bouw commissie, bestaande uit betrokken diensthoofden etc., in te schakelen. Spr. kan de raad zeggen, dat een zo danige commissie reeds enige werkzaamheden op dit gebied heeft verricht, onder voorzitterschap van de wet houder van Sociale Zaken. Deze zou hierover, wanneer de raad bij de Voorzitter een derde instantie voor be spreking zou willen aanvragen, misschien nog iets kun nen mededelen. De heer K. de Jong heeft nog gevraagd: verwachten B. en W. het advies van het Bouwcentrum in de loop van 1955? Daar kan spr. bevestigend op antwoorden; hij verwacht dat wel, maar kan er natuurlijk niet borg voor staan. Ten slotte heeft de heer Kamstra nog een uiteen zetting gegeven, die misschien voor een deel ter zake was, maar voor een ander deel in mindere mate. Het is n.l. zo, dat dit brugje los van de voorgeschiedenis aan onderhoud toe is. Het is een zwaar onderhoud en de gemeente heeft uiteraard getracht om de helft van de kosten van het kerkbestuur terug te krijgen op grond van de practijk, die de gemeente jaren gevolgd heeft en de afspraak, die vroeger gemaakt is. Dat dit mislukt is, is inderdaad onbevredigend. Men is van de idee, dat deze last gezamenlijk wordt gedragen, in zo verre af gestapt, dat het kerkbestuur van de last nu niets meer zal dragen. Toch wordt van het pad ook bepaald voor het bezoeken van de kerk gebruik gemaakt. Spr. weet wel, dat degenen, die de kerk bezoeken, ook ingezetenen van Leeuwarden zijn, maar in de gedachtengang van hetgeen voorafgegaan is, was het helemaal niet zo gek, dat de gemeente om een bijdrage in het ouderhoud heeft verzocht. Spr. heeft dan ook de hoop, dat men, wanneer deze toestand nog enige tijd blijft bestaan en het later weer tot onderhoud zal komen, toch met het kerkbe stuur een bevredigende oplossing zal vinden. De hear Van der Meer hat noch in pleit halden foar de berneweinen. Sa't de hear Kamstra al sein hat, is it paed eigentlik net bidoeld as fytspaed en miskien ek net foar berneweinen. It is in foetpaed. Der is op 't eagenblik foar de rjochtbank to Ljouwert in proses geande oer de fraech, oft op in foetpaed wol fytst wurde mei. Mar by in bernewein komme yn elts gefal fuotten to pas. Hoe't it lykwols ek wêze mei, it sil neijer bi- sjoen wurde, oft it in trepkebrêge wurde sil of in brêge mei hellingen. Fierders hat de hear Van der Meer de fraech steld, oft de termyn, hwerbinnen der in definitive brêge kom me sil, to bigrinzgjen is. Dat is wer in oanslach op spr. syn goede wil. Hy hat tsjin de hear Bootsma sein, dat hy dat net sizze kin en tsjin de hear Van der Meer kin hy it ek net sizze. Hy kin wol sizze: binnen in jier- mannich. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 26 Januari 1955 RAADSVERGADERING van Woensdag 26 Januari 1955 Aanwezig: 28 leden. Afwezig: mevr. Dr. Blanksma-Kok en de heren Ir. van Balen Walter, W. M. de Jong, Hartstra, Van der Meer, Pols en Slaterus. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de vergaderingen van 23 Juni 1954, 25 Augustus 1954 en 6 October 1954. 2. Mededelingen. 3. Voorstel tot het benoemen van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 23 (g.l.o.) (bijlage no. 15). 4. Voorstel tot het benoemen van een onderwijzer aan gemeenteschool no. 30 (g.l.o.) (bijlage no. 20). 5. Benoeming van een curator van het stedelijk gym nasium, wegens periodieke aftreding van mevr. Dr. A. C. A. Blanksma, geb. Kok. 6. Voorstel tot het overnemen in eigendom van een stoep, gelegen aan de Sacramentstraat (bijlage no. 19). 7. Voorstel tot het aankopen van een perceel grond, gelegen aan de Blekerdwarsstraat, van K. Postma, al hier (bijlage no. 24). 8. Voorstel tot het garanderen van de betaling van rente en aflossing van een door de Stichting Stania-State te Oenkerk te sluiten geldlening (bijlage no. 16). 9. Voorstel tot het vaststellen van een vergoeding voor gemeenschappelijke verlichting van portieken en kelders in étage- en flatwoningen (bijlage no. 17). 10. Voorstel tot het verplaatsen van de beurs van de beneden- naar de bovenzaal van het beursgebouw (bijlage no. 18). 11. Voorstel tot het treffen van voorzieningen in het voormalige weeshuisgpbouw aan het Jacobijner- kerkliof, alhier, in verband met zijn bestemming tot sociëteit voor bejaarden en tot kinderbewaarplaats (bijlage no. 21). 12. Voorstel tot het aanleggen van een straat te Wirdum in verband met de bouw van een bijzondere school voor g.l.o. (bijlage no. 23). 13. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegro ting en van die van het grondbedrijf en de energie bedrijven, voor het dienstjaar 1955 (bijlage no. 25). 14. Voorstel tot: a. uitkering van de 6% loonsverhoging over het 4e kwartaal 1954; b. vaststelling van een verordening tot herziening van de salarissen en toelagen ingevolge de Bezoldigings verordening 1948 en van de lonen ingevolge de Loon regeling 1947; c. vaststelling van een verordening tot wijziging van de Kindertoelageverordening (bijlage no. 22). 15. Voorstel tot het wijzigen van de verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten (bijlage no. 26). Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De Voorzitter deelt mede: A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd 1. de raadsbesluiten van 17 November 1954 tot het aanwijzen van takken van dienst en het vaststellen van een Algemene Beheersverordening voor deze takken van dienst; 2. de raadsbesluiten van 8 December 1954: a. tot het afstaan in erfpacht van percelen bouw terrein, gelegen aan de Jan van Scorelstraat, aan de fa. Gebr. de Jong, te Grouw; b. tot aankoop van een perceel grond, gelegen ten zuiden van de Tijnjedijk, van H. Koopmans, te Oudeschoot. Voor kennisgeving aangenomen. B. dat zijn ingekomen rapporten omtrent kasopneming en controle van de administratie van de reinigingsdienst, omtrent controle van de kas en de boeken van de ge meente-ontvanger, alsmede omtrent controle van de leges- en voorschotkas van de commissaris van politie en de commandant van de brandweer. Voor kennisgeving aangenomen. C. dat zijn ingekomen: a. een schrijven van T. J. Zeinstra, Mozartstraat 55, alhier, waarbij deze beroep instelt tegen het besluit van burgemeester en wethouders van 20 December 1954 tot weigering van de door hem gevraagde bouwvergunning voor de bouw van een stenen schuurtje achter zijn woning. B. en W. stellen voor dit schrijven om prae-advies in hun handen te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. b. berichten van verhindering van mevr. Dr. Blanksma- Kok en de heren Ir. van Balen Walter, Hartstra, Pols en Slaterus. Voor kennisgeving aangenomen. Punt 3 (bijlage no. 15). De voordracht van B. en W. luidt als volgt: G. Kuipers, alhier. Benoemd wordt de voorgedragene, met alg. stemmen. Punt 4 (bijlage no. 20). De voordracht van B. en W. luidt als volgt: 1. J. Kloetstra, Zwaagwesteinde 2. J. Haarsma, alhier; 3. F. Wouters, Harlingen. Benoemd wordt de heer Kloetstra, met 26 stemmen (de heer J. Haarsma en mevr. Samsom-Kremer, elk 1 stem). Punt 5. De aanbeveling van het college van curatoren luidt als volgt: 1. mevr. Dr. A. C. A. Blanksma, geb. Kok, Harlinger- straatweg 66, alhier; 2. mevr. M. T. Samsom, geb. Kremer, Willemskade 25, alhier. Benoemd wordt mevrouw Samsom-Kremer, met 13 stemmen (mevr. Dr. Blanksma-Kok 11 stemmen, 4 bilj. blanco). Punten 6 en 7 (bijl. nos. 19 en 24). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 8 (bijlage no. 16). De Voorzitter zou volledigheidshalve nog de medede ling willen doen, dat het in de bedoeling van de stich ting ligt om ook een subsidie te vragen in de jaarlijkse exploitatie. Dat is natuurlijk een punt, dat t.z.t., nadat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1955 | | pagina 1