IJtsma, die namens zijn fractie voldoening over dit voorstel uitsprak, zich verheugd verklaarde over de nieuwe bestemming, die het oude weeshuisgebouw zal krijgen, de activiteiten releveerde, die i.z. deze vorm van bejaardenzorg hier en elders zijn ontplooid en ver der het initiatief van de Leeuwarder Gemeenschap te dezer zake prees, met instemming hebben aangehoord. Wat de vraag van de heer IJtsma betreft i.z. moge lijk overleg met het comité voor de sociëteit van be jaarden omtrent de aankoop van de inventaris, kan spr. en hij meent wel namens het gehele colleg'e zeggen, dat dit punt in zeer ernstige overweging zal worden genomen. De heren K. de Jong en Kamstra hebben beiden (als spr. het goed heeft verstaan, ook namens hun fractie) waardering voor dit voorstel uitgesproken. B. en W. verheugen zich uiteraard over de gunstige ontvangst, die dit ook naar hun mening goede voorstel hier in de raad vanavond ten deel valt. De heer Mani heeft indertijd de hoop uitgesproken, dat het oude gebouw, waaraan hij zovele herinneringen heeft bewaard, een passende en waardige bestemming zou krijgen. Het verheugt B. en W., dat zij uit de woorden van de heer Mani hebben begrepen, dat zijn hoop nu, althans voor een groot deel, in vervulling is gegaan. Wat betreft zijn vraag, of de geprojecteerde toiletinrichting voldoende is, moet spr., als niet-des- kundige in toiletbouw, het antwoord schuldig blijven. Wat ten slotte een opmerking van de heer Rutkens betreft, die vaag gezinspeeld heeft op een subsidie in de exploitatie van de sociëteit voor bejaarden, dit moet voor ieder, die het raadsstuk met zorg heeft ge lezen, een overbodige opmerking zijn, die spr. dus het best onbeantwoord kan laten. De heer Vellenga (weth.) zegt, dat de heren IJtsma, K. de Jong, Kamstra en Rutkens voor 100% hun in stemming hebben betuigd met dit voorstel voor wat betreft datgene, dat aan de orde is geweest, toen spr.'s collega van Onderwijs aan het woord was, en met enige reserve dit geldt hoofdzakelijk voor de heren Kamstra en De Jong wat het punt Kinder bewaar plaats betreft. Genoemde heren hebben zich niet te gen verklaard, maar er waren bij hen enkele vragen gerezen. Spr. kan zich voorstellen, dat de heer De Jong, wanneer hij zo'n exploitatierekening ziet, een subsidie van f 11.500,of f 400,per kind, een vrij hoog bedrag vindt. Bij de oprichting van deze kinder bewaarplaats koestert het bestuur van de vereniging wel de hoop, dat het aantal kinderen, dat van deze ge legenheid gebruikt maakt via hun moeders dan zich zal uitbreiden. Daarmede zal deze kinderbewaar plaats ook een zekere positie gaan innemen bij de bur gerij, waardoor misschien een aantal baten per jaar zal binnenvloeien, dat het mogelijk maakt, dat het subsidie per jaar zal kunnen dalen. Dat is natuurlijk volkomen afwachten op dit moment. Als men de zaak reëel beziet, kan spr. zich echter niet voorstellen, dat nu zeer vele mensen lid zullen worden van de vereni ging „Kinderbewaarplaats", hoe sympathiek dit doel overigens ook is; wel natuurlijk, dat bepaalde instel lingen en instanties waarop het bestuur van de Ver eniging Kinderbewaarplaats reeds een beroep heeft gedaan, zich misschien bereid zullen verklaren jaarlijks een bedrag te geven. Wanneer het aantal kinderen zich uitbreidt, dan zal naar spr. meent, terecht het subsidie ook omhoog moeten gaan. De heer K. de Jong had zelf verwacht, dat het enigszins zou stijgen, zij het dan niet evenredig aan de stijging van het aan tal kinderen, maar het ligt wel voor de hand, dat door de simpele uitbreiding van het aantal kinderen het subsidie hoger wordt. Dat zal in zekere zin gecom penseerd kunnen worden door baten, die uit de bur gerij zullen toevloeien. En daar zal het bestuur van de Vereniging zijn uiterste best voor doen. De heren De Jong en Kamstra hebben geïnformeerd naar het soort vrouwen, dat gebruik zal maken van deze kinderbewaarplaats. Zijn het vrouwen, die het nodig hebben, of is het ook een ander soort? In het verleden brachten die vrouwen haar kinderen daar, die in de sfeer van M.H. leefden. Het komt spr. echter voor, dat het principieel onjuist zou zijn om direct relaties te leggen tussen M.H. en de Kinderbewaar plaats. Deze dingen moet men los van elkaar zien. Men moet dit verband niet in directe zin als stok ach ter de deur willen gebruiken. Hij gelooft, dat men het het beste aldus kan stellen en daar zullen de beide heren het mee eens zijn dat het doel moet zijn, dat mede door deze Kinder bewaarplaats wordt voorkomen, dat een aantal vrou wen in de sfeer van M.H. terechtkomt. Het is op dit moment nog' afwachten, hoe het zal gaan, maar spr. gelooft, dan men het zojuist genoem de doel moet nastreven, waarmee z.i. echter niet vol komen de opzet van deze kinderbewaarplaats onder woorden is gebracht; het is één van de aspecten, die aan dit geval vastzitten. En voor de rest zal met het oog op de ruimte even tuele uitbreiding geval voor geval moeten worden be keken. Zoals de heer Kamstra heeft gezegd, blijft het inderdaad een belangrijk bedrag, maar het college neemt aan, dat de raad dit bedrag zeker voor een kinderbewaarplaats over zal hebben, omdat een stad als Leeuwarden er niet buiten kan. De heer Rutkens kan alleen een antwoord verwach ten op zijn vraag, of er ruimte voor eventuele uitbrei ding is. Voor de rest gaf hij eigenlijk een opsomming, waarmee B. en W. het wel eens kunnen zijn. Voorlopig kan wel enige uitbreiding worden verwerkt. 30 of 40 kinderen zullen kunnen worden geherbergd, maar er zal plaats zijn voor meer kinderen. Spr. gelooft, dat hij voorbij kan gaan aan wat de heer Mani heeft gezegd, hoe sympathiek dit overigens ook was. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 12 en 13 (bijl. nos. 23 en 25). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 14 (bijlage no. 22). Wij zijn, aldus de heer Rutkens, van mening, dat wij niet zonder meer dit punt voorbij mogen laten gaan, daar men er anders de conclusie uit zou kunnen trek ken, dat de fractie van de communistische partij zich zonder meer bij dit voorstel zou willen neerleggen. Wij willen verwijzen naar hetgeen wij hebben gezegd t.a.v. het voorstel van B. en W. van, naar spr. meent, 27 Oc tober van het vorige jaar, toen aan de orde was het voorstel tot voorschotverlening i.z. de 6% loonsver hoging. Wij hebben toen gewezen op het feit van de steeds verder stijgende prijzen. En wij hebben er op aangedrongen, dat ook de raad zich in dezen zou uit spreken; binnen zeer afzienbare tijd toch zou door de prijsstijging deze 6% loonsverhoging weer zijn te niet gedaan en zou consumptiebeperking zijn opgelegd. De raad is hier toen niet verder op ingegaan, maai de korte geschiedenis, die achter ons ligt, bewijst, dat wij in dezen het juiste standpunt hebben ingenomen. Op dit ogenblik kan men van de prijsontwikkeling- zeggen, dat de arbeiders reeds opnieuw een consumptie beperking hebben opgelegd gekregen. Daarbij komt nog, dat in de rijen van de arbeiders in dienst van de overheid reeds de mening heerste, dat deze 6% onvol doende was en dat een salarisherziening plaats diende te hebben. Dit hadden ze toen al gesteld, nog afge zien van de prijsstijgingen, die later hebben plaats ge had. In verband dus met de prijsontwikkeling en het feit, dat ook de arbeiders in dienst van de overheid op het standpunt staan, dat deze 6% loonsverhoging onvoldoende is, menen wij hier naar voren te moeten brengen, dat ook wij deze 6% verhoging niet voldoende achten; hier zou een hogere waardering moeten plaats hebben. Verwijzende naar hetgeen spr. hierover reeds eerder heeft gezegd, zou hij het er thans verder bij wil len laten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 15 (bijlage no. 26). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Februari 1955 "1 RAADSVERGADERING van Woensdag 16 Februari 1955 Aanwezig: 35 leden. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Voorstel tot het benoemen van een ambtenaar van de burgerlijke stand (bijlage no. 48). 3. Voorstel tot het aankopen van een aantal per celen, gelegen aan Oldegalileën, van H. Boschma, al hier (bijlage no. 36). 4. Voorstel tot het verhuren van het perceel Here straat 13-15 aan de vereniging „Fries Natuur-Histo- risch Museum", gevestigd te Leeuwarden en tot het toekennen van subsidies aan genoemde vereniging (bijlage no. 43). 5. Voorstel tot het verhuren van het perceel Post- hoornsteeg 5, aan de Coöperatieve Condensfabriek „Friesland", alhier (bijlage no. 27). 6. Voorstel tot het afstaan in erfpacht van een per ceel bouwterrein, gelegen aan de zuid-oostzijde van de Van de Veldestraat, aan S. J. Strooisma, alhier (bijlage no. 28). 7. Voorstel tot het verpachten van verschillende landerijen (bijlage no. 45). 8. Voorstel tot herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaak met betrekking tot gronden, gelegen on middellijk ten westen van de Tijnje (bijlage no. 44). 9. Voorstel om te verklaren, dat uitbreiding van het leerplan van de Ambachtsschool, alhier, nodig wordt geoordeeld (bijlage no. 29). 10. Voorstel tot het vaststellen van de exploitatie vergoedingen over 1952 en 1953 aan besturen van bij zondere scholen voor gewoon en uitgebreid lager on derwijs (bijlage no. 30). 11. Voorstel tot het vaststellen van de exploitatie vergoedingen over 1952 en 1953 aan besturen van bij zondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs (bijlage no. 31). 12. Voorstel tot het vaststellen van een vergoeding voor vakonderwijs, over het jaar 1954, aan het bestuur van de christelijke school voor buitengewoon lager on derwijs aan zwakzinnige kinderen (bijlage no. 32). 13. Voorstel tot het vaststellen van het getal weke lijkse lesuren voor vakonderwijs aan de openbare school voor zwakzinnige kinderen en tot het toekennen van een voorschot aan de bijzondere school voor zwakzin nige kinderen, beide voor 1955 (bijlage no. 33). 14. Voorstel tot het vaststellen van het getal weke lijkse lesuren voor vakonderwijs aan openbare scholen voor voortgezet gewoon- en uitgebreid lager onderwijs en tot het toekennen van voorschotten aan bijzondere scholen voor gewoon lager-, voortgezet gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs, beide voor 1955 (bijlage no. 34). 15. Voorstel tot het vaststellen van de vergoedingen, als bedoeld in artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920, aan bijzondere scholen voor gewoon lager- en uitgebreid lager onderwijs, over 1953 en 1954 (bijlage no. 35). 16. Voorstel tot het vaststellen van het kosten- bedrag, als bedoeld in artikel 32, le lid, en artikel 34, 4e lid, van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949 en tot het toekennen van voorschotten op de ex ploitatievergoeding aan besturen van bijzondere scho len, beide voor 1955 (bijlage no. 38). 17. Voorstel tot het vaststellen van het kostenbe- drag, als bedoeld in artikel 55 bis der Lager-onderwijs- wet 1920, en tot het toekennen van voorschotten op de exploitatievergoeding aan besturen van bijzondere scholen, beide voor 1955 (bijlage no. 39). 18. Voorstel tot het wijzigen van de gemeente-be groting en de begrotingen van de geneeskundige- en gezondheidsdienst, het woningbedrijf en de openbare werken, voor het dienstjaar 1955 (bijlage no. 46). 19. Voorstel tot het verstrekken van een kasgeld lening aan de Stichting Revalidatie Friesland, gevestigd te Leeuwarden (bijlage no. 40). 20. Voorstel tot het aanleggen van speelterreinen (bijlage no. 41). 21. Voorstel tot aanpassing van de gastarieven (bijlage no. 47). 22. Voorstel tot het wijzigen van de verordening tot heffing van een belasting op vermakelijkheden (bijlage no. 42). 23. Voorstel tot het vaststellen van een Arbeids overeenkomstenverordening en Wachtgeldregeling en tot het wijzigen van andere rechtspositieregelingen (bijlage no. 37). Punt 1. De Voorzitter deelt mede: A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd 1. het raadsbesluit van 17 November 1954 tot het ver lenen van medewerking aan de oprichting van een tehuis voor ouden van dagen te Noordbergum; 2. de raadsbesluiten van 8 December 1954: a. tot het verhuren van opstallen, staande op een perceel, gelegen ten noorden van de Huizumer- laan, aan de „Woningstichting in de gemeenten Leeuwarden en Leeuwarderadeel" b. tot het afstaan in erfpacht van een perceel bouw terrein, gelegen aan de Bildtsestraat, aan W. Schuurmans, F. van der Woude en aan H. Tol man, alhier; c. tot het verhuren van het pand Doelestraat no. 3 aan de Stichting Revalidatie Friesland; d. tot het wijzigen van de begroting van inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het dienstjaar 1954; 3. de raadsbesluiten van 5 Januari 1955: a. tot het aankopen van strookjes grond, gelegen langs de Harlingertrekweg; b. tot het aankopen van het perceel Menno van Coehoornstraat no. 30; 4. het raadsbesluit van 26 Januari 1955 tot het garan deren van de betaling van rente en aflossing van een door de stichting Stania-State te Oenkerk te sluiten geldlening; 5. de begroting van inkomsten en uitgaven van de ge meente voor het dienstjaar 1954 met de wijzigings- besluiten nos. 1 tot en met 22 en 24, alsmede de begrotingen van het openbaar slachthuis met het 2e wijzigingsbesluit, het woningbedrijf, de dienst der gemeentereiniging, de dienst der gemeentewerken, het gemeentelijk grondbedrijf met het le wijzigings besluit en het gemeentelijk electriciteits- en gas-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1955 | | pagina 1