2 28. Voorstel inzake de salariëring van secretarissen en ontvangers (bijlage no. 193). Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De Voorzitter deelt mede: A. dat Ged. Staten van Friesland hebben goedgekeurd: 1. de raadsbesluiten van 15 December 1954: a. tot vaststelling van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1955; b. tot vaststelling van de begrotingen der gemeen telijke takken van dienst voor het dienstjaar 1955; 2. de raadsbesluiten van 20 April 1955: a. tot wijziging der Verordening tot regeling van de beloningen wegens het bezit der Friese akte; b. tot het verhogen van de gemeentelijke b.l.o.- marge; 3. de raadsbesluiten van 11 Mei 1955: a. tot het vaststellen van een bijzondere voorgevel rooilijn voor de gronden, gelegen aan de noord zijde van de Bagijnestraat, tussen de Bollemans- steeg en de Kleine Kerkstraat; b. tot aankoop van het perceel Schoppershof no. 15, van mevr. M. Bakker-Sjoerdsma, alhier; c. tot bekrachtiging van de aankoop van het per ceel Heer Ivostraatje no. 59; d. tot het verhuren van een perceel grond, gelegen aan de zuidwestzijde van het Nieuwe Kanaal, aan de Coöp. Ver. tot Aankoop en Bewerking van Landbouwbenodigdheden voor Friesland (C.A.F.); e. tot aankoop van het perceel Cambuursterpad no. 8, van O. van der Meulen, alhier; 4. de raadsbesluiten van 1 Juni 1955: a. tot het aangaan van twee onderhandse annu- iteitsleningen, resp. groot f 1.000.000,en f 300.000,—; b. tot verkoop van industrieterrein, gelegen ten noorden van de doorgetrokken Marshallweg, aan de „Stichting Leeuwarder Industriegebouwen", alhier; c. tot aankoop van een perceel grond, gelegen aan de noordzijde van de Huizumerlaan, van K. Ku- perus, alhier; d. tot het verlenen van voorschotten aan de Wo ningstichting „Leeuwarden-Leeuwarderadeel" ten behoeve van de bouw van 20 woningen aan de Hercules Seghersstraat; e. tot wijziging van de begroting der openbare wer ken en van het grondbedrijf, voor het dienst jaar 1955; B. dat zijn ingekomen: 1. rapporten omtrent controle van kas en boeken van de gemeente-ontvanger, omtrent kasopneming en controle van de administratie van de woningbouw vereniging „Beter Wonen", van het grondbedrijf en van het openbaar slachthuis, alsmede omtrent con trole van de voorschotkas van de afdeling financiën en belastingen ter gemeente-secretarie; 2. berichten van verhindering van mevr. Heijmeijer- Croon en de heren Kamstra, Pols, Mr. van der Schaaf en Wiersma. De mededelingen, onder A en B worden voor kennis geving aangenomen. C. dat is ingekomen een verzoek van de bewoners van de percelen Harlingertrekweg nos. 6677, om hen, in verband met de amotie van bovenbedoelde percelen ten behoeve van de verbreding van de Harlingertrekvaart, tegemoet te komen in de door hen te maken kosten voor verhuizing en daarmede samenhangende kosten. B. en W. stellen voor dit verzoek om prae-advies in hun handen te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Punt 3. Benoemd wordt de heer Spiekhout, met 27 stemmen (2 bilj. blanco). Punt 4 (bijlage no. 175). De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt: vacature J. J. Swart: 1. J. J. Swart, Tjerk Hiddesstraat 25; 2. Th. P. A. Lambooij, Lijsterstraat 61; vacature J. Jongebloed: 1. J. Jongebloed, Groningerplein 6; 2. J. de Haan, Mozartstraat 16; vacature E. van Gorkum: 1. E. van Gorkum, Lekkumerweg 45; 2. S. de Zee, Goudenregenstraat 45; vacature mej. H. Hamming: 1. mej. H. Hamming, Schoppershof straat 26; 2. mej. D. de Boer, Emmakade 139; vacature W. Kuitert: 1. W. Kuitert, Bote van Bolswertstraat 4; 2. D. P. Dekker, Zuidvliet 138 ben. Benoemd worden de eerstaanbevolenen, met alg. stemmen. Punten 5, 6 en 7 (bijlagen nos. 176, 179 en 185). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 8 (bijlage no. 186). De voordrachten van B. en W. luiden als volgt: vacature gemeenteschool no. 16: mej. E. Boersma te Bols ward; vacature gemeenteschool no. 25: mej. W. J. Ollemans, alhier; vacature gemeenteschool no. 25: mej. J. Speckmann te Hallum; vacature gemeenteschool no. 32: J. M. Tacoma, alhier; vacature gemeenteschool no. 33: S. J. Drijver te Utrecht. Mevr. Blanksma-Kok leest in de tweede alinea van de raadsbrief, dat het vanwege de schaarste aan ge schikte leerkrachten niet mogelijk is gebleken voor de desbetreffende vacatures voordrachten van 2 of 3 per sonen in te dienen, zodat voor elke vacature slechts één persoon kon worden voorgedragen. In de toelich ting van de commissie, die de candidaten heeft be zocht en gecritiseerd, wordt, wat de dames betreft, gezegd, dat alle negen candidaten goed leken. Daarom had spr. het toch prettiger gevonden, dat 3-tallen wa ren opgemaakt, te meer. omdat in de desbetreffende verordening staat, dat dit, als het maar enigszins kan, moet gebeuren. Hebben B. en W. er een bepaalde reden voor gehad om het niet te doen? Zij hebben de dames gesproken. Hadden zij een bepaalde voorliefde voor dezen De Voorzitter vraagt, of mevr. Blanksma nog ver der gaat detailleren i.z. de beoordeling der sollicitan ten. Dat is niet gebruikelijk en in elk geval is het, om begrijpelijke redenen, beter, dat er geen namen ge noemd worden. Spr. vreest overigens, dat hier een misverstand in het spel is. Hij denkt, dat de dames, die op de voor drachten van B. en W. zouden hebben kunnen staan, reeds een vorige keer in andere vacatures zijn benoemd! Men heeft nu te doen met de resterende sollicitanten van die keer, n.l. met hen, die toen reeds in aanmer king waren gekomen, als anderen, naar de mening van B. en W. en de inspecteur, niet beter waren ge weest. Toen had de opmerking gemaakt kunnen wor den: had men niet meer dames op de voordrachten kunnen plaatsen? Mevr. Blanksma heeft het getal ne gen genoemd en zij zal zien, dat zij, als zij de toen benoemden optelt bij de thans voorgedragenen, niet ver van de negen af is. T.a.v. de onderwijzers is het precies zo, doch een aantal gevallen ligt wat gecompliceerder vanwege de dienstplicht. Benoemd worden de voorgedragenen, met alg. stemmen. T.a.v. mej. Boersma, wil mevr. Boersma-Hemminga geacht worden buiten de stemming te zijn gebleven. De heren Slaterus en Stobbe vormden het stem bureau. Punten 9 t.e.m. 16 (bijlagen nos. 182, 191, 192, 181, 194, 183, 178 en 188). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 17 (bijlage no. 174). De heer Mani kan namens zijn fractie verklaren, dat zij graag voor dit voorstel zal stemmen en dat niet al leen, omdat de wet de medewerking van de raad in dezen voorschrijft. Zij, die de moeite willen nemen om het beginselprogram van de P.v.d.A. te lezen, zullen daar klaar en duidelijk vinden hoe deze staat tegenover het bijzonder onderwijs. Trouwens, in het jongste ver leden zijn enkele malen hier in de raad voorstellen be handeld, die ten doel hadden te komen tot het stichten van o.a. een r.k. school voor l.o. en van een kleuter school. Het verlenen van medewerking door de raad t.a.v. eerstgenoemde school is weliswaar wettelijk voor geschreven, maar toch komen hierbij wel enkele zeer bijzondere dingen naar voren. Spr. meent, dat bijv. de wens om daar niet tot hoogbouw, maar tot laagbouw te komen in welwillende overweging zou worden ge nomen. Bij het onverplichte kleuteronderwijs is echter ook alle mogelijke medewerking verleend èn door het college èn door de raad. Het staat, naar spr. meent, wel vast, dat er t.b.v. de stichting van de r.k. kleuter school een aanvrage was voor een lening en dat deze is omgezet in een renteloos voorschot, zoals ook bij stichting van scholen van een andere richting is gedaan. Spr. meent dus. zo een paar dingen opnoemende, die nog kort geleden hier in de raad hebben gespeeld, dat daaruit wel duidelijk blijkt, hoe de raad van Leeuwar den, waarin de fractie van de P.v.d.A. de volstrekte meerderheid bezit, tegenover het bijzonder onderwijs en met name in dit geval tegenover het katholiek on derwijs staat. Het zal dan ook niet verwondering wek ken, dat zij het door de K.V.P. onder de titel 0 56 uit gegeven pamflet niet anders dan onwaardig en onwaar achtig kan noemen; het heeft haar zeer teleurgesteld. En het heeft spr. c.s. als leden van de fractie der P.v.d.A. van de gemeenteraad van Leeuwarden gegriefd, dat tot op dit ogenblik door de fractie van de K.V.P. niet is medegedeeld, hoe ze tegenover de inhoud van dit pamflet staat. Mede in verband met de persoonlijke verhoudingen hier in de raad, die dat mag gerust worden vastgesteld tot dusverre uistekend waren, zal spr.'s fractie het wel zeer op prijs stellen te verne men, hoe de houding van de K.V.P. is t.a.v. dit spr. herhaalt het onwaarachtige en onwaardige pamflet. De heer Ras wordt door de voorzitter van de fractie der P.v.d.A. genoopt dezen te antwoorden. Hij zal dit dan ook in het kort doen. Het eigenaardige is, dat het niet meer over school banken gaat, maar over de 0 56. Er is nu een andere voorzitter en spr. neemt aan, dat, wanneer de burge meester voorzitter was geweest, deze tot de heer Mani gezegd zou hebben, dat hij buiten de orde was. De Voorzitter wil daartegenover stellen, dat zijn be leid op het ogenblik stellig niet aan de orde is. Als dat aan de orde gesteld behoorde te worden, zou spr. de eerste zijn om dat te doen. Hij stelt er prijs op te ver klaren, dat hij de heer Mani heeft laten gaan, omdat wat deze zeide diende ter adstructie van zijn stand punt en dat van zijn fractie tegenover het aan de orde zijnde punt. Zo ziet spr. het en hij meent, dat het zo moet worden gezien. Hij wijst de zijdelingse verwijten van de heer Ras, alsof er een duidelijke tegenstelling tussen zijn beleid en dat van de burgemeester zou zijn, met kracht en met kalmte van de hand. De heer Ras komt even op de schoolbanken, waar over de heer Mani sprak, terug. Deze verbindt aan de schoolbanken de kwestie van de kleuterscholen en de houding, die de P.v.d.A. hier in Leeuwarden aanneemt t.a.v. het bijzonder onderwijs, speciaal dat bijzondere onderwijs, dat niet verplicht is voorgeschreven. De wijze waarop hier in de raad wordt beraadslaagd en waarop tot nu toe tot een goede samenwerking is ge komen, wordt door hem c.s. op hoge prijs gesteld. Dat is onafhankelijk van het pamflet 0 56. Uiteraard gaat spr. op het pamflet zelf niet in. Hij heeft hier een zuiver persoonlijke mening over, waar van hij vindt, dat deze niet in de raadzaal thuis hoort. Toch meent hij in dit verband één enkele opmerking te moeten maken. En die komt uit de grond van zijn hart. Spr. heeft twee jaar lang Het Vrije Volk gelezen. De wijze, waarop dit blad in een speciale rubriek schreef over een bepaald onderwerp, smaakt hem niet, even min als de P.v.d.A. het pamflet 0 56 smaakt. De wijze, waarop spr. over de 0 56 oordeelt, laat hij in het mid den, omdat hij aanneemt, dat de heer Mani dat doet t.a.v. Het Vrije Volk. De Voorzitter merkt op, dat de heer Ras met zijn wagen van de rijweg op de ventweg is beland. Hij was zopas heel duidelijk buiten de orde, maar aangezien spr. meer lankmoedigheid t.a.v. hem heeft dan hij t.a.v. spr., heeft hij hem door laten gaan. De heer Ras: Ik dank U zeer. De heer K. de Jong meent, dat hij namens zijn frac tie kan verklaren, dat zij volledig accoord gaat met de handelwijze van de raad, die tot dusverre altijd gebrui kelijk was in Leeuwarden, wanneer bij het bijzonder onderwijs leermiddelen, schoolbanken e.d. nodig waren. De bereidverklaring tot medewerking aan het aanschaf fen daarvan werd altijd prompt afgegeven. Daar hier echter mede een politiek punt aan de orde wordt gesteld, is het misschien van belang, dat daar van de zijde van spr. c.s. ook iets over wordt gezegd. Spr. kan de stelling van de heer Mani beamen, dat de P.v.d.A. hier in Leeuwarden tegenover het bijzonder onderwijs altijd in tal van opzichten een welwillende houding heeft aangenomen. Er kan gezegd worden, dat de verhoudingen hier in de raad in dat opzicht beter zijn dan misschien hier en daar elders wel eens het ge val is. Dit is mogelijk de reden, dat een pamflet als de 0 56 van de zijde van de K.V.P. verspreid kon worden. Dit slaat n.l. niet specifiek op de Leeuwarder situatie en is wel voor bestrijding vatbaar, maar het heeft meer betrekking op de landelijke politiek en het landelijke beleid van de P.v.d.A. En wanneer men het breder be ziet, mag spr. opmerken, dat de P.v.d.A. op tal van plaatsen minder uit de bus komt. Ook in onze provincie zijn die voorbeelden, eveneens wat het bijzonder onder wijs betreft, wel voor het grijpen. Wanneer men het pamflet mede in zijn oordeelvel ling wil betrekken, dan wil spr. wel zeggen, dat hij het niet zo bijster geslaagd vindt. Hij c.s. zijn kampvechters voor het bijzonder onder-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1955 | | pagina 2