4
worden gerealiseerd. Daar sluit spr. zich van harte bij
aan. Het zal natuurlijk afhangen van de financiële
omstandigheden. En ook een belangrijk punt bij het
tempo van uitvoering is: in welke mate de nodige ma
terialen zullen kunnen worden geleverd. Dat is nog
niet allemaal even gemakkelijk, maar B. en W. hopen,
dat zij, wanneer de raad en Ged. Staten dit voorstel
hebben goedgekeurd, het nodige tempo er in kunnen
brengen om tot de uitvoering te komen.
De heer De Jong heeft in gelijke zin gesproken als
de heer Mani en begint pas concreter te worden
hij neme het spr. niet kwalijk, als deze dit zo zegt
als hij spreekt over de tunnel, die bij de Harlingervaart
wordt geprojecteerd en die de belangstelling van ver
schillende sprekers had. Spr. gelooft, dat het op het
ogenblik juist is, zoals het college het heeft gesteld.
Er is n.l. een ruimte vrijgehouden om t.z.t. eventueel
een tunnel te maken, zodat er dan dus niets behoeft
te worden afgebroken en er alleen maar een onderge
schikte wijziging behoeft te worden aangebracht. Aan
de andere kant is het, gezien het financiële potentieel
van de gemeente, niet doenlijk met een voorstel te
komen om nu meteen de tunnel te maken. Verschil
lende sprekers hebben gevraagd, of het toch eigenlijk
niet goed zou zijn, die tunnel nu reeds te maken. Spr.
meent, dat dit niet moet geschieden, omdat een derge
lijke tunnel er nogal enige tijd onrendabel zal liggen
en dat zou een vrij groot renteverlies betekenen. Boven
dien is de tijd, waarop deze tunnel zal worden gebruikt,
gewoonlijk niet de drukstè tijd voor het doorgaande
verkeer. Wanneer het verkeer op de rondweg los komt,
heeft de aanvoer voor de veemarkt al grotendeels
plaats gevonden. Voor de afvoer ligt het geval iets
anders. Zoals nu is te verwachten, heeft het drukste
verkeer over de rondweg dus op andere tijdstippen
plaats. De spitsuren van de markt vallen althans
's morgens niet samen met de spitsuren van het ver
keer over de Heliconweg. De weg onder de rondweg
door en ten noorden van de Harlingervaart is op zich
zelf niet erg belangrijk, omdat die daar vooralsnog
doodloopt; de weg ontleent echter zijn belang aan de
toekomst van de veemarkt. Wel gelooft spr., dat het
goed is hier ruimte uit te sparen voor een tunnel, om
dus t.z.t., als de omstandigheden zich wijzigen en het
verkeer zich in nu nog onvoorzienbare mate zal uit
breiden, nog de mogelijkheid tot het aanleggen van
een tunnel te hebben.
De verplaatsing van het tentoonstellingsterrein naar
het eigenlijke hoofdterrein van de veemarkt heeft ook
algemene instemming gevonden. De heer De Jong
echter vraagt, of de gedachte overkapping, die op de
tekening door een dikke lijn is aangegeven, niet te ver
van het tentoonstellingsterrein verwijderd ligt. De
veemarktcommissie meent voorlopig, dat dit de juiste
plaats is, omdat, wanneer die hal bijv. precies in het
midden zou staan, de markt te zeer verbroken zou
worden. Wanneer de hal onmiddellijk achter de paar
denmarkt bij het tentoonstellingsterrein zou staan, dan
zou de aanbindruimte waarschijnlijk te klein worden.
Overigens is ook dit punt eigenlijk niet aan de orde.
De vraag, waar de overkapping uiteindelijk zal komen,
zal de raad bepaald instantelijk ter beoordeling worden
voorgelegd.
De heer De Jong heeft nog de gedachte gelanceerd,
dat het Fries Rundvee Stamboek in de kosten van de
gedachte tribunes zou kunnen participeren. Spr. hoopt,
dat deze instantie dit in welwillende overweging zal
willen nemen.
De heren De Jong en Slaterus hebben een sintelbaan
aan de orde gesteld. De veemarktcommissie heeft geen
sintelbaan voorgesteld en dat was ook niet de taak
van die commissie. Ook B. en W. hebben het niet ge
daan, maar nu van verschillende kanten het belang
van een sintelbaan zo met nadruk naar voren wordt
gebracht, zegt spr. toe, dat B. en W. de mogelijkheid
nog wel zeer ernstig willen onderzoeken. Hij voor
zich zou wel enige bezwaren hebben, maar die zijn
misschien te ondervangen. Een bezwaar zou kunnen
zijn, dat de aanleg van een sintelbaan het terrein voor
het doel, waar het eigenlijk voor bestemd is: tentoon
stellingsterrein, subsidiair sportterrein, aan betekenis
kan doen verliezen. Of het terrein groot genoeg is
voor een sintelbaan, is voor hem ook nog de vraag,
maar hij moge herhalen, dat B. en W. gaarne bereid
zijn, dit punt nader te bekijken, want ook de gemeente
heeft er zeker een overwegend belang bij, dat de dure
terreinen zoveel mogelijk benut worden. Het tentoon
stellingsterrein zal tevens, aanvullend, als sportterrein
dienst doen, maar wanneer het ook als sintelbaan ge
bruikt zou kunnen worden, zou het zeker volkomen
zijn.
Voorts heeft de heer De Jong nog vraagsge
wijze aangedrongen op het aanbrengen van een
overkapping voor kleinvee. Dit is eigenlijk buiten de
orde en daarom zal spr. zich in dezen kunnen bekorten.
Hij kan hem echter wel zeggen, dat dit punt in de
kringen van de veemarktcommissie nog in beraad is,
zodat het voorstel daartoe nog zeer wel kan komen,
maar ook zeer wel kan uitblijven.
Dan maakte de heer De Jong nog een enkele opmer
king over de financiële kant van de zaak, die spr. wel
gaarne aan zijn collega van Financiën zou willen over
laten.
De heer Van der Veen heeft in het algemeen waar
dering uitgesproken, maar betreurt het, dat de Helicun-
weg het veemarktterrein blijft doorsnijden. Nu kan
men eigenlijk niet meer zeggen, dat die weg het terrein
„doorsnijdt". Het gehele veemarktterrein ligt ten wes
ten van de Heliconweg en alleen het parkeerterrein
voor personenauto's bevindt zich ten oosten daarvan.
Bovendien is er een voetgangerstunnel onder de rond
weg door geprojecteerd. Natuurlijk heeft de Helicon
weg twee kanten dat heeft trouwens iedere weg -
maar het zal niet hinderlijk zijn voor hen, die uit de
personenauto's komen en zich door de voetgangers
tunnel naar het veemarktterrein begeven, zodat de
qualificatie „doorsnijden" niet meer als juist kan wor
den erkend.
De verkeersoplossing is niet ideaal, heeft de heer
Van der Veen gezegd. Mogelijk heeft hij daar gelijk
in, maar het is misschien wel dat heeft hij kunnen
beamen het beste wat er van te maken is op dit
ogenblik en in deze situatie.
En dan volgt iets wat spr. niet helemaal goed heeft
begrepen. De heer Van der Veen wil iets omhoog bren
gen. (De heer Van der Veen: De rondweg.) Dan ge
voelt spr. meer voor een tunnel. Als hij denkt aan de
huizen, van waaruit men tegen de hoge rondweg aan
zou kijken en aan de ophoging van het gehele terrein,
dan lijkt spr. het door de heer Van der Veen gestelde
het mag een brillante gedachte zijn niet direct een
gedachte, om over te nemen. Spr. gelooft niet, dat dit
idee voor uitvoering vatbaar is en ook niet, dat het
veel goedkoper is dan een tunnel.
De heer Van der Veen wees verder op verband en
samenhang van dit veemarktplan met de verbinding
naar het Zuiden en spr. kan hem wel verzekeren, dat
hij zelf en ook het gehele college daarvan ten zeerste
doordrongen is. Het belang van de veemarkt hangt
onverbrekelijk samen met de verbinding naar het zui
den, tot de Julianalaan en Overijsselsestraatweg. De
kunstwerken, die daarvoor nodig zijn, zijn in voorbe
reiding, zodat B. en W. hopen, dat deze belangrijke
en dure werken aansluitend aan dit grote werk van
de veemarkt kunnen worden uitgevoerd. Dat is iets,
waarvan het gemeentebestuur de verwezenlijking niet
geheel zelf in de hand heeft, maar er wordt wel met
kracht naar gestreefd. De aansluiting aan de stad is
ook zeer belangrijk. Spr. denkt wel, dat deze misschien
stedebouwkundig op ernstiger moeilijkheden zal stui
ten dan de verbinding met het zuiden. Ook deze kant
van de kwestie heeft zeer de aandacht en verschillende
oplossingen daarvoor zijn in studie en overweging ge
nomen. Een keuze daaruit is echter nog niet gedaan.
De riolering zal moeten aansluiten op de centrale
zuiveringsinstallatie, zegt de heer Van der Veen en
meent binnenkort voorstellen hiervoor te mogen ver
wachten. Spr. kan te dezen aanzien echter nog geen
positieve toezegging doen, waarbij hij zich kan ver
schuilen achter het feit, dat deze vraag eigenlijk buiten
de orde was.
Het direct bouwen van een tribune en het direct
bouwen van een hal voor kleinvee zijn punten, die
nog ter dege moeten worden bestudeerd en overwogen,
5
eerst door de veemarktcommissie, daarna door B. en
W., die de zaak ter overweging aan de raad voorleg
gen. Dan pas zal de raad hierover kunnen beslissen.
Op de fraech fan de hear Santema oer de tunnel by
de Harnzerfeart is al antwurde.
Dan hat hy fierder oan de oarder steld, oft der yn
'e takomst miskien de needsaeklikheit bistean kin om
twa merkdagen to halden. De fémerkkommisje wol
dit eigentlik net. Hja wol it halde op ien, omdat it,
hwannear't it twa dagen wurde soenen, field wurde
soe dat is altiten sa as in surrogaet. Op twa
dagen is de hannel net ynsteld en dat kin ek net, omdat
in wike mar seis dagen hat. Yn de praktyk is ek ai
nei foaren kommen, dat it hélden fan twa merkdagen
lang net ideael is. Men kin better in greate merk op
ien dei hawwe. Dat wurdt hjir bieage, omdat soks
fierwei it béste is.
De heer Kamstra heeft ook verschillende vragen ge
steld. Hij hecht veel gewicht aan de belangen van het
verkeer bij deze zaak. Hij heeft het haast doen voor
komen, alsof het verkeersvraagstuk het enige zou zijn,
jwaarom deze plannen voor een nieuwe veemarkt aan
de raad worden voorgelegd. Spr. is het daar niet hele
maal mee eens. Wanneer men een kijkje neemt op de
huidige veemarkt, dan krijgt men toch wel sterk de
indruk, dat deze aardig aan het verouderen is.
De geprojecteerde aparte marktweg heeft de in
stemming van de heer Kamstra. Hij heeft ook de tunnel
ter sprake gebracht. Bij de beantwoording van de heer
|De Jong heeft spr. hierover al het een en ander ge
legd. De opmerkingen over de hal voor het kleinvee
heeft hij ook reeds besproken.
Over de café's wil spr. het nu niet meer hebben.
Hierover bestaan wel bepaalde gedachten in de vee-
marktcommissie, maar deze zijn nog niet rijp genoeg
om aan de raad te worden voorgelegd.
I De heer De Vries heeft nog een punt van belang
aangesneden, n.l. de ontworpen parkeerruimte ten wes-
len van de spoorlijn. Deze heeft bezwaar tegen uitstel
van de aanleg hiervan en dringt aan op directe uit
voering. Als argument voert hij o.m. aan, dat dat
goedkoper zal zijn. Dat is vooralsnog een stelling, maar
wei een zeer aannemelijke stelling, dat moet spr. er
bij zeggen. Directe aanleg is evenwel niet mogelijk,
:omdat de gemeente de benodigde grond nog niet in
eigendom heeft en er dus nog niet over kan beschikken.
Het lijkt spr. overigens toe, dat gedurende een aantal
jaren de capaciteit van de andere parkeerterreinen
voldoende zal zijn. Enige uitwijkmogelijkheid bestaat
nog op het parkeerterrein voor personenauto's, met
het bezwaar dus, dat, als vee-auto's daar moeten par
keren, zij twee keer een ongewenste kruising moeten
|maken.
Het ligt wel in de bedoeling, dat de gemeente zich
op den duur de eigendom van het benodigde terrein
zal verzekeren en misschien kan dan een nog mooiere
of minder onfraaie oplossing dan nu is gedacht, uit
de bus komen. De aandacht van B. en W. blijft op
jdeze kwestie gericht.
De heer Hartstra heeft nog de hal voor kleinvee en
de beplanting ter sprake gebracht. Het eerste punt
heeft spr. al beantwoord. Wat de beplanting en haar
levenskansen betreft, wil spr. gaarne toezeggen, dat
B. en W. dit punt in beschouwing zullen nemen. Er
:zal stellig een oplossing te vinden zijn, waardoor de
op of eigenlijk voornamelijk om, de veemarkt gedach
te beplanting een levenskans zal krijgen. Het college
izal zich stellig van technisch advies voorzien en als
het nodig blijkt, zal het ook gaarne de kring van ad
viseurs nog enigszins uitbreiden.
De hear Santema tanket cle wethalder foar syn üt-
,iensettingen, ek hwat de tunnel oanbilanget. Lykwols
binne syn arguminten sa sterk net, dat hja spr. c.s.
fan har idé om dochs foaral by de ütfiering fan it
wurk daelks al de bitreffende tunnel oan to bringen,
jöfbrocht hawwe.
Dan is hjir praet oer it ütstel spr. mei wol sizze
fan de hear Slaterus om op it totoanstellingsterrein
ek in sintelbaen oan to lizzen. En nou docht it spr.
§>jin nij, dat de kommisje yn har greate gearstalling
dér net oer praet hat, hwant it terrein is dochs yn it
earste plak bidoeld foar totoanstellingen, d.w.s. foar
de greate dagen, dy't it Frysk Rundfé Stamboek hjir
yn Ljouwert organisearret en hy mient to witten, dat
in kouwepoat en sintels mekoar net sa bést fordrage.
Men hat hjir al nei foaren brocht, dat dit terrein
safolle mooglik rendabel makke wurde moat. Mar lit
men der foaral om tinke, dat in sintelbaen net it ien
en it al is foar dat terrein; men moat it doel foar
eagen halde, hwerfoar it oanlein is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 2 (bijlage no. 247).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Pimt 3 (bijlage no. 248).
De hear Santema freget him ta to stean in lyts
fraechje to stellen.
De biwenners fan de huzen, dy't aensens öfbrutsen
wurde moatte en hwer't, foar safier spr. wit, de ge
meente ek foar in diel eigeneresse fan is, moatte
aensens wierskynlik tsjin har sin nei oare plakken
forfarre. Der wurdt yn it algemien yn sokke gefallen
in bipaelde forgoeding tastien üt de gemeentekas. Dat
soe yn dit gefal ek net mear as binlik wêze.
De heer K. cle Jong vraagt, of er door de verbieding
en uitdieping van de Harlingervaart ook moeilijkheden
kunnen ontstaan t.a.v. de spoorbrug. De mogelijkheid
om met grote schepen hier te komen, stuit nog af op de
aanwezigheid van een drempel in die brug. Dit is een
punt, dat in verband met het voorstel, dat hier van
avond aan de orde is, de aandacht verdient.
De hear Van der Schaaf (weth.) komt mei cle kosten
fan forfarren, dy't de hear Santema oan de biwenners
fan de huzen, dy't öfbrutsen wurde, takenne wol, hwat
op in grinsgebiet, mar omdat de fraech oan him rjoch-
te is, sil spr. der dochs mar op antwurdzje. De ge
meente kin oan de minsken, dy't yn dy huzen wenje,
foar safier as dizze gemeente-eigendom binne, de hier
opsizze. Hja moatte forfarre en de kosten dêrfan bi-
telje, lyk as eltsenien, dy't yn in eigen hüs wennet of
yn in hüs, dat net gemeente-eigendom is, de kosten
fan forfarren bitelje moat. Trije huzen binne oant nou
ta yn dit gefal net eigendom fan de gemeente, mar dit
oantal sil meikoarten formindere wurde ta twa, ek
neffens it ütstel fan hjoed. It sil nedich wêze dizze
huzen to ünteigenjen. Yn gefal fan ünteigenjen kin de
rjochter, as hy der termen foar fynt, de bitrutsen per-
soan in forgoeding takenne, hwerby rekken halden
wurdt mei de wearde fan de eigendom, mar ek mei
bykommende kosten. Dat wurdt dan yn ien som troch
de rjochtbank ütdrukt, sadat dus de kosten fan for
farren dêrnei net mear foar rekken fan de gemeente
komme. Dat hat oant nou ta de praktyk west en hy
leaut, dat der gjin reden is dêrfan öf to wiken.
De heer De Jong heeft nog gevraagd, hoe het komt
met de spoorbrug. Die spoorbrug veroudert ook. Ze
wordt te smal en wanneer men de Harlingervaart gaat
verbreden, zal dit smalle nog meer spreken dan thans
al het geval is. De drempel, die in de spoorbrug zit, is
inderdaad een belemmering, die steeds meer wordt ge
voeld door het scheepvaartverkeer, zodat de heer De
Jong en spr. en de overige raadsleden de tijd wel zullen
beleven, dat de spoorbrug aangepast moet worden aan
de breedte en de diepte het is haast theologie (Ge
lach) van deze vaart. Die tijd zal wel eens komen,
maar is er nu nog niet.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 4 (bijlage no. 249).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.