6
1
RAADSVERGADERING
keukens en bergplaatsen en alle woningen van een
closet-inrichting. Voor de huisvrouw is een keuken van
veel belang, immers heel veel werkzaamheden dienen
uit hygiënische overwegingen in de keuken verricht te
worden. Tot dusverre gebeurde dat in deze huizen voor
namelijk in de huiskamer. Dit past niet meer in deze
moderne tijd. Ook is het in het belang van het gezins
leven, dat keuken en huiskamer gescheiden zijn. Het
vervangen van de ton door een closet met waterspoeling
is van zo groot belang, dat spr. hierover niet behoeft
uit te weiden. Zij hoopt, dat dit een begin van het einde
mag zijn van de zo langzamerhand berucht geworden
tonnenperiode in onze stad.
Gemeenschappelijke tuinen lijken spr. prachtig. Im
mers, de straten zullen er een fraai aanzien door krij
gen, alhoewel zij moet zeggen, dat het zelf onderhou
den van een eigen tuintje ook zijn waarde en bekoring
kan hebben.
Tot slot wil spr. mededelen, dat haar fractie van
harte voor het voorstel van B. en W. zal zijn.
De Voorzitter zegt, dat het college met veel erken
telijkheid van de woorden van mevr. Boersma heeft
kennisgenomen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 22 (bijlage no. 46).
De heer Slaterus wil in de eerste plaats graag in
stemming betuigen met dit voorstel. De verbetering van
deze straten is voor de betrokken wijk van zeer groot
belang. Het spijt spr. echter, dat in dit voorstel niet
opgenomen is kunnen worden de verbetering van de
oude Hollanderdijk. Daar is zeer veel verkeer; alles wat
van en naar deze woningen van de woningvereniging
Leeuwarden, het Hollanderhof en de daarachter gele
gen nieuwe straten gaat, passeert de Hollanderdijk.
En de toestand van deze straat is buitengewoon slecht.
Het spijt spr. dan ook, dat deze toestand voorlopig
en voor hoelang nog zal moeten blijven voortbestaan.
De heer Pols had zich nog even op het smalle en ge
vaarlijke pad van de orde willen begeven, maar de heer
Slaterus maakt het hem gemakkelijk; hij zou zich
graag bij diens woorden willen aansluiten en met klem
willen verzoeken, dat deze zaak zo spoedig mogelijk
wordt verbeterd in het belang van de bewoners.
De heer Kamstra wil op hetzelfde stukje stramien
borduren.
Het is een heel aantrekkelijk voorstel, maar de dom
per wordt er op gezet door de mededeling, dat het
begin van de Hollanderdijk en de Wijnhornsterstraat
niet zullen worden verbeterd.
Spr. vindt het eigenlijk jammer, dat met de Spoorwe
gen tot nu toe geen overeenstemming bereikt is kun
nen worden. Er is dus wel contact gezocht, maar er
kan blijkbaar ook wat dit betreft met deze instantie
heel moeilijk tot overeenstemming worden gekomen.
Spr. vindt het heel erg, als die sloot er zou blijven. Is
het niet mogelijk de Spoorwegen via de gezondheids
dienst te dwingen daarin verandering te brengen? Het
is een gevaar voor de gezondheid.
De heer Rutkens zegt, dat hij, hoewel hij tot de frac
tie behoort van de communistische partij, zich toch wil
aansluiten bij wat de heer Slaterus naar voren heeft
gebracht t.a.v. de Hollanderdijk.
De Voorzitter wil even over de orde praten.
Dit punt is uitdrukkelijk in het raadsvoorstel ge
noemd. Het behoort wel degelijk tot de orde. Spr. ge
looft, dat de raadsleden nu banger zijn voor het Regle
ment van Orde dan de Voorzitter.
De heer J. de Jong: Dat is sterk!
De heer Van der Schaaf (weth.) kan heel kort zijn,
nadat verschillende raadsleden de wenselijkheid van
verbetering van de oude Hollanderdijk hebben geuit.
Spr. kan wel zeggen, dat deze zaak ten volle, maar
dan ook ten volle, de aandacht van het college heeft.
En het ware te wensen geweest, dat de gemeente met
de Spoorwegen tot overeenstemming was gekomen.
Wanneer dat het geval is, dan zal deze zaak waarschijn
lijk binnen zeer korte tijd administratief haar beslag
kunnen krijgen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 23 (bijlage no. 47).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 13 maart 1956
van dinsdag 13 maart 1956
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: de heer Pols.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Voorstel tot goedkeuring van de begroting van
inkomsten en uitgaven voor 1956 van:
a. de gemeentelijke instelling voor maatschappelijk
hulpbetoon;
b. het nieuwe stadsweeshuis;
c. de stichting volkscrediet.
2. Voorstel tot vaststelling van de begrotingen der
gemeentelijke takken van dienst en van de begroting
der gemeente voor 1956, met de daarbij behorende wij
zigingen
(bijlage no. 15).
De Voorzitter deelt mede, dat bericht van verhinde
ring is ontvangen van de heer Pols.
Punt 1.
Sub a.
In de mem.v.a., aldus de heer Itutkens, antwoorden
B. en W. op een vraag, of zij bereid zijn aan het bestuur
van M.H. in overweging te geven om aan de onder
steunden een kerstgratificatie te verstrekken, dat zij
daartoe niet bereid zijn.
Dat antwoord bevreemdt ons, te meer, omdat aller
wegen de roep gaat, dat in ons land welvaart heerst.
Wanneer wij echter de normen zien, die voor ondersteu
ning gelden, dan moeten wij vaststellen, dat er van
delen in de welvaart door de vergeten groepen absoluut,
maar dan ook absoluut geen sprake was. In de
loop der jaren zijn het vooral de door M.H. ondersteun
den geweest, die in de wedloop met de prijzeu het loodje
hebben moeten leggen. Wanneer wij bijv. zien, dat bij
de laatste loonsverhoging van 6% de uitkeringen wer
den verhoogd met f 1,80 op een basisbedrag van maxi
maal f 30,dan
De Voorzitter: De uitkeringen van M.H. zijn niet aan
de orde en die plegen ook niet in de raad besproken
te worden. Dat is de heer Rutkens wel bekend van
vorige begrotingsbehandelingen. Ik verzoek hem dan
ook van dit punt af te stappen.
Wij zullen proberen, aldus de heer Rutkens, om op
andere wijze, zoals de Voorzitter dat wenst, te vervol
gen. Wij willen vaststellen, dat de ondersteunden aan
de rand van het minimum-bestaan leven. Waar er op
het ogenblik een strijd gaande is tussen de vakorgani
saties der arbeidersklasse in haar geheel enerzijds en
de grote ondernemers anderzijds en de organisaties
op het standpunt staan, dat een algemene loonsverho
ging tot stand gebracht dient te worden, is het bedrag,
dat de ondersteunden op dit ogenblik ontvangen
De Voorzitter: Over het bedrag der ondersteuning
kan hier niet worden gesproken.
De heer Rutkens: Ik heb het niet over een bedrag.
De Voorzitter: Daar spreekt U wel over en als U
op deze wijze voortgaat, zal ik direct moeten begin
nen met U het woord te ontnemen.
De heer Rutkens: Goed, dan zal ik voorzichtiger zijn.
Waar wij dus willen wijzen op datgene, waarover wij
niet mogen spreken, zou ik de raad als minimum eis
in overweging willen geven de nood in de betreffende
gezinnen vooral zo rond de feestdagen enigszins te
verlichten dit is toch niet meer dan redelijk om
M.H. op zijn beurt in overweging te geven een jaar
lijkse kerstgratificatie te verstrekken. Wij zijn het niet
eens met B. en W., omdat het in de vrije bedrijven, ook
in Leeuwarden, de gewoonte is, dat de werkgevers aan
hun werknemers een kerstgratificatie in de een of
andere vorm verlenen. Dit hebben wij tot nog toe in de
gevallen van ondersteuning gemist. Nu weten wij wel,
dat M.H. er toe over is gegaan een kolentoeslag te
verstrekken, maar met het oog op de koude winter
die wij achter ons hebben, mogen wij toch wel zeggen,
dat het een daad van warm solidariteitsgevoel zou
zijn
De Voorzitter: Het beleid van M.H. is hier niet aan
de orde. Dus nu voor de laatste keer: als U hierop
doorgaat, ontneem ik U het woord.
De heer Rutkens: Ik heb niet over het beleid van
M.H. gesproken, maar over dat van de raad.
De Voorzitter: Dat hebt U wel gedaan.
De heer Rutkens: Dat heb ik niet gedaan.
De Voorzitter: U houdt zich aan mijn leiding, anders
ontneem ik U het woord.
De heer Rutkens: Wij staan op het standpunt, dat,
indien de raad er toe over zou gaan om M.H. in over
weging te geven wel een kerstgratificatie te geven, dit
een daad van warm solidariteitsgevoel zou zijn tegen
over de door deze instelling ondersteunden. Het college
moge er anders over denken, ons moet het van het hart,
dat, gezien de nood, die in deze gezinnen heerst wij
willen slechts wijzen op het feit, dat kaas op de boter
ham hier een hoge uitzondering is het bedrag, dat het
college voorstelt voor M.H. uit te trekken, ons te laag
voorkomt. Dit stelt het bestuur n.l. niet in staat om
meer te doen dan het tot dusverre heeft kunnen doen
op de grondslag van de gelden, die de gemeenteraad
het overeenkomstig de begroting toeschikt. Deze post
kan daarom onze goedkeuring niet wegdragen.
De heer Vellenga (weth.) wenst hierop niet in te gaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., sub a, met aantekening, dat de heer
Rutkens tegen is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W-, sub b.
Sub c.
De hear Van der Meer wol efkes in algemiene op
merking meitsje. It is him opfallen, dat hy mient
yn 'e Ljouwerter krante wol in hiele pagina brükt
waerd yn forban mei dizze stifting en nou freget hy
him wol öf: Giet dat de goede kant lit? Hy twivelet
net oan it bisteansrjocht fan dizze ynrjochting en hy
wit woi, dat der genöch gefallen wêze kinne, hweryn
men seit: Ja, dizze minsken moatte der gebrük fan
meitsje. Dêr is dizze stifting nou krekt foar. Mar oft
keapjen op ófbitelling animearre wurde moat, dat moat
spr. dochs wol in bytsje bitwivelje, ek yn forban mei
de algemiene ekonomyske tastan. Hy leaut, dat dochs
altyd noch it „heljen en biteljen" in souner bigjinsel is.
De heer K. de Jong zegt, dat het onderwerp, dat de
heer Van der Meer aansnijdt, waarschijnlijk betrekking
heeft op een advertentie van het Credietbemiddelings-
instituut. Hij kan zich niet voorstellen, dat een derge
lijke advertentie door de Stichting Volkscredietbank
in de plaatselijke bladen is gezet. Wij kunnen bij de
begroting van deze stichting niet spreken over een
advertentiecampagne van het Credietbemiddelings-
instituut. Dit instituut gaat uit van winkeliers, die aan
gesloten zijn bij de Volkscredietbank. Het wil het pu
bliek attenderen op de mogelijkheid, gebruik te maken
van deze bank.
Spr. gelooft, dat het toch wel een beetje te ver gaat
het Credietbemiddelingsinstituut te betrekken bij de
begroting van de Stichting Volkscredietbank.