8 beide scholen dus een keuze moet worden gedaan en het doen van die keuze in dit geval het meest vér strekkend is vervat in het besluit van B. en W. Spr. zou dit allereerst in stemming willen brengen. De heer VV. M. de Jong zou graag nog een opmerking willen maken. Er is tot dusverre niet veel gesproken over de combinatie van deze beide scholen in dit voor stel van B. en W., waarin de raad wordt geadviseerd, in de eerste plaats afwijzend te beschikken op de aan vraag om een noodzakelijkheidsverklaring door de Stichting Chr. Detailhandelsvakscholen voor Friesland, maar B. en W. hebben de zaken wel heel sterk ge combineerd. Het is denkbaar, dat er raadsleden zijn, die een minder sterke combinatie wensen, die dus op het standpunt staan, dat het mogelijk is voor beide gevallen „ja" te zeggen. Daarom verzoekt spr. het concept-besluit te splitsen, althans gesplitst in stem ming te brengen. De Voorzitter meent, niet op het voorstel van de heer W. M. de Jong te kunnen ingaan, omdat, zoals spr. reeds zeide, er naar de mening van B. en W. hier al leen maar plaats is voor één school. Het is ook duide lijk, dat de inspectrice van het Nijverheidsonderwijs op dat standpunt staat, en dat dus mag worden verwacht, dat dit ook het standpunt van het rijk is. Er moet dus een keuze worden gedaan, die in het voorstel van B. en W. is vervat. De heer W. M. de Jong wil zich in zoverre graag met het standpunt van de Voorzitter verenigen, maar dan kan niet een standpunt tot uiting worden gebracht, dat anders luidt, want door het voorstel van B. en W. zit men aan de koppeling vast. Spr. vraagt te mogen voorstellen, dat over het voorstel van de heer K. J. de Jong en hem apart gestemd wordt. De Voorzitter zegt, dat dit vervallen is, als eenmaal het voorstel van B. en W. is aangenomen, want het voorstel-K. J. de Jong is niet anders dan het tegendeel van het voorstel van B. en W. Het bevat niet iets anders. De heer W. M. de Jong zal de zaak verder laten rus ten, maar is het niet met de Voorzitter eens. Het voorstel van B. en W. wordt met 22 tegen 14 stemmen (die van de heren Bosgraaf, Balt, Kamstra, Mr. v. d. Schaaf, W. M. de Jong, Klijnstra, K. J. de Jong, Santema, Engels, Jongbloed, Taylor Parkins en Heidinga, mevr. Heijmeijer-Croon en de heer J. de Vries) aangenomen. De Voorzitter meent, dat hiermee vervallen is het voorstel van de heer K. J. de Jong. Het heeft geen zin, daarover een stemming te houden. De heer K. J. de Jong trekt zijn voorstel in. Punten 19 en 20 (bijlagen nos. 263 en 262). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 21 (bijlage no. 266). De Voorzitter zegt, dat de raadsleden ongetwijfeld bemerkt zullen hebben, dat er in de raadsbrief een tik- foutje is geslopen. In plaats van het woord „mogelijk" in de eerste regel van de 5e alinea moet worden ge lezen „onmogelijk". De heer Bosgraaf wil n.a.v. dit punt toch wel enkele vragen stellen. Niet dat spr. tegen het aanschaffen van de nieuwe boekhoudmachine is, integendeel; dit valt toe te juichen. Men moet met zijn tijd meegaan. Spr. heeft evenwel in de stukken gezien, dat het de bedoeling is, dat het een National-machine zal worden en daar heeft hij ook niets tegen. Een bezwaar is echter, dat het aantal telwerken bij deze machine in de toekomst niet kan worden uitgebreid. Het is ruim genomen 10, maar spr. weet niet, of men er ook over nagedacht heeft, of dit wel voldoende blijft. Als na 2 jaar, wan neer de machine nog lang niet is afgeschreven, blijkt, dat een nieuwe machine aangeschaft moet worden, zijn de kosten veel hoger dan wanneer nu meteen een iets grotere machine aangeschaft wordt. Spr. kan het niet beoordelen; waarschijnlijk heeft het college deze zaak wel goed overwogen. De heer Mani zou ook een vraag willen stellen. Moet uit dit voorstel of uit het voorstel om een krediet te verlenen voor de aanschaffing van deze boekhoud machine afgeleid worden, dat het college in beginsel besloten heeft om niet tot een centrale administratie te komen? Spr. zou zich n.l. kunnen voorstellen, dat, als men dat toch nog altijd wel denkt te doen, het misschien wenselijker zou zijn, om, voor wat de appara tuur betreft, meer één systeem aan te houden, wat een voudig met uitbreiding en toevoeging mogelijk is. Spr. zou willen, dat men hier ter dege over dacht, alvorens tot aanschaffing van een boekhoudmachine over te gaan. Wat het werk betreft, men spreekt ook over de loonadministratie. Men heeft natuurlijk een apparatuur staan, die misschien op het ogenblik niet helemaal ge schikt is voor loonadministratie, maar heel gemakke lijk is uit te breiden. Men heeft dan inderdaad voor wat de administratie en zeker voor wat de loonadmi nistratie betreft, een heel prachtige apparatuur. Spr. zou deze aanschaffing willen zien in het kader van een centrale administratie; en dan vindt hij een inciden tele investering voor een boekhoudmachine minder juist. De heer Tiekstra (weth.) kan op de vraag van de heer Bosgraaf heel kort antwoorden. De taken, waar voor de boekhoudmachine wordt aangeschaft, zijn vol ledig bekend en dat betekent, dat er op het ogenblik met 10 telwerken nog voldoende reserve is en het is niet te verwachten, dat men in de toekomst vast zal lopen. De heer Mani sneed een belangrijk punt aan. Hij vraagt, of het college niet van oordeel is, dat men hier tot een centrale administratie moet komen. Spr. ge looft, dat hier, in welk opzicht dan ook, geen prin cipiële uitspraak is gedaan, omdat en dat ziet de heer Mani misschien even voorbij - voor de centrale administratie, in het bijzonder wat betreft de daar bij behorende documenten, de door hem bedoelde machines, die immers niet incidenteel en in om vangrijke mate schrijftekens kunnen meenemen, on geschikt zijn, nog afgezien van de vraag, of, als ze wel geschikt zouden zijn, men op het ogenblik de tijd en het geld zou kunnen vinden om een centrale admi nistratie in te richten, waarmee spr. niet wil zeggen, dat B. en W. er niet aan denken. Maar ook al zou men gaan denken in de richting van een centrale admi nistratie, dan nog zou er voor de functie van een dergelijke boekhoudmachine wel plaats zijn. En wel in het bijzonder, omdat vooral de documenten, de be talingsopdrachten en de inningsopdrachten, van tekst moeten worden voorzien en die tekst telkens opnieuw, individueel, moet worden vastgesteld. Spr. hoopt, dat men begrijpt, wat hij bedoelt. De vrij lange beschrijvingen, die moeten worden aangebracht, leveren bezwaar op voor het aanschaffen van een Hollerith-installatie. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Pun ton 22 en 23 (bijlagen nos. 267 en 264). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 5 november 1958 RAADSVERGADERING van woensdag 5 november 1958 Aanwezig: 34 leden. Afwezig: de heren Bootsma, Engels en Hartstra. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de raadsvergade ringen van 25 juni en 2 september 1958. 2. Mededelingen. 3. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan J. Tigchelaar, als onderwijzer aan de Van Sytzamaschool II (g.l.o. (bijlage no. 275). 4. Voorstel tot het benoemen van een hoofd aan de Van Sytzamaschool II (g.l.o.) (bijlage no. 271). 5. Voorstel van het college van curatoren van het stedelijk gymnasium tot het benoemen van leerkrachten in tijdelijke dienst aan dat gymnasium. 6. Voorstel tot het bekrachtigen van de aankoop van het perceel Bagijnestraat 70 (bijlage no. 280). 7. Voorstel tot het aankopen van de percelen De Ruyterweg nos. 103 en 105 van de erven J. Grassmid- Dijkstra (bijlage no. 272). 8. Voorstel tot het verkopen van een perceel bouw terrein, gelegen aan de zuidzijde van de Linnaeusstraat, hoek De Ruyterweg, aan de N.V. Nationale Levens verzekering Bank, gevestigd te Rotterdam (bijlage no. 274). 9. Voorstel tot het verkopen van een perceel in dustrieterrein, gelegen ten zuiden van de Snekertrek- weg, aan de vereniging „Bond van Coöperatieve Zuivel fabrieken in Friesland", gevestigd te Leeuwarden (bijlage no. 278). 10. Voorstel tot het verkopen van een perceel in dustrieterrein, gelegen aan de Toutenburgstraat, aan de C.V. Lasaulec, alhier, alsmede tot het afstaan in erfpacht van een aldaar gelegen industrieterrein aan de fa. K. A. Niermeijer, alhier (bijlage no. 276). 11. Voorstel tot het verhuren van een gedeelte van het terrein van het openbaar slachthuis aan de N.V. R. S. van Buren's Huidenhandel en Vellenbloterij, al hier (bijlage no. 273). 12. Voorstel om te bepalen, dat een herziening van het uitbreidingsplan der gemeente Leeuwarderadeel wordt voorbereid met betrekking tot het gebied van het dorp Wytgaard (bijlage no. 277). 13. Voorstel tot het beschikbaar stellen van gelden voor het aanschaffen van ontwikkelingsmateriaal ten behoeve van de bijzondere kleuterschool te Lekkum (bijlage no. 270). 14. Voorstel tot het voor de helft garanderen van de betalingsverplichtingen, voortvloeiende uit een door de Stichting Stania State Oenkerk Friesland te sluiten geldlening ten behoeve van de verbouwing van Stania State (bijlage no. 284). 15. Voorstel tot het verbeteren van een gedeelte van de Swichumerdyk te Wirdum (bijlage no. 279). 16. Voorstel tot het verbeteren van de De Merode- straat en van de Woudmansstraat (bijlage no. 281). 17. Voorstel tot het bouwen en inrichten van een openbare school voor buitengewoon lager onderwijs aan het Schapendijkje (bijlage no. 282). 18. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebe groting en de begrotingen van het openbaar slacht huis, het woningbedrijf en het grondbedrijf voor het dienstjaar 1958 (bijlage no. 283). 19. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de balansen op 31 december 1956 en van de verlies- en winstrekeningen en de rekeningen van baten en lasten en kapitaalsinkomsten en -uitgaven over 1956 van: 1. de energiebedrijven 2. het grondbedrijf; 3. het woningbedrijf 4. het bedrijf der gemeentereiniging; 5. het bedrijf der openbare werken; 6. het openbaar slachthuis; 7. de geneeskundige- en gezondheidsdienst. 20. Voorstel tot goedkeuring van de rekeningen over 1956 van: 1. het nieuwe stadsweeshuis; 2. de gemeentelijke instelling voor maatschappelijk hulpbetoon. 21. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de ge meenterekening, dienst 1956. Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De Voorzitter deelt mede: A. dat Ged. Staten van Friesland hebben goedgekeurd: 1. de raadsbesluiten van 27 augustus 1958: a. tot het verhuren aan de Staat der Nederlanden van een terrein, gelegen aan de Ampèrestraat, welk terrein is bestemd voor het stichten van een rijkswerkplaats voor vakontwikkeling; b. tot het verkopen van bouwterrein, gelegen ten noorden van en aan het Schapendijkje, aan Oosterhof's Aannemingsbedrijf te Grijpskerk Leeuwarden 2. de raadsbesluiten van 24 september 1958: a. tot het verkopen van grond met de daarop staan de opstallen, gelegen tussen het Oldehoofster- kerkhof, de Kleine Kerkstraat, de Burmania- straat en het Burmaniahuis, aan de Algemeene Friesche Levensverzekering Maatschappij, alhier; b. tot het verhuren van een perceel grond, gelegen ten noorden van de Harlingertrekvaart, aan Sj. Strooisma, alhier; c. tot het sluiten van een onderhandse geldlening, groot f 199.000,met de N.V. Bank voor Ne- derlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage. Al deze mededelingen worden voor kennisgeving aan genomen. B. dat zijn ingekomen: 1. rapporten omtrent kasopneming en controle van de administratie van het grondbedrijf, de openbare werken en van de ambtenaar, belast met de controle op- en de inning van de vermakelijkheidsbelasting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1958 | | pagina 1