bij. Het zou best kunnen zijn, dat, wanneer men een jaar of een half jaar geleden met dit plan was geko men, de marktsituatie door de aannemer weer wat gun stiger was beoordeeld. Er zijn dus tal van factoren, die het heel moeilijk maken om het inschrijvingsbedrag exact te benaderen. Maar een feit is, dat de ramingen van de dienst van openbare werken doorgaans veel en veel dichter bij het aannemingsbedrag komen, dan hier het geval is. Dat laat zich niet wegpraten en dat zal ik dan ook zeker niet doen. Ik wil nog wel een algemene opmerking maken en wel deze. Bij de diensten heeft men er een hekel aan om te hoog te ramen, want het wil wel eens gebeuren, dat, als het ramingscijfer bekend wordt, de aannemers een lager cijfer optrekken tot het geraamde bedrag. Dat gevoel heeft men wel eens bij de dienst en daarom is het bepaald niet wenselijk, dat de diensten maar in het wilde weg aan de hoge kant gaan ramen. Dat moe ten we dus ook niet in de hand werken. Zijn er nu maatregelen genomen om te voorkomen, dat zich dit weer zal voordoen? Die maatregelen zijn nog niet ge nomen en ik weet ook niet of er voldoende redenen zijn om hier een ernstige correctie toe te passen. Wanneer het eens een keer voorkomt, dat een aanbesteding gun stiger uitvalt dan de raming, dan is dat uiteraard ook geen reden voor een uitbundige loftuiting en wanneer het bedrag precies geraamd is, dan zou men daar een compliment voor kunnen maken. Ik heb er dus wel bezwaar tegen, dat hier een ernstige correctie zou wor den toegepast in de richting van de dienst van openbare werken, omdat wij toch wel mogen aannemen de ervaring leert dat ook dat in verreweg de meeste gevallen de ramingen betrouwbaar zijn. Wanneer nu een enkele keer bij een vrij moeilijk te ramen object een misslag wordt begaan of een afwijking, die zich niet helemaal laat verklaren, voorkomt, dan lijkt mij dat een punt, dat ik met de betrokkenen graag wil bespreken en waarbij ik er ook op zal wijzen, dat in deze raad een opmerking is gemaakt. Ik geloof, dat we het daarbij dan ook wel kunnen laten. Uiteraard moet dan de wens worden uitgesproken, dat het aan beveling verdient om de ramingen steeds zo nauwkeu rig mogelijk en met de meeste zorgvuldigheid te ver richten. De heer Van Balen WalterDe wethouder zal misschien niet verwachten, dat hij mij heeft overtuigd, dat het zo raar moest met deze raming. Maar het moet natuurlijk ook niet zo zijn, dat de ramingen maar in het wilde weg omhoog worden gevoerd. En die kans zou er in zitten, wanneer men een te lage raming al te zwaar zou aanvallen. Maar als ik nu de post voor de centrale verwarming neem, die geraamd was op f 5000,en die voor f 11.000,wordt aangenomen, dan meen ik toch, dat zoiets beter geraamd had kunnen worden. En ik was hier ook nog niet zozeer over gevallen, wanneer het college zelf niet had uitgesproken, dat deze raming wel met wat meer zorg had kunnen geschieden. Nu is het helemaal niet mijn bedoeling, dat ernstige maatre gelen worden getroffen tegen deze dienst, maar wel, dat de wethouder tegenover de dienst de teleurstelling uitspreekt over een dergelijke slordige raming. Dat zal waarschijnlijk wel effect hebben. En met de toezegging, dat dit zal geschieden of misschien is het al geschiet; wil ik in dit geval wel gaarne genoegen nemen. De heer Heidinga: Ik zou deze opmerking willen ma ken: ,,It kin de master misse". Het is naar mijn oordee uitermate moeilijk om bij een verbouwing en vooral bij een verbouwing van een bedrijf, dat moet doorwerken op de cent af te begroten. Ik geloof niet, dat in dezeD de dienst verwijten treffen. Beslist niet. De heer Van der Schaaf weth.ïk kan het de heei Heidinga eigenlijk niet verbeteren. ,,It kin de master misse". Ik herhaal, dat er bij ramingen, die we hier wel gehad hebben, toch talloze zijn geweest, die werke lijk de kundigheid van degenen, die geraamd hebben, wel verraden. Ik geloof, dat we het daar maar bij moe ten laten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorsteller van b. en w. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 30 december 1959 RAADSVERGADERING van woensdag 30 december 1959 Aanwezig: 34 leden. Afwezig: mevr. J. C. M. Heijmeijer-Croon en de heren D. Bosgraaf en P. J. Mani. Voorzitter: de heer mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Benoeming van een lid van het bestuur van het Nieuwe Stadsweeshuis, wegens aftreding van de heer J. M. Kingma. 3. Benoeming van een lid van het bestuur van de woningstichting „Leeuwarden-Leeuwarderadeel", we gens periodieke aftreding van de heer W. Kuipers. 4. Voorstel tot het benoemen van twee leden van het bestuur van de gemeentelijke instelling voor maat schappelijk hulpbetoon wegens periodieke aftreding van mevr. D. H. M. Kuperus-Kooij en de heer R. J. Koopal (bijlage no. 358). 5. Voorstel tot het aanstellen van de heer H. Kamp huis, inspecteur van de lichamelijke opvoeding in dienst van de gemeente Leeuwarden, als ambtenaar, belast met de uitoefening van het gemeentelijk toezicht op het onderwijs in de lichamelijke oefening op de scholen voor lager onderwijs, de kleuterscholen en de gemeentelijke school tot opleiding van leidsters bij het kleuteronderwijs in de gemeente Leeuwarden (bijlage no. 346). 6. Voorstel tot het benoemen in tijdelijke dienst van een leraar in het Duits aan de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes (bijlage no. 350). 7. Voorstel tot het overplaatsen van H. Isarin, on derwijzer aan de Boerhaaveschool (g.l.o.), naar de Perkschool (u.l.o.) (bijlage no. 361). 8. Voorstel tot het bekrachtigen van de aankoop van het perceel Nieuweburen no. 6 (bijlage no. 355). 9. Voorstel tot het aankopen van het perceel Ach ter Tulpenburg no. 8 en van de grond van de percelen Nieuwe Houtstraat nos. 9 en 41 (bijlage no. 356). 10. Voorstel tot het verkopen van een strook grond, gelegen ten zuiden van de Voltastraat, aan de N.V. Bouwbedrijf H. C. Geveke en Zn., alhier (bijlage no. 348). 11. Voorstel tot het verkopen van een perceel in dustrieterrein, gelegen aan de noordzijde van de Volta straat, hoek Ampèrestraat, aan de stichting „Leeu warder Industriegebouwen" (bijlage no. 347). 12. Voorstel tot het verhuren van het perceel Prins Hendrikstraat no. 11, aan de pianofabriek fa. Alb. Hahn te Vries (Dr.) (bijlage no. 325). 13. Voorstel tot het verhuren van het perceel Post- hoornsteeg no. 5 c.a., aan de Coöperatieve Condens- fabriek „Friesland" (bijlage no. 352). 14. Voorstel tot het toekennen van de vergoedingen, als bedoeld in artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920, aan besturen van bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs, voortgezet gewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs over de jaren 1955, 1956 en 1957 (bijlage no. 343). 15. Voorstel tot het toekennen van de exploitatie vergoedingen als bedoeld in artikel 101 der Lager- onderwijswet 1920, aan besturen van bijzondere scho len voor gewoon lager onderwijs, voortgezet gewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onderwijs over de jaren 1955, 1956 en 1957 (bijlage no. 344). 16. Voorstellen tot het toekennen van de exploitatie vergoedingen, als bedoeld in artikel 34 van het Besluit buitengewoon lager onderwijs 1949, aan besturen van bijzondere scholen voor buitengewoon lager onderwijs over de jaren 1955, 1956 en 1957 (bijlage no. 345). 17. Voorstel tot het vaststellen van het kosten- bedrag, als bedoeld in artikel 55 ter, le lid, der Lager- onderwijswet 1920, over het jaar 1958 (bijlage no. 354). 18. Voorstel tot het vaststellen van het bedrag, als bedoeld in artikel 33, le lid, van het Besluit buitenge woon lager onderwijs 1949, over het jaar 1958 (bijlage no. 353). 19. Voorstel tot het wijzigen van de verordening openbaar lager onderwijs (bijlage no. 340). 20. Voorstel om te verklaren, dat de stichting en instandhouding van een dagopleiding voor maatschap pelijk en kultureel werk in deze gemeente nodig wordt geoordeeld (bijlage no. 363). 21. Voorstel tot het aangaan van twee onderhandse geldleningen groot f 1.962.500,resp. f 600.000,met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage (bijlage no. 357). 22. Voorstel tot het verstrekken van een geldlening groot f 684.860,aan de stichting „Leeuwarder In dustriegebouwen" (bijlage no. 359). 23. Voorstel tot het aanleggen van een speelweide en een plantsoenstrook bij de Kurkemeerstraat (bijlage no. 349). 24. Voorstel tot het maken van een insteekhaven ten westen van het industrieterrein „Van Harinxma- kanaal" (bijlage no. 362). 25. Voorstel tot het voltooien van de Julianalaan, het aanleggen van het zuidoostelijke gedeelte van de ringweg met de daarbij behorende bruggen over de Potmarge, de Oude Potmarge en de Wirdumervaart, alsmede tot het aanleggen van het noordelijke gedeelte van de ringweg (bijlage no. 360). 26. Voorstel met betrekking tot het onteigenen van gronden, benodigd ten behoeve van de aanleg van het zuidoostelijke gedeelte van de ringweg (bijlage no. 351). 27. Voorstel tot het wijzigen van de gemeente-be groting en van de begrotingen van het Woningbedrijf en het Grondbedrijf voor het dienstjaar 1959 (bijlage no. 364). Punt 1. De Voorzitter deelt mede: A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd 1. het raadsbesluit van 26 augustus 1959 tot het aan-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1959 | | pagina 1