1 RAADSVERGADERING De heer Weide: Onder punt 6, Verbeteringen bij de Kleine Wielen (toegangsweg en rijwielpad en nog eens een rijwielpad) is een aantal kredietverhogingen ge noemd, n.l. f 304.000,f 211.250,en f 352,000,nu zijn er nogal aanzienlijke wijzigingen in gekomen, resp. f65.000,f75.000,en f65.000.Mijn vraag is: Wordt dit veroorzaakt doordat de voorbereiding van deze plannen misschien niet altijd even exact is geweest De Voorzitter: De heer Van Balen Walter heeft ge vraagd, hoe lang het College de panden Wissesdwinger 20 en 22 nog wil doen gebruiken. Laat ik voorop mogen stellen, dat het College zelf niet helemaal gelukkig is met dit voorstel. Inderdaad zijn deze panden aange kocht in verband met het plan voor de binnenstad en het is de bedoeling ze niet voor lange tijd te gebruiken maar ze, als het kan, zo gauw mogelijk te amoveren. Wij kunnen ons dus voorstellen, dat het wat vreemd aandoet, dat nu voorgesteld wordt deze panden in te richten voor Openbare Werken en het Grondbedrijf. Het College doet dit voorstel dus ook met een zekere tegen zin, maar meent toch, niet anders te kunnen doen in de gegeven situatie. Een vrij groot deel van het gelijk vloerse gedeelte van het gebouw van Openbare Wer ken is n.l. in gebruik bij het Consultatiebureau van het Groene Kruis. Als dat consultatiebureau op zeer korte termijn dit pand zou kunnen verlaten, dan zou dit voor stel niet nodig zijn en dan zou in ons eigen gebouw voorlopig voldoende ruimte zijn voor de uitbreiding van deze beide bedrijven. De moeilijkheid is evenwel, dat de plannen van het Groene Kruis, dat reeds enkele jaren geleden door het College is aangemaand om te verhuizen, nog altijd in een zodanig stadium verke ren dat, zoals het zich nu laat aanzien, het nog wel een aantal jaren zal duren voor die verhuizing werke lijk een feit zal zijn. Voor die verhuizing is het n.l. nodig, dat er aan de Oostergrachtswal een gebouw bij gebouwd wordt en die plannen zijn in een zodanig sta dium, dat ze bepaald nog niet aan uitvoering toe zijn. Ondertussen moeten deze beide bedrijven, willen ze hun taak ten bate van de ontwikkeling van de stad in voldoende mate kunnen uitvoeren, voor hun personeel meer ruimte hebben. Wanneer die ruimte niet wordt gevonden, dan wordt de personeelsuitbreiding moei lijk, beter gezegd onmogelijk en dan zouden wij alle nadelen gaan ondervinden van het niet voldoende snel tot ontwikkeling brengen van de stad. Die zaken tegen elkaar afwegende zijn wij tot dit voorstel gekomen. Hoe lang deze toestand nog gehandhaafd zal moeten worden is helaas moeilijk te zeggen. Normaal gespro ken is het wachten op het verdwijnen van het Groene Kruis. Dat zal in elk geval een aantal jaren duren. Wij hopen, dat dit aantal zo klein mogelijk zal zijn. Mocht het dan een kapitaalvernietiging zijn, dan zou dat nadeel toch altijd nog kleiner zijn dan het nadeel van niet voldoende snel kunnen uitbreiden van de stad. De heer Santema heeft zijn waardering voor enkele voorstellen geuit. Wij zijn hem daar erkentelijk voor. Het is inderdaad niet de bedoeling van het College, na het plaatsen van deze abri's op te houden. Wij ver wachten stellig, dat in de toekomst op verschillende punten in de stad nog meer abri's geplaatst zullen moeten worden. De heer Weide heeft een vraag ge steld over de Kleine Wielen. Ik zou de heer Tiekstra willen verzoeken die vraag te beantwoorden. De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof niet, dat ik de bedragen verder behoef aan te duiden. De heer Weide heeft ze al volledig genoemd. De ramingen van deze deelplannen berustten destijds op niet al te gedetailleerd uitgewerkte begrotingen en plannen, die al een paar jaar oud waren. Bovendien dat is U bekend heb ben G.S. gevraagd om, in verband met bromfietsen- verkeer e.d., deze paden nog een meter te verbreden. Overigens zijn dus nu, op verzoek van het College, deze ramingen aangepast aan het thans geldend prijs niveau. Wij mogen dus redelijkerwijs vertrouwen, dat dit ook inderdaad de laatste ramingen die dus de exacte bedragen bevatten, zullen zijn. De heer Van Balen Walter: Ik ben niet geheel be vredigd door Uw antwoord. Ik meen n.l., dat wij de mededeling van het College hebben gekregen, dat het noordelijk deel van het wegenvierkant het eerst zou worden aangelegd. De zaak zal daar dus binnen be trekkelijk korte tijd worden aangepakt. Wij zullen dus öf deze plannen moeten uitstellen öf voor de noodzaak komen te staan andere ruimte voor Openbare Werken te zoeken. Zou het'dan niet logischer zijn, dit laatste nu alvast te doen en nu te bezien of het nog niet mo gelijk is andere panden te vinden waarin die noodzake lijke uitbreiding van Openbare Werken kan worden ondergebracht? Het kan toch beter voorkomen worden, dat wij ons straks in een dergelijke positie zien ge plaatst. De heer Heidinga: De materie die de heer Van Balen Walter aansnijdt, is ook in onze fractie ter sprake geweest. Wij denken er precies zo over. Bij de aanbie ding van het structuurplan is duidelijk gesteld, dat die weg allereerst zal worden aangepakt. Wij vinden dus ook, dat het beslist fout zal zijn ons daar nu vast te zetten. Wij moeten daar een andere oplossing voor zoeken. Die huizen zijn daarvoor niet beschikbaar. We hebben ze aangekocht om de daar geplande weg te realiseren. We hebben ons ook uitgesproken tegen het idee van de heer Visser om, als het zover is, de weg om deze panden heen te leggen. Dit alles in in de Raad reeds besproken. Het Grondbedrijf kan wel overge plaatst worden naar Luilekkerland. De heer Klijnstra: Ik ben het niet met de vorige sprekers eens. Wanneer de raadsleden eens een kijkje zouden nemen bij deze bedrijven, dan kon men toch constateren, dat ze volkomen uit hun jasje groeien. Daar moet toch ruimte voor gezocht worden. Nu is er op dit moment die ruimte en dat gaat een paar centen kosten, maar ik ben het volkomen met U eens: op dit moment is er geen andere uitweg. Er is geen andere ruimte te vinden, en dat weten we alle maal wel. Men kan dat bedrijf toch ook niet naar de andere kant van de stad overplaatsen. Het lijkt mij heel logisch, dat de panden, die nu beschikbaar zijn, voor uitbreiding worden gebruikt. De Voorzitter: De heer Van Balen Walter is niet geheel bevredigd. Ik heb in eerste instantie duidelijk laten blijken, dat het College zich met deze zaak ook niet helemaal gelukkig voelt. In dat opzicht zullen de gevoelens weinig van elkaar verschillen. Het is voor het College een kiezen tussen twee kwaden geweest en, ik herhaal het, wij hebben met buitengewoon weinig enthousiasme dit voorstel gedaan. Wij hebben gemeend, dit toch te moeten doen. Een andere oplossing in de buurt is, dat zijn wij met de heer Klijnstra eens, op zeer korte termijn niet mogelijk. Dit is een mogelijk heid, vandaar dat er naar gegrepen is. Wij zouden dit voorstel dus toch willen handhaven. Meer kan ik er echt niet van zeggen. De heer Van der Veen: Als we nu stemmen, is het misschien twaalf uur en dan zijn we er maar af. De heer Heidinga: Er kan heel gemakkelijk een houten noodgebouw worden geplaatst. Ik kan dat bin. nen 14 dagen realiseren. De Voorzitter: Ik stel U voor, te stemmen over het al of niet verlenen van het voor deze twee woningen bestemde krediet. Het voorstel van B. en W. sub 2 wordt aangenomen met 26 tegen 7 stemmen. Tegen stemmen de heren Balt, Miedema, K. J. de Jong, Boomgaardt, Weide, Ir. Van Balen Walter, Heidinga, Santema en Mr. Van der Veen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het overige voorstel van B. en W. Punten 23 en 24 (bijlagen nos. 132 en 83). De Voorzitter: Ik stel U voor de behandeling van deze twee punten uit te stellen tot de vergadering van 16 juni a.s. Ik heb verder een punt dat ik graag nu nog met de Raad zou willen behandelen, omdat het aan tijd ge bonden is. De Voorzitter sluit om 24 uur de openbare zitting. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 16 juni 1965 van woensdag 16 juni 1965 Aanwezig: 31 leden. Afwezig: de heren Faber, K. J. de Jong (met ken nisgeving), Kingma, Taylor Parkins, C. de Vries en Ytsma (de laatste drie met kennisgeving). Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, Burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Verlenen van ontslag aan mej. G. B. Jans als onderwijzeres aan de Plataanschool I (g.l.o.) (bijlage no. 152). 3. Benoeming van: a. een hoofd van de Brugschool (v.g.l.o.) (bijlage no. 159 b. een onderwijzer aan de Menno van Coehoornschool I (g.l.o.) (bijlage no. 162). 4. Aankoop van het pand Doelestraat 7 van A. van den Berg en echtgenote, beiden te Apeldoorn (bijlage no. 168). 5. Aankoop van de panden Blekerstraat 134, Hout dwarsstraat 1 en 9, Houtstraat 57, Smidsbuurt 54 en Werkmanslust 102 resp. van mevr. A. Faber.ten Brink, alhier, N. Kooistra en echtgenote, beiden al hier, mevr. T. Mulder-van der Werff te Heerenveen en cons., J. A. van der Veen en echtgenote, beiden te Veenwouden, G. Postma en echtgenote, beiden alhier, en J. A. van der Veen te Veenwouden en cons, (bij lage no. 169). 6. Aankoop van percelen grond te Lekkum van de Hervormde Gemeente te Lekkum/Miedum, onder in trekking van het raadsbesluit van 11 september 1963, no. 11295a (bijlage no. 170). 7. Bekrachtiging van de aankoop van een perceel weiland, gelegen in de Binnemiede en Weeshuispolder, nabij het Sierdswiel (bijlage no. 166). 8. Grondtransacties ten behoeve van de aanleg van het Vrijheidsplein (bijlage no. 165). 9. Verkoop van percelen bouwterrein, gelegen ten noorden van de noordelijke ringweg, aan de N.V. Maatschappij voor Onroerend Goed „De Nieuwe Er ven" te Eindhoven (bijlage no. 164). 10. Intrekking van het raadsbesluit van 5 augus tus 1964, no. 9882, tot uitgifte in erfpacht van perce len bouwterrein, gelegen in het uitbreidingsplan ,,'t Nijlan" aan de N.V. Bouwmaatschappij Leeuwarden (bijlage no. 158). 11. Onteigening van gronden ten behoeve van de uitvoering van het uitbreidingsplan ,,'t Aldlan" (bij lage no. 167). 12. Aangaan van een overeenkomst met de N.V. Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht inzake het verbreden c.a. van de spoorwegovergang Schrans en het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van de uitvoering daarvan (bijlage no. 161). 13. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs te Leeuwarden (bijlage no. 156). 14. Nodigverklaring van de uitbreiding van het leerplan van de R.K. Huishoudschool „St. Elisabeth te Leeuwarden met een opleiding tot inrichtingsassis tente (bijlage no. 155). 15. Verlenen van medewerking aan de Woning stichting „St. Joseph" voor de aanleg van centrale ver warmingsinstallaties in 390 woningwetwoningen in het uitbreidingsplan ,,'t Ielan" (bijlage no. 163). 16. Huisvesting van een gedeelte der Gemeente secretarie (bijlage no. 172). 17. Energievoorziening en openbare verlichting in de Tjitze de Boerstrjitte te Wirdum (bijlage no. 171). 18. Beschikbaarstelling van een krediet, groot f 50.000,voor de versnelde opruiming van privaat- tonnen (bijlage no. 160). 19. Vaststelling van de Verordening cursus spraak onderwijs (bijlage no. 151). 20. Vaststelling van een verordening tot toeken ning van een uitkering-ineens aan het gemeenteper- soneel (bijlage no. 154). 21. Wijziging van de Arbeidsovereenkomstenveror dening (bijlage no. 153). 22. Verlenen van financiële medewerking aan de Stichting Sportclub Cambuur (bijlage no. 174). 23. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Woningbedrijf, het Grondbedrijf, de Reinigings- en Ontsmettingsdienst, de Sociale Dienst en de Energiebedrijven voor het dienstjaar 1965 (bijlage no. 173). 24. Herziening van de waarde van in erfpacht uit gegeven gronden en wijziging van de Verordening op het beheer van de takken van dienst, aangewezen in gevolge artikel 252, eerste lid, der gemeentewet (Al gemene Beheersverordening) (bijlage no. 130). 25. Vaststelling van de verordening, regelende de aard der bebouwing en het gebruik van gronden in de bebouwde kom („Voorbereidingsverordening") (bijla ge no. 157). 26. Aardgasvoorziening in Friesland (bijlage no. 132). 27. Wijziging van de bepalingen van de gemeente wet met betrekking tot de commissies (bijlage no. 83). Punt 1. Sub A en B. Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan genomen. Sub C 1 t.e.m. 7. Deze rapporten worden voor kennisgeving aange nomen. Sub C 8. De heer Heetla: Ik heb gelezen, dat er nogal wat wanbetalers zijn. Er staan enige vorderingen open, zelfs nog één van 1958, maar wat mij het meest opviel was, dat de gemeente Leeuwarden zelf nog in het krijt staat bij de dienst van Openbare Werken. In 1963 voor rond f2.000,in 1962 voor rond f2.000,in 1963 voor rond f 300,en in 1964 voor rond f 1800,Dat zullen wel boekingsposten zijn. Het typische is, dat ver meld staat, dat op 20 november aanmaningen zijn ver zonden. Nu lijkt het me wel interessant van U te ver nemen wat de reactie is geweest op een aanmaning die U kreeg van Uw eigen dienst. Verder zou ik gaar ne van U vernemen of deze posten niet zo gauw moge lijk kunnen worden vereffend met de betrokken dienst en of er ook maatregelen worden getroffen om die andere posten, o.a. die van 1958, zo gauw mogelijk te doen verdwijnen. De heer Heidinga: In dit rapport staat ook een vordering van de Gemeente op de P.T.T. Die loopt al van 1959 tot en met 1964 en daar is blijkens het rap port, door de P.T.T. 60% van betaald. Er staat nu een schuld van de P.T.T. aan de dienst van Openbare Wer ken van f 143.171,Als er nu een geschil is over de tariefkwestie of iets dergelijks, zoals in het stuk staat vermeld, duurt het dan niet wat lang voor dat is op gelost? Ik wil hier graag iets meer van weten. Voorts vind ik in de overige rapporten bij nagenoeg alle diensten belangrijke posten voor ongeboekte ontvang-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1965 | | pagina 1