r*T'*aBc^"~^Vfe T
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 18 april 1966
RAADSVERGADERING
van maandag 18 april 1966.
Aanwezig: 36 leden.
Afwezig: de heer Heidinga.
Voorzitter: de heer J. Tiekstra, loco-burgemeester.
De Voorzitter opent de vergadering en verzoekt de
Gemeentesecretaris voorlezing te doen van het besluit
tot benoeming van de heer W. Harmsma tot Burge
meester van Leeuwarden.
De heer P. P. de Jong (secretaris):
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Ne
derlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnen
landse Zaken van 24 maart 1966, nr. 58798, Afdeling
Binnenlands Bestuur, Bureau Kabinetszaken;
Gelet op artikel 65 en artikel 66 der gemeentewet;
hebben goedgevonden en verstaan:
met ingang van 16 april 1966 te benoemen tot burge
meester der gemeente Leeuwarden:
W. Harmsma,
met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als bur
gemeester der gemeente Opsterland.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met
de uitvoering van dit besluit.
Soestdijk, 1 april 1966.
(get.) JULIANA.
De Minister van Binnenlandse Zaken,
(get.) Smallenbroek.
De Voorzitter: Burgemeester Harmsma. Vandaag is
het burgemeesterloos tijdperk voor Leeuwarden geëin
digd. Dit duurde van 28 februari tot nu toe, bijna zeven
weken.
Als loco-burgemeester rust op mij de taak, U te in
stalleren als burgemeester van Leeuwarden.
Welnu, ik doe dat niet alleen persoonlijk met bijzon
der veel genoegen, het verheugt mij ook, dat U de man
bent, die vanaf heden het burgemeesterschap in Leeu
warden zult uitoefenen. Bij deze gelegenheid is het
passend U, al is het in de vorm van enkele ruwe schet
sen, een beeld te geven van de gemeente, waarvan U
nu burgemeester bent geworden.
Zoals gezegd, niet meer dan enkele zeer grove lijnen
zullen het beeld vormen, dat ik U schilder.
Tot voor kort hebt U Leeuwarden gekend als buiten
staander. De stad zelf met haar eigen karakteristiek is
U niet onbekend. Het landelijk deel van de gemeente
is anders dan dat van Uw vorige gemeente. Het be
hoort tot het Friese weidegebied, ook al weer met zijn
eigen karakteristiek.
Maar de gemeente is altijd nog meer dan datgene
wat het oog treft. Deze gemeente ontvangt U vandaag
niet als gast, maar als haar burgemeester. Zij zal een
beroep doen op Uw hart, op Uw verstand, op Uw werk
kracht, op Uw gehele persoonlijkheid, om die in haar
dienst te stellen. Anders dan Opsterland qua grootte,
structuur, karakter en bestuurlijke techniek. Moge
lijk in grote mate gelijk. Wat de administratieve
organisatie betreft: in principe gelijk. Natuurlijk is de
indeling van de gemeentebegroting dezelfde, maar het
gaat daarin niet alleen om grotere bedragen. In de
functionele opzet van de gemeentebegroting en de ra
mingsmethode in de begroting komt duidelijk een
eigen aanpak van het begrotingsbeleid tot uitdrukking.
Het aantal takken van dienst is niet alleen groter,
doch ook de taken waarvoor de takken van dienst zijn
ingesteld, markeren een aantal specifieke functies van
Leeuwarden. Ik noem de G. en G.D., het Stadszieken
huis, de Energiebedrijven, de Veemarkt en het Slacht
huis, de Gemeentelijke Sociale Dienst, de Gemeentelijke
Dienst voor Sociale Werkvoorziening, de Dienst voor
Sport en Recreatie en uiteraard enkele, niet anders
dan traditionele diensten: de Dienst voor de Openbare
Werken, het Grondbedrijf, het Woningbedrijf etc.
Aansluitend aan deze nogal wat gedeconcentreerde
organisatie is een secretarie-organisatie opgebouwd,
waarbij gestreefd is naar duidelijke relaties met de be
stuursorganen als Raad en B. en W.. Deze totale op
bouw bedoelt een betere verzorging van de specifieke
taken te zijn. Een duidelijker inzicht in werkwijze, kos
ten en omvang der taken leidt tot een steeds verder
gaande specialisatie.
Die specialisatie vraagt om hoog gekwalificeerde
krachten. Een knelpunt is nogal eens de beschikbaar
heid van deze krachten. Maar dat niet alleen. Naar
mate het proces van functiescheiding zich voortzet en de
specialisatie toeneemt, naar diezelfde mate, of mogelijk
zelfs in toenemende mate, dringt zich het vraagstuk
van de coördinatie op. Een coördinatie, die op verschil
lende gebieden intern al gestalte heeft gekregen, maar
die tegelijkertijd dient te beantwoorden aan bepaalde
doelmatigheidsvoorwaarden. Het is duidelijk, dat bin
nen het collectief beleid van het College van B. en W.
en de taakverdeling in dat College ook aan de coördi
natie daarvan voortdurend aandacht moet worden ge
schonken. Het gehele vraagstuk kan worden omschre
ven als: Met een open oog voor de noodzaak van des
kundige specialisatie, het voortdurend zorg hebben voor
het goed functioneren van de interne relaties, zowel
binnen het geheel van de ambtelijke organisatie, als
binnen het geheel van de bestuursorganen.
Het gaat evenwel niet alleen om de interne relaties,
ook om de externe relaties en het goed functioneren
daarvan, niet alleen binnen-gemeentelijk, d.w.z. in het
verkeer met de burgers, de talrijke verenigingen, or
ganisaties, instellingen en publiciteitsorganen, ook bui
ten-gemeentelijk; de plaats en functie van Leeuwarden
in Friesland en van de gemeente Leeuwarden in het
geheel van de Friese gemeenten; de relatie met het
provinciaal bestuur en de provinciale organen, zowel
in de sfeer van de overheid als daarbuiten en de re
latie met de overige Friese gemeenten.
Leeuwarden is geen eiland in Friesland. Het behoef
tepatroon van Leeuwarden is onderdeel van het be
hoeftepatroon van Friesland. De problematiek van
Leeuwarden houdt verband met de problematiek van
Friesland. Het enige wat Leeuwarden misschien onder
scheidt, is, dat het behoeftepatroon en het patroon van
de vraagstukken zich in Leeuwarden geconcentreerder
manifesteren en eerder en scherper worden beleefd in
de stedelijke gemeenschap. Tezamen genomen is het deel
van de gehele problematiek van Noord-Nederland: on
voldoende groei van de bevolking, stagnerende econo
mische ontwikkeling, sociale structuurvraagstukken,
tekort schietende culturele ontwikkeling. Stuk voor
stuk en tezamen en in dit bestek voor een deel nog
onvolledig verschijnselen, die een ontwikkelingsbe
leid nodig maken, waarbij wij allen in Noord-Nederland
betrokken zijn. Ook hier een communicatieprobleem en
de noodzaak van goed functionerende relaties. Niet
alleen binnen het gebied van Noord-Nederland, maar
ook van daar uit naar de zwaartepunten van het na
tionale beleid. Mogelijk krijgt U, burgemeester Harm
sma, nu de indruk, dat we hier nogal zwaar tillen aan
al die vraagstukken. Vanzelfsprekend houden ze ons
voortdurend bezig en behandelen we ze met de ernst,
die daarbij passend moet worden geacht, maar ook
met het geloof in de toekomst van Leeuwarden. Dat
geloof is een blijmoedig geloof, dat wil ik U wel ver
zekeren. U hebt Uw mening terzake, in andere kwali
teit, niet onder stoelen of banken gestoken. Welnu, U
kunt er verzekerd van zijn, dat dit oordeel ons ver
trouwen geeft voor de toekomst. Uw burgemeester
schap begint op een wat bijzonder ogenblik. Niet alleen
zal deze Raad in de huidige samenstelling voor het
laatst op 31 augustus vergaderen, bovendien gaan twee
van de vier wethouders hun wethouderlijke lier aan de
bestuurlijke wilgen hangen.
Ook van de thans zittende raadsleden zullen een aan
tal niet in de Raad terugkeren. De laatste opmerking
is uiteraard niet bedoeld als preludium op de verkie
zingsuitslag van 1 juni. Hoewel vanzelfsprekend het
bestuurswerk ononderbroken doorgaat, zullen de te ver
wachten mutaties niet nalaten hun invloed te doen
gelden. Uit de situatie van het ogenblik vloeit voort
de noodzaak van een nieuwe oriëntatie. Het begin van