7 RAADSVERGADERING Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 7 november 1966 van maandag 7 november 1966. Aanwezig: 37 leden. Voorzitter: de heer W. Harmsma, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga deringen van 23 februari, 16 maart, 18 en 27 april en 6 september 1966. 2. Mededelingen. 3. Verlenen van ontslag aan K. J. de Jong, alhier, als bestuurslid van de Stichting Volkscrediet (bijlage no. 324). 4. Verlenen van ontslag aan K. J. de Jong, alhier, als bestuurslid van de Stichting tot exploitatie van de pelikaanflat Aldlanstate (bijlage no. 325). 5. Benoeming van: a. een leraar aan de gemeentelijke H.B.S.-A (bijlage no. 320); b. een bestuurslid van de Stichting Volkscrediet (bij lage no. 324); c. een bestuurslid van de Stichting tot exploitatie van de pelikaanflat Aldlanstate (bijlage no. 325). 6. Aankoop van een aantal percelen met opstallen, gelegen in het bestemmingsplan „Lekkumerend", en aankoop van een aantal percelen en van het erfpachts- recht op een perceel in saneringsgebieden (bijlage no. 332). 7. Verkoop van een aantal percelen erfpachtsgrond (bijlage no. 331). 8. Uitgifte in erfpacht van een perceel industrie terrein, gelegen ten oosten van de Pascalstraat, aan de firma Dekkinga's Betonbedrijf, alhier (bijlage no. 334). 9. Aangaan van een overeenkomst met de Coöpe ratieve Zuivelbank, alhier, inzake het aanleggen van een parkeerstrook aan de Franekerstraat hoek Engel sestraat, waarbij het erfpachtsrecht op de desbetref fende strook grond wordt beëindigd (bijlage no. 333). 10. Onbewoonbaarverklaring van 8 woningen (bij lage no. 322). 11. Vaststelling van het bestemmingsplan „Goutum" (bijlage no. 321). 12. Instellen van beroep bij de Kroon tegen de mi nisteriële beschikking tot vaststelling van de Monumen tenlijst (bijlage no. 330). 13. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Vereniging tot Bevordering van Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Wirdum (bijlage no. 328). 14. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Rooms-Katholieke school te Wytgaard (bijlage no. 326). 15. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scho len met de Bijbel te Huizum, alhier (bijlage no. 327). 16. Instandhouding van de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs te Goutum, Wirdum, Lekkum en Hempens (bijlage no. 323). 17. Nodigverklaring van de uitbreiding van het leerplan van de Rooms-Katholieke Huishoudschool „Het Anker", alhier, met een vormingsklas (bijlage no. 329). 18. Nodigverklaring van de uitbreiding van het leerplan van de le Leeuwarder Industrie- en Huishoud school, alhier, met een opleiding tot kapster volgens het leerlingstelsel (bijlage no. 336). 19. Vaststelling van een nieuwe Verordening op de heffing van rechten voor het gebruik van de Gemeen telijke Badinrichting (bijlage no. 337). 20. Wijziging van twee verordeningen betreffende drankwetinrichtingen en plaatsen van vereniging (bij lage no. 335). 21. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf en de dienst voor Sport en Recreatie voor het dienstjaar 1966 (bijlage no. 338). De Voorzitter: Ik heet U allen van harte welkom. Punt 1. De heer Schönfeld: Wat betreft de notulen van de raadsvergaderingen van 6 september j.l. zou ik aan gaande punt 2 nog het volgende willen opmerken: Het mij toegezonden raadsverslag van deze vergadering be treffende hetgeen door mij gezegd zou zijn aangaande de zetelverdeling der wethouders, vind ik onvolledig. Er is o.a. ook nog door mij gezegd, dat de C.H.U. in deze Raad een zetel verdiende. Ik heb het verslag met mijn bemerkingen teruggezonden, waarop ik bericht ontving, dat het geoorloofd is taalkundige correcties aan te brengen, doch dat ik geen feiten kon opnemen, die niet genoemd waren. Een copie van de tekst op de bandrecorder was bijgevoegd, waarin o.a. dit voor mij belangrijke punt wèl vermeld stond. Het komt me nu voor, dat in het verslag feiten worden weggelaten, die wèl genoemd zijn. Ik begrijp volkomen, dat een en an der verkort zal moeten worden weergegeven, maar het volledige beeld mag toch niet verloren gaan. De ge wijzigde tekst is door mij niet meer met bemerkingen teruggezonden, omdat ik uit het begeleidende schrijven, waarin werd gerept over het opnemen van feiten die niet genoemd zouden zijn, meende te moeten opmaken, dat ik me er maar bij neer moest leggen. Aangezien echter o.a. een feit ontbreekt, dat wèl genoemd is, meen ik er toch goed aan te doen thans Uw College en de Raad hierop opmerkzaam te maken, in de hoop, dat zich zulks niet weer zal voordoen. De heer Heidinga: In de notulen van de vergade ring van maandag 18 april j.l., een zeer gedenkwaardige dag voor onze Voorzitter, staat, dat ik afwezig zou zijn geweest. Ik heb die vergadering echter van a tot z mee gemaakt en ik ben ook op tijd gekomen. Ik wil daarom graag een rectificatie zien aangebracht. De Voorzitter: De opmerking van de heer Heidinga lijkt mij het gemakkelijkste af te doen. Ik stel voor, dat wij de zin „Afwezig: de heer Heidinga" doorhalen. De heer Schönfeld heeft het zelf al gezegd: Het ver slag tracht zo volledig mogelijk het verhandelde in deze vergaderingen weer te geven en m.n. de essen tiële punten. Ik heb het niet helemaal goed begrepen. U zei, dat U wel taalkundige veranderingen zou mogen aanbrengen, maar geen essentiële. Ik dacht, dat het de bedoeiing van het toezenden van de notulen aan de raadsleden was, dat men de inhoud kan bekijken. Taalkundige correcties kunnen gemakkelijk administra tief verzorgd worden. Ik neem dus aan, dat dit op een misverstand berust. (De heer Schönfeld: Er is mij medegedeeld, dat geen feiten, die niet genoemd zijn, mogen worden toegevoegd.) Nee, dat is volkomen juist. Als wij de notulen vaststellen, dan stellen wij het ver slag vast van hetgeen in de vergadering gezegd is. Het is toch niet Uw bedoeling, achteraf toe te voegen, wat U nog gezegd had willen hebben? U zegt, dat U ge mist hebt Uw opmerking, dat U ook vond, dat de c.h. fractie wel een wethouderszetel toekwam. Ik herinner me dat. Ik stel voor de notulen met een zinsnede als deze aan te vullen. De notulen worden vastgesteld, met inachtneming van de door de Voorzitter voorgestelde doorhaling, resp. aanvulling. Punt 2. Sub A. De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1966 | | pagina 1