RAADSVERGADERING Verslag van dc handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 30 november 1966 van woensdag 30 november 1966. (Voortzetting van de vergadering van 29 november) Aanwezig 34 leden. Afwezig: de heer P. J. Engels, mevr. Mr. E. Veder- Smit en de heer J. T. Vellenga, allen met kennisgeving. Voorzitter: de heer J. Tiekstra, loco-burgemeester. De voorzitter: ik open ae tweeae zitting van de Kaaa ter oenanaehng van de agenda voor de vergade ring van gisteravond. irunt 24 (bijlage no. 340). De neer Van Baien waiterMet de overgelegde concept-veroraemng aan ik mij in het algemeen wel neei goed verenigen. Ik neb aueen een paar vragen. ivl.i. wordt uit ronds gevormd door Dijdragen die de Gemeente van net Kijk ontvangt. u neot in een aan vullend stuk op deze regenng gezegd, dat net eigenlijk vanzelfsprekend was, aat die met Dedoela was voor iemand die in een eigen woning ging wonen, is dat zo vanzelfsprekend? En vindt de Kegermg, die ons deze nnaaeien verscnaite, dat ook Dan was daar wel iets over gezegd bij het verlenen van dit suosidie. Maakt net zoveel verschil, of iemand nu een eigen wonmg be trekt bijv. via net Bouwfonds Nederlandse Gemeen ten of een huurwoning? De eerstgenoemde benoeft neiemaai met over een ruime beurs te Descmkken en ik kan me heel goed indenken, dat net subsidie dat de Gemeente eventueel zal willen verschaffen, het laatste zetje is, dat hem over de stellig ook t.a.v. het aan- scnaffen van een dergelijke wonmg bestaande bezwa ren doet heenstappen. Eigenlijk min of meer hetzelfde meen ik te moeten opmerken omtrent de ciause in Uw toelichting, dat U een toelage van f 1.000,wilt verlenen aan degene die vrijwillig vernuist naar een nieuwe woning met een huurwaarde van ten minste f 130,ais hij daarvan de eerste bewoner is. Mij ontgaat echt het doel van deze voorwaarde. Want ook iemand, die uit een kleinere, goedkopere woning naar een huurwoning gaat, waar van hij niet de eerste bewoner is, kan toen wel degelijk aan ae bedoeiing van deze regeiing voldoen. M.i. be perkt U, door Uw voorwaarden zo formeel te stellen, toch eigenlijk wel het doei van de regeling. Ik zou daaromtrent gaarne enkele inlichtingen wil len hebben. Mevr. Visser-van den Bos: Ik zie dit voorstel als een mogelijkheid om eindelijk wat goedkope woningen vrij te krijgen voor hen, die de huidige hoge huren be slist niet kunnen betalen. Toch roept het enige vragen bij ons op. Op de eerste plaats zouden we gaarne ant woord hebben op de volgende vragen: 1. Hoeveel gezinnen in onze stad wachten dringend op een dergelijke goedkope woonruimte? 2. Hoeveel dure flats in de huurwaarden, als in deze regeling bedoeld, zijn of komen binnenkort beschikbaar en hoe hoog zijn deze huren? Wij verwachten, dat Uw College met verdere voor stellen zal komen om verbetering te brengen in de om standigheid, dat we in onze stad geen woningen beschik baar hebben voor de laagst-bezoldigden en voor al de genen, die het meest afhankelijk zijn van de maatrege len die de Gemeente in dezen neemt. Ik wilde ook graag iets zeggen over de regeling zelf. Ik sluit mij volkomen aan bij wat de heer Van Balen Walter heeft gezegd over de uitsluiting van hen, die van een goedkope eengezinswoning of van een goed kope flat naar een dure eengezinswoning of dure flat gaan, maar niet de eerste bewoners daarvan zijn. Wij zien niet in, waarom dit verschil moet maken. De be doeling van deze regeling is te komen tot het vrij krij gen van goedkope eengezinswoningen of flats voor die groepen, die daar zon behoefte aan hebben. Wij me nen, dat wij eik behoorlijk argument en eik behoorlijk middel moeten hanteren om niertoe te geraken. Ook moet de regeiing gelden voor hen, die er toe komen via net Bouwfonds Nederlandse Gemeenten of op an- uere wijze een duurdere woning te gaan betrekken en die daarmee een zo begeerde goedkope woning vrij maken. Wij zullen het zeer op prijs stellen, als ze op deze wijze zou kunnen worden uitgebreid. Wij ver wachten niet, dat er direct tientallen bij de Gemeente op de stoep staan om te vertellen, dat ze willen gaan verhuizen, om de premie van f I.0U0,te krijgen, maar wel, dat zij, die aiiang overwogen te verhuizen, nu het laatste duwtje krijgen, omdat ze een tegemoetkoming ontvangen in de zo hoge kosten, die vernuizing en in- ncntmg van een nieuwe woning meebrengen. Ook denk ik aan de mogelijkneden deze opschuiving nog te stimuleren. Ik noop, dat wat ik voorstel met onmogelijk is; tenslotte kan men ais nieuw raadslid wei eens iets zeggen wat misschien niet helemaal in een voorgestelde regeling past. Ik dacht aan de moge lijkheid, dat een paar van de bewuste dure flats als modei-womngen worcien mgerient en dat de bewoners van de zo begeerde goedkope huizen circulaires gestuurd zouden worden, waarin zij geïnformeerd worden over de mogelijkheden die deze regeiing hun biedt en waarin ze worden uitgenodigd de betreffende duurdere wonin gen of flats met de zo geschikte inrichting eens te komen bekijken. Er zou dan een ambtenaar aanwezig kunnen zijn, die hen zou voorlichten over de kansen die er voor hen zouden zijn. Vaak leest men een rege ling wel even, maar gaat men er dan aan voorbij. Er zouden veel meer mensen bereikt worden, als ze per soonlijk met een circulaire benaderd werden. En dat is toch van ontzaglijk veel belang. Bij art. 3 vroeg ik mij even af, of hier de betekenis achter zit, dat B. en W. voornemens zijn van hun recht om woonruimte te vorderen, gebruik te maken. Ik heb mij laten vertellen, dat dit eigenlijk tegenwoordig nooit meer gebeurt. De bevoegdheid tot vorderen zou mis schien tot het vorderen van goedkopere woningen uit te strekken zijn. Op art. 5 zouden wij buitengewoon graag een aanvulling zien, n.l. in deze geest, dat er een mogelijkheid komt om beroep in te stellen bij de Raad voor hen, die op een voorstel om in aanmerking te komen voor de doorstromingsregeling, een ongunstig antwoord kregen. Dit niet, omdat wij geen vertrouwen hebben in het beleid van B. en W., maar omdat het m.i. altijd buitengewoon prettig is, dat men ook nog ergens anders tereent kan om zijn belangen te bepleiten. Ik hoop, dat het mogelijk is deze gedachten over te nemen. De heer Reehoorn: Het ziet er naar uit, dat het accent van het woningprobleem in Leeuwarden zich verschuift van een algemeen tekort aan woningen naar een tekort aan woningen met betaalbare huren. Is een algemeen tekort aan woningen een ernstige zaak, een feit is altijd nog, dat een dergelijk tekort de gehele be volking raakt en de gehele bevolking daar dan ook de lasten van moet dragen. Krijgt het woningtekort ech ter het eenzijdige karakter van een tekort aan wonin gen met betaalbare huren, dan wordt één enkele groep, die van de minst draagkrachtigen, daardoor gedupeerd; die heeft dan de volle last van het woningtekort te dragen. Dat is een ernstige zaak voor onze gemeente en ook voor het bedrijfsleven. Waar moet dit zijn werk nemers onderbrengen? Ik denk aan het recente bezoek van de Raad aan de Condens, waar wij hierover nog opmerkingen hebben moeten horen. De gedupeerde groep is niet zo klein. Als wij er op moeten rekenen, dat de woningen die gereed komen, liggen in een huurklas- se van minstens f 140,a f 150,— voor een drie-slaap- kamerswoning, dan betekent dat, dat die groep alle weekloners inclusief de geschoolde arbeiders omvat. Er is over deze zaak ongerustheid bij de vakbeweging en het is de Chr. Besturenbond geweest, die in een Uw College aangeboden rapport deze verontrusting heeft uitgesproken. Voor het feit, dat de besturenbond dat gedaan heeft en voor de wijze waarop heeft onze frac tie waardering. Zij acht het sociaal onaanvaardbaar,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1966 | | pagina 1