8
9
De heer Van der Veen zei: Dit is geen sterk voorstel
en dat ben ik wel met hem eens, maar aan de andere
kant stel ik dit, dat het zo bijzonder moeilijk is hier
iets anders tegenover te zetten. De heer Van der Veen
vraagt: Ligt de schuld niet bij de I.W.G.L. „Aan de
ombouw van de collectieve aansluitingen is op grond
van het eerdergenoemde art. 4 van de leveringsvoor
waarden" ik neem even over wat in dit stuk staat
„moeilijk te ontkomen." De I.W.G.L. kan weliswaar
een complex van gebouwen als één perceel aanmerken
(zie artt. 1, 4 en 12 van de leveringsvoorwaarden), maar
daarbij is vermoedelijk niet aan één complex woningen
gedacht. Daarom menen wij, dat moeilijk een andere
financiële dekking kan worden gevonden dan op de
wijze, zoals U is voorgesteld.
Om te resumeren: de weg van de minste weerstand
is niet gevolgd en de verdeelsleutel is terdege bekeken,
voordat hij toegepast werd. Wij hopen betrokkenen,
wanneer inderdaad de medewerking van het Rijk af
komt, op zo kort mogelijke termijn aan individuele
aansluitingen te heipen.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor de
koffiepauze.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
De heer Schönfeïd: Gaarne zou ik vernemen, waar
om de toestand voor deze verbruikers thans gewijzigd
is en men hiermee niet gewacht heeft tot de plaatsing
van de watermeters gerealiseerd is.
De heer C. de Vries: Ik ben blij, dat de Wethouder
vrij optimistisch is over de termijn, waarbinnen de toe
stemming om deze meters te plaatsen, zal afkomen.
Ik ben het met de heer Boomgaardt eens, dat wij op
dit geval als zodanig niet meer terug moeten komen,
nu de meters waarschijnlijk vrij snel geplaatst kunnen
worden. Mocht het echter toch op een bepaald moment
nog tegenvallen, wat het tijdstip van plaatsing aan
gaat, zou het dan niet verstandig zijn de omslagbe
rekening nog eens in de desbetreffende raadscommis
sie aan de orde te stellen om te bezien, of er andere
mogelijkheden zijn? (De Voorzitter: Het Woningbedrijf
heeft niet een commissie van bijstand. U bedoelt dus
waarschijnlijk de Financiële Commissie. Deze is voor
wat het rekenen betreft ook wel het meest geschikt,
dacht ik.) Dat laat ik dan gaarne aan het College over.
De heer K. J. de Jong (weth.)De heer Schönfeïd
zou ik willen zeggen, dat het vraagstuk niet zo een
voudig is, als hij het stelt, omdat de omschakeling van
1500 percelen op collectieve aansluitingen wel ongeveer
f 500.000,a f 600.000,kost. En wat voor bijdrage be
taalt de I.W.G.L. nu hierin Dat is ook telkens een punt
van onderhandeling geweest. Zo het nu staat, hebben
wij f 400,kosten per individuele aansluiting en ont
vangen wij f 125,terug van de I.W.G.L. De onder
handelingen hebben tijden en tijden geduurd en intus
sen spelen de tariefswijzigingen t.a.v. het oververbruik
een rol. De zaak is in zoverre wel rond, dat overeen
stemming verkregen is, wat de kosten betreft; het
wachten is nu nog op de toestemming van Den Haag.
Dit ligt in het kader van de centrale financiering echt
niet zo gemakkelijk. Wij zouden in dezen wel om de
nodige clementie van de Raad willen verzoeken, omdat
wij ook dit ijzer niet met handen kunnen breken.
De heer De Vries zou ik nog willen zeggen, dat het
hier toch niet enkel een kwestie is van het plaatsen
van individuele- in plaats van collectieve meters, maar
dat vooral de dienstleidingen bijzonder duur zijn. De
kosten van aanleg daarvan a f 400,per aansluiting
geven wel aan, wat hier allemaal aan vast zit.
Ik heb uit de Raad geen suggestie gehoord van „niet
zo, maar zo." Men heeft blijkbaar toch wel de indruk,
dat het bijzonder moeilijk is een betere oplossing te
vinden dan die welke het College op het ogenblik voor
stelt. Ik zou dit willen aanraden: B. en W. trachten
in een zo snel mogelijk tempo deze nieuwe aansluitin
gen gerealiseerd te krijgen. Volgt U het College m.b.t.
de verdeelsleutel, die het nu gehanteerd heeft; duurt
het te lang, dan komen wij er via de Financiële Com
missie, zo deze dit wil, wel op terug.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 14 (bijlage no. 392).
De heer Bakker: Het is rust geweest, maai' voor
dat de „semi.profs" nu 't veld betreden, krijgen we eerst
nog een aantrekkelijk voorwedstrijdje van de amateurs.
Laten wij het maar een soort „warming up" noemen.
En bij wedstrijden als Frisia-Leeuwarden kan je warm
lopen. Onze fractie vindt dit voorstel de huren bij het
gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties af te
schaffen, een mooi voorstel. Dit houdt een belangrijke
extra steun in voor de amateurclubs, welker belangen
wij graag in ere houden. Hoe wij over de semi-profs
denken, is een verhaal apart; dat houdt U nu nog te
goed. De amateurs behoeven in ieder geval met te
vrezen, dat zij volledig in de schaduw van de semi-profs
leven. Onze mening wordt nog versterkt door dit voor
stel, dat vooral voor de veldsporten van belang is. De
R.v.d.A. zal dus zeker haar stem aan dit voorstel geven.
Maar dat betekent niet, dat er met nog wat vragen
over blijven.
Er is één club, die dit dankbare steuntje in de rug
mist, n.l. de Leeuwarder Kaatsclub. En waarom? Om
dat de L.K.C.-ers over een eigen terrein beschikken,
waar ze overigens krom voor moeten liggen. Dit voor
stel brengt hun geen cent op, integendeel, het is zelfs
mogelijk, dat de clubs die anders bij hen aanklopten
voor de een of andere wedstrijd en daar dan huur voor
betaalden, straks gratis elders terecht kunnen, wat ze
wellicht niet zullen laten. Zal nu op de een of andere
manier ook met voor de L.K.C. iets kunnen worden
gedaan
Verder valt het mij op, dat de Nijlan-tennissers
buiten deze regeling vallen, omdat ze niet regionaal of
landelijk georganiseerd zijn. Is dat wel redelijk? Of
vallen zij straks wel onder deze regeling, zodra zij vol
wassen genoeg zijn geworden om m competitieverband
te gaan spelen? Als dat zo is, dan kunnen wij ons hier
wel mee verenigen. Voor de voetbalvereniging M.K.V.
lijkt mij dit voorstel ook weinig op te leveren. Die
ciub voetbalt op zo'n abominabel slecht veld, dat de
Gemeente-ontvanger elke keer een kleur moet hebben
gekregen, als hij iets aan veldhuur van deze vereni
ging incasseerde. (De Voorzitter: Die kleurt niet zo
gauw, hoor!) (Gelach.) Hoe lang duurt het nog, voor
dat de lucht voor M.K.V. opklaart en de verbetering
van het Fonteinveld een feit is?
Het is duidelijk, dat er voor de beoefenaars van de
zaalsporten minder in zit dan voor de veldsporten. Ik
heb begrepen, dat de zaalsporters zich vooral benauwd
maken over de verlichtingskosten die zij straks moeten
gaan betalen, wanneer de Frieslandhal de vlakke vloe
ren heeft gekregen. Krijgen ze dan de verlichting van
de gehele Frieslandhal op hun nek en is dat dan nog
wel te doen?
Voorts vraag ik mij af, wat de laatste regel van het
besluit, waarin staat: „eventuele andere door B. en W.
te bepalen kosten, welke rechtstreeks voortvloeien uit
het gebruik", betekent. Ik zou graag een nadere ver
klaring hebben van deze woorden, want dat zou net
zo goed kunnen betekenen de kosten van een extra
terrein als het herstellen van een gebroken tegel.
Nog een vraag: Valt ook het bedrijfsvoetbal onder
deze regeling?
En dan tenslotte dit: Enkelen van ons vragen zich
af, waarom Cambuur ook onder deze maatregelen moet
vallen. Zij vinden het niet nodig.
Overigens graag akkoord met dit voorstel, dat, voor
zover ik weet, een Nederlandse primeur betekent.
De heer Weide: De heer Bakker wilde eerst een
voetbalwedstrijd spelen; zover ben ik nog lang niet.
Het voorstel, zoals het hier voor ons ligt, lijkt in eer
ste instantie wel acceptabel en zelfs wel aantrekkelijk,
maar als wij het geheel wat verder bestuderen en dieper
overdenken, dan kom ik toch bepaald tot een andere
gedachte. Dit voorstel werkt m.i. discriminerend; de
ene sportvereniging wordt t.o.v. de andere bepaald be
voordeeld. Voor mij is er zeer weinig verschil te con
stateren tussen sportbeoefening in- en buiten compe
titieverband. De werkelijke zin van de sportbeoefening
wordt door dit onderscheid sterk aangetast. Dit komt
in Uw voorstel duidelijk naar voren t.a.v. de tennis
banen in 't Nijlan. En de heer Bakker heeft dit aan
gevuld met nog een paar dingen. Bij de vloer in de
Frieslandhal en de eventuele aanstaande sporthal, de
zwembaden en andere sportaccommodaties, o.a. van de
Leeuwarder Kaatsclub, kunnen zich soortgelijke geval
len voordoen. Bovendien zal de ene sportvereniging
t.o.v. de andere worden bevoordeeld t.a.v. de kwaliteit
van de sportaccommodaties. Voor de verbeterde ac
commodatie gaat men minder betalen. In de huidige
samenleving lijkt mij dit volkomen onjuist.
Dan nog een ander punt: Doordat wij enige tijd ge
leden hebben ingestemd met tariefsverhoging voor het
gebruik van de Beurs, de Frieslandhal e.d., zijn aan
het bedrijfsleven zwaardere lasten opgelegd, maar nu
gaat U aan de andere kant de sport de genoemde
lasten kwijtschelden. De consequenties van dit minder
gelukkige voorstel kan ik dan ook moeilijk meer over
zien. Bovendien leert men, bij uitvoering ervan, de
waarde van hetgeen men van de gemeenschap krijgt,
niet meer kennen. Principieel acht ik dit een zeer
ernstige zaak. Ik heb begrip voor de minder rooskleuri
ge situatie, waarin bepaalde sportverenigingen verke
ren; daarom, mijnheer de Voorzitter, heb ik ook be
hoefte aan een nadere toelichting Uwerzijds. Ik ver
zoek U dan ook op korte termijn de Raad een nota te
doen toekomen, waarin duidelijk de kosten de wer
kelijke variabele kosten, als licht, water, gas, onder-
houdsmateriaal enz. per vereniging tot uiting ko
men. Pas dan kunnen wij ons een juist oordeel vormen
over de consequenties van het geheel. Ik ben er mij
van bewust, dat de Gemeente een grote taak heeft
t.a.v. de financiering en stimulering van de sport, maar
dan moeten die redelijk zijn en niet discriminerend. Ik
verzoek U dan ook dit voorstel terug te nemen en ons
de gevraagde nota te doen toekomen.
De heer Schönfeïd: Met dit voorstel ga ik volledig
akkoord, gezien het belang der actieve recreatie, dat
ermee gemoeid is. De inkomsten uit de terreinhuur
zullen met ongeveer 40% verminderen, maar ik vind
het redelijk, dat behalve het betaalde voetbal ook de
amateursport faciliteiten worden verleend, aangezien
hier plm. 3 a 4.000 jongeren bij betrokken zijn. M.i. is
er terdege rekening mee gehouden, dat deze faciliteiten
in de juiste verhouding staan tot die, welke Cambuur
gaat genieten.
Tot slot zou ik willen vragen, of B. en W., gezien
het belang der recreatie, de verhuurprijs van de ten
nisbanen in 't Nijlan, alsmede die van de vlakke vloe
ren in de Frieslandhal, voor de gebruikers, die niet aan
de gestelde eisen voldoen, zo laag mogelijk willen
houden.
De heer Stek: Ik zou mij kunnen voorstellen, dat,
als U alle gemeentelijke sportaccommodaties aan alle
sportverenigingen zou aanbieden tegen vergoeding van
aanwijsbare kosten van water- en energieverbruik,
onze fractie dit voorstel met instemming zou begroe
ten. Maar bij de vorm, waarin het nu door het College
wordt aangeboden, zouden wij toch graag enige kant
tekeningen willen maken.
Ie: Hier is toch wel sprake van enige discriminatie tus
sen de sportbeoefenaars onderling. Diegenen, die b.v.
niet zijn aangesloten bij een landelijke of regionale or
ganisatie en de sport niet vanwege de competitie be
oefenen, maar voor hun gezondheid, conditie of als
hobby, zullen, omdat zij zonder meer sporten, voor de
accommodatie huur moeten betalen. Ik denk in dit
verband b.v. aan een tennis- en gymnastiekvereniging
voor huisvrouwen of een atletiekvereniging voor man
nen boven de 30 jaar. Daarom zouden wij graag zien,
dat dit voorstel zodanig wordt gewijzigd, dat de passa
ge: „verenigingen, welke zijn aangesloten bij een lan
delijke of regionale organisatie" komt te vervallen.
2e: Als de Gemeente de sportaccommodaties gratis
beschikbaar gaat stellen, zal er absoluut, ter voorko
ming van discriminatie, voor moeten worden gezorgd,
dat er voldoende sportaccommodaties zijn en natuurlijk
ook op gelijk niveau. Immers zolang U er geld voor
krijgt, kunt U altijd nog bij verschillende accommodatie
zeggen: „Iedere waar is naar zijn geld."
Tenslotte dit: Ik wil niet vervelend zijn, maar, als
ik de in dit voorstel genoemde cijfers goed bezie, dan
is er maar één conclusie het betaalde voetbal pro
fiteert hier weer het meeste van. Ik hoop, dat deze,
volgens mij, scheve verhouding niet voor het gehele
subsidiebeleid van amateurvoetbal t.o.v. betaald voet
bal geldt.
De hear Klomp: Wy binne foar dit ütstel, foaral
ek mei it each op it weinimmen fan in stik diskrimi-
naesje tusken Cambuur en de amateurforieningen. Wy
hawwe ek efkes praten oer forieningen dy't in eigen
terrein hawwe, lykas de neamde keatsklub. Soene dy
dêrtroch yn swierrichheden komme, dan is der altiten
noch in wei om subsydzje to freegjen oan de Gemeente.
Sa soene dy dan wol wer holpen wurde kinne.
Dat wy ek foar de bipaling binne, dat allinnich klubs
dy't yn kompetysjeforban spylje, meidogge, ünder-
skriuwe wy hjirmei, dat dy mei reiskosten to krijen
hawwe en dy meitsje dy klubs djür.
De heer Kingma: Tegen dit voorstel op zichzelf
heb ik geen bezwaar, alleen tegen één punt. Dat is, dat
het subsidie, dat al aan Cambuur wordt gegeven, straks
op bijna 100% wordt gebracht. Hier staat: „Voor ter
reinhuur „betaald voetbal" f 10.000,en dan, wat mij
helemaal niet duidelijk is „Huur reclameruimte
f 4.000,Ik dacht, dat dat inkomsten van de Ge
meente waren en ik kan mij dus niet voorstellen, dat,
als men iemand een terrein gratis ter beschikking stelt,
deze ook die extra inkomsten moet hebben. Hier zit
iets in, wat, dunkt mij, niet helemaal in orde is. Ik
hoop er straks nog wel meer van te zeggen.
De heer Rijpma: Ik ben blij met dit voorstel, waar
door ook de amateurverenigingen een kleine tegemoet
koming krijgen van de Gemeente. Het feit, dat hier
een zinsnede in voorkomt, dat alleen zij, die in com
petitieverband spelen, voor deze vergoeding in aanmer
king komen, lijkt mij niet helemaal onredelijk, gezien
de onkosten, die juist deze verenigingen moeten maken.
De Voorzitter: Het geeft het College tot op zekere
hoogte wel voldoening, dat bij verschillenden van U
dit voorstel kennelijk in goede aarde is gevallen. Het
lijkt nuttig, dit als uitgangspunt te nemen. Ik wil hier
bij vaststellen, dat het verschil bij de oude situatie
maar betrekkelijk is, waarmee ik de betekenis van het
voorstel uit de Raad niet wil ondergraven. Het voor
stel van B. en W. is wel principieel, maar het
is meer. Op het ogenblik geldt n.l. in het bijzonder voor
de amateur-sportverenigingen, dat de kosten van de
accommodaties en m.n. van de buiten-accommo
daties maar voor een paar procent door de te
betalen huren worden gedekt. Men kan het ook
een doelmatig voorstel noemen, omdat daarmee de
gehele administratieve rompslomp van de verhuur via
contracten e.d. tot het verleden behoort en ook het ver
deelschema vermoedelijk eenvoudig kan worden op
gezet.
Daarmee kom ik gelijk op een punt, dat door enkelen
Uwer nogal is aangestreept, n.l. de vraag, waarom on
derscheid is gemaakt tussen sportbeoefenaars, wel en
niet aangesloten bij landelijke of regionale organisaties.
Dit aangesloten zijn brengt een zeer duidelijk ver
schil in kosten mee. Het budget van de ver
enigingen, die normaal deelnemen aan wedstrijd
schema's, competities e.d., wordt zwaar belast
wegens de daarvoor te maken kosten reiskos
ten e.d., kosten van gekwalificeerde technische
leiding, van begeleiding van de sportbeoefenaren e.d.
Deze verenigingen hebben het financieel bepaald niet
gemakkelijk. Het doel van de sportbeoefening bij de
verenigingen, die min of meer een gezelligheidssfeer
ademen, is op zichzelf bijzonder nuttig. Ik geloof, dat
het goed zou zijn, als wij allemaal aan die sport deden,
maar die heeft een volkomen ander doel en het lijkt
mij redelijk dit onderscheid wel in acht te nemen.
Er is o.m. óók even gesproken over de tennisclub
,,'t Nijlan". Daarvoor geldt op het ogenblik een bepaald
tarief, omdat deze tennisvereniging nog niet deelneemt
aan landelijke competities, landelijke wedstrijdschema's
e.d., hoewel dat, voor zover mij bekend, wel de bedoe
ling is, als de opbouw van de vereniging zijn beslag
heeft gekregen en als men m.n. voor de jeugdige ten-
nisbeoefenaren een bepaald niveau heeft bereikt. Ik
dacht ook, dat juist in de voorgestelde wijze van ta
riefstelling een stevige prikkel zit om dit m.n. voor de
jeugd te bereiken. En dat is, dunkt mij, een zeer posi-