14 meen tarief van 7 ct. met een iets hoger vastrecht. Dat is al een vervanging van het ruimte-dubbeltarief geweest. Nu komen we dus met een tarief, dat die 7 ct. vasthoudt en dat juist de mogelijkheid geeft, ook aan de kleinere verbruikers, van meer toestellen ge bruik te maken. Het stroomverbruik, ook van deze ver bruikers, neemt van jaar tot jaar toe, in de jaren van 1961 tot 1965 met resp. 9,8, lu,7, 17,9 en 18,58% en on danks het in die jaren met in totaal 60 a 70% toege nomen stroomverbruik is toch altijd het tarief van 7 ct. gehandhaafd. Dat moet toch ook voor de heer Faber een reden zijn om dit voorstel te accepteren. De heer C. de Vries had de gegevens die ik genoemd heb i.v.m. de dekking, het winstsaldo enz., graag bij de stukken willen hebben, maar wij weten van te voren niet, welke vragen in de Raad gesteld zullen worden; het is dus onmogelijk alle stukken i.v.m. eventuele vra gen in de portefeuille te leggen. Ik wil toch ook wel graag een beetje „wisselgeld" houden voor het geval men een vraag kan stellen over iets wat niet uit de stukken bleek. En als ik dat dan hier verteld heb, dan is de heer De Vries toch ook mans genoeg om te zeg gen: Nu ik deze informaties gekregen heb, kan ik wel met het voorstel akkoord gaan. Ik meen, dat ik toch wel degelijk op het budgettaire aspect mocht wijzen, juist, ornaat wij tot de normwinstuitkering van de Energiebedrijven moeten komen. In 1966 was het winst saldo nog f 763.000,en het wordt in 1967 volgens de nu bekende cijfers f387.450,De heer De Vries ziet ook wel, dat deze cijfers er niet om liegen en die kun nen toch ook wel als motief voor de verhoging ge noemd worden. Bij de begroting kan de heer De Vries er eventueel op terugkomen; dan kan hij de cijfers verifiëren. Ik hoop, dat het door hem geuite bezwaar hem niet verhindert zijn stem aan dit voorstel te geven. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. met aantekening, dat mevr. Visser-van den Bos en de heren Schönfeld en C. de Vries geacht willen worden te hebben tegengestemd. Punten 16 t.e.ni. 20 (bijlagen nos. 382, 380, 377, 379 en 378). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 21 (bijlage no. 395). De heer Schönfeld: Ik ben van mening, dat men als raadslid objectief moet blijven om het gemeentebelang in het oog te houden: de Gemeente is er niet voor de raadsleden, maar wij zijn er voor de Gemeente. De subsidieverlening aan Sportclub Cambuur beoogt een nuttig doel. Zij dient zowel de actieve als de passieve recreatie, iets waaraan men in ons dichtbevolkte land zeer veel behoefte heeft. Het geld wordt hier daad werkelijk goed besteed, evenals bij de subsidieverlening aan het Frysk Orkest, waarmee het cultureel belang gediend is. Sportclub Cambuur neemt niet alleen in Leeuwarden, maar in de gehele provincie een belang rijke plaats in. Haar voortbestaan is zeker gerecht vaardigd. Het betaalde voetbal is, hoe men er ook over denkt, een uitvloeisel van de maatschappelijke ontwik keling en wij Leeuwarders kunnen daaraan nu eenmaal weinig veranderen. Het doet een stad trouwens goed, als er een prima voetbalelftal is. Ik wil hiermee het amateurvoetbal beslist niet voor het hoofd stoten, maar het feit, dat b.v. de wedstrijd tegen Holland-Sport wel ongeveer 10.000 bezoekers getrokken heeft, spreekt toch wel duidelijke taal. Het voetbal is een door velen bewonderde sport, die zowel de actieve als de passieve recreatie dient. Bo vendien zijn er diverse middenstanders gebaat bij een goed bezochte voetbalwedstrijd. We mogen het essen tiële belang van deze club niet uit het oog verliezen. Het subsidie voor Sportclub Cambuur is een nuttige zaak, doch ik vind het dringend noodzakelijk, nu wij als Gemeente gaan subsidiëren, dat ook de burgerij en het bedrijfsleven hun aandeel vergroten. Ik hoop van gan ser harte, dat het bestuur van deze club opnieuw se rieuze pogingen in het werk zal stellen, om door middel van deze inkomsten het jaarlijkse exploitatietekort zo laag mogelijk te houden en dat men niet zal denken, dat de Gemeente toch wel garant staat voor het tekort van 80%. Wat dit aangaat, vind ik het noodzakelijk, dat de door Uw College aangewezen ambtenaren, die in de bestuursvergaderingen als waarnemers moeten worden toegelaten, hiervoor terdege waken. Voor Cam buur kan het een stimulans zijn b.v. ieder jaar een grote actie op touw te zetten, een actie welke ertoe kan bijdragen, dat ook in de toekomst de subsidiever lening binnen voor mij aanvaardbare grenzen blijft. De heer iieniiiiga: ue subsidiering van üe Sport club Cambuur prijKt zo langzamerhand regelmatig op de raadsagenda s van de gemeente Leeuwarüen en wij Kunnen niet zeggen, dat ait ons verblijdt. Ik zou haast zeggen: het tegenaeel is net gevai, maar ik denk, dat net College er ook wei zo tegenover staat. net vait ons op, üat er nu een voorstel wordt ge daan voor een meerjarige suosidiéring, oovendien, uat worat afgestapt van ae inetnode het rekeningstekort voor een oepaald percentage via een suDsiüie aan te vunen, en dat nu wordt voorgesteld het exploitatie tekort voor 8U% te suosidièren. in de praktijk zal dit betekenen, dat de Gemeente het volledige netto tekort dekt. (ue neer J. ten Brug: wat is oruto en wat netto Het staat in de stukaen. Op de basis, die nu wordt voorgesteld, dekt de Gemeente gewoon het vol ledige netto tekort. Dat hebben we tot nu toe met ge daan. Dat is een volledig nieuw element. Door het aan leggen van deze maatstaf zullen we in het vervolg in deze Raad niet meer over Cambuur behoeven te spre ken. Dan is het vanavond, ais het voorstel aangenomen wordt, de laatste keer. Dan is Cambuur in feite een gemeentelijke instelling geworden. Dat zijn de conse quenties. Er worden ons nu cijfers verstrekt over het eerste kwartaal 1966/67. Hieruit blijkt, dat de uitgaven door de Stichting behoorlijk geraamd zijn en dat de inkom sten vrij benoorlijk beneden de raming blijven. Ook het aantai oezoekers dat houdt er n.l. nauw verband mee is beneden de verwachting gebleven. Het is b.v. verhoudingsgewijs in het seizoen 1965/'66 belangrijk groter geweest dan in het eerste kwartaal van dit sei zoen en dat, terwijl het weer in de afgelopen herfst gedurende een paar maanden droog was en helemaal niet koud. In dit verband wil ik nog even herinneren aan wat de heer Vellenga de vorige keer gezegd heeft bij de behandeling van het subsidievoorstel aan Cam buur. Ongeveer dit „De zelfwerkzaamheid van de Stichting Cambuur blijft behoorlijk beneden de maat. Men lijkt sterk geneigd tegen de Gemeente aan te leu nen." Wij hellen ertoe over, mede op grond van dit voorstel en gelet op wat in de raadsbrief staat, te zeg gen: Er lijkt ons beslist nog geen verbetering te zijn opgetreden. Als wé nu deze subsidieregeling aanvaar den, dan menen wij, dat de zelfwerkzaamheid van de Stichting Cambuur nog verder ineen zal schrompelen. In ieder geval zal iedere prikkel voor Cambuur om tot dekking van meer dan 20% der bruto exploitatiekosten te geraken, volledig vervallen zijn. Want ze zijn er zeker van, dat het overige toch van de Gemeente komt. Dat deze ontwikkeling mijn fractie niet welgevallig is, behoef ik niet nader uiteen te zetten. In het begin van mijn betoog stipte ik nog even aan, dat dit een voorstel is voor een meerjarig subsidie. Deze gang van zaken achten wij volstrekt onbevredi gend. Ik heb in de vorige vergadering, mede namens mijn fractie, daar ook al op gewezen bij de behandeling van het voorstel tot verhoging van het subsidie voor het Frysk Orkest. Het lijkt ons niet juist nu, inciden teel, te beslissen over een zo belangrijke uitgave voor een reeks van jaren. Dat behoort bij de behandeling van de begroting te geschieden. Dan kunnen we het gehele subsidiebeleid overzien en constateren, welke be dragen daarmee gemoeid zijn en welke invloed dit heeft op de budgettaire positie van de Gemeente. Het is de Raad bekend, dat mijn fractie ook uit ideële overwe gingen grote bezwaren heeft tegen het verlenen van subsidie aan de Sportclub Cambuur. Ik geloof niet, dat het nodig is, ook i.v.m. de tijd, dit standpunt nog nader uiteen te zetten, want het heeft zich niet gewijzigd. Ik wil in eerste instantie eindigen met mijn instem ming te betuigen met een artikeltje, dat vanavond in de Leeuwarder Courant stond. Daar werd in gesteld, dat het eigenlijk onverteerbaar is, dat er zoveel geld aan Cambuur wordt verstrekt, terwijl we tot nog toe helemaal niet bij machte waren ook maar een enkele spelhal te realiseren. Die twee ton voor subsidie aan Cambuur komt dan toch wel in een heel schril licht te staan. De heer Weide: Andermaal gaan wij ons bezighou den met het betaalde voetbal in onze stad. In het ver leden is mijn standpunt, geloof ik, wel duidelijk gewor den. Ik heb altijd nog een zekere reserve betracht t.o.v. mijn stembepaling en dat wil ik vanavond weer doen. Het is steeds weer een heel moeilijke zaak, hoe aan trekkelijk het betaalde voetbal ook kan zijn. De popu lariteit van het geheel staat en valt met de voetbal kwaliteit van deze elf voetballers. Op dit moment heb ben wij het gelukkige voordeel of nadeel; het is maar net van welke kant men het wil bekijken dat Cam buur in de eerste divisie een bijzonder goede rol speelt, waardoor het de laatste dagen zeer sterk in de belang stelling staat. Gezien de negatieve punten t.o.v. het be taalde voetbal, weegt voor mij wel bijzonder zwaar de vorm van passieve recreatie die vooral bij het betaalde voetbal een bijzonder grote rol speelt. Toch heb ik nog wel enkele punten die nu niet direct ten gunste zijn van het betaalde voetbal, maar ik acht het wel juist, teneinde de discussies zo duidelijk mogelijk te hebben, deze toch even naar voren te brengen. Als ik juist ben ingelicht, zal t.z.t. de voetbalclub Leeuwarden, die ook medegebruiker is van het hoofd- veld, dit veld spoedig moeten verlaten. Als dit zo is, dan acht ik dit een min of meer onjuiste houding t.o.v. de amateursport. (De Voorzitter: Kan ik volstaan met de interruptie, dat deze informatie onjuist is, mijn heer Weide?) Des te beter, mijnheer de Voorzitter. Het tweede elftal van de Sportclub Cambuur met haar 45 door de K.N.V.B. voorgeschreven contractspe lers is nog altijd een bijzonder zwaar blok aan het been van de Stichting Sportclub Cambuur en ik zou het bij zonder toejuichen, als de K.N.V.B. dat tweede elftal zou afschaffen. Het kost wel veel geld, maar het geeft geen enkele bate. En daar komt bij, dat deze 45 contract spelers drie elftallen: twee senioren- en één jeugd- elftal gebruik maken van één half-verhard oefenveld. In de nabijheid ligt nog een half-verhard voetbalveld, dat wordt gebruikt door 14 elftallen van de voetbal verenigingen „Leeuwarden" en „Frisia". Ik vind deze verdeling bepaald onjuist en ook weer een bevoorrech ting van het betaald voetbal t.o.v. het amateurvoetbal. Het systeem van de transfer is niet, zoals wij het graag zouden willen zien, maar daar kunnen wij als Raad bijzonder weinig aan doen. Het bestuur van de Sportclub Cambuur, waarin ik persoonlijk wel vertrou wen heb, gezien de samenstelling ervan, zou ik via U willen verzoeken, de transfers nog eens bij de K.N.V.B. aanhangig te maken. Het aantal bezoekers bij het betaalde voetbal, m.n. in het buitenland, neemt af. (Dat is ook met cijfers aangetoond.) Zelfs in Engeland de bakermat van het betaalde voetbal is dat het geval en ook in Frankrijk. Nederland komt, wat dit betreft, altijd iets later; in de toekomst is hier dus dezelfde tendens te verwachten. In Leeuwarden is gelukkig nog nooit ge constateerd en dat pleit zowel voor de bezoekers als voor de spelers dat publiek en spelers zich niet konden beheersen, maar wat niet is, kan komen. In onze gemeente schijnt een groot aantal lieden 100.000 per jaar ongeveer ik noem maar een ge middeld aantal behoefte te hebben aan deze vorm van recreatie. En dit is voor mijn stembepaling wel doorslaggevend. Alleen vind ik het voorgestelde subsi die wel wat zwaar, en ik zou U willen vragen, welke invloed deze 80% van het bruto tekort heeft op de ge meentebegroting, die wij nog steeds niet kennen. In alle raadsvergaderingen van de laatste tijd doen we niets anders dan subsidie verlenen en we weten niet welke consequenties dit heeft voor de begroting 1967. Om de begroting sluitend te krijgen, kan dat wel eens tot gevolg hebben, dat de gemeentenaren van Leeu warden een aantal extra lasten opgelegd zou kunnen worden. Hierover had ik wel graag een informatie. Verder ben ik het met de heer Heidinga eens, dat wij ons voor een groot aantal jaren vastleggen. Ik zou het bijzonder op prijs stellen, als wij elk jaar de ge legenheid hebben over dit punt te oordelen en te spre ken, want ik vind dit een ernstige zaak, die alle kan ten nog kan uit gaan en ik zou me niet voor de toe komst willen vastleggen. Ook hieromtrent zou ik graag door U worden ingelicht, maar ik kan U nu al wel zeg gen, dat het belang van de passieve recreatie voor mij doorslaggevend is en dat ik voor dit voorstel zal stem men. De heer KinginaHet lijkt me wel goed, dat hier niet elk jaar een voorstel tot subsidieverhoging komt en het lijkt me ook voor een club goed, dat men niet elk jaar behoeft te bekijken over welke financiële mid delen men beschikt. Aan de andere kant vind ik 80% subsidie van het bruto tekort wel wat erg vérgaand. Daarbij komt dan nog de huurvergoeding daar komt het toch op neer dus dan bedraagt het subsidie eigenlijk 106% van het netto tekort. Dat vind ik wel wat bar en dan zeg ik „nee". Hiermee wordt elke zelf werkzaamheid van de club in de grond geboord en dat moet niet. Er moet een zekere prikkel om te komen tot een financiële basis binnen de club, over blijven. Vandaar dat ik een voorstel zou willen doen om het voorstel van B. en W. enigszins te wijzigen: „De Raad der gemeente Leeuwarden; in vergadering bijeen; Be sluit: om het subsidie voor de Sportclub Cambuur in het seizoen 1966 67 vast te stellen op 80% van de bruto exploitatiekosten tot een maximum bedrag van f 170.000,en in de jaren 1968/69 en '70 het subsidie percentage jaarlijks met 5 te verminderen, totdat het percentage van 65 is bereikt, waarbij het bovengenoem de maximum bedrag niet mag worden overschreden." Het voorstel is door de heer G. de Vries en door mij ondertekend. De heer Engeis: Het standpunt van de heer Hei dinga is duidelijk en U weet, dat ook onze fractie in het verleden t.a.v. de subsidiëring van Cambuur een vrij duidelijk standpunt heeft ingenomen. Ik wil dat gemakshalve nog wel even in een aantal punten samen vatten. Wij hebben tegen betaald voetbal en de sub sidiëring daarvan geen principieel bezwaar. Voor ons is het een praktische vraag hoe de gemeentefinanciën erbij staan en hoe de verhouding is tussen het subsidie van de Gemeente aan deze vorm van passieve recreatie (die overigens ook een activerend element in zich draagt) en haar bijdrage aan de actieve recreatie. De vorige keer konden wij vrede hebben met het voorstel tot subsidieverlening aan Cambuur, zij het met een beetje pijn, en ik heb het voorbehoud erbij moeten ma ken, dat ik niet wist, hoe de nieuwe fractie, die zich wellicht minder emotioneel gebonden voelt aan het mee aan de gang zetten van een subsidiëring, die men dan toch ook zo lang mogelijk zal moeten volhouden, hier tegenover zou staan. Ik kan U nu zeggen, dat de nieu we fractie met dit voorstel akkoord zal gaan, zij het, dat we daar een paar kanttekeningen bij willen maken. Ik ben blij met een subsidie in percentages; dat zal de Raad niet verwonderen; ik heb er de vorige keer zelf voor gepleit. Dat geeft m.i. een bestaanszekerheid. We moeten ons ook realiseren, dat we Cambuur in het verleden mee-gefinancierd hebben zonder duidelijke re geling, dat we nu voor het eerst zo'n regeling maken en dat we de club nu ook de kans moeten geven met een duidelijke regeling duidelijk te werken. Ik vind het een verdienste van de Wethouder van Financiën, dat hij, hoewel hij, naar ik aanneem, persoonlijk nu niet bepaald geporteerd is voor een subsidiëring van het betaalde voetbal, „desalniettemin en evenwel-nochtans" om met Cats te spreken een goede financiële basis ervoor weet te creëren. Dat siert hem. Toch zitten er ook risico's aan een dergelijk percen tage. In 1964/65 zijn we, als ik het mij goed herinner, met f30.000,begonnen en halverwege het jaar op f51.000,overgeschakeld; voor het volgend seizoen hebben we het subsidie op f 100.000,vastgesteld dat was een stijging van 100% en nu zitten we op f 187.000,Dat is wederom een stijging, nu van 80%. Dan gaat men zich natuurlijk afvragen: Waar gaat dat heen? Ik ben het niet eens met de heer Kingma, die een plafond wil stellen; een plafond heeft altijd een aan zuigende werking. Ik ben het ook niet eens met de heer Heidinga, dat wij in feite het netto tekort beta len. Als Cambuur de andere 20% er uit weet te halen, dan is dat een rem op een onverantwoorde stijging. Immers: als de uitgaven in totaal hoger worden, wordt ook die 20% in feite hoger. Dat neemt niet weg, dat wij toch de stijging van de uitgaven in de gaten zullen moe-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1966 | | pagina 8