18
bekend kunstenaar, een minnaar van antiek en een
knap vervaardiger van „objets trouvés", maar de
aanvankelijke opvatting de ton te handhaven kan ik
toch niet direct als een trouvaille zien. Wij willen in
onze stad overal de tonnen vervangen door waterclo
sets, maar hier wordt deze vervanging als een argu
ment aangevoerd voor een bepaalde kostenstijging. Ik
had eigenlijk ook wel graag gezien, dat bij deze restau
ratie bij andere gebeurt dat gelukkig wel in
dit huisje meteen ook een douche was aangebracht,
want het is toch wel wat dwaas, dat deze kunstenaar
bij vrienden en bekenden onder de douche moet gaan,
omdat hij die in zijn woning niet heeft. (Gelach).
Nog even een enkele opmerking over de Papinga-
stins. Voor de restauratie daarvan is f 450.000,uit
getrokken. Ik vraag me af, gezien de enorme kosten
stijgingen, of dat bedrag nu wel voldoende is. Ik heb
het gebouw van binnen bekeken en er zijn grote be
dragen mee gemoeid, dacht ik, om het weer in goede
staat te brengen. Wel heb ik de indruk, dat het resul
taat uiteindelijk ook bijzonder goed kan worden.
Ik wilde nog graag een drietal vragen stellen:
1. Kan de Wethouder een reden noemen, waardoor
over het algemeen de werkelijke kosten de raming
zo ver overschrijden? Zijn daar bepaalde aanwijzingen
voor of wordt misschien een te voorzichtige begroting
opgezet
2. Nog belangrijker vind ik dit: Waar blijft de ons
toegezegde lijst, waarop de te restaureren gebouwen en
andere monumenten in de stad vermeld staan?
3. Af en toe komen er bij afbraken in de binnen
stad gevelstenen vrij, die waarschijnlijk in de kelders
van de musea of het stadhuis verdwijnen. Zou het niet
veel aantrekkelijker zijn deze stenen een bestemming
te geven in de panden, die we restaureren Ik denk
hier m.n. aan de gerestaureerde panden in de Bagijne-
straat en de Kruisstraat; een mooie gevelsteen zou
het daar bijzonder goed doen, ook al komen ze van
huis uit niet aan de gevels voor. Ik zou het dus wel
prettig vinden, als die gevelstenen weer een functie
in het stadsbeeld kregen.
De heer Ten Brug (weth.): Hoe komt het eigen
lijk, dat de begrotingsbedragen voor restauratiewer
ken zo dikwijls worden overschreden? De heer Stigter
heeft bij de discussie over de legesverordening een
antwoord gehad van de heer Heidinga. Deze heeft
uiteraard niet alleen gedacht aan restauratie-objecten,
maar aan bouwwerken in het algemeen. Bij restaura
tie-objecten gelden deze stijgingen wel in het bijzon
der en dat komt, omdat men bij de gedeeltelijke af
braak, die bij restauratie altijd moet plaats hebben,
dingen ontdekt, die men in eerste aanleg niet kan
ontdekken. Men weet dit ook over het algemeen wel.
Vandaar, dat deze werken niet op aanbesteding wor
den aangenomen; het is een kwestie van regie. (De
heer Van der Veen: Hoe zit het hier met de boete
bepaling? Is hier ook het viervoud van het bedrag
van het verschil tussen het geraamde en het werke
lijke kostenbedrag aan boete verschuldigd?) Die be
paling is uit de legesverordening geschrapt. (De Voor
zitter: Dan werd het ons te duur!) (Gelach).
De heei Stigter heeft verder gevraagd naar de oor
zaken van de hogere kosten van de restauratie van
de Kruisstraat en m.n. de houten bebouwing met ton.
Dan heeft hij toch wel verkeerd gelezen, want het was
inderdaad de bedoeling „de ton" te handhaven. Daarom
zaten de kosten voor een watercloset er in eerste in
stantie ook niet in. De heer Stigter zal toch wel be
grepen hebben, dat het zwaartepunt van de kostenver
hoging ligt in de maatregelen, die nodig waren om de
kaprestauratie op verantwoorde wijze plaats te doen
vinden. Dat is uiteraard een duur geval geweest. Wèl
heeft het afbreken van het houten bouwsel achter het
huis enig voordeel gehad, want nu hebben we in ieder
geval de plezierige omstandigheid, dat het Rijk ook
het subsidie in het verwijderen van de ton en het aan
leggen van een watercloset heeft verleend. In het al
gemeen valt dat niet onder „restauratie". Dus hier
zit financieel eigenlijk eerder een voordeel dan een
nadeel in. Ik dacht, dat in het algemeen ook gezegd
zou kunnen worden, dat de overschrijding van de kos
ten, die eigenlijk neerkomt op een verhoging van de
bijdrage van de algemene dienst want dat is het
uiteindelijke nadelige resultaat van ruim f 2000,
ook niet zo bijzonder groot is.
Het aanbrengen van een douche in dit pand is een
zaak, die niet onder „restauratie" zou vallen. Die zaak
behoort bij het Woningbedrijf en misschien zou dit wel
kunnen worden overwogen.
De heer Stigter heeft de chaos van dit moment in
de Papingastins gezien en vraagt zich af, of f 450.000,
voor de restauratie wel voldoende is. Inderdaad zou wel
eens kunnen blijken, dat dat niet genoeg is, maar op
het moment is er nog geen aanleiding om te zeggen:
Wij komen er niet met dit bedrag. Nu staat hier te
genover, dat wij met de Papingastins en datzelfde
geldt ook voor Luilekkerland bijzonder voordelig
uit zijn. In het algemeen is het een zaak van samen
werking tussen Rijk, Provincie en Gemeente en dan in
de monumentensubsidiesfeer, maar we hebben voor deze
twee monumenten een bijzonder groot bedrag aan
A.C.W.-subsidie ontvangen. Dus ook al stijgen deze kos
ten, het komt erop neer, dat de uiteindelijke lasten van
deze restauraties belangrijk minder zullen zijn dan aan
vankelijk moest worden verwacht.
Wat betreft het plaatsen van vrijkomende gevelste
nen, dat is een gedachte, die ook bij het College leeft.
Ik kan U mededelen, dat wij gemeend hebben een van
de vrijkomende gevelstenen ik meen, dat die het
opschrift draagt: „in de Ojevaer" te moeten plaatsen
in het gebouw-"Bearda", waar het Bevolkingsregister
is gevestigd en we zouden inderdaad op meer plaatsen
dergelijke gevelstenen kunnen aanbrengen. In ieder ge
val verdwijnen ze niet; ze blijven in het bezit van de
Gemeente. Het is zeker na te gaan, in welke omgeving
wij ze zouden kunnen plaatsen. Misschien is het mo
gelijk ook voor het nieuwe pand op de hoek van de
Bagijnesteeg een passende gevelsteen te vinden.
Wat betreft de lijst van te restaureren objecten, de
commissie is bezig daar de nodige documentatie voor
te krijgen, zodat we de Raad bij de begrotingsbehande
ling daarover meer stukken ter informatie kunnen ver
strekken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 38 (bijlage no. 340).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter sluit, om 23,45 uur, de vergadering.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 16 september 1968
RAADSVERGADERING
van maandag 16 september 1968.
Aanwezig: 36 leden: de dames A. Joustra-Bijker, Mr.
E. Veder-Smit en M. M. Th. Visser-van den Bos en de
i eren Ir. B. C. van Balen Walter, R. Boomgaardt, J.
n Brug, P. J. Engels, P. Faber, J. Heetla, O. Heidinga,
T. K. Hogendijk, J. F. Janssen, IC. J. de Jong, B. King-
i a, A. Klomp, G. van der Laan, W. S. P. P. de Leeuw,
r. D. Lijzen, W. Miedema, P. W. Pietersen, J. P. Ree-
1 >orn, Ir. C. L. Rijpma, H. W. Rijpstra, J. A. Schönfeld,
I-I. L. M. Stek, D. C. Stigter, J. Tiekstra, M. Tjerkstra,
r. B. P. van der Veen, J. T. Vellenga, J. Venema, L.
sser, G. de Vries, K. Weide, J. Wiersma en J. N. van
der Zwaard.
Afwezig: de heer C. de Vries.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststellen van de notulen van de raadsvergade-
ïgen van 31 oktober 1967 en 12 augustus 1968.
2. Mededelingen.
3. Verdeling van de Raad in secties.
4. Aankoop van de percelen Sacramentstraat 16,
20 en 24, Breedstraat 48 en Nieuweburen 126a en b
in de N.V. Concertzaal Schaaf alhier en van het per
ceel Nieuweburen 124 van mevr. F. P. Schaaf alhier
bijlage no. 357).
5. Aankoop van een aantal percelen hooiland, gele
den in het gebied van de Groote Wielen, van de „Stich
ting op Toutenburg" te Rijperkerk (bijlage no. 341).
6. Aankoop van een perceel weiland, gelegen in het
gebied „Hemrik", van K. Hoekstra alhier (bijlage no.
348).
7. Verkoop van een strook grond, gelegen langs de
noordzijde van het perceel Lekkumerweg 85, aan J. W.
P. Charisius alhier (bijlage no. 358).
8. Aangaan van een pachtontbindingsovereenkomst
met Y. P. Jongma alhier (bijlage no. 343).
9. Verhuur van het perceel Kooiweg 4 te Giekerk
aan D. G. Hoekstra te Oenkerk (bijlage no. 342).
10. Verhuur van een drietal bankruimten in de
Frieslandhal aan de Ned. Middenstandsbank N.V., de
Coöperatieve Zuivel-Bank en Kingma's Bank N.V., alle
alhier (bijlage no. 344).
11. Aanleg van een trap tussen het zuidelijke einde
van de noordelijke oprit van de Van Harinxmabrug en
het aan te leggen rijwielpad (bijlage no. 306).
12. Aanleg van een wandelpad op het terrein van
het voormalige zwembad, gelegen in het recreatiege
bied „De Kleine Wielen" (bijlage no. 361).
13. Brief van de Algemene Nederlandse Slagers-
bond te 's-Gravenhage inzake de bouw van een open
baar slachthuis te Drachten (bijlage no. 362).
14. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de
Vereniging ter bevordering van schoolonderwijs naar
de leer der Gereformeerde Kerken in Nederland te Leeu
warden ten behoeve van de Prof. Dr. S. Greydanus-
school (u.l.o.) (bijlage no. 346).
15. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur van de
Vereniging tot stichting en instandhouding van scholen
met de Bijbel te Huizum voor de aanschaffing van
psalmboekjes ten behoeve van alle onder zijn beheer
staande scholen (bijlage no. 347).
16. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het bestuur der R.K.
Schoolvereniging Leeuwarden voor de aanschaffing
van nieuwe gordijnen ten behoeve van de St. Thomas-
school (g.l.o.) aan de Averkampstraat (bijlage no.
345).
17. Ontwerp-voorstel Regionale Commissie Fries
land Gemeentelijk Voortgezet Onderwijs voor het deel-
plan 1971, 1972 en 1973 (bijlage no. 349).
18. Bijdrage van 50% in de kosten van aanstelling
van een secretaris van de Commissie Wetenschappelijk
Onderwijs in Friesland (bijlage no. 359).
19. Wijzigen van de Drank- en Horecaverordening
(bijlage no. 356).
20. Kwijtschelden van de kosten van oververbruik
van leidingwater aan de bewoners van het Mariahof
(bijlage no. 353).
21. Zekerheidsstellingen terzake van aan H. C. Bak
ker Jr. en R. H. Haije, beiden alhier, te verstrekken hy
pothecaire geldleningen (bijlage no. 351).
21a. Aangaan van een geldlening met de N.V. Bank
voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage (bij
lage no. 364).
22. Wijzigen van de statuten van de „Stichting Het
Nieuwe Stads Weeshuis" (bijlage no. 354).
23. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf,
Openbare Werken en de Dienst voor Sport en Recreatie
voor het dienstjaar 1968 (bijlage no. 360).
24. Benoeming van:
a. een bestuurslid van de „Stichting Het Nieuwe Stads
Weeshuis" (bijlage no. 352);
b. vijf leden en vijf plaatsvervangende leden van de
commissie van advies omtrent beroepschriften in
gevolge de Drank- en Horecaverordening (bijlage
no. 350)
c. drie raadsleden tot lid van de commissie, bedoeld bij
artikel 6, 2e lid, der Verordening, regelende het Ge
organiseerd Overleg;
d. een bestuurslid van de Stichting Bejaardencentrum
„Greunshiem" (bijlage no. 355);
e. een hoofd van de Van Sytzamaschool n en van de
Tjerk Hiddesschool (beide g.l.o.) (bijlage no. 363).
De Voorzitter: Ik heet U allen hartelijk welkom op
deze vergadering.
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
Sub A.
Deze berichten worden voor kennisgeving aange
nomen.
Sub B.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aange
nomen.
Sub C en D.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
De heer De Jong (secretaris)Bericht van ver
hindering is ontvangen van het raadslid de heer C. de
Vries, die wegens vakantie hier niet aanwezig kan
zijn.
eerste sectie: de heren J. F. Janssen, J. A. Schönfeld,
J. N. van der Zwaard, B. Kingma, P. J. Engels, Ir. C.
L. Rijpma, J. T. Vellenga, J. Wiersma, Mr. B. P. van
der Veen, G. de Vries, Ir. B. C. van Balen Walter, J.
ten Brug (weth.) en J. Tiekstra (weth.), voorzitter;