8
9
3. Zijn er meer gebieden, waar een passief aan
koopbeleid gevoerd wordt, of zijn de in Uw nota ge
noemde gebieden de enige en in hoeverre is de bin
nenstad hierbij betrokken?
Houdt U voldoende rekening met de factoren waar
over ik sprak: de veranderde inzichten: oude wijk, ver
beter de woning, de zaak van de woningnood en de
nuchtere informatie aan de mensen.
5. Moeten we niet haast maken met afgeronde
rechtsgeldige plannen, juist ook met het oog op al
deze dingen die we vanavond hier bespreken?
6. Ik vraag aandacht voor mijn kritische kantte
keningen n.a.v. de brief van 23 november met een
vervolg daarop, waarover U straks nog meer zult ho
ren. Ik trek als voorlopige conclusie al deze: Stop met
die grap, maar misschien brengt de tweede brief op
heldering op dat punt.
7. Is er ook een herbezinning geboden op de mo
tieven die op dit moment gelden voor welk aankoop
beleid dan ook?
8. Wat is het standpunt van het College t.a.v. de
menselijke, de psychologische, de sociale aspecten?
De heer Rijpma: Na de oorlog heeft sterk de na
druk gelegen op de nieuwbouw. De nieuwbouw is voort
durend begeleid door de angst: Zijn we niet bezig
nieuwe minderwaardige woonwijken te bouwen voor de
laagstbetaalden in onze samenleving, zoals vooral het
geval is geweest in de tijd na de eerste wereldoorlog?
Alsjeblieft geen nieuwe Kinkerstraatbuurten of Staats
liedenwijken. Laten we een stuk herverdeling van het
nationaal inkomen toepassen door gesubsidieerde goede
woningbouw, het bouwen door gemeenten en woning
bouwcorporaties en de kwaliteit van die nieuwe volks
woningbouw telkens verder omhoog brengen. In de ge
neraties, die de twintiger en de dertiger jaren hebben
meegemaakt, leeft een grote angst voor slechte wo
ningen. Sommigen van ons zijn opgegroeid in volledig
onvolkomen huizen zonder het nodige gerief. In hun
gevoels- en verstandswereld is geen plaats meer voor
rug-aan-rug-woningen, waarvan de noordkant de zon
nooit ziet. Het is derhalve begrijpelijk en te prijzen, dat
wethouders van ruimtelijke ordening en volkshuisves
ting met warme steun van College en Raad overal waar
zij dat konden hun aanval op de krotten en krotten-
buurten zijn begonnen. Gezien de na-oorlogse woning
nood konden zij dat alleen daar, waar pandjes leeg
kwamen door toevallige omstandigheden. En de woning
nood heeft langer geduurd dan menig zinnig mens ooit
heeft gedacht. Nu liggen daar de complexen half af
gebroken, soms geheel verkrot. In de nota hebt U ze
opgesomd. En ze liggen er tot ergernis van de bevol
king, vooral omdat de randverschijnselen opvallend ver
velend zijn. De lege plekken worden vuilstortplaatsen,
autokerkhoven, de lege huizen natuurlijk speelplaatsen
van de jeugd, de menselijke liefde voor vuur en water
gaf de jongeren gelegenheid voor „fikkies", de opge
kropte energie van vele jongeren is zo groot, dat op
een pand, dat 's zaterdagsmorgens leeg komt, des mid
dags de aanval wordt ingezet, een bijzonder gunstig
tijdstip uiteraard, omdat de ambtelijke wereld tot de
strengste aanhangers van sabbaths- en zondagsrust be
hoort. Mede gezien die verontrustende nevenverschijn
selen in saneringsbuurten, is onze fractie blij met de
vrij duidelijke beleidslijn in deze nota. Hierin wordt in
ieder geval een duidelijke begrenzing gegeven aan de
gebieden, waarin we actief opereren. Het IJsbaan-
kwartier is bijna afgerond, evenals Werkmanslust. De
Klanderijbuurt en Tulpenburg zijn ver heen. Het Hoek-
sterend is een object in uitvoering. Voor de Kamp in
Wirdum is een rechtsgeldig bestemmingsplan en voor
de bewoners komt op 100 m afstand geschikte woon
ruimte beschikbaar. Voor het in bewoning blijvende
deel van Huizum-Dorp-Sportlaan-Huizumerlaan is het
van het grootste belang, dat de Borniastraat zo snel
mogelijk verbonden wordt met de Tijnjedijk. Daar zou
het bestemmingsplan al zo ver moeten zijn, dat we
zouden kunnen onteigenen.
Momenteel zijn er, dacht ik, drie gebieden, waarover
contraversiële meningen en ergernissen bestaan. En
dat zijn, naar ik meen, Oldegalileën, het gebied tussen
de Verl. Schrans en de le Parkstraat, en de Land-
buurt. Er is een lang verhaal te houden over hoe het
gemoeten had, wat er fout gegaan is, hoe het beleid
had moeten zijn. Op dit moment heeft dat naar mijn
gevoel geen zin. Wat betreft de Landbuurt en een ge
deelte van Oldegalileën, het Pieterseliewaltje ik ben
er zaterdag geweest is er toch sprake van een al
lerellendigste toestand, die niet wezenlijk veranderd is
na de contacten die er met de wijk geweest zijn. Nog
steeds zijn daar de uitgesloopte en uitgerookte huizen
en ondanks alles is er vuilnis op straat en in de huizen.
Je moet hier, dacht ik, kiezen uit drie oplossingen:
het aankoopbeleid stopzetten, het aankoopbeleid ver
snellen en de gekochte huizen snel weer laten bewo
nen, of het aankoopbeleid versnellen en de afbraak
systematisch en correct voltooien. Het aankoopbeleid
stopzetten in de drie genoemde gebieden kan naar mijn
gevoel niet meer. (Dat kon nog wel in de Bisschop
straat. Daar is de vloed net op tijd gekeerd.) In die
drie gebieden moeten we echter doorgaan met kopen.
Burgers, die door ons beleid, welke edele motieven ook
achter dat beleid verborgen zijn, in een troep terecht
zijn gekomen, 'moeten de buurt kunnen verlaten en de
Gemeente moet te allen tijde bereid zijn hun eigen
dom tegen redelijke prijzen over te nemen. In zo'n
buurt kan een winkelier zijn brood niet meer verdie
nen, het moet hem mogelijk zijn het bedrijf te ver
plaatsen of op redelijke voorwaarden te liquideren.
Voor het Pieterseliewaltje en de Landbuurt zal onze
fractie aan de aanbeveling „snel kopen" graag toe
voegen „en de gekochte panden zo snel mogelijk ver
huren", zodanig, dat we de blokken in hun geheel ten
slotte kunnen slopen. Voor een deel van het woning
bestand in deze buurten zal het helaas niet meer gaan.
Tientallen woningen zijn al zo ver door onbevoegden
gesloopt, dat snelle afbraak de enige oplossing is. Is
het ambtelijk apparaat wel snel genoeg met de inbe-
zitname Er staat een clausule in de nu af te
sluiten contracten, dat wij de woningen tijdig in bezit
kunnen nemen, maar wordt er wel zo'n haast mee
gemaakt en is het samenspel tussen de diensten die
erbij betrokken zijn, wel zodanig, dat de jeugd geen
mogelijkheid krijgt om haar sloop-activiteiten op de
meest ongelegen momenten daar te manifesteren? Of
is misschien in een buurt als de Landbuurt de vraag
naar woningen eventueel door jongeren uit Leeu
warden toch te klein om de snelle herbewoning te
kunnen waarborgen? Als dat zo is, blijven de panden,
ondanks onze zorgen, te lang leeg staan en dan wordt
het probleem moeilijker. Gezien de stand van heden
in de Landbuurt, vraag ik mij nu persoonlijk af, of
we er niet beter aan zouden doen dit gebied van de
passieve sfeer over te brengen naar de actieve sfeer
en er zo snel mogelijk voor te zorgen, dat er een niet-
ingewikkeld bestemmingsplan komt, waarop we even
tueel een procedure kunnen gaan toepassen.
Er is één gebied in de nota genoemd, waarin een
actief aankoopbeleid wordt gevoerd en dat niet tot het
saneringsgebied behoort. Dat is het tracé van de Oos-
tergoweg. Voor de woningen binnen dit tracé geldt
een opdracht, dacht ik, aan het Grondbedrijf: slopen
wat in eigendom verkregen is. Mijn vraag is: Ver
wacht het College, dat de aanleg van deze weg in
1972 of 1973 kan beginnen Als dat het geval is, zullen
we de bewoners van die buurt systematisch verder aan
vervangende woonruimte moeten helpen, maar als dat
in 1972 of begin 1973 niet het geval is, dan komen we
voor deze buurt, dacht ik, voor bijzonder grote psy
chologische moeilijkheden te staan, omdat in deze wijk
een groot aantal huizen staan, waarvan de kwaliteit
nog „gangbaar" is. En dan is mijn vraag daarover: Is
het mogelijk om voorlopig te stoppen met het afbre
ken in deze buurt, ondanks de financiële consequen
ties, zodanig, dat misschien de zuidzijde van de Eysin-
gastraat nog wèl aan de hamer ten offer valt, maar
dat het blok aan de noordkant van de Eysingastraat
tot en met de Huizumerlaan voorlopig intact gelaten
wordt? Dit vraag ik ook, gezien tegen de achtergrond
van het geringe bestand aan vervangende woningen
dat wij op het ogenblik hebben, en gezien in het per
spectief van de doorstroming die over l/2 a 2 jaar
misschien op gang komt naar het nieuwe gebied
Lekkumerend.
Van de gebieden, waarvoor een passief aankoopbe
leid geldt, noemt U misschien om allerlei redenen
naast de Landbuurt niet zoveel méér. Er zijn een aan
tal gebieden ik denk aan de Kanaalstraat waar
in het probleem van aankoop en bewoning niet zo'n
grote rol speelt omdat een en ander op dit moment
niet al te ongunstig verloopt en er ook geen reden is
om daarover veel zorgen te hebben, maar dan staat
er n.a.v. het passieve aankoopbeleid op pag. 3 van de
nota deze zin: „Ook zal het voorkomen, dat panden
te koop worden aangeboden in een gebied, waarvoor
de plannen nog maar in een pril stadium van voor
bereiding zijn, doch waar het aankopen uit economi
sche overwegingen voor de Gemeente wenselijk en ver
antwoord is." Ik zou mij kunnen voorstellen, dat in
zulk een gebied een overgang mogelijk is naar een
passief aankoopbeleid dat daar op het moment nog
niet plaats heeft. Ik zou van het College eigenlijk de
toezegging willen hebben, dat t.a.v. aankopen, als in
de aangehaalde zin bedoeld, in gebieden, die niet in
de nota genoemd zijn, duidelijk overleg met de Raad
of met de organen van de Raad zal plaats vinden.
Ik kan mij de oorsprong van de geciteerde zin wel
voor de geest halen. Vlak naast het Stadhuis is een
gebied, waarvan wij vastgesteld hebben, dat de huizen
daar gekocht zullen moeten worden. Dat is een gebied,
ten aanzien waarvan het aankoopbeleid niet tot het
actieve, maar tot het passieve wordt gerekend en daar
slaat natuurlijk een zin als ik voorgelezen heb, precies
op. Maar deze zin zou ook een mogelijkheid kunnen
openen om, zonder volgens een beleidsplan te hande
len, weer tot aankopen over te gaan in gebieden die
wij voorlopig toch nog niet nodig hebben. En wij zien
op het ogenblik, welke consequenties aan zo'n beleid
verbonden zijn.
Het renovatiebeleid van de Gemeente en de woning
bouwcorporaties zal zich tot meer buurten moeten uit
strekken dan wij in eerste instantie en dat is nog
niet zo lang geleden; het rapport daarover is nog niet
zó oud gedacht hebben. Vele mensen verkiezen een
verbeterde woning in een smalle stratenbuurt boven
een gestileerde nieuwbouwwijk. En dat blijken niet
alleen oudere mensen te zijn. Dan kom ik als voor
beeld ook aan een buurt, die, dacht ik, gemeentelijk
eigendom is, n.l. het Mariahof. Daar is weer zo'n plek,
waar iets kan beginnen wat wij mogelijkerwijze niet
in de hand hebben. Er staat een gebouw, op één ka
mertje na, zo heb ik in de krant gelezen, leeg. Ik heb
gezien, dat alle ruiten er aan de voorkant althans
nog in zitten, maar de toegang voor de jeugd is
niet moeilijk. En hier zou ons weer als we niet
oppassen een wijk uit handen kunnen vallen, waar
van het, dacht ik, op dit moment nog niet juist zou
zijn deze te amoveren. Ik zou mij kunnen voorstellen,
dat wij voor dit kleine gebiedje, gezien de behoefte
aan kleine woningen voor alleenstaanden, nog iets
anders gaan hanteren dan de bulldozer en de dragline
en toch eens gaan kijken, of wij dit gebiedje en zo
zijn er nog wel een paar op dit moment toch niet
zouden moeten handhaven.
Dat zijn wat kanttekeningen in eerste instantie bij
de nota van B. en W.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering
voor de eerste koffiepauze.
De Voorzitter heropent, om 21.10 uur, de vergadering.
De heer Faber: Er zijn al vele zinnige dingen ge
zegd over deze zaak, maar ik wilde toch nog een paar
noemen.
Bij het aankopen van panden in de saneringsgebieden
stuit de Gemeente steeds op een aantal moeilijkheden,
wat natuurlijk helemaal niet zo vreemd is. In de stuk
ken wordt een aantal redenen genoemd waarom men
tot onteigening moet overgaan. Daarbij spelen uiter
aard de financiën een belangrijke rol, maar ook men
tale weerstanden, die vooral voor bejaarden gelden.
Dat is ook al weer begrijpelijk, maar daar kun je niet
zoveel aan veranderen. Tot die mentale weerstanden
zou je ook kunnen rekenen het laatste punt dat wordt
genoemd, n.l. het wantrouwen van de bewoners of de
eigenaars ten opzichte van de Gemeente, wat betreft
de noodzaak en het tijdstip van uitvoering van de
plannen. Nu kan men die noodzaak wel buiten be
schouwing laten, maar ten aanzien van het tijdstip van
uitvoering ligt het wel even anders. Om te kunnen ont
eigenen moet de Gemeente dat is zo langzamerhand
wel bekend een rechtsgeldig bestemmingsplan heb
ben. Als dat er niet is, weten de bewoners niet, wat er
staat te gebeuren en ik kan mij heel goed voorstellen,
dat men zich onzeker voelt, als men vaag iets van
plannen heeft gehoord, maar er het rechte niet van
af weet. Er is zonet genoemd de Willem Sprengerstraat,
Oldegalileën e.o. en er is al gezegd wat ik ook had
willen opmerken dat de menselijke kant, de so
ciale kant, bij het aanpakken van zulke gebieden te
weinig aandacht heeft gekregen in deze nota, m.n. wat
het woonklimaat betreft. Er wordt wel nadrukkelijk
een paar keer de 80 pct.-bijdrage van het Rijk in de
verwervingskosten genoemd en natuurlijk is de finan
ciële kant van de zaak ook erg belangrijk. Van de
gebieden die genoemd zijn, is er eigenlijk alleen voor
de Kamp in Wirdum een rechtsgeldig bestemmingsplan.
Ik kan me voorstellen, dat men bijv. ten aanzien van
een gebied als de Parkstraten in plaats van tot af
braak zou zijn overgegaan tot korte-termijn-verhuur.
Er zijn genoeg studenten, kunstenaars en jonge stel
letjes, die een huur op korte termijn graag zouden
accepteren, omdat een flat voor hen gewoon veel te
duur is. Ik zou U willen vragen, of het niet mogelijk is
de afbraak van bewoonbare panden in het actieve aan
koopbeleid zo lang mogelijk uit te stellen en deze pan
den op korte termijn te verhuren. In denk hierbij in
de eerste plaats aan het toenemende aantal studenten
bij Ubbo Emmius en de grote belangstelling die er
altijd bij studenten voor dit soort panden bestaat, ook
al is de termijn, waarvoor ze die huren, betrekkelijk
kort. Ik weet uit eigen ervaring wel, dat daarvoor
best regelingen zijn te treffen, die niet tot moeilijk
heden behoeven te leiden, wat betreft het opzeggen
van de huur. Bij niet-verhuren van zulke panden aan
studenten zou mogelijk de noodzaak van studenten
flats aan de dag treden, maar die noodzaak kun je
toch in eerste instantie beter vermijden. Bovendien
krijgt de Gemeente ook in deze gevallen toch die 80%
rijksbijdrage wel, ook al wordt het wat later en zal
ze daardoor vanzelfsprekend wat renteverlies moeten
lijden. Maar daar staat natuurlijk een gering bedrag
aan huur tegenover. Ik weet niet, of het mogelijk is
de nota in die zin te wijzigen, dat men in het kader
van het actieve aankoopbeleid panden op korte ter
mijn gaat verhuren. Dat wilde ik graag horen.
Vervolgens heb ik een vraag n.a.v. het passieve
aankoopbeleid. Op pag. 5 bovenaan staat, dat de op-
knapkosten beperkt gehouden moeten worden, omdat
nu eenmaal vast staat, dat het pand t.z.t. afgebroken
zal moeten worden. Dat begrijp ik eigenlijk niet. Dat
lijkt mij min of meer af te hangen van de bestemming
die op dat gebied ligt. Ik kan me best voorstellen, dat
dergelijke panden in een plan zouden passen, mits ze
van goede kwaliteit zijn. Kunt U toelichten, waarom
ze afgebroken moeten worden? Ik denk hierbij bijv.
even aan de gang van zaken met de huizen aan de
Groningerstraatweg bij het Vrijheidsplein. Was het
v/el noodzakelijk om alles op dat punt af te breken?
Een derde vraag die samenhangt met het passieve
aankoopbeleid, betreft de laatste alinea van blz. 3, on
der III. Hier wordt erop gewezen, dat men een voor
zichtig aankoopbeleid dient te voeren i.v.m. de finan
ciële situatie, waarin de Gemeente verkeert. Wanneer
men die financiële paragraaf bekijkt, dan zou men
misschien wel de indruk krijgen, dat men voordeliger
koopt op korte termijn, maar daar staat tegenover
ook van een andere kant zal er waarschijnlijk nog wel
op gewezen worden dat door een lange wachttijd
renteverlies wordt geleden. Heeft U daarover erva
ringscijfers betreffende de verschillende gebieden
De heer Rijpma heeft al de kwestie van vervangen
de woonruimte aangeroerd voor bewoners van te slo
pen panden in het gebied Eysingastraat-Huizumerlaan
enz. Ik zou zijn vraag willen herhalen: Wanneer wor
den de plannen i.v.m. de uitvoering van de Oostergo-
weg gerealiseerd?
Nu mijn laatste punt. Ik weet niet, of dat hier
thuishoort; misschien kan het ook in een commissie
behandeld worden. Deze vraag kwam toch even bij mij
op: Als de Borniastraat doorgetrokken wordt, loopt
ze dan door Huizum-Dorp of is er ook nog een mo
gelijkheid die straat zuidelijker te leggen? Ik vraag
dit alleen maar i.v.m. eventuele consequenties voor het
aankoopbeleid ter plaatse.