jsZéM
22
RAADSVERGADERING
van dinsdag 22 februari 1972,
's avonds 18.00 uur.
a
f 7,50 uitgetrokken en heeft zich kennelijk gehouden
aan de laatste uitspraak van de Kroon; de gemeente
Tietjerksteradeel heeft een bedrag van f 10,50 uitge
trokken en de gemeente Wonseradeel een bedrag van
f 10,En dan is er nog een aantal gemeenten dit jaar
naar f 12,gegaan; dat zijn Achtkarspelen, Hindeloo-
pen, Het Bildt en Oostdongeradeel. Wanneer men die
cijfers eens naast elkaar legt en die vergelijkt met het
bedrag dat Leeuwarden uittrekt (f9,dan kom ik
eigenlijk tot deze vraag: Wordt er in diverse gemeenten
langzamer gewerkt dan in Leeuwarden Of werkt
anders gezegd Leeuwarden sneller dan andere ge
meenten? Ik vind dit een logische vraag.
Ik vind het belangrijk te weten het is niet in de
Commissie Onderwijs ter sprake gekomen; ik wil wel
bekennen, dat ik er ook niet aan gedacht heb erover
te praten wat het advies-bedrag geweest is van het
Rijksschooltoezicht. Ik meen te hebben gehoord, dat
het f 10,50 was. Als dat juist is, zou ik willen vragen
wat de reden is, dat Leeuwarden zich daaraan niet ge
conformeerd heeft.
Ik wil het hier eerst maar bij laten wat de raadsbrief
betreft, maar er blijft nog één punt over en dat is het
documentatiecentrum. Het ligt in onze fractie zo, dat
wij voor 1972 eigenlijk deze zaak achterwege willen
laten voor de gemeente Leeuwarden. Wij onderschrijven
de wenselijkheid van een documentatiecentrum wel. Ik
geloof, dat de motivering duidelijk is. Ik zou dus met
een maar een voorstel willen indienen, luidende:
„De Raad der Gemeente Leeuwarden, in vergadering
bijeen op 21 februari 1972; besluit in 1972 niet deel te
nemen in een provinciaal documentatiecentrum ten be
hoeve van het onderwijs."
Deze motie is mede-ondertekend door de heer
Schaafsma.
De heer Snel: Uit dit hele pakket zou ik even het
bedrag per leerling willen lichten. Daar zitten drie
elementen in die heeft de heer Visser ook al ge
noemd n.l. het documentatiecentrum, de t.v.-vergoe-
ding en de administratiekosten.
Voor de inrichting van een documentatiecentrum is
f 5,per leerling beschikbaar. Hierdoor zal een be
sparing van f 2,optreden op de normale leermidde
len. Bij de beantwoording van de vragen met betrek
king tot de begroting 1972 zegt U op blz. 44 van het
blauwe boek, dat deze verlaging is gebaseerd op het
oordeel van de Rijksinspecteur. Kunt U ook zeggen
welke motieven aan het oordeel van de inspecteur ten
grondslag liggen? Wat is de reden van het eventueel
niet doorgaan van een documentatiecentrum?
Ten aanzien van de t.v.-vergoeding kan ik zeggen,
dat ik mij geheel kan vinden in hetgeen de heer Visser
heeft gezegd. Hij heeft gezegd, dat de kleine scholen
aan het vastgestelde bedrag te kort komen. Als een
school 50 leerlingen heeft en de buitenscholen heb
ben dat meestal nog niet eens dan komt die school
met een bedrag van f 1,50 per leerling niet eens uit.
Ik zou ook willen vragen iedere school f 75,luister
geld te geven en het resterende bedrag uit te keren in
de vorm van een bedrag per leerling; dan krijgt iedere
school (per leerling) hetzelfde.
Het bedrag voor administratiekosten is niet exact
vast te stellen; dat is wel duidelijk. De jurisprudentie
die ten aanzien hiervan bestaat, houdt ook duidelijk
overal een slag om de arm. Nu dacht ik, dat de gelijk
schakeling van het onderwijs een heel goede zaak was.
Het is waarschijnlijk ook de enige methode om onrecht
te voorkomen. Maar we moeten wel van beide zijden
ik bedoel hiermee openbaar en bijzonder onderwijs
een beetje geven en nemen. Mijn fractie is het dan ook
eens met de publikatie in „De Nederlandse Gemeente"
van 7 januari 1972, waarin het met name gaat om het
in de raadsbrief genoemde preadvies. In de genoemde
publikatie staat en ik citeer: „De Gemeentebesturen
behoeven niet onder de indruk te komen van het feit,
dat bijzondere scholen hun administratiekosten niet ge
heel kunnen bestrijden met het element administratie
kosten in het bedrag per leerling. Reden tot bezorgd
heid is er pas wanneer blijkt, dat het bijzonder onder
wijs met het bedrag per leerling, inclusief element ad
ministratie, niet kan uitkomen voor een redelijke ex
ploitatie, inclusief de administratie van zijn scholen. Het
bijzonder onderwijs kan en mag immers gerust de ont
vangen exploitatievergoedingen anders besteden, dan
overeenkomstig de samenstelling van het bedrag per
leerling." Om deze reden, vooral ook als wij de bedra
gen die wij per leerling uitkeren, gaan vergelijken met
die van soortgelijke gemeenten in Friesland en daar
buiten, menen wij, dat het nu voorgestelde de toets der
kritiek zeker kan doorstaan. Wij zijn dan ook van me
ning, dat de f 9,vooral ook omdat het een voor
lopige vaststelling is voor ons acceptabel is.
Nu nog iets over de motie van de heren Visser en
Schaafsma. De Wethouder heeft bij het ordedebatje
over dit punt al toegezegd, dat het bedrag voor het
documentatiecentrum op zich er wel uitgelicht kan
worden. De zaak zelf is voor onze fractie wel zo be
langrijk, dat wij toch wel graag aan dat documentatie
centrum zouden willen vasthouden.
De hear Miedema: Efkes eat oer „de orde". Hwat
is de bidoeling? Geane wy troch as dit punt öfhannele
is, of sette wy der dan in punt efter? Dat woe ik nou
graech witte. (Stim: Wy sitte ek mei de bigreating!)
De Voorzitter: De heer Miedema zegt zo dapper:
We zetten er een punt achter. Dat is natuurlijk best,
maar wij willen toch ook wel graag doorwerken. (De
heer Ten Brug (weth.): Wij moeten voor 1 maart a.s.
nog een aantal besluiten nemen.) Morgenavond is er de
eerste afdelingsvergadering en de hele machinerie van
de afdelingsvergaderingen gaat draaien. Anders zou ik
zeggen: We vergaderen morgenavond verder. (De heer
Rijpma: Dat hebt U nog nooit gezegd.) Dat zou ik
dan nu rustig zeggen. (De heer Rijpma: Dat zou dan
de eerste keer zijn.) Het zou minstens de tweede keer
kunnen zijn. Ik zou een beroep op U willen doen, te
trachten deze punten af te handelen. (De hear Miedema:
Wy kinne it koart meitsje. Ik wit net hwat de Ried
bislüt, mar, hwat der ek foar in bislüt komt, ik gean
nei hüs. Ik bliuw hjir net langer sitten as dit punt
ófhannele is.)
De heer Ten Brug (weth.): Het is jammer, dat de
vraag ten aanzien van stoppen of doorgaan juist bij
deze punten gesteld wordt. Wij moeten een deel van
deze onderwijspunten beslissen voor 1 maart. Wij zou
den het bijzonder onderwijs misschien spreekt dat de
heer Miedema aan in bijzonder grote moeilijkheden
brengen als wij dat niet doen. (De hear Miedema:
Nou, dan dogge wy it moarnier, of oare wike; it kin
my neat skele hwannear. Mar nou net. Ik wol net mear.
Na overleg wordt besloten de vergadering morgen
avond voort te zetten, om 18.00 uur.
De Voorzitter schorst, om 0.10 uur, de vergadering
tot morgenavond (22 februari, 18.00 uur).
SHEHiSiSHHHni
Voortzetting van de vergadering van 21 februari
Aanwezig 29 leden: de dames E. Brandenburg-
Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visseher-Bouwer,
M. M. Th. Visser-van den Bos en L. Woudstra-Peene
en de heren S. Bouma, J. ten Brug (weth.), G. Buising,
G. F. Eijgeiaar, T. H. van Haaren, J. Heetla (weth.),
O. Hèidinga, H. Jansma, J. de Jong, K. J. de Jong
(weth.), A. Klomp, H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L.
Rijpma (vanaf 18.25 uur), J. Schaafsma, J. B. Singel-
sma, P. Snel, K. Spoelstra, J. Tiekstra (weth.), P. van
der Veen, L. Visser, G. de Vries, K. Weide (weth.) en
J. Wiersma.
Afwezig: de heren Drs. D. Faber, W. Hemstra, J. F.
Janssen, J. Knol, W. S. P. P. de Leeuw, N. Sterk, Mr.
B, P. van der Veen en J. T. Veilenga.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
De Voorzitter: Het is zes uur en aangezien het
quorum ruimschoots aanwezig is, stel ik voor te begin
nen. Ik heet U hartelijk welkom op deze vergadering
van de Raad.
Punt 17 (vervolg).
De Voorzitter: Wé zijn gisteravond midden in de
eerste instantie blijven steken. Zijn er nog raadsleden
die het woord willen voeren over dit punt Nee, dan
verzoek ik Weth. Ten Brug nu een antwoord te geven
op de opmerkingen van de raadsleden. De motie van de
heren Visser en Schaafsma maakt mede deel uit van
de discussie.
De heer Ten Brug (weth.): Nu U toch die motie
noemt, mijnheer de Voorzitter, is het misschien goed,
dat ik daar eerst even over spreek. In de besluiten be
horende bij het voorstel, dat voor ons ligt met betrek
king tot het kostenbedrag per leerling moet vóór 1
maart a.s. een beslissing worden genomen in verband
met de subsidiëring van het bijzonder onderwijs is
het onderdeel van het documentatiecentrum niet ver
werkt. U ziet, dat uit de berekening voortvloeit een
bedrag per leerling (voor leermiddelen) van f37,Dat
komt, omdat wij daarnaast een post hebben op de be
groting waarin die f 5,voor het documentatiecen
trum zit. In het voorstel staat ook ik kom daar
straks nog even op terug i.v.m. vragen van de heer
Snel; waarom aan de ene kant een korting van f2,
en aan de andere kant een toekenning van f 5,
dat wij voorshands zouden willen vaststellen het bedrag
van f 37,- -|- f 2,f 39,en dit ook willen be
talen aan het bijzonder onderwijs. Want zouden wij
later alsnog vaststellen, dat wij meedoen aan het do
cumentatiecentrum, dan zou dat in de situatie waarin
wij nu verkeren, nog een verhoging met f3,bete
kenen. Wij hebben dit bewust gescheiden. Zolang het
documentatiecentrum er niet is, hoeven wij deze uit
gave niet te doen t.b.v. het openbaar onderwijs. Het
bijzonder onderwijs hoeft die uitgave dan uiteraard ook
niet te doen, maar als we het bedrag voor het docu
mentatiecentrum wel in de berekeningen opnemen, dan
zouden ze wel f 3,extra innen. Nu kunnen wij van
avond wel uitvoerig discussiëren over het al dan niet
meedoen aan het documentatiecentrum, maar ik heb
het idee, dat wij dan ook weer een beetje verzeilen in
een discussie over de begroting; dat is gisteravond ook
gebeurd. Dan komt de begroting van de meerderheid
eiEdi® van c,e minderheid weer aan de ox'de en dat lijkt
mij niet juist. Ik wil voorstellen het documentatiecen
trum buiten beschouwing te laten en een beslissing te
nemen op grond van de andere cijfers. Als de Raad
daarmee akkoord kan gaan, dan kan straks wel wor
den bekeken of er nog aanleiding is een motie in te
dienen.
Dan stap ik nu over naar de andere punten. De heer
Visser is begonnen met de mededeling, dat zijn fractie
in grote lijnen akkoord kan gaan met de vaststelling
van het bedrag per leerling, zoals dat in het voorstel
is genoemd. Daarin heeft hij uiteraard ook verdiscon
teerd, dat er wel f 37,uitrolt, maar dat in feite voor-
lopig f 39,zal worden uitbetaald. Hij heeft nog een
opmerking gemaakt over het kijkgeld (f75,dat de
scholen moeten betalen. Wij zijn er ook tegenaan ge
lopen, dat dat niet evenredig op de scholen drukt. Een
school van één klas en een school van zes of meer
klassen moeten allebei f 75,betalen en per leerling
uitgedrukt is dat voor de kleine scholen onvoordelig.
In ons voorstel staat, dat wij deze kwestie nader willen
bekijken. Dat kan ook wel, omdat tevens in de raads
brief staat, dat wij ons afvragen en daar heeft de
heer Visser gister ook over gesproken of die 5%
niet aan de schriele kant is. Die 5% is indertijd aan
gehouden; de cijfers dateren van april/mei en toen
waren de algemene richtlijnen die van het Ministerie
werden gegeven: Reken voorlopig op een stijging met
5%. Wij mogen wel aannemen, dat dat percentage ho
ger wordt en zoals al in het voorstel staat als
inderdaad blijkt, dat er een aanmerkelijke stijging is,
zullen wij alsnog met een voorstel komen om het be
drag per leerling aan te passen, zodat men in feite kan
doen wat men tot nu toe heeft gedaan, want daar
komt het op neer. Als we deze zaak nog eens bekijken,
kunnen we meteen die kwestie van het kijkgeld bezien.
De heer Snel, die ook over dat kijkgeld heeft gespro
ken, heb ik hiermee ook beantwoord, neem ik aan.
Zowel de heer Visser als de heer Snel hebben ge
sproken over het bedrag voor de administratiekosten,
dat eigenlijk alleen maar doorwerkt naar het bijzon
der onderwijs; in ons voorstel is het bedrag voor ad
ministratiekosten vastgesteld op f 9,Wij hebben
meer dan eens in deze Raad gesproken over dit bedrag.
Ik geef toe, dat dit een moeilijke kwestie is. De heer
Visser heeft zijn licht nog eens opgestoken bij verschil
lende gemeenten in Friesland. Achtkarspelen is met
f 12,het hoogste en volgt daarmee Groningen. Sneek
is met f7,50 de laagste. Wij zitten, met Oostdongera
deel, op f 9,Het is een moeilijke materie en U hebt
bij de stukken ook een uitvoerige uiteenzetting gezien
van de V;N.G„ naar aanleiding van een voorstel van
dc Centrale Bond van Katholieke Scholen, dat, meen
ik, inhield het bedrag voor administratiekosten op
f 18.te brengen. Wij wachten nog steeds en dat
is de ellende op het moment, dat de Minister zelf
eindelijk eens zal vertellen welk bedrag moet worden
vastgesteld. Dat kan hij doen, want het wettelijk kader
Waarin dit moet gebeuren, is al lang geregeld, maar
blijkbaar ziet men er op het Ministerie op dit moment
ook geen gat in. Het enige houvast dat wij hebben
de heer Visser heeft de vraag gesteld, of wij de Rijks
inspectie ernaar gevraagd hebben; dat hebben wij niet,
maar wij krijgen ook weinig gegevens van die zijde
op dit punt zijn de K.B.'s die op dit punt zijn ver
schenen. Wanneer we die strikt zouden volgen, dan ko
men we, dacht ik, in de buurt van de f7,50 van de
gemeente Sneek, maar wij zitten daar al een paar jaar
boven. Ik geloof, dat hierbij ook in acht moet worden
genomen, dat het niet alleen de Secretarie is want
daar gaat het bij dit onderdeel om die administra
tiekosten maakt voor het onderwijs, maar dat m.n. ook
een dienst als Openbare Werken administratiekosten
heeft; die heeft de hele voorbereiding in handen van
het onderhoud van de scholen. Het is algemeen bekend
en zo kan je het ook verklaren, dacht ik dat in
het ondei'houdsbedrag van Openbare Werken het
wordt wel eens erg hoog genoemd een heel stuk
administratiekosten verwerkt zit. Ik heb het idee, dat
wij niet al te zeer uit de pas lopen. Ik vind wel -E en
dat is ook niet anders vol te houden, gezien de redene
ring die wij t.o.v. onder andere het leermiddelenbedrag
hebben gevolgd; wij hebben een bepaalde tendens aan
gehouden, ook in de salarissfeer dat, wanneer hal
verwege het jaar blijkt, dat wij voor het jaar 1972
aan de verkeerde kant zitten, met de hervaststelling
van het hele bedrag ook dit element moet worden
aangepast.
De heer Snel heeft ook nog een algemene opmerking
gemaakt over het bedrag voor administratiekosten. Ik
ben het in principe met hem eens. Hij heeft een artikel