,9
overeenstemming komen? Het is, dacht ik, zo, dat op
twee na alle bibliotheken in Friesland bij de C.B.D.
zijn aangesloten. Van die twee is de Openbare Biblio
theek van Leeuwarden er één. Is men misschien bang
voor het verlies van de zelfstandigheid Hebben die
andere bibliotheken daar dan geen last van?
U spreekt in Uw antwoord op de vragen 1 en 2 over
een werkgroep die in japuari zal worden ingesteld. Is
die werkgroep er al? Het is nu maart. Zou het mo
gelijk zijn om die werkgroep aan een vaste termijn te
binden die niet overschreden mag worden om
met het door U genoemde rapport te komen? Is het
bovendien niet veel beter deze werkgroep op te dra
gen de integratie van de Openbare Bibliotheek in de
C.B.D. te laten bestuderen i.p.v. zoals U hier schrijft
de eventuele mogelijke vormen van samenwerking?
Wat vraag 3 betreft, zou ik de volgende opmerking
willen maken. In het antwoord schrijft U over het
verdubbelen van het rijkssubsidie bij integratie van de
openbare bibliotheken in de centrale bibliotheekdien
sten. Is het nu zo, dat de plaatselijke bibliotheek in
het verleden geen gebruik van deze verdubbeling van
het subsidie heeft kunnen maken alleen omdat die niet
in de C.B.D. was geïntegreerd? Moeten we stellen, dat
het niet-geïntegreerd-zijn van de Openbare Bibliotheek
en de R.K. Openbare Bibliotheek ons geld heeft ge
kost? Daar komt het dan wel zo ongeveer op neer,
dacht ik. Beide bibliotheken worden tenslotte door de
Gemeente gesubsidieerd. Vindt U bovendien niet, dat
een spoedige integratie van de Openbare Bibliotheek
en de R.K. Openbare Bibliotheek in de C-B.D,
een zaak van groot belang is in verband met het
geen U in het laatste deel van het antwoord op vraag
3 schrijft? (Op langere termijn opent de beoogde sa
menwerking zeker mogelijkheden tot verhoogde rijks
subsidies.) Verder wil ik graag weten aan welke mo
gelijkheden U denkt, als U het over „mogelijkheden
tot verhoogde subsidies op langere termijn" heeft.
Ik heb enkele gegevens bij mij. In de gemeente De
venter (de gegevens zijn van 1970, dat moet ik er bij
zeggen) zijn in 1970 op een inwonertal van 65.000,
497.000 boeken uitgeleend. In Leeuwarden (Openbare
Bibliotheek) werden in 1970 ruim 302.000 boeken uit
geleend bij een inwonertal van 88.000. Dat scheelt
nogal wat. Het rijkssubsidie dat Leeuwarden heeft ge
had, bedraagt f 71.000,in Deventer kreeg men
f 185.000,Dat is meer dan tweemaal zoveel. Nu
valt dat verschil voor een groot deel te verklaren uit
het feit, dat de bibliotheken in Deventer wel zijn ge
ïntegreerd. Dit voorbeeld wijst, dacht ik, in de rich
ting van de wenselijkheid van die integratie.
Ik wilde het hier eerst maar bij laten.
De heer Weide (weth.): Ik kan U zeggen en dan
begin ik bij de laatste vraag dat ik het van uiter
mate groot belang vind, dat er een integratie
plaats vindt van het bibliotheekwezen in Leeuwarden.
Vanuit dat gezichtspunt hebben wij het afgelopen jaar
de onderhandelingen gevoerd. Ik ben met bijzonder veel
optimisme met de onderhandelingen gestart; ik ben
nog steeds optimistisch, maar er doen zich wel de no
dige hindernissen voor in dit proces. Beide bibliotheken
ken in Leeuwarden hebben te maken met een stuk eigen
zelfstandigheid, een traditie en een voorgeschiedenis.
Het is altijd moeilijk bij dit soort instituten, die een
goede functie hebben, de tradities e.d. te doorbreken,
teneinde tot een samenwerking met andere instituten
over te gaan. Angst is altijd een bijzonder slechte raad
geefster. Wij zullen van onze kant al het mogelijke doen
de integratie te realiseren.
Ik weet niet uit mijn hoofd hoe vaak wij contact
hebben gehad met de Openbare Bibliotheek. B. en W.
hebben tweemaal met een groot gedeelte van het be
stuur van de bibliotheek gesproken, ik heb enkele ma
len met een deel van het bestuur gesproken en er is
verschillende malen contact geweest tussen het bestuur
en de betreffende afdeling van de Secretarie.
De laatste besprekingen met C.B.D., Openbare Bi
bliotheek en R.K. Openbare Bibliotheek hebben enkele
maanden geleden plaats gehad. Toen heb ik alle be
stuursleden recht op de man af gevraagd of zij bereid
waren mee te werken aan een werkgroep die zou
moeten komen met plannen voor integratie van het
bibliotheekwezen. Zij hebben alle drie gezegd, dat zij
daartoe bereid waren. Zij hebben daaraan wel direct
een aantal voorwaarden verbonden, o.a. ten aanzien
van de samenstelling van de werkgroep. De werkgroep
is inmiddels ingesteld en zal binnenkort vergaderen.
De werkzaamheden van de werkgroep zullen worden
verricht in nauwe samenwerking met de rijksinspee-
trice en met de hoofdinspecteur, de heer Zwiers uit
Rijswijk. Wij stellen ons voor, dat op de eerstvolgende
vergadering die onder mijn leiding zal staan
de heer Zwiers een inleiding zal houden over het goed
functioneren van het moderne bibliotheekwezen binnen
één gemeente. Ik kan U zeggen, dat de samenstelling
van de werkgroep zal afhangen van de te behandelen
onderwerpen. Wij hebben op het ogenblik elf onder
werpen te behandelen die tot een samenwerking zou
den kunnen leiden. De onderwerpen zijn: boekverwer
ving en collectievorming, inlichtingenwerk, de biblio
bussen, het schoolbibliotheekwerk, het bedrijfsbiblio-
theekwerk, het bibliotheekwerk gericht op bejaarden,
bedrijfs- en financieel beheer, automatisering van de
gezamenlijke ledenadministraties, gemeenschappelijke
inning van abonnementsgelden, samenwerking perso
neel, discotheek. Er zijn nog een aantal punten te noe
men waarbij een nauwe samenwerking mogelijk zou
zijn. Ik hoop, dat ik bij mijn pogingen om de samen
werking te doen lukken, Uw aller steun zal krijgen.
Wij moeten nog heel wat barrières doorbreken.
De Voorzitter: Wilt U nog punten claimen voor de
plenaire zitting?
De heer Buising: Ja, ik wil dit volgnummer graag
opnieuw aan de orde hebben bij de begrotingszitting.
De Voorzitter: Het gaat U om de samenwerking?
(De heer Bousing: Noteert U maar volgno. 536.) We
moeten wel een wat exacte omschrijving hebben. Maar
ik heb, geloof ik, goed begrepen, dat U wilt spreken
over de samenwerking en integratie van de drie biblio
theekdiensten. Akkoord? (De heer Buising: Ja.)
Volgno. 538.
De hear P. van der Veen: Hoe is it mooglik, dat
yn de Kommisje foar Sport en Rekréaesje in plan
op tafel komt foar in sporthal anneks swimbad yn it
plan Kealledykje en dat der rüzich praet wurdt oer in
ünderling forban mei de oankochte pleats dy't faeks
ek as wyksintrum brükt wurde kin, mar dat der in
dei letter in tekening yn 'e krante stiet fan it hiele plan
Kealledykje hweriit blykt, dat de beide objekten sa
fier fan elkoar öf lizze, dat it yn kombinaesje brüken
amper réalistysk neamd wurde kin? My hat altiten
foar de geast stien, dat beide objekten fuort njonken
elkoar leine. Ik bin op dat punt yn de kommisje ek
nea tsjinsprutsen. Hwerom hawwe wy nea dy hiele
situaesje op tekening krige Komt nou de kombinearre
funksje net yn gefaer? Is der ek in mooglikheit swim
bad en sporthal hwat tichter by dy pleats to krijen?
Dat wiene myn fragen nei oanlieding fan fraech 4.
De Ljouwerter lishal wurdt fansels ek in hiel pro
bleem. Ik freegje my óf hoe't de Wethalder tinkt to
réagearjen as dizze saek op lis takomt.
Yn fraech 10 wurdt praet oer de manege. Nou hat
de Wethalder yn de riedsgearkomste fan 21 febrewaris
sein, dat der al in plan foar in manege wie. Dat plan
hawwe wy lykwols nea sjoen.
Mevr. Woudstra-PeeneBij vraag 1 wil ik een op
merking maken en daaraan een vraag koppelen. Het
kan nu nog niet omdat alle velden en zaalruimten
volledig bezet zijn, maar als nu straks de derde sport
hal in het plan Kalverdijkje klaar is en als er daar een
paar sportvelden bij komen, is er dan niet de moge
lijkheid iemand aan te stellen als beheerder die ook
bepaalde bevoegdheden als sportinstructeur heeft? Dan
zou je als individu kunnen gaan sporten en zou je niet
altijd eerst lid moeten worden van een vereniging of
club. Als je bij zo'n vereniging bent, moet je gaan trai
nen voor een competitie of zo en als je niet goed ge
noeg bent, kun je niet meedoen. Ik heb dus het oog
op de zuiver recreatieve sportbeoefening. Daar zijn nu
totaal geen mogelijkheden voor, tenzij je een „rond-
weggetje" wilt lopen, maar dat is vreselijk saai.
In vraag 4 wordt gesproken over het multi-functio-
nele karakter van de sporthal „Kalverdijkje". De heer
Van der Veen heeft hier ook al over gesproken. In de
commissie hebben wij nogal over dit onderwerp ge
praat en wij vonden dat multi-functionele karakter
allemaal erg belangrijk. Wij zeiden: Dat wijkcentrum
komt vlakbij de sporthal en dus kunnen we die twee
dingen mooi combineren; die boerderij zal waarschijn
lijk toch wel wijkcentrum worden. Ik vraag me
net als de heer Van der Veen af, of er nu überhaupt
nog mogelijkheden zijn die twee projecten te combi
neren. In het antwoord zegt U, dat zeker aandacht aan
een multi-functioneel karakter van de sporthal „Kal
verdijkje" wordt geschonken en dat de mogelijkheid van
een combinatie sporthal-overdekt zwembad wordt be
studeerd. Maar dat is niet wat wij onder een midti-
functioneel karakter verstaan. Bij de combinatie sport
hal-zwembad gaat het om twee sporten. Ik zou graag
willen, dat wij bij alle grote, dure gebouwen die wij
neerzetten, vooraf gaan bedenken wat met het oog op
de betreffende stadswijk in of bij het gebouw zal kun
nen gebeuren; dan kunnen we misschien voorzieningen
in de bouw meenemen. Ik denk aan voorzieningen voor
krachtsporten, aan een kleuter- en zuigelingenbureau,
enz. We moeten een programma van eisen van de wijk
opstellen en niet alleen aan de sport denken.
In vraag 5 wordt gesproken over plannen voor multi
functionele accommodaties. Er wordt gevraagd de plan
nen in een vroeg stadium aan de Raad en aan de be
volking kenbaar te maken. Ik zie ook niet goed hoe
dat precies zou moeten gebeuren, vooral niet wat be
treft het kenbaar maken aan de hele bevolking. U
geeft als antwoord: „Met betrekking tot sportaccom
modaties worden de programma's van eisen uitvoerig
besproken in de Commissie van advies en bijstand
voor de Dienst voor Sport en Recreatie en de Raad
voor Sportaangelegenheden. Voorts zij opgemerkt, dat
ook het Leeuwarder Sportcentrum zich hiermee regel
matig bezig houdt." Dat vind ik geen goed antwoord
op de gestelde vraag. (De vraag is niet van mij en ik
maai misschien iemand het gras voor de voeten weg.)
Het gaat in Uw antwoord weer alleen om sportmensen.
Ik zou zo vreselijk graag willen, dat die plannen in
ieder geval in de Commissie Opbouwwerk komen. Daar
in zitten mensen met heel andere functies; die komen
misschien met heel andere ideeën. Desnoods kan er
alleen de mogelijkheid worden gegeven tot schriftelijk
reageren.
Vraag 9 gaat over de aanleg van een ijsbaan in Hui-
zum. In het antwoord staat iets over een plan tot aan
leg van een sportveldencomplex gecombineerd met een
ijsbaan in het Aldlan. De laatste alinea van het ant
woord luidt: „Wellicht kan op korte termijn tot uit
voering van dit plan worden overgegaan." Is daar al
iets naders over bekend?
De hear Klomp: Ik haw ek hwat oer fraech 4. Yn
de praktyk docht it bliken, dat it bigryp "multi-func
tioneel" net by eltsenien deselde ynhald hat. Mei in
„multi-functionele sporthal" bidoelt de iene in hal
geskikt foar in hiel soad tüken fan sport; in oar bi-
doelt der lykwols mei in hal geskikt foar sport, mar ek
geskikt foar hiel oare doelen dy't soms hielendal neat
mei sport to meitsjen hawwe. Dêrom soe ik graech fan
B. en W. hearre wolle hoe't hja nou dy sporthal anneks
swimbad yn it plan Kealledykje sjogge, ek al mei it
each op de pleats dy't dêr stiet en miskien in wyk
sintrum wurde sil.
Dan noch hwat oer fraech 8. Op 6 maert sil de Sport-
ried oer de iishal gear. It hat net folie sin der hjoed
wiidweidich oer to praten; dêr komt noch wol in ge-
legenheit foar. Ik woe wol as myn miening sizze, dat,
as de eksploitaesjetokoarten fan in iishal en in ien-
faldige kunstiisbaen likernóch like great binne, myn
foarkar ütgiet nei in ienfaldige kunstiisbaen omdat
ik folie mear fiel foar aktive as foar passive rekréaesje.
De Voorzitter: Het is 9 uur en dus tijd voor koffie.
Ik zou nu de vergadering willen schorsen en na de
koffiepauze de raadsleden niet-leden van de afdeling
de gelegenheid willen geven het woord te voeren.
De Voorzitter heropent, om 21.20 uur de vergadering.
De heer Tiekstra heeft de vergadering inmiddels ver
laten en de heer Brandsma is ter vergadering gekomen.
De Voorzitter: Ik heb begrepen, dat wij bezig zijn
met volgno. 538. De leden van de afdeling hebben hun
vragen gesteld en het is nu de beurt aan de andere
raadsleden.
De heer Faber: De heer Klomp heeft al even over
de ijshal gesproken (vraag 8). Ik vraag me af naar
aanleiding van de plannen die we in de kranten hebben
kunnen lezen over een kunstijsbaan wat de mening
van het College ten aanzien van dit project is. Je leest
nl. meestal in de kleine lettertjes, dat de exploitatie
wel met de Gemeente geregeld zal worden. Wat zijn
de ideeën van het College daarover? Ik dacht, dat het,
gezien de moeilijke financiële toestand, niet zo'n ge
makkelijke zaak was. Ik vraag me af of het een haal
bare kaart is.
De heer Weide (weth.)Ik zal allereerst iets zeg
gen over de multi-functionele accommodatie in het
plan Kalverdijkje. Vele raadsleden hebben gesproken
over de combinatie sporthal, zwembad en wijkcentrum
(boerderij). Het bestemmingsplan Kalverdijkje ligt op
het ogenblik ter visie. Het plan is alle commissies die
er mee te maken hebben, gepasseerd; het is ook be
sproken in de Raad voor Sportaangelegenheden, het
Sportcentrum en de Commissie van advies en bijstand.
Het College heeft het advies ontvangen het is in
de Jeugdraad, de Sportraad en de Commissie Opbouw
werk aan de orde geweest de boerderij te handhaven
in het kader van de wijkvoorzieningen voor de wijk
Schieringen en de toekomstige wijk Camminghaburen.
De Wijkraad Schieringen i.o. heeft zich ook duidelijk uit
gesproken voor het inrichten van de boerderij als wijk
centrum. Nu wordt hier gevraagd of er een combinatie
van wijkcentrum en sporthal annex zwembad mogelijk
is. Ik dacht, dat we bij multi-functionaliteit van sport
accommodaties aan twee dingen kunnen denken. Het
kan gaan om sportgebruik sec en het kan gaan om
sportgebruik en gebruik voor neven-activiteiten. De
multi-functionaliteit van een zwembad zie ik niet; een
zwembad is en blijft een zwembad. Wij kunnen een
zwembad hoogstens aanpassen voor gebruik door ge
handicapten; daar zal uiteraard rekening mee worden
gehouden. De multi-functionaliteit van een sporthal is
een ietwat andere zaak. De sporthal in het plan Kal
verdijkje zal een wat grotere vloer krijgen dan de an
dere sporthallen; dit is ook al besproken in de diverse
commissies. Zodoende zal deze hal beter bruikbaar zijn
voor sporten waarvoor meerdere banen in één hal no
dig zijn. Hier komt bij, dat, wil de sport goed functio
neren in een sporthal, aan de hal bijzondere eisen wor
den gesteld door de sportorganisaties.
Dan kom ik even op de nevenruimten. Ik ben het
met de vragenstellers eens, dat de nevenruimten moe
ten worden aangepast aan de totale sportaccommo
datie. De mensen die aan sport doen, moeten zich tussen
het sporten door kunnen verpozen, voor mijn part door
te biljarten, te ping-pongen, te kaart-spelen(De
heer Heidinga: Of mens erger je niet.) Wij zijn ook
wel van mening, dat de nevenruimten multi-functioneel
moeten zijn. Bij het ontwerpen van de plannen voor
deze sporthal is daar ook rekening mee gehouden; de
nevenruimten zijn aanzienlijk groter dan de neven
ruimten bij de bestaande sporthallen. De boerderij
krijgt uiteraard een totaal andere functie in de toe
komst. Wij moeten de kosten van het verbouwen en
het inrichten van die boerderij tot wijkcentrum niet on
derschatten. Deze boerderij verkeert nog in bijzonder
goede staat. Direct nadat de huidige bewoner deze
boerderij heeft verlaten, zal met de verbouw moeten
worden begonnen, anders gaat ze elke dag verder van
ons af. Als we te lang wachten hoeven wij niet meer
aan verbouw te denken; dan zal de jeugd het gebouw
wel afbreken. We moeten de kosten echter niet onder
schatten. Wij zien op het ogenblik in Wirdum, dat de
kosten niet meevallen. Er is dus een advies tot ver
bouw en inrichting tot wijkcentrum gegeven. Het Col
lege heeft zich hier nog niet over uitgesproken. De
zaak zal ongetwijfeld nog in diverse commissies en
in de Raad worden besproken. Het sportcomplex Kal
verdijkje zal groter worden dan het sportcomplex Nij-