RAADSVERGADERING
LfO
y*!
91
,.oï
van dinsdag 28 maart 1972,
namiddags 14.00 uur.
Voortzetting van de vergadering van
maandag 27 maart 1972.
Aanwezig 36 leden de dames E. Brandenburg-
Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer,
M. M. Th. Visser-van den Bos en L. Woudstra-Peene
en de heren S. Bouma, J. ten Brug (weth.), (vanaf
14.35 uur), G. Buising, G. F. Eijgelaar, Drs. D. Faber,
T. H. van Haaren, J. Heetla (weth.), O. Heidinga, W.
Hemstra, H. Jansma, J. F. Janssen, J. de Jong, K. J.
de Jong (weth.), A. Klomp, J. Knol, W. S. P. P. de
Leeuw, H. Meijerhof, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma,
J. Schaafsma, J. B. Singelsma, K. Spoelstra, N. Sterk,
J. Tiekstra (weth.), Mr. B. P. van der Veen, P. van der
Veen, J. T. Vellenga, L. Visser, G. de Vries, K. Weide
(weth.) en J. Wiersma.
Afwezig: de heer P. Snel.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig de heren Mr. W. J. G. Reumer,
loco-Secretaris, J. W. Beuckens, ambtenaar van de afd.
Onderwijs (tot 14.45 uur), W. Braaksma, adj.-Hoofd
van de afd. Bedrijven en Controle, M. F. Koopmans,
Hoofd van de afd. Sociale Zaken en Welzijnsaangele-
genheclen, J. J. Oljans, Hoofd van de afd. Onderwijs
(vanaf 15.15 uur) J. van der Wal, Hoofd van de afd.
Volkshuisvesting en Openbare Werken, H. J. Winkel
man, Hoofd van de afd. Kabinet en Algemene Zaken,
en C. IJsbrandij, Hoofd van de afd. Financiën.
De Voorzitter: Ik heet U van harte welkom op deze
vergadering van de Gemeenteraad.
Ik stel U voor onze bespreking te hervatten. Ik kan
U meedelen, dat er na de moties die gisteren zijn inge
diend, ondertussen nog een motie is binnengekomen,
die is getekend door Weth. De Jong en de heer Vellen
ga een niet oninteressante combinatie, dacht ik
en die gaat over de Stichting Cambuur. Ik zal die
straks voorlezen. Er is ook nog een andere motie over
dit punt ingediend. Ik stel U voor die moties bij de be
handeling van Hoofdstuk VIII dan mede aan de orde te
stellen. Kunt U daarmee instemmen? Akkoord? Goed,
dan bewaren we die tot dat moment en weet U, dat die
ons dan nog te wachten staan.
Ik stel nu voor, dat wij overgaan tot de behandeling
van de begrotingen van de takken van dienst.
Begroting van het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf.
Deze wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het
voorstel van B. en W.
Begroting van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst.
Deze wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het
voorstel van B. en W.
Begroting van de Dienst voor de Gezondheidszorg.
Deze wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het
voorstel van B. en W.
Begroting van het Grondbedrijf.
De heer J. de Jong: Wanneer ik hier na de behan
deling van de Dienst Grondbedrijf in de afdelingsver
gadering van 23 maart Uw aandacht vraag, dan is dat
niet, omdat de Wethouder de daar gestelde vragen on
voldoende, incorrect of niet beantwoord heeft, maar dan
is de reden hiervoor, dat ik toen met belangstelling de
au achter ons liggende vier weken heb tegemoet gezien
en waarbij ik nauwlettend de lopende procedure heb
gevolgd i.z. de berekening van voorlopige grondkosten.
En nu moet ik U eerlijk zeggen, dat ik van de hier
gevolgde politiek geen barst begrijp, maar dat zal wel
aan mij liggen. Nu is het moeilijk, zo niet onmogelijk,
om deze dienst los te zien, althans wat betreft de ont
wikkeling van reconstructie- en bestemmingsplannen,
waarbij en waarvan constructurele gegevens de basis
moeten zijn van een juiste opstelling van de berekening,
want dit moet immers leiden tot een voorlopige prijs
stelling. Ter verduidelijking dit: Uitgaande van een
vlekkenplan, volgt, wanneer over de noofdlijnen over
eenstemming is bereikt, een verkavelingsopzet. Dit is,
naar in het afgelopen jaar is gebleken, een materie,
waarbij het welles-nietes van velen die zich hiermee
bezighouden, soms een verdrietige zaak is. Het is voor
ons als raadsleden in de commissie, om bij kennisne
ming van het resultaat een standpunt te moeten be
palen, voorwaar geen sinecure. Immers, deze raadsle
den zullen hun fracties toch op zijn minst een toelich
ting moeten geven op het hoe en waarom. Maar om
nog even terug te komen op de verkaveling. Is hierover
overeenstemming bereikt, dan komt de berekening aan
de orde. En hier kom ik dan aan mijn dringende vraag
om t.a.v. deze voorlopige berekening toch met een ge
specificeerde begroting te komen, waarbij inzicht wordt
gegeven in de aankoopbedragen en de daarop rustende
lasten en geenj afgeronde prijs per m2, want waar moe
ten wij die aan toetsen? Het kan natuurlijk wel, maar
ik dacht niet, dat het de taak van raadsleden was om
dat ailemaal uit te zoeken. Een gespecificeerde begro
ting van het bouwrijp maken van een plan, waarbij
gebruik wordt gemaakt van marktprijzen, een
gespecificeerde begroting met motivering van sluit
posten (welke soms op mij afkomen o.a. met een post
van f 700.000,behoeft m.i. toch wel enige toelich
ting. In het plan behoren alle mogelijke stelposten
te worden gemotiveerd; die worden nu in guldens uitge
drukt, als zakken pepernoten tussengevoegd.
En zo zou ik kunnen doorgaan. Het onbehagen dat ik
hierin heb, wordt nog vergroot door het volgende. In
de Commissie Grondbedrijf is zeer recent voor een plan-
in-ontwikkeling een voorlopige berekening uitvoerig
besproken. Met de door mij net genoemde, zich naar
alle kanten dekkende, voorlopige berekening kwam
voor de Woningwet een prijs van f 8.500,op tafel.
De commissie was van mening, dat hiermee gestart
moest worden. Ik vind het ongehoord, dat twee dagen
na deze bespreking, waarin geruime tijd aandacht is
besteed aan dit onderwerp, de directeur zonder ken
nisgeving een prijs in de openbaarheid brengt, uitgaan
de van een bedrag van f 9.000,Ik vraag mij dan
ook af, wanneer dit een juiste benadering is en Uw
College er achter staat, of wij onze tijd als commissie
leden dan niet beter kunnen besteden. Maar afgezien
van de tijd, die hieraan door leden van de Raad wordt
besteed, heeft dit gegoochel verdere gevolgen. Wan
neer een goede woning, mogelijk met alle daarbij ver
plichte en gewenste voorzieningen aan de gestelde cur-
veprijs voldoet, dan zal de huurprijs worden vastge
steld op basis van de totale stichtingskosten. En hier
van is de grondprijs één pijler. De burgerij heeft naar
mijn mening het recht ver van te voren te weten,
zelfs vóór een eerste paal geslagen wordt, wat vol
gens een serieuze benadering de mogelijke eindprijs zal
worden en dient inzicht te hebben in wat voor de tot
standkoming van deze prijs van het nieuwe woonge
bied de motieven zijn. Ik zou hier nog veel meer van
kunnen zeggen, maar ik geloof, dat ik dan te veel in
details treed.
Samenvattend, noem ik twee punten: 1. Ik verzoek
het College maatregelen te treffen, waarbij de Raad
in ruime mate inzicht krijgt in de berekening van
grondprijzen voor de in ontwikkeling zijnde gebieden
en hiervoor een duidelijke begroting met toelichting
te geven.
2. Ik verzoek het College ervoor te zorgen, dat de
stukken, die behandeld moeten worden in de Commis
sie Grondbedrijf, door de directeur niet naar buiten wor
den gebracht dan nadat op zijn minst de commissie
hiervan in kennis is gesteld.
De heer Knol: In de raadsvergadering van 27 sep
tember 1971 is het voorstel aan de orde geweest tot het
verlenen van geldelijke steun voor de bouw van 633
woningen in Lekkumerend-oost.
Naar aanleiding van de in dit voorstel genoemde
huurprijs van f 315,heb ik destijds hierover onze
ernstige bezorgdheid uitgesproken. Tevens heb ik toen
het verzoek gedaan wat nadere informatie te krijgen
over de volgende punten: