n/ JT30 wel interessant te weten, welke instantie het bestuur nu verzoekt niet weer een verzoek in te dienen, even tueel misschien om niet weer een nederlaag te lijden. Ik meen van de Wethouder de vraag gehoord te hebben: Welke instantie is in staat om sponsors te vinden, die meer dan het bedrag van f30.000,be schikbaar stellen? In de begroting voor dit evenement zie ik als bedrag vermeld van middelen, door sponsors te verstrekken, f25.000,Als ik het bedrag, door de Wethouder genoemd, dus goed heb verstaan, dan is inmiddels al f5.000,van de f 10.000,die B. en W. meer willen geven dan de Sportraad adviseert, boven water. De Wethouder noemt de begroting zeer reëel en hij heeft ook al gezegd, dat er in de Sportraad enige discussie is geweest. Die betrof m.n. de raming van het aantal toeschouwers. Het aantal toeschouwers van het Indoor Concours en dat van het buitengebeuren wordt bijelkaar opgeteld; dat wordt over twee jaar genomen en door twee gedeeld. Dan komt men op een aantal toeschouwers, die in 1972 zullen verschijnen. Daarbij vergeet men, dat er vorig jaar zowel in de Friesïandhal als in het stadion Cambuur dezelfde men sen zijn geweest. Of dat allemaal reëel is, waag ik te betwijfelen. De heer Schaafsma: Ik dacht, dat ook verleden jaar al duidelijk in de Raad tot uitdrukking was gekomen, dat wij niet zo erg gelukkig waren met deze zich steeds hernieuwende aanvraag om dit soort evenementen te ga randeren. Desalniettemin zie je toch weer deze aan vraag om f 40.000,subsidie komen. En daarbij ko men weer precies dezelfde argumenten te voorschijn, die we vorig jaar ook al gehoord hebben: het wordt nog groter, nog grandiozer. En ik herhaal wat ik in eerste instantie al gezegd heb: Het wordt allemaal feestelijker, alleen de tekorten worden steeds groter en die moeten dan maar weer door de overheid worden betaald. Ik vraag me af: Grijpt U niet te hoog met deze zaak? Grijpen deze organisatoren niet te hoog? Ik vind het prachtig hoor, dat een stadje als Leeuwarden zelfs el ders in Europa genoemd wordt... (De Voorzitter: Een stad als Leeuwarden.) Ik geloof, dat we no. 14 in grootte zijn in Nederland; dat kan een soort genoeg doening geven(De Voorzitter: Dat betekent „stad" te zijn.) Daar kan verschil van mening over bestaan. Ik geloof toch, dat wij in de argumentatie van de Wethouder niet voldoende argumenten vinden om mee te kunnen gaan met een garantie van f40.000.we blijven in principe de motie van de heren Meijerhof en Eijgelaar steunen. De heer Rijpma: Ik zou nog een paar opmerkingen willen maken, die van andere orde zijn dan die welke reeds gemaakt zijn. Dat wil niet zeggen, dat ik me van de motie distancieer. Ik dacht, dat de heer Ten Brug dat zou verwachten, als ik hem zo glunderend zie kijken. Ik heb de indruk, dat er, wat de propaganda betreft, nog niet professioneel genoeg gewerkt wordt. En mis schien mag ik dan de gelegenheid aangrijpen om te zeggen, dat het, nu wij in ieder geval van het kwaad van de twee V.V.V.'s in Leeuwarden af zijn, misschien voor het stichtingsbestuur bijzonder veel gemakkelijker is eens met de V.V.V. van Leeuwarden dat wil zeg gen tegelijkertijd met de V.V.V. van Friesland te over leggen op welke wijze wij hier in kleine steden, in dorpen en in gehuchten duidelijk kunnen laten door dringen, dat er een evenement in Friesland is. Ik heb het vorig jaar ook de vraag gesteld: Kan er niet iets op de scholen gedaan worden aan propaganda? En dan denk ik aan iets bijzonders voor de scholen. (Stem: Zondagsscholen.) Geen zondagsscholen; het is niet meer op zondag. Ik denk aan die momenten waarop wij niet mogen verwachten, dat het werkende publiek aanwe zig is, de middelbare schooljeugd toe te laten. In denk aan de momenten, waarop er geoefend wordt, maar ook aan de momenten, waarop er niet geoefend wordt, zodat men met de gehele sfeer ik zou haast zeggen: dat gebeurt in een circus ook kennis kan maken; men heeft dan vrije toegang tot de ruimte waar alles aanwezig is. Er zouden dus op verschillende middel bare scholen acties gevoerd kunnen worden om be kend te maken, dat men tegen een gering bedrag kan komen, op momenten, dat het „grote" publiek niet aan wezig is. De eerste keer, dat men een zeer bewuste actie heeft gevoerd bij de ouden van dagen, was het op een bepaalde middag stampvol ouden van dagen. Die actie is het vorig jaar veel slapper gevoerd. Ik zou dus via de Wethouder aan de organisatoren willen suggereren: Pak de propaganda via de V.V.V. zeer professioneel aan en benader ook m.n. de scholen voor die momenten, waarop anderen niet te verwachten zijn. De heer Weide (weth.): Er is nog een aantal vra gen overgebleven. De heren Meijerhof en Schaaf sma stellen de vraag: Grijpen de organisatoren niet te hoog? Ik zou de heren hierop willen wijzen, dat een belangrijk deel van de begroting bestaat uit vaste lasten, die niet van invloed zijn op de inhoud van het evenement. Bijv. voor de tri bunes en de bodem moet een speciaal soort leem ge bruikt worden en dat brengt hoge kosten met zich mee. De paarden moeten gestald worden, of ze nu uit Enge land of uit Beetgumermolen komen, dat maakt geen geen verschil in kosten; de inrichting van de piste is duur en de huur van de Frieslandhal bedraagt zo'n f 6.000,—. De heer Meijerhof vraagt voorts, of de periode wel gunstig is. Die vraag heeft het stichtingsbestuur zich ook gesteld, maar men is bij een internationaal evene ment gebonden aan de internationale agenda en daarin is uitsluitend in oktober plaats voor Leeuwarden. Het evenement is dan ook reeds in de internationale kalen der opgenomen. November is gereserveerd voor Am sterdam en december is, voor wat Nederland betreft, gereserveerd voor Zuidlaren, februari voor 's-Hertogen- bosch. En in januari is de internationale kalender al zo overvol, dat er geen plaats is voor evenementen in Nederland. Verder vraagt de heer Meijerhof: Welke instantie verzoekt het bestuur om maar geen subsidie aan te vragen bij G.S. Die instantie is er niet. In het bestuur is meermalen overlegd: Wat doen wij met G.S.Er zijn contacten met G.S. geweest en de kansen zijn bij ons overgekomen als zijnde nihil, maar desalniettemin heeft het bestuur het toch weer gewaagd een subsidie verzoek om f 10.000,aan G.S. te doen toekomen. Als mocht blijken, dat G.S. inderdaad die f 10.000,geven, dan zal dat bedrag in mindering worden gebracht op het bedrag van f 40.000,dat aan de Gemeente Leeu warden wordt gevraagd. Nogmaals: de Raad kan er van overtuigd zijn, dat er vanuit het College op het stichtingsbestuur enorm veel druk zal worden uitge oefend om de benodigde gelden bijelkaar te brengen. De heer Rijpma heeft gevraagd, of de V.V.V.'s in geschakeld kunnen worden. Mij is bekend, dat de V.V.V.'s ingeschakeld zullen worden. De heer Rijpma zei ook, dat de propaganda niet zo professioneel zou worden aangepakt. De bestuursleden moeten al het werk in hun vrije tijd doen; er kunnen dus niet, zoals elders wel gebeurt, beroepskrachten in dienst van dc stichting worden genomen, die de reclame zouden kun nen gaan voeren. Met opzet zijn daarom die mensen uit het bedrijfsleven in het bestuur gekozen, die nauw met voorlichting, public relations en reclame verbon den zijn. Ik kan de heer Rijpma voorts mededelen, dat twee jaar geleden de actie m.b.t. de bejaarden een grandioos succes is geweest; toen hebben 2500 bejaarden het evenement bezocht. De actie is thans gelijk geweest, maar het resultaat was aanzienlijk minder, niet van wege de prijs, maar omdat de begeleiders van de be jaarden het niet aandurfden toen n.l. hebben twee bejaarden een pols gebroken al de bejaarden weer op de tribunes te laten plaats nemen. De suggestie van de heer Rijpma i.z. bezoek aan het evenement van leerlingen van middelbare scholen zal ik gaarne aan het bestuur doorgeven. Ik ben wel blij, dat de school, waarover de heer Rijpma de scepter zwaait, zich bereid heeft verklaard telkenjare uiter aard tegen zeer geringe kosten behulpzaam te wil len zijn bij dit evenement. De Voorzitter: Handhaven de heren Meijerhof en Eijgelaar na het betoog van de Wethouder hun motie? Beide heren antwoorden bevestigend. De Voorzitter: Mag ik vragen, of er raadsleden-niet- wethouders zijn, die tegen de motie zullen stemmen? De heer Jansma geeft te kennen tegen de motie te zullen stemmen. De motie wordt aangenomen met 26 tegen 6 stem men, die van de heren J. ten Brug (weth.), J. Heetla (weth.), H. Jansma, K. J. de Jong (weth.), J. Tiekstra (weth.) en K. Weide (weth.). De Voorzitter: De Raad moet nu een besluit met juiste tekst aannemen. Ik stel U daarom voor de tekst van het ontwerp-raadsbesluit als volgt te wijzigen. Na het woordje „exploitatietekort" in de eerste alinea on der „BESLUIT" worden de woorden „voor zover dit tekort niet uitgaat boven f 40.000,gewijzigd in „tot een maximum van f30.000,de rest van de alinea komt te vervallen. Aan het besluit moet dan worden toegevoegd: „De gemeentebegroting voor het dienstjaar 1972 wordt in verband met het vorenstaande gewij zigd." (Deze wijziging staat n.l. niet in het begrotings voorstel dat U hebt gekregen.) Met alg. stemmen wordt besloten de door de Voor zitter voorgestelde wijzigingen in het ontwerp-raads besluit aan te brengen; een dienovereenkomstig besluit wordt dus door de Raad genomen. Punt 29 (bijlage no. 186). De heer De Vries: Een jaar geleden hebben wij ons ten aanzien van een subsidie-verzoek van Quick over dezelfde materie gebogen als hier nu aan de orde is. Wij hebben toen tegen het advies van de Raad voor Sportaangelegenheden in als Raad besloten de gevraag de subsidie van f 5.000,.te verlenen. We krijgen nu een herhaling, zij het dan met dit verschil, dat Quick in de tussenliggende tijd getracht heeft te komen tot een samenbundeling van krachten, tot een nieuwe or ganisatievorm, die ook zou beantwoorden aan de doel stellingen op grond waarvan uit ons fonds voor de topsport bijdragen verleend zouden kunnen worden. Dat deze samenballing van kracht er niet is gekomen, ligt beslist niet aan de opstelling van het bestuur van Quick. Dat bestuur heeft binnen het K.N.G.V. zijn uiterste best gedaan deze zaak verder te brengen. Met name de kleinere plaatsen in onze provincie schijnen evenwel niet zo erg overtuigd te zijn geraakt van de motieven die door Quick werden aangevoerd en het gevolg is geweest, dat deze zaak niet verder is ge bracht dan die het vorig jaar was. In Uw raadsbrief stelt U nu voor en daarmee loopt U dus met een boogje heen om de post voor de top sport die we op de begroting hebben staan de post met f 5.000,te verminderen en het vrijkomende geld beschikbaar te stellen aan Quick. Het is een kunst greep, maar op zichzelf heeft het grootste deel van onze fractie met deze zaak geen moeite. Wij vinden, dat de belangen van Quick ermee gediend zijn, dat dit subsidie-verzoek wordt ingewilligd. Quick is waarach tig niet de eerste de beste club, niet in onze stad, niet in onze provincie en niet in ons land; laat ik niet zeg gen „niet in Europa", want dan wordt het misschien wat te wijdlopig. (De heer Ten Brug (weth.): Dan wordt het afgestemd!) Dat zou mij bijzonder spijten. In ieder geval heeft Quick een reputatie gevestigd en ik stel me voor, dat m.n. vertegenwoordigers van het College van B. en W. bij herhaling in allerlei schone bewoordingen bij kampioenschappen de lof van Quick hebben gezongen en verklaard hebben, dat Quick een waardig ambassadeur van onze stad en van onze Ge meente is, waarbij zij Quick hebben aangemoedigd op de ingeslagen weg voort te gaan. Welnu, Quick heeft dat gedaan; nu zijn er materiële moeilijkheden. Ik ge loof, dat er alle aanleiding is om dit subsidie-verzoek in te willigen. Nogmaals, het grootste deel van mijn fractie zal het onderhavige voorstel van het College met sympathie volgen. De heer Eijgelaar: Het zal U wel niet verrassen als ik zeg, dat ik het betreur, dat de meerderheid van Uw College met dit voorstel komt. Verleden jaar heb ik gezegd en ik wil dat voor alle duidelijkheid nog wel eens herhalen dat de gymnastiekvereniging Quick zeer grote verdiensten heeft voor de sport in het al- gemeen en voor het turnen in het bijzonder, voor Leeu warden en voor Friesland. Topsport zoals die o.a. door Quick wordt bedreven, stimuleert de sportbeoefening m.i. in hoge mate. Maar in bijlage 186 zegt U, dat niet aan het verzoek van Quick, een bijdrage te ver strekken uit het Fonds amateur-topsport, kan worden voldaan en toch gebeurt dat in feite wel, althans als Uw voorstel wordt aangenomen. Wij scheppen zeer dui delijk een precedent als we Quick nu gaan subsidiëren, tenzij we besluiten om iedere vereniging die topsport bedrijft, d.w.z. iedere vereniging die op nationaal of internationaal niveau kampioenschappen betwist, een bijdrage te verstrekken; en dan kunnen we nog wel iets verwachten. Er ligt nu reeds een tweede aanvraag, die de Raad voor Sportaangelegenheden nog niet heeft behandeld, omdat hij eerst wil weten wat onze Raad vanavond besluit. En ik verzeker U, dat er nog vele topsport-subsidie-aanvragen zullen volgen als we nu dit voorstel aannemen. Het zal betekenen, dat we een duidelijke beleidsbeslissing nemen, n.l. dat we bereid zijn individuele verenigingen die topsport bedrijven te subsidiëren, zonder dat we daarvoor normen, voor waarden, spelregels hebben vastgesteld. En ik vraag mij af of wij dan ook niet individuele topsportbeoefe naars zullen moeten gaan subsidiëren. Het wordt m.i. een heilloze weg als we zonder duidelijke richtlijnen vast te stellen, subsidies gaan verstrekken en ik ben er eigenlijk wel van overtuigd, dat hierdoor de zeer goede verhouding die er is tussen Gemeentebestuur, Sportraad en sportverenigingen ernstig wordt ge schaad. Voor de gelden van het Fonds amateur-topsport heb ben we, zoals de zaken er nu voorstaan, geen bestem ming ik heb daar bij de begrotingsbehandeling ook reeds op gewezen en het lijkt er ook niet op, dat daar binnen afzienbare tijd verandering in zal komen; dat is mij enige maanden geleden bestreden. Gezien dit voorstel is de meerderheid van Uw Colle ge het nu kennelijk met mij eens en misschien is dat met de meerderheid van de Raad ook het geval. Daar om zou ik U voor willen stellen de Raad voor Sport aangelegenheden te verzoeken op korte termijn advies uit te brengen betreffende de besteding van de gelden uit het Fonds amateur-topsport. Misschien kunnen we dan tot een ander besluit betreffende dit fonds komen dan nu van kracht is. Dan zal wellicht ook Quick die, hoewel de keurturnclub Friesland niet gerealiseerd kan worden, toch tracht om met andere verenigingen samen het topturnen in Leeuwarden en Friesland te bevorderen, hiervan kunnen profiteren. Misschien wordt Quick-Huizum dan wel Quiek-Leeuwarden. De Raad voor Sportaangelegenheden zal hiervoor, naar ik hoop, wel een modus kunnen vinden. Met Uw voorstel, zoals dat nu voor ons ligt, kan ik beslist niet akkoord gaan. De heer Meijerhof: U hebt de heer De Vries al ho ren zeggen, dat hij namens het grootste deel van onze fractie sprak, en dat dat grootste deel Uw voorstel wil steunen. Uit zijn woorden bleek, dat er ook nog een ander deel in onze fractie is, dat er anders over denkt. De heren De Vries en Eijgelaar hebben al verschil lende dingen opgesomd. De heer Eijgelaar heeft vooral gememoreerd wat er in de Raad voor Sportaangelegen heden gaande is geweest en ik geloof, dat daar enigs zins in doorklonk een soort dreigement van: „Ga ons niet weer in de wielen rijden en beslis niet steeds an ders dan vorig jaar gebeurd is." Ik geloof, dat we ons daarvan hier niets aan moeten trekken; de Sportraad moet zich ook niets aantrekken van wat in deze Raad beslist wordt. Ieder heeft zo zijn eigen werkterrein, dacht ik. Nu gaat het hierom. Vorig jaar hebben wij een fonds opgericht waaraan een speciale voorwaarde was ver bonden. Voorwaarde was, dat slechts samenwerkings verbanden een uitkering konden krijgen. Deze voor waarde is, dacht ik, geboren uit de vrees, dat er een soort concurrentievervalsing zou ontstaan tussen de vereniging in een bepaalde tak van sport die zich aan de top bevond en de verenigingen die de top niet had den bereikt en misschien nooit zullen bereiken. Door een uitkering te geven aan een individuele vereniging zou dus deze situatie bestendigd worden en zou de af stand misschien nog groter worden. Dat is, dacht ik,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1972 | | pagina 16