12
De Voorzitter: Voor wij onze besprekingen beslui
ten, is er nog één punt te behandelen. Het is n.l. de
laatste keer, dat de heer Faber in ons midden is. Hij
is niet zo lang raadslid geweest. Zijn fractie heeft voor
het eerst intrede gedaan in onze Raad na de laatste
verkiezingen. Vorig jaar oktober is de heer Faber
zijn voorganger, de heer Hovinga, opgevolgd en hij
gaat ons nu weer verlaten.
Ik heb begrepen, dat U dat niet doet, mijnheer Faber,
omdat U geen aardigheid in het raadswerk meer hebt.
Het tegendeel is waar, dacht ik. Ik meen te mogen
stellen, dat U met veel belangstelling en animo aan
de werkzaamheden van de Raad en van verschillende
commissies deelgenomen hebt en wel op een wijze waar
wij allen veel waardering voor hebben. U hebt dat op
een sympathieke wijze gedaan; U hebt U ook echt
ingezet voor de belangen van de gemeente Leeuwarden.
Ik vind het jammer, dat U vertrekt omdat U in een
andere gemeente gaat wonen. Ik neem aan, dat U later
in Uw leven nog wel eens zult concluderen, dat dat
waarschijnlijk een foute beslissing is geweest, maar op
het moment, dat U Uw beslissing nam, kon U ook nog
niet weten, dat wij zo voortvarend zouden zijn met al
lerlei bestemmingsplannen en dat wij in een zo hoog
tempo in Leeuwarden gevarieerd zouden gaan bouwen.
Misschien komt U nog eens terug. Het kan ook zijn,
dat dat deel van de provincie waar U gaat wonen in
de toekomst misschien nog eens gemeente Leeuwarden
zal worden; dat behoort natuurlijk ook nog tot de mo
gelijkheden. De kans is dus aanwezig, dat wij elkaar
nog eens weer treffen, misschien zelfs in deze Raad.
Ik wil U in ieder geval hartelijk danken voor de wijze
waarop U Uw taak in deze betrekkelijk korte spanne
tijds in het belang van de gemeente Leeuwarden hebt
verricht. (Applaus)
De heer Faber: Mijnheer de Voorzitter, dames en
heren. Het is niet mijn gewoonte geweest lange ver
halen af te steken in deze Raad en ik doe dat ook op
deze, voor mij laatste, avond niet. Het is allemaal een
beetje kort geweest, ook mijn zittingsperiode in deze
Raad; nauwlijks een jaar; een cursus, zou je kunnen
zeggen.
Toen ik er vorig jaar in stapte, kon ik ook niet ver
moeden, dat ik op zo korte termijn Leeuwarden zou
verlaten; anders zou ik waarschijnlijk hier niet hebben
gezeten. Want al is onze partij dan wel voor een regel
matige aflossing van de wacht, er moet een zekere
continuïteit zijn. Je hebt zeker als éénmansfractie tijd
nodig om je in te werken en ervaring te krijgen; vier
jaar is dan eigenlijk m.i. wel een minimum. Dat neemt
niet weg, dat ik hier het nodige heb opgestoken, in
formatie heb gekregen en doorgegeven en af en toe
een meer of minder zwaar wegende stem in het kapittel
heb gehad.
Ik heb hier al een paar keer moeten horen, dat ik tot
de mensen ga behoren die wel van de gemeente Leeu
warden profiteren maar er niet wonen. Mijn antwoord
daarop is kort: Ik werk in dienst van het Rijk voor
Leeuwarder jeugd, maar ook voor jeugd van buiten
Leeuwarden. Ik til er dus niet zo zwaar aan. De Burge
meester heeft al gezegd, dat ik misschien nog wel eens
weer binnen de gemeente Leeuwarden zal wonen.
Ik vind het enerzijds wel jammer, dat ik deze ge
meente ga verlaten, maar ik heb, op het moment, dat
ik een beslissing moest nemen voor mij en mijn gezin,
de beste genomen, dacht ik.
Ik heb geprobeerd in de tijd, dat ik deel heb uitge
maakt van Uw Raad de belangen van de gemeente
Leeuwarden zo goed mogelijk naar mijn ideeën en op
democratische wijze te behartigen. Daarbij heeft mij in
bepaalde gevallen toch wel eens het gevoel bekropen
van een zekere machteloosheid, maar ik heb de indruk,
dat ik, wat dat betreft, niet altijd de enige was. Dat
gevoel van machteloosheid ontstaat ten dele omdat je
op de meeste gebieden leek bent, ook al ben je dan een
geïnteresseerde leek. Ik zou er dan ook hier nog eens
voor willen pleiten, dat van de kant van B. en W. en
de gemeentelijke diensten voor zo veel mogelijk open
heid en informatie wordt gezorgd. Een goed voorbeeld
daarvan vind ik persoonlijk de procedure die ten aan
zien van de binnenstad wordt gevolgd. Ook al woon ik
dan binnenkort niet meer in Leeuwarden, ik zal er een
groot deel van de dag doorbrengen en ik zal zeker op
de een of andere manier wel eens aan de discussie over
het praatplan voor de binnenstad deelnemen. Ik hoop U,
dames en heren, daarbij dan nog eens te ontmoeten. Ik
dank U voor de prettige manier waarop U mij tege
moet getreden bent en ik hoop, dat U ook mijn opvol
ger, de heer Siebe Hiemstra, hetzelfde vertrouwen zult
schenken als U mij geschonken heeft.
Mijnheer de Voorzitter, de gemeente Leeuwarden is
een goede gastvrouw geweest; ik wil graag als goede
gast afscheid nemen. Ik wil hierbij de gemeente Leeu
warden een bon aanbieden. Letterlijk staat op die bon:
,,Goed voor één lindeboom extra kwaliteit voor de bin
nenstad." U mag die boom echter ook wel op de Froske-
pölle zetten; dat laat ik graag aan U over. Omdat het
nog geen planttijd is, kunt U deze boom op afroep laten
bezorgen bij de Plantsoenendienst door de Fa. Bosgra,
Bergum, Tietjerksteradeel.
Mijnheer de Voorzitter, mag ik U hierbij de enve
loppe met inhoud overhandigen. (De Voorzitter: Dank
U wel.) (Applaus)
De Voorzitter: Ik neem aan, leden van de Raad, dat
U met dit applaus de schenking meteen hebt aanvaard.
Dat moet U n.l. doen. Akkoord? Dank U wel.
Wij zijn aan het einde van onze besprekingen geko
men. Voor zover U nog geen vakantie hebt gehad, wens
ik U een zeer prettige vakantie toe.
De Voorzitter sluit, om 21.55 uur, de vergadering.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag 7 angustus 1972
RAADSVERGADERING
van maandag 7 augustus 1972.
Aanwezig 24 leden de dames E. Brandenburg-
Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer
en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren J. ten
Brug (weth.) (vanaf 19.45 uur), G. F. Eijgelaar, J.
Heetla (weth.), O. Heidinga, H. Jansma, J. F. Janssen,
J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), J. Knol, H. Meijer-
hof, W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. B. Singelsma,
P. Snel, J. Tiekstra (weth.), J. T. Vellenga, L. Visser,
P, D. van der Wal, K. Weide (weth.) en J. Wiersma.
Afwezig: de heren S. Bouma, G. Buising, T. H. van
Haaren, W. Hemstra, A. Klomp, W. S. P. P. de Leeuw,
J. Schaafsma, K. Spoelstra, N. Sterk, Mr. B. P. van
der Veen, P. van der Veen en G. de Vries; 1 vacature.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Te behandelen punten:
1. Vaststellen van de notulen van de vergaderingen
van de afdelingen IV, V en VI van de Raad, gehouden
op 29 februari 1972, 1 en 2 maart 1972 en van de in
formatieve vergadering, gehouden op 29 mei 1972.
2. Mededelingen.
3. Aankoop van en ontbinding van een pachtover
eenkomst m.b.t. aan de Badweg gelegen percelen (bij
lage no. 225).
3a. Aankoop van aan de Tijnjedijk gelegen perceels
gedeelten (bijlage no. 235).
3b. Aankoop van diverse percelen (bijlage no. 234).
4. Aankoop van aan de Wirdumervaart gelegen
grond t.b.v. de toekomstige doortrekking van de Bor-
niastraat naar de Tijnjedijk (bijlage no. 229).
5. Verkoop van een aan de Goudenregenstraat ge
legen perceelsgedeelte aan Tj. Velstra, alhier (bijlage
no. 219).
6. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
in het bestemmingsplan „Goutum", aan G. A. Ebbink,
alhier (bijlage no. 221).
7. Verkoop van aan Beemdgras gelegen grond (bij
lage no. 220).
8. Overnemen van de grond van twee stoepen, ge
legen aan de Nieuweburen (bijlage no. 217).
9. Verbeteren van de woonomgeving van de Tuin-
bouwstraat c.a. (bijlage no. 231).
10. Beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve
van de aanleg van een speelplaats te Lekkum (bijlage
no. 232).
11. Verlenen van medewerking aan twee besturen
van bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs
voor het treffen van voorzieningen (bijlage no. 226).
12. Verlenen van medewerking aan het bestuur van
de Vereniging voor Christelijk kleuteronderwijs te Leeu
warden voor de ombouw van de verwarmingsinstalla
tie van olie op aardgas in de Christelijke kleuterschool
„Prinses Beatrix" en weigeren van medewerking voor
vervanging van de versleten verwarmingsketel (bijlage
no. 227).
13. Verlenen van medewerking aan het bestuur van
de Vereniging Leeuwarder Parkherstellingsoord voor
de ombouw van de verwarmingsinstallatie van olie op
aardgas in de Buitenschool en weigeren van medewer
king voor vervanging van de versleten verwarmings
ketel (bijlage no. 228).
14. Goedkeuren van de jaarrekening 1971 van de
Stichting ,,Théskinkerij Prinsetün" (bijlage no. 223).
15. Vaststellen van de jaarrekening van de Stich
ting Volkscrediet over het jaar 1971 (bijlage no. 224).
1(?. Goedkeuren van de begroting van de Stichting
Volkscrediet voor het jaar 1973 (bijlage no. 222).
17. Wijzigen van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Grondbedrijf en het Woningbedrijf
voor het dienstjaar 1972 (bijlage no. 233).
18. Ontslag ir. C. B. van Ardenne, directeur Ener
giebedrijven (bijlage no. 230).
19. Onderzoek van de geloofsbrieven van het nieuw
benoemde lid van de Gemeenteraad, de heer S. Hiem
stra.
20. Benoemen van een lid van de Raad voor Sport-
aangelegenheden (bijlage no. 218).
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor, dat
wij met onze werkzaamheden beginnen. Ik verwacht
nog wel enkele raadsleden, maar het is al half acht
geweest. Misschien zijn we al klaar als zij binnen
komen.
Ik heet U hartelijk welkom op deze vergadering van
de Raad. Ik hoop, dat U allen een goede vakantie hebt
gehad. Vol frisse moed gaan we nu weer starten. Voor
deze keer lijkt de agenda niet al te zwaar; binnenkort
zal dat echt wel veranderen, neem ik aan.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter: De berichten van verhindering zul
len we maar niet opnoemen; het zijn er zo veel! In het
verslag worden de namen van de afwezigen wel op
genomen.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t.e.m. C.
De berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
De mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub E.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub F.
De rapporten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub G.
De verzoeken worden in handen van B. en W. gesteld
om preadvies.
Sub H.
De heer Vellenga: Men zou uit het feit, dat U voor
stelt dit plan voor kennisgeving aan te nemen, gemak
kelijk de conclusie kunnen trekken, dat U als College
negatief reageert op dit plan en dat ook met zo veel
hoewel weinig woorden van de Raad vraagt.
Toch zou mijn fractie het wel op prijs stellen, dat we
dat als Raad van Leeuwarden iets steviger aan deze
meneer zouden melden. Het komt ons n.l. voor, dat het
goed zou zijn, dat het College namens de Raad een brief
zou schrijven aan deze meneer Olsmeijer, dat het ons
hogelijk verwondert, dat, in een tijd waarin dit
Waddengebied steeds meer aandacht krijgt als
uniek natuurgebied en uniek natuurschoongebied
met een vaak onvervangbare flora en fauna, hij
met deze stevig ingrijpende plannen komt. In