18 Sip
hier yn 'e moanne dogge. Dat is my net bikend, mar
wy sille der daelks efteroan om ris nei to gean oft
dat yndied eat is, hwer't wy foar yn oanmerking
komme. (De hear Miedema: Wy hawwe faker dit
soart dingen hawn; earst hiene wy Bogaers-wennin-
gen (dy mochten oeral boud wurde, ütsein yn de ge
meente Ljouwert). Dêrnei hawwe wy „keuzewoningen"
hawn; dy waerden ek oeral boud, mar foar de ge
meente Ljouwert wiene se to min.) (De heer Heidinga:
Eén blokje is hier gebouwd.) (De hear Miedema: Ja,
it léste jier. Doe kaem üs yn it sin, dat it dochs wol
hwat foar üs wie. En dêrom soe ik graech wolle, dat
wy der nou earst by binne.) Ik haw al sein, dat wy
der fuort efteroan sille.
Foar de wenningen foar minsken op jierren wurdt
hiersubsydzje jown en dêrom moatte wy mear fan
dy wenningen hawwe, seit de hear Miedema. Ik tocht,
dat dy m.n. yn Aldlan-east en it Westein projektearre
binne en yn it Lekkumerein is al in hiel soad boud.
Dêrfoar wurdt yndied f 250,mear subsydzje jown
as de noarm. It is dus wol fan bilang, dat wy dy
huzen bouwe. Mar der is oandacht oan bistege en ik
tocht, dat wy yn dizzen as ütgongspunt nimme kinne
hwat it rapport-Priemus deroer oanjowt. (De hear
Miedema: Ik bigryp it net hielendal; it is my wol
bikend, dat by de bou fan wenningen foar minsken op
jierren mear subsydzje jown wurdt, hwertroch de hie-
ren dus leger wurde, mar myn fraech wie, oft minsken
dy't in ynkommen hawwe dat seis net heech genöch
is om dy hier to biteljen, ek net in hiersubsydzje
hawwe moatte. Leit dat foar in wenning foar minsken
op jierren makliker as foar in wenningwetwenning
(De hear J. van der Wal: Dat makket gjin forskil.
It forskil sit allinnich yn ekstra subsydzje by de bou
fan wenningen foar minsken op jierren.)
De heer Van Haaren heeft erop gewezen, dat de
Gemeente haar leegstaande huizen moet opknappen.
Nu, hij weet, dat we een renovatieschema juist voor
de vooroorlogse woningen hebben en dat we ook de
gemeente woningen zoveel mogelijk opknappen. Zelfs
als de norm voor het onderhoud het niet toelaat, zien
we er niet tegen op om de reservefondsen, voor zover
mogelijk, daarvoor beschikbaar te stellen, omdat we
eigenlijk toch wel het gevoel hebben, dat we eraan
moeten doen wat we er redelijkerwijze aan kunnen
doen. Er wordt heel wat zorg aan besteed. De heer
Van Haaren vindt, dat we de huur voor die woningen
laag moeten houden. De huren van die woningen zijn
inderdaad erg laag. Ze moeten niet worden dichtge
spijkerd, zegt hij ook. Dichtspijkeren doen we niet eer
der dan wanneer wij het gevoel hebben, dat het op
knappen te veel gaat kosten, maar dan moeten ze
eigenlijk ook zo gauw mogelijk geamoveerd worden.
Dit kan echter niet altijd omdat je daardoor soms een
gat in een gevelwand maakt. Op zichzelf ben ik het
wel met de heer Van Haaren eens, dat het een triest
gezicht is, als je te veel van die dichtgespijkerde hui
zen hebt. Maar we zijn hier dus wel attent op.
Mevr. Visser heeft nog gevraagd, of voor huizen
met een huur boven de f300,— geen huursubsidie
wordt gegeven. Waar ligt de grens precies, mijnheer
Van der Wal? (De heer J. van der Wal: De bewoners
van alle gesubsidieerde woningen onverschillig of
het woningwetwoningen of premiewoningen zijn
komen in principe in aanmerking voor een individueel
huursubsidie. Het gaat er om, welk soort woning men
bewoont. Is het een gesubsidieerde woning en heeft
men een inkomen beneden een bepaald plafond, dan
komt men in aanmerking voor een huursubsidie.)
De heer Heidinga noemt het punt, dat onder 1 aan
geroerd wordt: Leeuwarden zou de gelegenheid krijgen
de opgelopen achterstand in te woningbouw in te ha
len, een gevoelige materie. Het is inderdaad zoals de
heer Heidinga zegt: Er dreigt enigermate een stag
natie op te treden. Wij zijn er goed attent op en van
onze kant zullen we ons uiterste best doen om die
stagnatie te voorkomen. Ik hoop, dat ik hiermee mag
volstaan.
T.a.v. vraag 2 vroeg de heer Heidinga: Komt de
Gemeente nog wel te pas aan door de corporaties voor
genomen bouwplannen of bepaalt haar taak zich tot
het beschikbaar stellen van de financiën Als de bouw
plannen door de Minister aanvaard zijn, dan is dit
laatste ook nog maar een theoretische zaak, zegt hij,
want de Raad kan dan moeilijk zeggen: We stellen
geen geld beschikbaar. Ja, als alles goed verloopt, dan
is het werk van de Raad in dezen inderdaad theore
tisch. Maar de tendens van de vraag is, dacht ik: Kun
nen de woningbouwverenigingen alles maar doen, zon
der dat de Gemeente eraan te pas komt? M.i. zou, als
hier een systeem van woningbouw zou ontstaan, dat
helemaal niet zou kloppen met de behoefte wat
hier gelukkig nog niet gebeurd is de Gemeente er
wel iets aan kunnen doen. Doordat hier echter geluk
kig een duidelijk op elkaar afstemmen van behoefte en
woningbouw heeft plaats gehad, heeft de Gemeente,
als de bouwplannen van de corporaties door het Rijk
aanvaard zijn, eigenlijk niets anders te doen dan de
financiën beschikbaar te stellen. De woningbouwcor
poraties zijn hier dan ook baas in eigen huis.
Wat punt 5 (overleg met partners „lichte gewest")
betreft, heb ik het „doordenkertje" van mevr. Bran
denburg al beantwoord; de gewestvorming kwam hier
ook bij ter sprake en ik kon de heer Heidinga in dezen
wel volgen.
De heer Heidinga meende, dat vraag 7 anders moest
worden gesteld, n.l.: of het College het verdedigbaar
achtte, dat meerdraagkrachtigen in goedkope huizen
blijven wonen, en hij vond, dat het probleem van die
kant aangepakt moest worden, waardoor die wonin
gen voor de minderdraagkrachtigen beschikbaar ko
men. Ik dacht, dat dit juist een van de kernpunten
was van het huisvestingsbeleid terzake van de ge
richte doorstroming die wij stelselmatig bevorderd
hebben. Ik ben het volkomen met de heer Heidinga
eens, dat, als je dat goed aanpakt, je ruimte voor de
minderdraagkrachtigen creëert en hun problemen op
lost. Maar ik dacht, dat we daar druk mee bezig zijn.
(De heer Heidinga: Ik heb nog nooit bemerkt, dat
door ons eigen Woningbedrijf of door de woningcorpo
raties (maar daar hebben we toch geen zeggenschap
over) de bewoners van voor hen te goedkope woningen
de huur wordt opgezegd. Waarom wordt dat niet ge
daan?) Ik ben het met de heer Heidinga eens, als het
zou kunnen. Dan zou het een paardemiddel in uiterste
instantie of misschien ook al in eerdere instantie
zijn, maar het mag niet. De gemeente Vinkeveen heeft
het geprobeerd en er is pas een uitspraak gekomen,
waarbij het besluit van Vinkeveen vernietigd werd. Ik
kan me voorstellen, dat je voor een situatie zou kun
nen komen te staan, waarin je, als het met een ge
richte doorstroming niet gaat, de huur zou willen op
zeggen. Maar dat is niet toegestaan. We kunnen zeg
gen: Jammer, dat dat niet mogelijk is, maar we zullen
het dus indirect moeten proberen met een zo gericht
mogelijk doorstromingsbeleid. En dat doen we zoveel
mogelijk. Overigens past zo'n rigoureuze maatregel wel
in het kader van het doorstromingsbeleid en misschien
komt het in de toekomst nog wel eens zo ver.
Ik dacht, dat ik de vragen nu beantwoord heb.
Hoofdstuk X, Stadsautobusdienst.
Mevr. Brandenburg-Sjoerdsma: Vraag 3 (goedko
per tarief voor 65-plussers)Is de ton die dat extra
zou kosten, berekend op deze basis: voor alle bejaar
den, die op het ogenblik van de bus gebruik maken,
korting toepassen? Of is er ook rekening gehouden
met bepaalde, onderbezette uren, zoals het in de vraag
gesteld wordt?
De heer De Jong (weth.)Deze zaak is ook in het
rapport van de Commissie voor de vervoersplanning
aan de orde geweest en ze is ook in de Commissie voor
de Stadsautobusdienst besproken. En die hebben zich
afgevraagd: Is hier iets aan te doen? We hebben
eigenlijk het gevoel gekregen, dat, wanneer we iets
zouden willen doen, het zodanig moet geschieden, dat
we met bejaardenkaarten, in de geest van het cultu
reel paspoort, kunnen werken. Maar het schijnt tech
nisch bijzonder moeilijk te zijn die kaarten alleen te
laten gelden voor de onderbezette uren. We hebben
vrij voorzichtig berekend, wat ons het systeem met
bejaardenkaarten zou kunnen komen te kosten. Ik
meen, dat Den Haag er een miljoen op toelegt. Arn
hem heeft het ook geprobeerd. Er is een aantal voor
beelden, dat aantoont, dat we het niet moeten doen.
Ook van de zijde van de K.N.V.T.O. is men er tot en
met bevreesd voor. De Fram wil het ook niet. Dus
als we het in Leeuwarden zouden willen, zou de Ge
meente het zelf moeten bekostigen en dat is nu net
een van de dingen die ons niet passen. Toch is dit
probleem in de landelijke organisatie K.N.V.T.O, nog
weer aangesneden; het laatste woord is hier echt nog
niet over gezegd. Men voelt het zo aan: Je kunt dit
wel doen, maar eigenlijk moest er een soort rijks
regeling, een uniforme regeling voor komen. De Com
missie voor de Stadsautobusdienst had ook begrip voor
onze bezwaren en vroeg: Kunnen we ook wat meer
korting geven voor degenen, die 5- of 10-rittenkaar-
ten nemen? Misschien kunnen we voor degenen voor
wie de korting van de 10-rittenkaarten niet voldoende
is, een abonnement met meer korting instellen. We
hebben dus in deze richting gezocht naar alternatieven.
En m.i.v. 1 januari zijn 6- en 8-rittenkaarten inge
voerd, waarbij de korting van 10 pet. op 20 pet. is
gebracht. We hebben dus wel naar een aantrekkelijk
bejaardentarief gezocht en door een bepaalde korting
op meerrittenkaarten is er iets aan gedaan, maar we
hebben geen integraal bejaardentarief toegepast, om
dat dat een ton zou kosten, een bedrag, dat we echt
niet kunnen missen.
De Voorzitter: Of we het vervelend vinden of niet,
we moeten de realiteit onder ogen zien, en die is,
dat we voor een begroting met een zwaar tekort staan.
Dit zou ook een post zijn, die zo zeker als twee keer
twee vier is, in dit stadium niet wordt aanvaard als
een structureel verstorende factor. We zouden nu wel
een bejaardentarief kunnen invoeren, maar dan moeten
we volgend jaar de klok weer terugdraaien. We moe
ten nu eerst zien waar we staan. Het is niet zo, dat
B. en W. invoering van zo'n tarief onzin vinden; we
hebben echter een faciliteit als deze tegen de achter
grond van het zware begrotingstekort bekeken en ge
zegd: Het zou een stukje beleid zijn, waarover men
ons terecht verwijten zou kunnen maken. Het zou
niet een voortzetting van „ongewijzigd beleid" zijn;
het is een nieuwe maatregel die we niet kunnen ver
antwoorden.
De heer Van Haaren: Ik begrijp, dat je tegen zo'n
ton zit aan te hikken, dat zo'n uitgave niet zo maar
kan worden gedaan, maar deze zaak komt nog weer
terug, als het landelijk rapport is verschenen. U
weet, dat ik een tijdje geleden eens in Amsterdam
over deze dingen heb gepraat en daar zei men, dat
de tarieven voor bejaarden en ook jeugdtarieven, voor
scholieren enz., leiden tot een veel grotere bezetting
van de bussen. De bussen zijn hier ook dikwijls leeg.
Door de grotere bezetting wordt het exploitatietekort
kleiner. Het is ook gewoon prettig, dat er veel meer
mensen met de bus gaan als er goedkopere tarieven
zijn. Het is niet prettig, als de bussen leeg zijn. En
dat aspect moet ook bekeken worden. Ik kan dat
niet beoordelen, ik ben niet deskundig genoeg. Ik heb
wel vernomen, dat men er in Amsterdam niet over
zou piekeren die goedkopere tarieven af te schaffen;
het was dus ook geen factor die de Gemeente zoveel
geld kostte. (Mevr. Visser-van den Bos: En andere
steden hebben toch ook begrotingstekorten. Hoe moet
het daar dan?) Het was iemand van het gemeentelijk
vervoersbedrijf in Amsterdam, die mij de kwestie heeft
uiteengezet.
Vé3J
De heer De Jong (weth.): De zaak ligt in Amster
dam natuurlijk heel anders. Je kunt Amsterdam niet
vergelijken met Leeuwarden. De zaak is hier wel uit
gezocht; ze is ook behandeld in het rapport van de
Commissie voor vervoersplanning en die staat sympa
thiek en positief tegenover een bejaardentarief. Het
is zelfs zo sterk, dat ze een advies heeft gegeven,
waarin ze zei: Dit lijkt ons wel iets. En dus moet
men als Gemeente dan wel goed gemotiveerd zijn, als
men zegt: En toch doen we het niet. Het punt is,
dat we er geen geld voor hebben, al zouden we het
nog zo graag willen. En daarom hebben we gezegd:
Hoe kunnen we dan een korting in de tarieven in
bouwen, waardoor we toch iets doen, waarmee we
de betrokkenen tegemoet kunnen komen? De gedach
ten gingen aanvankelijk uit naar een bejaardentarief,
dat 50 pet. van de andere tarieven zou bedragen. En
toen is men op de gedachte gekomen: Als we nu de
korting van 10 pet. op de 5- en 10-rittenkaarten eens
zouden vedubbelen, dan betekent dat een „opstap",
waaruit duidelijk blijkt, dat je dit probeert, met in
achtneming van de begrotingspositie. De zaak komt
toch weer terug in de komende jaren; we kunnen er
rustig op rekenen, dat we er niet omheen kunnen. De
heer Van Haaren heeft zelf aangedrongen op het stel
len van prioriteiten bij, bezuinigingen; dan kun je toch
hier niet beginnen met dingen die meer geld gaan
kosten! Dat is ons ook doodgewoon verboden. (De heer
Van Haaren: Maar dat stelde ik toch ook niet.) Nee,
maar dat is het kardinale punt, hoor!
De Voorzitter: Het gaat terzake van het bejaar
dentarief niet om een Leeuwarder probleem; het is
een algemeen probleem. Als algemeen in den lande
een bejaardentarief nodig wordt geacht, staan wij ook
veel sterker. Wij zouden op dit moment, nu er talloze
gemeenten zijn, die geen bejaardentarief hebben, niet
zo'n tarief kunnen invoeren. Er zijn pré's voor zo'n
tarief, maar wij nemen duidelijk het standpunt van
het „ongewijzigd beleid" in en invoering van een be
jaardentarief zou op dit moment een nieuwe maat
regel betekenen; die mogen wij nu niet nemen, want
wij weten, dat we volgend jaar een terechtwijzing op
ons brood zullen krijgen. Dat is de enige motivering.
Wij hebben het niet om principiële redenen afgewe
zen. Maar dit punt komt stellig nog eens terug.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik heb nog niet ge
hoord, of ook over de „onderbezette" uren is gesproken.
En dat vind ik niet eens alleen een kwestie van be
jaarden. Als je het gebruik maken van de bus op
die uren en het afremmen op de piek-uren zou kun
nen bevorderen, zou dat waardevol zijn.
De heer De Jong (weth.): Bij de dienst stuit dit op
technische bezwaren. Men zegt en men is het daar
algemeen wel over eens Als je dit wilt doen, dan
moet je het integraal doen.
De Voorzitter: Nu zijn we ook op een redelijke tijd
door de stof van deze avond heen. Ik dank U hartelijk
voor Uw medewerking.
De Voorzitter sluit, om 23.05 uur, de vergadering.