Mevr. Visser-van den Bos: Naar aanleiding van
het antwoord op vraag 7 (consultatiebureau voor be
jaarden) zou ik graag willen weten wat precies het
spreekuur van de Sociaal-Geriatrische Dienst in Triotel
inhoudt. Als ik denk aan een consultatiebureau voor
bejaarden ik heb het dan waarschijnlijk niet duide
lijk genoeg omschreven denk ik toch aan iets heel
anuers dan aan inlichtingen over de hier opgesomde
zaken, hoewel die natuurlijk ook best nuttig kunnen
ziju. Van het spreekuur in Triotel weet ik eigenlijk
mets af; daarover zou ik graag nader geïnformeerd
worden.
En dan nog iets over vraag 8 (huisvesting functio
narissen van de G.G.D.Hoever is het onderzoek ge
vorderd naar de mogelijkheid om de functionarissen
van de bedrijfsgeneeskundige dienst tijdelijk een plaats
te geven in Triotel?
De heer Ten Brug (weth.)De heer Jansma heeft
gevraagd of het rapport inzake het effect van de
subsidies op het terrein van de volksgezondheid t.z.t.
ook in de Commissie voor de Volksgezondheid kan
worden besproken. De heer De Vries heeft er de vraag
aan toegevoegd, of dit stuk aan de raadsleden kan
worden toegezonden. Ik dacht, dat ik rustig beide
vragen bevestigend kon beantwoorden. Het rapport is
nog niet helemaal klaar; anders hadden we er reeds in
de betreffende commissie over moeten praten. Van de
zijde van de G.G.D. zijn reeds een aantal aspecten in
gebracht, maar de financiële kant van de zaak moet
nog nader worden bekeken. Het zal niet zo'n lijvig
rapport worden. Het komt dus in de commissie en er
is geen bezwaar tegen, dacht ik, dat de raadsleden het
krijgen toegezonden.
De heer Singelsma heeft gevraagd naar de bedrijfs
geneeskundige dienst. Wij hebben eigenlijk om zo uit
voerig mogelijk te zijn nog maar eens herhaald niet
volledig uiteraard wat in het raadsvoorstel indertijd
heeft gestaan, toen wij voorstelden een bedrijfsgenees
kundige aan te trekken die niet alleen t.b.v. het ge-
meentepersoneel maar ook t.b.v. het personeel van de
Provincie zou werken. Ik geloof, dat het aantal per
soneelsleden zo om en nabij de 3000 ligt. Dit werk moet
natuurlijk wel goed onderscheiden worden van de an
dere normale taken van de G.G.D.; het gaat hier enkel
en alleen om de bedrijfsgeneeskunde.
De heer Schaafsma heeft gevraagd of het niet mo
gelijk zou zijn de bedrijfsgeneeskundige dienst uit te
bouwen tot een districts-bedrijfsgeneeskundige dienst.
Ik weet wel, dat regeren vooruitzien is, maar het is
nu nog wel heel vroeg om daarover te praten; we heb
ben de arts aangesteld, maar hij moet nog met zijn
werkzaamheden starten. Wij hebben ons vanaf het be
gin en dat is de Raad ook wel duidelijk op het
standpunt gesteld, dat het helemaal niet nodig is, dat
de werkzaamheden van deze dienst tot het gemeente-
personeel en het personeel van de Provincie beperkt
blijven. Er zijn in beginsel nog wel een aantal bedrij
ven ook in de semi-overheidssector dat voor deel
name in aanmerking zou komen. Ons standpunt te dien
aanzien is niet gewijzigd. Ik dacht echter, dat wij de
kwestie van een districts-bedrijfsgeneeskundige dienst
zouden moeten bekijken in het grotere kader van dis
trictsvorming m.b.t. de G.G.D. Tot op zekere hoogte
gaat deze dienst dan automatisch mee en dan zijn de
verbindingen wat duidelijker. Het wordt een beetje
moeilijk voor bedrijven in andere gemeenten te werken
wanneer de G.G.D. alleen zijn werkgebied heeft in de
gemeente Leeuwarden. Ik kan U zeggen, dat wij op
het moment wel een aantal diensten uiteraard te
gen betaling voor gemeenten buiten Leeuwarden
verrichten; aanvragen daarvoor komen de laatste tijd
bijna te veelvuldig binnen om er aan te kunnen vol
doen. Wij hebben het tot nu toe kunnen klaren binnen
het kader van de bezetting van de dienst, maar op dit
moment kunnen we niet verder gaan. Wij zullen,
mede naar aanleiding van het rapport dat de Genees
kundig Inspecteur van de Volksgezondheid over de
districts-bedrijfsgeneeskundige dienst heeft uitgebracht,
met een aantal gemeenten rond Leeuwarden die con
tacten hebben gezocht op dit terrein, gaan praten
om te kijken in hoeverre we tot een districts-be-
drijfsgeneeskundige dienst kunnen komen. Het nare
is, dat aan dit soort dingen financiële consequenties
verbonden zijn m.n. voor de gemeenten die op dit mo
ment geen G.G.D. hebben. Dat blijkt hier en daar ook
nog wel eens moeilijk te liggen; althans in de bespre
kingen tussen de burgemeesters enkele jaren geleden
lagen die dingen al wat moeilijk. Ik heb wel het idee,
dat de tijd er wat rijper voor wordt.
Dan ben ik nu, dacht ik, aangeland bij vraag 7; die
handelt over de consultatiebureaus voor bejaarden. Er
zijn inderdaad besprekingen geweest. Die zijn niet zo
veelvuldig geweest en die hebben niet tot concrete re
sultaten ook niet tot concrete negatieve resultaten
geleid. Het is niet op grond hiervan, dat het ant
woord van nu afwijkt van het eerder gegeven ant
woord. Er zijn op het moment 6 van dergelijke con
sultatiebureaus in de provincie, maar het zijn laat
ik nog eens onderlijnen wat wij in de laatste zin van
het antwoord opmerken consultatiebureaus die zich
in een experimenteel stadium bevinden. Men weet ook
in de kringen van het Groene Kruis nog niet precies
hoe men deze zaak definitief moet opzetten. Er wor
den de nodige proeven gedaan; uiteraard niet helemaal
in het wilde weg, maar het is niet zo, dat men zegt:
dit is de vorm waarin wij het moeten doen. In dat
licht moet U ook het antwoord zien, dat wij gegeven
hebben. Op het terrein waarop de consultatiebureaus
zich bewegen (verstrekken van inlichtingen e.d.), ge
beurt in Leeuwarden al het een en ander. Op het
spreekuur van de G.G.D. komen niet alleen medische
maar ook sociale kwesties aan de orde. Natuurlijk
komt ook daar de kwestie van het opnamebeleid aan
de orde; de werkzaamheden van de Commissie Opna
mebeleid en de werkzaamheden van de G.G.D. op het
terrein van de bejaarden ontmoeten elkaar bij de
G.G.D. Verder wordt in Triotel het spreekuur van de
Sociaal-Geriatrische Dienst gehouden. Dit moet goed
verstaan worden: dit spreekuur is niet een initiatief
geweest van ons ziekenhuis. Het betreft een spreekuur
van de Sociaal-Geriatrische Dienst van de Stichting
Het Friese Patronaat; die houdt op verschillende
plaatsen spreekuur, o.a. in Triotel. De Sociaal-Geria
trische Dienst krijgt patiënten op het spreekuur die
door de huisarts doorverwezen worden; aan de S.G.D.
wordt advies gevraagd m.b.t. nadere hulpverlening:
opname in bejaardenoorden, al of niet institutionele
hulp enz. Wij meenden, dat, omdat dit spreekuur er is
in dit kader moet U het antwoord bekijken de
situatie nog niet zo slecht is in Leeuwarden; er zijn
elders wel ongelukkiger situaties m.b.t. de hulpverle
ning aan bejaarden. Ondertussen hebt U waarschijnlijk
al kennis genomen van de rede die dokter Sipsma, het
hoofd van de S.G.D., op de jaarvergadering van het
Groene Kruis heeft gehouden; uit zijn rede blijkt, dat
men voorlopig wel heel sterk denkt aan een - laat ik
het zo zeggen medisch bevolkingsonderzoek van
bejaarden om te kijken hoe de kaarten liggen, dit dan
in het kader van het werk van de consultatiebureaus
van het Groene Kruis. Dit zal niet een directe aanlei
ding' zijn om te kijken wat er voor bejaarden gedaan
kan worden; het gaat er meer om een overzicht te
krijgen van de situatie in de steden en op het platte
land. Binnenkort vinden er besprekingen plaats, zowel
met het Groene Kruis als met de S.G.D. over het onder
handen nemen van een wijk van Leeuwarden; mis
schien is het gemakkelijk daarvoor de omgeving van
Triotel te nemen, want dan kan het spreekuur in
Triotel in het onderzoek worden betrokken. Wij zullen
daar zeker medewerking aan verlenen. Men mag uit
het antwoord niet lezen, dat wij niet willen meewerken.
Mevr. Visser heeft gevraagd of er al de nodige bespre
kingen zijn gehouden met Triotel over de huisvesting
van de bedrijfsgeneeskundige. Die zijn nog niet ge
voerd. De arts heeft ook nog niet direct ruimte nodig.
Wij hebben gedacht aan de mogelijkheid van huisves
ting in Triotel. Het zal dan niet gaan om een huisves
ting voor de hele dag, maar misschien is het mogelijk
gebruik te maken van de ruimten die zo nu en dan
vrij zijn in het ziekenhuis. Wij dachten, dat het wel
licht mogelijk zou zijn de huisvesting van de bedrijfs
geneeskundige tijdelijk op te vangen in Triotel. Wij
achten het niet zo'n groot probleem, dat er nu op
grote schaal besprekingen moeten worden begonnen.
Naar mijn gevoel heb ik nu alle vragen beantwoord.
3
De hear Singelsma: Nou wit ik noch net hwat
„screening" is fansels.
De heer Ten Brug (weth.): Het woord betekent
doorlichting; het is een algemene kijk krijgen op een
bepaald probleem. U had de betekenis, zo tussen de
regels door, kunnen opmaken uit hetgeen ik vertelde
over het onderzoek naar de situatie van de bejaarden.
Daarbij had ik het woord screening kunnen gebruiken;
dan was ik waarschijnlijk vlugger klaar geweest.
De hear Singelsma: Ik stel foar, dat wy dochs mar
Nederlanske wurden brüke, as it in bytsje kin.
De heer Ten Brug (weth.): Ik versta dit pleit goed,
als ik begrijp, dat U op het ogenblik Fries spreekt?
U wou pleiten voor Nederlandse woorden? (De hear
Singelsma: Net oars.) Het lijkt mij wat moeilijk,
maar we moeten er maar niet verder op doorgaan.
(De hear Singelsma: Ik bin der foar, dat, as wy Ne
derlansk prate of dat der yn it Nederlansk fragen
steld wurde, der ek yn amtlike stikken yn it
Nederlansk antwurde wurdt.) Ja. Maar sommige be
grippen laten zich gemakkelijker omschrijven in een
andere taal; wil jc je bij het Nederlands houden, dan
moet je er een heel verhaal omheen houden. (De hear
Singelsma: Ja, dat is ek sa. Mar Jo fiele wol oan
hwat ik bidoel.) Jawis. Oars wie der ek neat to freeg-
jen. (Laitsjen)
De Foarsïtter: Dus dit is nou ek oplost? (De hear
Singelsma: Ja.) Moai.
DIENST VOOR GEZONDHEIDSZORG.
De hear Jansma: Mei it antwurd op fraech 7 bin
ik hiel tofreden, mar oer de fraech (Zijn B. en W. het
met ons eens, dat de huidige categorie bewoners van
de Haniasteeg zich niet thuis zal voelen in een riante
flat met 30 m2 woonruimte (Triotel)?) haw ik my
tige forwündere. Wy moatte, neffens my, perfoarst
net miene, dat de minsken dy't yn de Haniasteeg sitte,
harren aenst net thüs fiele sille yn it nije gebou. Dat
woe ik nei oanlieaing fan dizze fraech wol even op-
merke. De minsken sjogge der öfgryslik nei üt, dat
it nije gebou klear komt en as jo mei minsken üt de
Haniasteeg prate, dan hearre jo wol, dat hoe gauwer
hja oer kinne hoe leaver hja it hawwe; op in inkele
ütsündering nei; der binne ek minsken dy't hast net
iens witte hwer't hja binne.
Dan haw ik noch in punt, dat eins net hielendal
oanslüt op de fragen dy't hjir steane, mar hwer't ik
dochs even in lyts fraechje oer kwyt wol; as der gjin
antwurd op komme kin, sil ik Jo dat net kwea óf
nimme. Ik woe graech witte hoe fier it is mei de
persoanielsried (de medezeggenschapscommissie). Mis
kien kin dêr hwat fan sein wurde.
De heer Schaafsma: Het antwoord op de vragen
2 en 3 (betreffende de afdelingen gynaecologie en ver
loskunde) lijkt mij niet helemaal doorzichtig. In het
antwoord wordt de afdeling gynaecologie (de afdeling
waar patiënten op medische indicatie worden opgeno
men, als ik het goed begrijp) samen genomen met de
afdeling verloskunde. Ik dacht, dat dat twee verschil
lende dingen waren. Iemand die op medische indi
catie op de afd. gynaecologie opgenomen en behan
deld wordt we hebben nu een gynaecoloog krijgt
de kosten vergoed door het ziekenfonds of door de
verzekering. Daar ligt, dacht ik, het probleem niet. De
bedden die open zijn, zijn op het ogenblik nog altijd de
bedden van de kraamafdeling. Dat wordt in het ant
woord een beetje door elkaar gehaald, dacht ik. Ik
geloof echt wel, dat de afd. gynaecologie een volle
bezetting haalt, maar het gaat om de kraamafdeling.
Bij het vrijwillig kiezen tussen bevalling thuis of in
het ziekenhuis zal men Triotel, dacht ik, voorlopig
niet kiezen. Met dat probleem zitten we; het is een
economisch probleem waarvan we op de begroting van
Triotel volgend jaar de uitkomst wel zullen zien. Ik
wilde graag, dat de Wethouder deze kwestie iets nader
toelicht, omdat de scheiding tussen de genoemde af
delingen in het antwoord niet te vinden is.
Vraag 4 handelt over de samenwerking met het Bo-
nifatius Hospitaal. Ik zou graag willen weten of de
samenwerking met het Diakonessenhuis van onze kant
al eens geleid heeft tot bijv. het opmeten van een ter
rein. Is er al iets bekend over de oppervlakte?
Dan nog iets over vraag 6 (pand Haniasteeg). Mis
schien was ik zonet t.a.v. de bedrijfsgeneeskundige
dienst iets te vlug; ik geloof, dat ik hiermee wat be-
houdener ben. Het pand in de Haniasteeg is een hecht
doortimmerde zaak; laten we blij wezen, dat we dit
verzorgingstehuis hebben. Want wat wij gaan bouwen
i.p.v. dit tehuis is altijd nog een verzorgingstehuis voor
zware verzorging behoevende patiënten. Ik kan mij
niet voorstellen, dat alle mensen die nu in de Hania
steeg zijn opgenomen, zo'n zware verzorging behoeven,
dat ze straks allemaal overgeplaatst moeten worden
naar het nieuwe tehuis. Het kan aanstonds best zo
zijn, dat ook andere tehuizen zoveel zware verzorging
behoevenden hebben, dat de opnamecommissie het
nieuwe tehuis aan de Borniastraat vol legt met pa
tiënten zonder dat alle mensen van de Haniasteeg aan
de beurt komen. Wij kunnen m.i. het nieuwe tehuis
niet in de eerste plaats bestemmen voor de mensen van
de Haniasteeg en dan tegen de opnamecommissie zeg
gen: Jongens, we hebben nog zoveel bedden over, nu
mogen jullie nog een keer. Ik geloof, dat je dat als
geheel moet gaan zien.
Hetgeen ik net gezegd heb, geldt eigenlijk ook voor
vraag 8. In die vraag wordt gesproken over de auto
matische doorstroming van het verpleeghuis van
Triotel naar het verzorgingstehuis voor zware verzor
ging behoevenden. Dat lijkt mij geen automatisme.
Ziekenhuis en verpleeghuis zijn districtsvoorzieningen;
die hebben niet alleen een functie voor de gemeente.
Het verzorgingstehuis van Triotel zal echter in de
eerste plaats bestemd zijn voor zware verzorging be
hoevenden uit de gemeente. We kunnen Triotel econo
misch wel als een drie-eenheid zien, maar de functie
van het verzorgingshuis ligt, naar mijn mening, enigs
zins anders dan die van de andere twee voorzieningen.
De heer Visser: In vraag 1 wordt een relatie ge
legd tussen de verpleegprijs en de exploitatie (zieken
huis en verpleeghuis Triotel). De vraag suggereert
eigenlijk een niet-sluitende begroting. Ik acht het een
gezonde zaak, dat ziekenhuizen en soortgelijke instel
lingen uit de bus komen met een sluitende exploitatie.
Hier zit nog een ander punt aan vast. Aangezien ten
aanzien van de verpleegprijzen de normen van het
C.O.Z. gevolgd worden, zal het dus betekenen, dat een
tekort gedekt moet worden uit de algemene middelen
en dat acht ik een volslagen onmogelijke zaak. Maar
het is eigenlijk de consequentie van deze vraag.
De heer De Vries: Even iets naar aanleiding van
vraag 6 (pand Haniasteeg). Dit pand is afgekeurd
voor de huisvesting van bejaarden. Wanneer straks
het moment daar is, dat de derde poot van Triotel
klaar is, zal, dacht ik, een ontruiming van dit pand
moeten plaats vinden. U zegt in het antwoord op de
vraag, dat U niet precies weet wat er met dit gebouw
zal moeten gebeuren. Ik zou mij kunnen voorstellen,
dat die ontruiming niet in één keer gerealiseerd zal
kunnen worden; U zegt ook al, dat er misschien wel
bepaalde mensen zullen zijn die elders aanpassings
moeilijkheden zullen hebben. Is er in zo'n fase ook nog
een overgangsperiode te creëren waarin dit tehuis ook
als verzorgingshuis nog enige tijd kan blijven functio
neren
In vraag 7 ik weet niet wie die vraag gesteld
heeft wordt gesproken over een riante flat met 30
m2 woonruimte (verzorgingstehuis Triotel). Dit sug
gereert eigenlijk, dat we bezig zijn om een overdadige
verpleegsituatie te scheppen. Ik dacht, dat we goed
moeten oppassen met het doen van een dergelijke
suggestie. Het betreft een voorziening voor mensen die
gehandicapt zijn; bovendien gaat het om een tehuis,
dat de jaren zal moeten trotseren, dat over 40 jaar
ook nog niet een wegwerpgeval mag zijn. Ik heb alleen
maar waardering voor het initiatief, dat U destijds
heeft genomen hiervan inderdaad een tehuis te maken,
dat op de toekomst is berekend, ook wat de kwaliteit
van de verpleging betreft.