4
De heer Van Haaren: In vraag 5 wordt gesteld,
dat bij een tehuis voor zware verzorging behoevende
patiënten (derde poot Triotel) 1 verzorgster op 2 pa
tiënten nodig is. De vraag of een en ander zowel finan
cieel als wat de personeelsbezetting betreft, haalbaar is,
wordt eigenlijk niet beantwoord. Er wordt alleen gesteld,
dat U zich bewust bent van de zware eisen die ten
aanzien van het personeel worden gesteld. Volgens
onze informaties zou je op de 180 bedden liefst 90 man
personeel moeten hebben; een planning van 1 op 4 is
volgens ons te gering voor zware verzorging behoe
vende bejaarden. Het is bijzonder jammer, dat er niet
veel eenvoudiger wooneenheden zijn gebouwd. Dit ook
meteen in antwoord op een opmerking van de heer
De Vries; wij beschouwen bejaarden bepaald niet als
wegwerpgevallen of iets dergelijks. De bouwkundige
voorzieningen die zijn getroffen, leiden er echter toe,
dat er in de personeelssfeer meer moet gebeuren.
Na de opmerkingen van de heren Schaafsma en De
Vries terzake kan ik vraag 6 wel overslaan.
Wij hebben vraag 7 gesteld en dat hebben wij gedaan
omdat wij bezorgd zijn over de eventuele overgang van
de mensen van de Haniasteeg naar Triotel. Deze oude
mensen van een bepaalde sociale klasse moeten naar
wat ik noem riante flats. Als het nieuwe ver
zorgingshuis een vervanging is van de Haniasteeg, zul
len ze er ook allemaal naar toe moeten, ieder op zo'n
luxe kamer. Nu heb ik geen bezwaar tegen de luxe,
maar het gaat mij om de consequenties die daaruit
voortvloeien voor de personeelsbezetting. Ik wil graag
weten of alle mensen uit de Haniasteeg naar Triotel
gaan; zo ja, hoe kan dan iemand die bij alles geholpen
moet worden, zich ooit in zo'n bouwkundige eenheid
redden als er 1 hulp is op 4 patiënten? Wie moet de
begeleiding geven waarover U in Uw antwoord
spreekt? Ik ben daar erg benieuwd naar.
Dan nog iets over vraag 8 (doorstroming van ver
pleeghuis naar verzorgingstehuis)Dat er de laatste
2 jaar overplaatsingen van de Haniasteeg naar Triotel
en omgekeerd zouden hebben plaats gehad, is volgens
onze informaties niet juist. Wel zijn er mensen van
de Haniasteeg (en andere tehuizen) naar Triotel ge
gaan maar van overplaatsingen van Triotel naar de
Haniasteeg is vrijwel geen sprake geweest. (De heer
Ten Brug (weth.): Versta ik U goed? Zegt U, dat
er praktisch geen overgang is geweest van het ver
pleeghuis naar de Haniasteeg?) Ja. Volgens onze in
formaties is dat praktisch niet gebeurd. Als argumen
tatie werd daarbij aangevoerd, dat vooral de gereacti
veerde mensen die Triotel inderdaad weer konden
verlaten zelden of nooit passen in de Haniasteeg,
dat ze er ook niet naar toe willen. Ik vraag mij af,
of ze daarom maar in Triotel blijven zitten.
Mevr. Visser-van den Bos: Ik wil mij aansluiten bij
de drie sprekers die hun bezorgdheid hebben geuit
over wat er gaat gebeuren ik kan niet spreken van
„plannen", want wat er gaat gebeuren staat mij nog
niet zo helder voor de geest als de derde poot van
Triotel klaar is. Ik kan mij, evenmin als de heer Van
Haaren, indenken, dat alle bewoners van de Hania
steeg gelukkig zullen zijn met de ruimte die ze even
tueel in de derde poot van Triotel zullen krijgen, maar
ik kan mij wel goed voorstellen, dat er hier in Leeu
warden een aantal mensen zijn die bijzonder veel be
hoefte hebben aan die derde poot van Triotel. Ik zou
er voor willen pleiten ik zal er eventueel een uit
spraak van de Raad over vragen bij de plenaire zit
ting dat bij de bezetting van de derde poot van
Triotel de Centrale Opnamecommissie wordt ingescha
keld, zodat er bekeken wordt welke mensen uit de
Haniasteeg werkelijk voor hun eigen geluk pas
sen in de derde poot van Triotel en welke andere men
sen die voorkomen op de lijst van de Centrale Opname
commissie, bitter hard toe zijn aan een opname in dit
nieuwe tehuis.
Dan zou ik nog graag geïnformeerd willen worden
hoe egoïstisch het misschien op het ogenblik ook
klinkt hoe het nu eigenlijk zal gaan met de mensen
uit de provincie die opgenomen zijn in het verpleeg
huis van Triotel als zij daar weer uit moeten en de
derde poot van Triotel is gerealiseerd; hoe gaat het
met de doorstroming? Ik meen, dat het bij de huidige
problemen die wij in onze eigen stad hebben, onjuist
zal zijn wanneer we Triotel-verpleeghuis laten door
stromen naar het verzorgingstehuis, tenminste voor
zover het mensen betreft van buiten de gemeente.
De heer Ten Brug (weth.De heer Visser heeft
naar aanleiding van vraag 1 gezegd, dat het een ge
zonde zaak is een vreemde uitdrukking voor een
ziekenhuis dat een ziekenhuis een sluitende exploi
tatie heeft. Het zal de heer Visser bekend zijn, dat dat
in het algemeen bij een ziekenhuis geen gemakkelijke
affaire is. Ik heb de vraag: Is het wel verantwoord,
dat de verpleegprijs de sluitpost is voor ziekenhuis en
verpleeghuis? anders bekeken. Het kan natuurlijk ver
antwoord zijn; het is maar van welke kant je het be
nadert. Als je zegt: We geven die verzorging en daar
rollen deze kosten uit en dat resulteert in die verpleeg
prijs, dan ga je uit van een verantwoorde verzorging.
Daar rolt dan automatisch een verpleegprijs uit bij een
bepaald percentage bezetting. Maar dat is wel een te
eenzijdige benadering. De Raad weet, dat we ook te
maken hebben met het Centraal Orgaan Ziekenhuis
tarieven, dat op de tarieven het nodige toezicht houdt.
Wij weten op het moment nog niet voldoende hoe men
ons ziekenhuis zal bekijken en m.n. hoe men de aan
loopperiode zal opvangen; daar heb ik al vaker op ge
wezen. Uiteraard is een ziekenhuis niet direct voor
90% en een verpleeghuis niet voor 95% bezet. Het gaat
er maar om welke aanlooptijd men wil geven. Bij het
ziekenhuis werd de aanlooptijd eigenlijk nog wat ver
lengd doordat de gynaecoloog die voor Triotel had ge
kozen, vrijwel geen praktijk kon doen en wij daardoor
ook aanmerkelijk minder opname in de gynaecologische
sector hadden dan normaal het geval zou zijn geweest.
Wij kunnen constateren, dat na de komst van de op
volger van dokter Hoedemaker de gynaecologische af
deling vrijwel volledig bezet is; dokter Oud is per 1
augustus j.l. gekomen. Van de 18 wiegen zijn er op
dit moment 10 bezet en dat is bevredigend als we de
korte tijd dat dokter Oud nog maar werkzaam is, in
aanmerking nemen. Zo'n hoge bezetting van kraam
bedden en wiegen hebben we tot nu toe niet gehad.
Natuurlijk speelt de relatief hoge verpleegprijs van
Triotel (t.o.v. de andere twee ziekenhuizen) een rol;
dat geef ik de heer Schaafsma toe. De situatie is an
ders dan vroeger. De patiënten met sociale indicatie
gingen vroeger bij voorkeur naar het Stadsziekenhuis
omdat de verpleegkosten die niet door het Ziekenfonds
vergoed werden, daar het laagst waren. Nu Triotel de
hoogste verpleegprijs heeft, gaan die patiënten naar
andere ziekenhuizen. Wij zullen misschien inderdaad
nog eens moeten bekijken of we het aantal kraambed
den (18) terug moeten brengen. Dat is, dacht ik, in de
eerste plaats een kwestie van overleg met de aan het
ziekenhuis verbonden specialist, maar ook met de an
dere ziekenhuizen; we hebben in Leeuwarden een to
taal bestand van bedden en die vermindering moet in
dat totaal bestand ook mogelijk zijn.
Wij mogen niet eenzijdig maatregelen nemen die ook
directe consequenties hebben voor de andere zieken
huizen; ik zie een maatregel als ik net schetste ook
nog niet zitten. (De heer Schaafsma: Dat is allemaal
wel fijn, maar een overleg waarbij wij in financieel
opzicht het slachtoffer zijn, is natuurlijk niet een aan
lokkelijk overleg.) Dat ben ik met de heer Schaafsma
eens. Maar U moet de opmerking naar aanleiding van
vraag 2 goed verstaan. Wij hebben in de aanbiedings
brief duidelijk gesteld, dat wij, gezien de situatie van
de bezetting van het betreffende specialisme, tot nu
toe geen goede kijk konden hebben op de situatie van
de bedden in normale omstandigheden. Daar hebben
wij nu aanmerkelijk meer kijk op en het blijkt nu in
ieder geval, dat de bezetting van de gynaecologische
afdeling praktisch overeenkomt met de bezetting die
we moeten hebben; het aantal kraambedden is nu al
voor meer dan 50% bezet en dat is aanmerkelijk beter
dan wij uit de cijfers tot augustus hadden moeten con
cluderen. Ik hoef, dacht ik, niet verder in te gaan op
het verschil tussen gynaecologie en verloskunde; de
heer Schaafsma heeft daarover gesproken. Ik wil er
wel op wijzen, dat dit verschil in vraag 2 was bebak-
ken omdat duidelijk gesproken wordt over de moei
lijkheden op de afdeling gynaecologie en verloskunde.
Dan kom ik nu bij vraag 5. De heer Van Haaren
heeft met betrekking tot de derde poot van Triotel
5
gevraagd naar de personeelsbezetting. Hij heeft een
planning genoemd van 1 op 4. Dat hoor ik voor het
eerst; ik heb in dit verband ook nooit andere cijfers
gehoord. Ik begrijp niet waar de heer Van Haaren die
cijfers vandaan heeft. (De heer Van Haaren: Ik heb
ook de verhouding 1 op 2 genoemd.) Ja, dat heb ik
ook voor het eerst van U gehoord. Er is geen enkel
stuk waarin wij uitgaan van een personeelsbezetting
van 1 op 4. Wij zijn ons op het ogenblik aan het be
raden hoe de bezetting zal moeten zijn; wij zijn bezig
te onderzoeken welke hulp dit soort patiënten moet
hebben. Wij gaan dus op dit ogenblik beslist niet
uit van een personeelsbezetting van 1 op 4. (De heer
Van Haaren: Gelukkig maar.) Zou het mogelijk zijn
met een dergelijke personeelsbezetting, dan zullen we
daar naar toe werken, maar het is beslist niet anders
om, dat we zeggen: het wordt 1 op 4 en daarmee moet
men zich redden. Ik ben het met de heer Van Haaren
eens, dat een dergelijke bezetting wel eens te gering
zou kunnen zijn.
Verschillende mensen hebben n.a.v. vraag 7 gespro
ken over de verhuizing van de patiënten van de Hania
steeg naar het nieuwe tehuis; mevr. Visser wil zelfs
een duidelijke uitspraak over deze kwestie. Ik begrijp
niet waar de verwarring op dit punt eigenlijk vandaan
komt. Er zijn twee verschillende punten. Afgezien van
de filosofie die achter de „tri" van Triotel zit, is het
uitgangspunt van de bouw van de derde poot, dat er
voor de Haniasteeg vervanging moet komen omdat dat
gebouw al jaren geleden is afgekeurd. Wij moesten öf
het gebouw sluiten en zeggen, dat we dat aantal bed
den in Leeuwarden verder niet meer nodig hadden öf
wij moesten zelf voor nieuwe bedden zorgen. Wij heb
ben besloten, dat voor de oude Haniasteeg een
nieuw tehuis moest komen. Wij hebben ons er toen op
beraden dat is bij de behandeling van de voorstel
len in de Raad ook uitvoerig aan de orde geweest
hoe die vervanging gerealiseerd zou moeten worden;
voor welke patiënten maken we een tehuis Wij hebben
toen ik dacht, met algemene stemmen besloten,
dat, gezien de behoefte en rekening houdende met het
karakter van andere tehuizen in onze stad, dat
een tehuis zou moeten worden voor zware verzorging
behoevende patiënten, een tehuis, dat op het gebied
van verzorging meer aan zou kunnen dan de overige
bejaardentehuizen in de stad met alle nuanceringen
en dat toch niet een verpleeghuis zou zijn. Dat te
huis wordt nu gebouwd en het is duidelijk bedoeld voor
patiënten die zware verzorging behoeven. Het is
de vraag dat ben ik met de sprekers die hier op
merkingen over maakten, eens of alle bewoners
van de Haniasteeg inderdaad patiënten zijn die, ge
zien de bedoeling van het nieuwe tehuis, in dat tehuis
zullen moeten worden opgenomen. Maar dat zullen we
moeten doorlichten, mijnheer Singelsma. Wij zullen
daar in het jaar dat voor ons ligt, een onderzoek naar
instellen, dus voordat het nieuwe tehuis klaar komt.
Wij hebben dan ook enige tijd om de nodige wegen te
zoeken voor die patiënten die eigenlijk niet in het ver
vangende tehuis thuishoren en elders zouden moeten
worden opgenomen, gewoon uitgaande van het feit,
dat het tehuis Haniasteeg is afgekeurd en niet blij
vend voor de verzorging van bejaarden dienst kan
doen. Het is niet zo gemakkelijk het is wel niet
helemaal het terrein van mijn portefeuille, maar het
ligt er i.v.m. Triotel wel dicht tegenaan die zaak
helemaal rond te krijgen voor de datum, dat het nieu
we tehuis klaar zal zijn. Ik geloof, dat je niet een aan
tal mensen in de Haniasteeg moet achterlaten, maar
dat je misschien voor een paar mensen, die dan wèl in
een verkeerd bed terecht komen, een uitzondering moet
maken. Ik dacht, dat dat een betere oplossing was
dan een paar mensen in de Haniasteeg achter
laten. Dat geeft gauw een gevoel van: Wij zijn niet
goed genoeg voor dat nieuwe tehuis, wij zijn beter ge
schikt voor de steeg. Maar ook uit het oogpunt van
exploitatie is het niet bepaald aantrekkelijk het vrij
grote oude tehuis met een heel klein aantal patiënten
le laten draaien. Wij zijn ons er goed van bewust, dat
de overgang van de Haniasteeg naar het nieuwe te
huis goed voorbereid moet worden. Wij zullen alle
mensen die in Triotel in de sociale sector werken
het is de Raad bekend, dat wij bij de opzet van Triotel
daar nogal wat aandacht aan hebben besteed en dat
wij daar ook de nodige mankracht voor hebben deze
zaak goed laten bekijken. Ik weet niet of wij zelfs ook
niet technici als fysio-therapeuten e.d. zullen moeten
inschakelen om de overgang van zaalbewoning naar
(riante) kamerbewoning te begeleiden, want men
moet die overgang fysiek ook aan kunnen. Wij zijn
ook zeker voornemens om aan die overgang veel aan
dacht te besteden.
Ik wil er de heer Van Haaren nog op wijzen, dat,
volgens de gegevens die wij binnen de Dienst voor de
Gezondheidszorg hebben, uit het Verpleeghuis van
Triotel 15 mensen zijn overgeplaatst naar de Hania
steeg. (De heer Van Haaren: In hoe lange tijd?) Zo
lang het Verpleeghuis draait, dus een jaar of twee.
Het overplaatsen van patiënten uit het Verpleeghuis
naar andere tehuizen is bijzonder moeilijk. U hebt dat
ook kunnen lezen uit de stukken die dokter Sipsma
heeft gepubliceerd; die heeft zich nogal ongerust ge
maakt over het dichtslibben van de verpleeghuizen.
Ik kan wel zeggen, dat de Haniasteeg met een aantal
van 15 de grootste afnemer is geweest; geen enkel
ander tehuis in deze stad of in de provincie heeft in
dezelfde periode meer mensen uit het Verpleeghuis
opgenomen. Er is dus toch al een zekere relatie tussen
de tweede en de derde poot van Triotel; de Haniasteeg
is een zij het wat antieke voorloper van de derde
poot.
Mevr. Visser heeft een vraag gesteld zelfs het
vragen van een uitspraak van de Raad aangekon
digd over de inschakeling van de Centrale Opname
commissie bij de bezetting van het nieuwe verzor
gingshuis. Ik kan mevr. Visser ronduit en zonder aar
zelen antwoorden, dat die commissie zal worden in
geschakeld. Er is in het kader van de Raad voor Be
jaardenaangelegenheden blijkbaar wat verwarring ont
staan over de tekst van de brief die de Commissie
Triotel op verzoek van die raad over dit probleem
heeft verzonden; daar stond in, dat de opname ge
regeld dient te worden -ook naar de mening van de
beheerder van het tehuis in goed overleg met de
Centrale Opnamecommissie. Je kunt die woorden wat
wantrouwend benaderen, maar ik kan U namens de
Commissie Triotel zeggen, dat, als wij zeggen „goed
overleg", wij ook „goed overleg" bedoelen. (Mevr.
Visser-van den Bos: Ik vond het alleen buitengewoon
jammer, dat de opname alleen aan het ziekenhuis
werd overgelaten. Dat heeft niets met wantrouwen
te maken.) De opname van patiënten in het Verzor
gingshuis is een zaak van overleg net als bij alle
andere verzorgingshuizen tussen de Centrale Op
namecommissie en de betreffende dienst. Ook t.a.v.
het Verpleeghuis wordt de opname niet eenzijdig door
Triotel geregeld; daarbij is duidelijk de Sociaal-Geria
trische Dienst ingeschakeld en via de S.G.D. is ook de
Centrale Opnamecommissie erbij betrokken. Mede
i.v.m. de bespreking in de Raad voor Bejaardenaange
legenheden is er kortgeleden een bespreking geweest
van Weth. Heetla en mijn persoon met de betrokken
artsen van G.G.D. en Triotel. Ik ben ervan overtuigd,
dat we tot een goede oplossing zullen komen.
Het is zeker niet in de eerste plaats de bedoeling,
dat de niet in Leeuwarden thuis horende maar wel in
het Verpleeghuis opgenomen patiënten naar het Ver
zorginghuis gaan. We hebben wel het idee, dat dit
Verzorgingshuis alleen zou moeten werken en daar
ook meer dan een taak aan zou hebben gezien het aan
tal bedden voor de gemeente Leeuwarden. Overi
gens moet men zich daar niet al te veel van voorstel
len. Op dit moment zijn plm. 30% van de mensen die in
het Verpleeghuis zijn opgenomen, niet uit Leeuwarden
afkomstig. Daar staat natuurlijk tegenover, dat er een
vrij groot aantal uit Leeuwarden afkomstige mensen
in tehuizen elders zijn opgenomen. Zoals we het nu
kunnen bezien, zijn er op dit moment een behoorlijk
aantal verzorging behoevende patiënten in het Ver
pleeghuis opgenomen die ook voor het nieuwe verzor
gingshuis in aanmerking komen. Dat zal een zaak zijn
van goed overleg tussen de Directie van Triotel en de
Centrale Opnamecommissie. Ik schat, dat het ongeveer
20 a 25 mensen betreft, tenminste wat het nieuwe Ver
zorgingshuis aangaat; er zijn natuurlijk ook mensen die
uit het Verpleeghuis kunnen worden ontslagen en beter
in een ander tehuis kunnen worden opgenomen. Dat is
een wisselwerking in het totaalik geloof ook, dat je het