RAADSVERGADERING
van dinsdag 19 december 1972.
's avonds 19.30 uur
voortzetting van de avondvergadei ing
van 18 december 1972
Aanwezig 34 leden de dames E. Brandenburg-
Sjoerdsma, J. Dijkstra-Bethlehem, G. Visscher-Bouwer
en M. M. Th. Visser-van den Bos en de heren S. Bouma,
J. ten Brug (vveth.), G. Buising, G. F. Eijgelaar, T. H.
van Haaren, J. Heetla (weth.), O. Heidinga, H. Jansma,
J. F. Janssen, J. de Jong, K. J. de Jong (weth.), A.
Klomp, W. S. P. P. de Leeuw, H. Meijerhof (tot de
koffiepauze), W. Miedema, Ir. C. L. Rijpma, J. Schaaf -
sma, J. B. Singelsma, P. Snel, K. Spoelstra, N. Sterk,
J. Tickstra (weth.), Mr. B. P. van der Veen, P. van
der Veen, J. T. Vellenga (vanaf 20.00 uur), L. Visser,
G. de Vries, P. D. van der Wal, K. Weide (weth.) en
J. Wiersma.
Afwezig de heren W. Hemstra, S. Hiernstra en J.
Knol.
Voorzitter: de heer J. S. Brandsma, Burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts zijn aanwezig: de heren Mr. W. J. G. Reu-
mer, loco-Secretaris, W. Braaksma, adj. Hoofd van de
afdeling Bedrijven en Controle, M. F. Koopmans, Hoofd
van de afdeling Sociale Zaken en Welzijnsaangelegen-
heden. Mr. H. J. Winkelman, Hoofd van de afdeling-
Kabinet en Algemene Zaken, en C. IJsbrandij, Hoofd
van de afdeling Financiën en Belastingen.
De Voorzitter: Dames en heren, ik open de verga
dering voor de behandeling van het tweede gedeelte
van de begrotingszitting. We zijn gisteren al flink op
geschoten; we hebben algemene beschouwingen kun
nen afsluiten en we hebben alle takken van dienst
zelfs reeds afgehandeld. We zijn nu toe aan de be
handeling van de gemeentebegroting en ik stel aller
eerst aan de orde de punten betreffende die begroting
die zijn overgebleven uit de afdelingen.
Hoofdstuk III, Openbare orde.
Volgnos. 106 en 108.
De heer Van Haaren: Ook t.a.v. ons standpunt be
treffende de B.B. wil ik niet in herhaling vallen. Ik
heb in deze raadzaal reeds twee keer bij de begrotin
gen gesproken over ons standpunt i.z. de B.B. en ik
heb het driemaal gedaan in de afdelingsvergaderingen.
Het wordt op die manier haast een verhaal van Mul-
tatuli, die trouwens heel wat beter dan ik allerhande
wantoestanden kon signaleren. Het antwoord op mijn
verhalen heeft ook steeds dezelfde teneur. Iedere keer
wordt weer herhaald, dat er hard aan wordt gewerkt
om de B.B. om te vormen tot een algemene hulporga
nisatie bij rampen: de zaak is in behandeling, we zullen
er later wel eens meer van horen. Maar jaar op jaar
blijven concrete resultaten uit. In deze Raad hebben
we besloten tot een gemeenschappelijke regeling om
tot een betere hulpverlening te komen bij branden en
bij rampen, maar je moet niet denken, dat de B.B., die
goed materiaal zou kunnen inbrengen, meedoet. De
B.B. behoort bij de NAVO, waarmee wij onder leiding
van een tot president gekozen oorlogsmisdadiger met
bondgenoten als Griekse kolonels en Portugese kolo
nisten het communisme moeten bestrijden. De B.B. is
en blijft voor ons een instrument van de koude oorlog,
een geldverspillende hobby van militairen en ex-mili
tairen, die van geen enkel belang is voor onze stad en
op grond daarvan ook niet door ons dient te worden
gesubsidieerd. Langzaam maar gestaag groeit overal
in den lande de weerstand tegen deze verplichte, ons
van bovenop opgelegde subsidie, zoals onlangs nog
bleek in de Friese Staten. Ook deze Raad zou zinvol
kunnen protesteren tegen deze dure, geen enkele zin
of reëel nut hebbende, para-militaire organisatie door
een motie te steunen, die ik, mede namens mevr. Dijk
stra, indien. Deze motie luidt als volgt:
J 8
,,De Raad der gemeente Leeuwarden; op 19 decem
ber 1972 in vergadering bijeen; besluit: het subsidie
voor de dienst Bescherming Bevolking te schrappen."
Mevr. Dijkstra-BethlehemOok mijn mening i.z. de
B.B. is zo langzamerhand wel bekend. Er is een pe
riode geweest, dat men met veel bravoure aankondig
de, dat serieus onderzocht zou worden van de B.B., in
samenwerking met de Brandweer een hulpverlenings
organisatie te maken. Het is, dacht ik, nu wel duide
lijk. dat dit, zelfs mèt de Brandweer, niet te verwezen
lijken is. De oorzaak hiervan is m.i. zonder meer het
vooropstellen van de B.B. als een militaire beweging.
Je zou t.a.v. de organisatie van de B.B. lachwekkende
toestanden kunnen noemen, welke echter naar mijn
mening voldoende bekend zijn. Een feit is, dat het een
geld verslindend apparaat is, zonder enig nut voor de
bevolking. En dit dringt gelukkig steeds meer door in
de gemeenteraden en ook in de provinciale staten,
waar steeds meer vertegenwoordigers tegen de B.B.-
post stemmen. En het nieuwste resultaat is, dat de
vorige week de Rotterdamse Gemeenteraad de B.B.-
post heeft afgestemd.
De Voorzitter: Ik heb weinig behoefte om te reage
ren op deze verhalen.
Handhaven de indieners hun motie? Ja? Kunnen we
bij handopsteken stemmen
De Raad gaat hiermee akkoord.
De motie wordt verworpen met 28 tegen 5 stemmen.
Volgno. 194/196.
Dc Voorzitter: Ik stel voor de verschillende punten
achtereenvolgens te behandelen.
De heer Heidinga: ïk heb aan de redactie, zoals die
in de puntensamenvatting staat, eigenlijk niets toe te
voegen, behalve dat wij bij nader inzien tot de conclu
sie zijn gekomen, dat, als één of meer raadsleden in
de Verkeerscommissie komen, dan nog de gehele
Raad niet de bedoelde gegevens heeft. Ik dacht, dat
we het beter op een andere manier zouden kunnen op
lossen. Ik dien daarom een voorstel in, dat als volgt
luidt:
,,De Gemeenteraad van Leeuwarden; in vergadering
bijeen op 19 december; besluit: dat er voortaan versla
gen van de vergaderingen van de Verkeerscommissie,
tevens inhoudende motivering van de genomen beslui
ten, voor de Raad ter inzage moeten worden gelegd."
De motie is ondertekend door de heer Eijgelaar en
door mij.
De heer Snel: Ook in mijn fractie hebben wij wel
eens problemen met. de Verkeerscommissie. Daarin
worden een groot aantal plannen uitgewerkt en wij
moeten dan steeds horen: „De Verkeerscommissie is
van meningenz. Het voorstel van de heer Heidin
ga gaat nu een beetje een andere kant op dan hem
eerst voor ogen stond; hij had de bedoeling het benoe
men van één of meer raadsleden in die commissie aan
de orde te stellen. Maar ook dit blijft voor de informa
tie, zoals hij zelf nu ook zegt, wat moeilijk. Het is een
commissie van advies en bijstand voor B. en W. en
een raadscommissie voor het verkeer is een wat te
zware zaak, dacht ik. Onze gedachten gingen althans
in de richting van het uitbreiden van de Commissie
Openbare Werken met een werkgroep Verkeer of iets
wat tot hetzelfde resultaat zou leiden. Ik ben wel ge
negen het voorstel van de heer Heidinga te steunen,
mits de Wethouder zou willen toezeggen, dat de ver
keersproblemen ook in de Commissie Openbare Wer
ken ruime aandacht krijgen. Dat krijgen ze natuurlijk
wel, maar misschien is een zodanige modus te vinden,
dat ook aan de bezwaren van te weinig informatie kan
worden tegemoet gekomen.
De Voorzitter: Wat betreft de terinzagelegging van
het verslag van de vergaderingen van de Verkeerscom
missie, ik dacht, Weth. Tickstra, dat we daar weinig
bezwaar tegen kunnen hebben. De Raad heeft ons op
gedragen de verkeersproblemen op te lossen en wij zijn
hem ook i.z. die materie volledige verantwoording ver
schuldigd. Het gaat in dezen duidelijk om toelichting