£3
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 24 juni 1975
RAADSVERGADERING van dinsdag 24 juni 1975.
voortzetting van de raadsvergadering van maandag 23 juni 1975
Aanwezig 31 I eden: de dames mr. E. N JSmit, GVisscher-Bouwer, M. M. Th. Visser - van den Bos,
A. J. de Vos en A. WiIlemsma-de Jong en de heren J. de Beer, S. Bouma, J. ten Brug (weth
G. Buising, G. F. Ei jgelaar (weth.), O. Heidinga, J. Hoekstra, H. Jansma, J.F.Janssen, C. de Jong,
J. de Jong, A. Klomp, JKnolW. SP. P. de Leeuw, HMei jerhof, W. Mi edema, drW. A. de Pree,
A. Pronk, ir. C. L. Ri jpma (weth.), J. Schaafsma, J. B. Singelsma, N. Sterk, L. Visser, G. de Vries
(weth. P. D. van der Wal en K. Weide (weth.
Afwezig: mevrouw E. Brandenburg-Sjoerdsma en de heren ir. C.G.H. Geerts, drs. M.H.G. de Greef,
H. ten Hoeve, K. Spoelstra en P. van der Veen.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer P. P. de Jong.
Voorts is aanwezig: de heer mr. W. J. G. Reumer, loco- secretaris.
De Voorzitter Dames en heren, ik stel voor dat wij de werkzaamheden die wij vannacht hebben
opgeschort hervatten.
Punt 25 (vervolg)
De Voorzitter Wij hebben gisteravond de eerste instantie afgewerkt. Alvorens ik u de gelegenheid
geef om uw zienswijze in tweede instantie ten beste te geven zou ik u het volgende mee willen delen; u
zou dat moeten zien als aanvulling op de beantwoording van het college in eerste instantie.
Wij hebben ons vanmorgen in het college nog eens uitvoerig beraden op de vele indringende
opmerkingen die gisteravond in de raad zijn gemaakt. Wij menen daaruit te moeten concluderen dat de
argumenten die wij naar voren hebben gebracht om te pleiten voor het reeds nu overgaan tot
automatisering door niemand zijn aangevochten. Wij menen daaruit de conclusie te mogen trekken dat dat
op zich in zijn algemeenheid wel is aanvaard. Het grote probleem in de raad bleek te zijn de vrees m.b.t.
hetgeen zou kunnen gebeuren door het beschikbaar zijn van allerlei gegevens op een aantal centrale
punten in plaats van op de gemeentehuizen; deze ontwikkeling zal uiteindelijk leiden tot het opslaan van
de gegevens op een klein aantal plaatsen in den lande. Dit is een moeilijk probleem. Wij zouden u het
volgende voorstel willen doen; dat is dan een wijziging op het voorstel dat op dit moment ter tafel ligt.
Wij zouden u voor willen stellen dat door de raad op dit moment geen beslissing wordt genomen over het
al dan niet overgaan tot automatisering in dit stadium, maar om een commissie ad hoe uit de raad te
benoemen en die te vragen zich nog eens over dit moeilijke en ingewikkelde probleem te willen buigen
en dan m.n. wat betreft de kwestie van het beschikbaar zijn van gegevens op een aantal centrale punten,
welke waarborgen reëel kunnen worden ingebouwd, of men daar wel of niet een redelijk vertrouwen in
mag hebben en dergelijke facetten. Ik geloof dat zij niet eens zo diep hoeven te duiken in de pluspunten
van deze zaak; ik heb zopas al gezegd dat daar nauwelijks verschil van opvatting over was. Wethouder
Ten Brug en ik hebben elk een deel van de betreffende portefeuille; weth. Ten Brug heeft zich bereid
verklaard het voorzitterschap van de commissie op zich te nemen; het is niet nodig dat wij beiden bij
deze commissie betrokken zijn. In de commissie zouden - het is maar een suggestie - een zestal raads
leden zitting kunnen nemen, 2 leden van de 2 grote fracties, 1 lid van de V.V.D.-fractie en 1 lid namens
F.N.P. en Axies samen, aannemende dat die 2 fracties het eens zouden kunnen worden; in het geval
F.N.P. en Axies het niet eens zouden kunnen worden is er ook geen bezwaar tegen beide fracties in de
commissie te vertegenwoordigen. Wij zouden dan van onze kant een aantal ambtelijke leden in die
commissie willen benoemen, n.l. de secretaris, de loco-secretaris, die heeft gefungeerd als voorzitter van
de werkgroep, en de heer Fu/kschot onder wiens afdeling deze problematiek ressorteert. Wij zouden de
commissie willen vragen om aan de raad verslag uit te brengen vóór 1 december a.s. opdat de raad voordat
hij over het beleidsplan gaat praten reeds beschikt over de rapportering van de commissie. Of wij dan ook
al tot een uitspraak zullen kunnen komen zullen wij dan nader moeten overleggen, maar in ieder geval
moeten de bevindingen van de commissie wel beschikbaar zijn. Dit wat betreft de automatisering.