34- bi
dat wij die besprekingen toch op woensdag houden? Eén van uw fractiegenoten zou namens u het
woord kunnen voeren. (Mevr. Smit: Kan het niet op dinsdag?) Nee, het moet aan het slot van de
afdelingsvergaderingen. (Mevr. Smit: Ik vind het erg vervelend, want ik heb mijn afspraken zo gere
geld dat ik op donderdagavond aanwezig kan zijn.) Als de leden van de betreffende afdeling van
mening zijn dat wij op donderdagavond moeten vergaderen dan doen wij dat. Het gaat ons er alleen
maar om dat het misschien niet nodig is een speciale avond te houden omdat er waarschijnlijk heel
weinig discussie zal zijn. Mevr. Smit zou haar vragen door één van haar fractiegenoten kunnen laten
stellen; omdat er waarschijnlijk niet zoveel vragen zullen zijn lijkt mij dat niet zo erg. (Mevr. Smit:
Ik zal er wel mee in moeten stemmen.) Dank u wel, dan is dat dus afgesproken.
De Voorzitter sluit, om 23.40 uur, de vergadering.
Verslag van de vergadering op dinsdag, 18 november 1975 van de afdeling III van de Gemeenteraad
ter voorbereiding van de Ontwerp—begrotingen voor 1976.
Aanwezig van de afdeling: mevrouw G. Visscher-Bouwer en de heren ir. C.G.H. Geerts, O. Heidinga,
J.F. Janssen, J. de Jong, W. Miedema en ir. C.L. Rijpma (weth.).
Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma (tot de tweede pauze) en mr. E.N.J.
Smit (van 20.00 uur tot de eerste pauze) en de heren J. de Beer (van 20.05 uur tot 22.50 uur), J. ten
Brug (weth.) (tot de tweede pauze), G. Buising (van 19.45 uur tot 21 .55 uur), G.F. Eijgelaar (weth.)
(tot de eerste pauze en vanaf 21 .55 uur), drs. M.H.G. de Greef (tot de tweede pauze), H. Jansma
(tot de tweede pauze), C. de Jong (tot de tweede pauze), A. Klomp (van 20.05 uur tot 22.50 uur),
J. Knol (tot 22.10 uur), W.S.P.P. de Leeuw (tot 22.10 uur), A. Pronk (tot de tweede pauze), N. Sterk
(tot de eerste pauze), K. Spoelstra (van 19.50 uur tot 22.40 uur) en P.D. van der Wal.
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Voorts zijn aanwezig: de heren H. Achterhof, directeur Stedebouw en Bouwkunde van de Dienst Stads
ontwikkeling, P. de Boer, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, L.D. Corée, directeur
Grondbedrijf van de Dienst Stadsontwikkeling, mr. L.P.A. van Kats, plv. hoofd van de afdeling Volks
huisvesting en Openbare Werken, ir. J.J. Muller, directeur Openbare Werken van de Dienst Stadsont
wikkeling, H. Plantinga, ambtenaar van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisa
tie, mr. W.J.G. Reumer, loco-secretaris, J. van der Wal, hoofddirecteur van de Dienst Stadsontwikke
ling, en C. IJsbrandij, hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen (tot de tweede pauze).
Te behandelen:
Par. 3. Beleidssector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer.
De Voorzitter: Dames en heren, ik stel voor dat wij met onze werkzaamheden aanvangen. Ik wil nog
graag één opmerking vooraf maken en wel deze. Ik doe een klemmend beroep op u om u strikt te hou
den aan het Reglement van Orde. Ik zeg dit omdat ik aanneem dat het niet gemakkelijk zal zijn er voor
12 uur door te komen. Er is dus één instantie, de wethouder antwoordt en als er daarna nog punten zijn
die u in de plenaire zitting aan de orde wilt hebben - dat kunnen principiële punten zijn waarover u
een uitspraak van de raad wilt vragen - dan kunt u die na het antwoord van de wethouder formuleren;
ik verzoek u dat duidelijk te doen opdat wij het kunnen noteren. Ik hoop dat het daarbij niet om klei
nigheden zal gaan zodat wij ons in de plenaire zitting vooral kunnen concentreren op de hoofdlijnen.
PAR. 3. BELEIDSSECTOR RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN, VERKEER EN VERVOER.
A. Ruimtelijke Ordening.
1. Algemeen.
De heer J. de Jong: Ik heb in afdeling II vragen gesteld over de bouw van het universiteitscentrum.
Die vragen vond de toen aanwezige wethouder beter passen bij Ruimtelijke Ordening. Ik wil graag
van u weten bij welk punt die vragen nu behandeld kunnen worden.
De heer Ten Brug (weth.): De vragen van de heer de Jong betroffen de punten 175 t.e.m. 177.
De Voorzitter: Het is moeilijk precies te zeggen waar dit bij hoort; het zit dicht bij bestemmingsplan
nen. Ik stel voor dat wij na het onderdeel Algemeen eerst de vragen 175 t.e.m. 177 aan de orde stellen.
Punten 32 t.e.m. 40.
De heer Geerts: Op 1 maart 1973 is de Dienst Stadsontwikkeling als tak van dienst ontstaan. Dit was
het resultaat van een zeer langdurig onderzoek o.a. met medewerking van het Bureau Twijnstra en
Gudde en van de inspanningen van een grote groep mensen die zich met deze reorganisatie bemoeid
hebben. Een belangrijk facet van de reorganisatie was dat projectmanagement zou worden toegepast of,