8
niet alleen in Leeuwarden maar in zijn algemeenheid. Zij vindt dat kennelijk een beter systeem dan
het aankruisen op bepaalde formulieren. Ik zie niet in dat dit een beter systeem zou zijn en dat een
dergelijk systeem minder vervelend zou zijn dan dit. Men kan daarover echter van mening verschillen.
Tot slot wil ik nog het volgende opmerken. Ik wil dan verwijzen naar het laatste gedeelte van
wat hier als antwoord is gegeven. Ik citeer: "De vraag naar de inhoud van politieregisters en de scho
ning daarvan maakt, evenals het gebruik van die registers voor andere dan opsporingsdoeleinden, deel
uit van een studie die thans wordt verricht door de ambtelijke werkgroep die tot taak heeft voorstel
len te doen voor een nadere wettelijke regeling van de politieregisters, in het bijzonder met betrek
king tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer". Er zal dus duidelijk lijn in komen en als
er straks lijnen worden getrokken, dan zal men zich daaraan hebben te houden. Dat zal in Leeuwar
den ook stellig gebeuren. Dit is het antwoord dat ik kan geven. Voor degenen die het woord hebben
gevoerd is het stellig onbevredigend, maar ik hoop dat ik hierin duidelijk ben geweest dat ik om de
door mij genoemde reden niet in staat ben - het is geen onwil - op dit ogenblik de inhoud van de
formulieren bekend te maken. Ik zou de moties dus ook willen ontraden.
De heer Schagen: Ik heb begrip voor het dilemma waar u voor zit, maar ik denk dat wij toch een
verschillende interpretatie over dit soort zaken hebben en misschien ook een ander inzicht in deze
kwestie hebben. Ik zou de motie dan ook willen handhaven.
Ik begrijp de opmerking van de heer Miedema niet goed. Deze kwestie is reeds tweemaal in de
Commissie voor de Openbare Orde aan de orde geweest. Als er daar niets uit komt, dan lijkt het mij
geheel gerechtvaardigd dat deze kwestie hier wordt behandeld.
De Voorzitter: Even voor de goede orde. Ik heb er zelf geen enkel probleem mee dat u op dit
ogenblik deze vragen hier stelt. Dat is het goed recht van de raad, dat is geen enkel punt.
Mevrouw Van der Werf: Als ik u goed begrijp bent u niet in staat om hierop te antwoorden vanwe
ge het vermeende politieke onfatsoen. Ik ben van mening dat op dit moment onvoldoende recht wordt
gedaan aan het door mij al genoemde artikel 129, waarin de burgemeester verplicht wordt om ver
antwoording af te leggen over zijn gevoerde beleid. (De Voorzitter: Dat heb ik dus nu gedaan.) Ik
vind dat wij, om die verantwoording te kunnen beoordelen, alle noodzakelijke gegevens nodig heb
ben. Daarbij hoort naar mijn gevoel ook inzage in de formulieren. Als dit het recherchewerk zou
doorkruisen of als het niet mogelijk zou zijn om deze formulieren openbaar te maken, dan vind ik
dat dit dan maar besloten moet worden door de raad. Ik zou dan zeggen: Sluit nu de deuren maar,
vertel wat er op de formulieren staat, dan kunnen wij daarna de discussie voeren over de vraag of
de gegevens wel of niet naar buiten mogen. Ik vind dit toch een bevoegdheid van de raad. Verder
wordt er mijns inziens geen recht gedaan aan de verantwoordingsplicht.
Uw opmerking dat er wordt gesproken over misdadigers, zit mij dwars. Mijn bezwaar is juist dat
het dan ook nog gaat om verdachten. Het gaat om mensen die verdacht worden van een misdaad.
Het moet eerst nog maar eens worden aangetoond dat zij de misdaad inderdaad hebben begaan. Ik
vind dit een reden te meer om bezwaar te hebben tegen deze zaken.
Vervolgens hetgeen gezegd is over mijn opmerking over verstrekte gegevens aan schoonmaakbe
drijven. Ik heb dit hier inderdaad al meer aangehaald, ik heb toen ook vermeld uit welk onderzoek
dit gebleken is. Ik ben bezig de resultaten van het onderzoek op te vragen en zal deze zaak dus ze
ker aan de orde stellen. Het zou best kunnen zijn dat dit soort dingen naar voren komen, zonder dat
u ervan op de hoogte bent. Als dergelijke dingen duidelijk door een groep mensen worden onderzocht,
dan vind ik toch dat dit aanleiding mag zijn om eens na te denken over de vraag waar wij eigenlijk
mee bezig zijn en welke gevaren er aan deze hele zaak zitten.
De heer Schaafsma was nogal verbolgen over mijn opmerking over wat er veertig jaar geleden
gebeurde. Ik heb helemaal niet gezegd dat met het inwerkingtreden van dergelijke formulieren het
fascisme hier in Nederland zou worden gevestigd. Ik vind echter wel dat wij nu al op alle mogelijke
manieren moeten zien te voorkomen dat dingen die in het verleden zijn gebeurd weer gebeuren. Wij
moeten dus ook voorkomen dat er zo'n opeenhoping van persoonlijke gegevens van mensen plaatsvindt.
Mocht onze motie niet haalbaar zijn, dan zullen wij in ieder geval de motie van een deel van
de Partij van de Arbeid steunen.
De Voorzitter: Ik weet niet wat ik nog aan mijn antwoord dat ik in eerste instantie heb gegeven
zou moeten toevoegen. Misschien alleen nog dit dat ik er prijs op zou stellen dat u, indien u infor
maties hebt dat de politie wel gegevens verstrekt aan bedrijven, die aan mij kenbaar maakt. Ik heb
bij deze duidelijk gezegd dat deze gegevens niet worden verstrekt. Op het moment weet ik dat dan
ook verder niet. Ik kan het mij niet indenken, want het zou dan buiten mijn medeweten om moeten
gebeuren en dat lijkt mij uitgesloten.
De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt bij handopsteken verworpen
met 34 tegen 2 stemmen.
De motie van de heer Schagen en mevrouw Otsen wordt bij handopsteken verworpen met 28 tegen
8 stemmen
Z.h.st. stemt de Raad in met het antwoord van de burgemeester.
Sub L.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 3 (bijlage no. 35).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 4 (bijlage no. 47).
De heer Sijbesma: Graag even een paar opmerkingen. Het spijt ons dat de aankoop van Het Knoop
punt voor de wijk Achter de Hoven/Vegelin niet is gelukt. Met Bornia-west zijn wij blij dat het wel
gelukt is met het voormalige Groene Kruisgebouw in de Van Ostadestraat. Wij gaan dan ook graag
akkoord met het voorstel van b. en w. Deze aankoop is echter een eerste stap, het gebouw moet ook
nog gevuld worden. Daarom wil ik een paar vragen stellen. Heeft de gemeente al de beschikking
over het pand? Is er al iets meer te vertellen over de verdere plannen? Kunt u aangeven wanneer
u denkt met nadere voorstellen in de raad te komen?
De heer Schaafsma: Wij gaan ook graag akkoord met de aankoop van het pand in de Van Ostade
straat. In de raadsbrief staat dat u zich voorstelt het ten behoeve van wi jkaccommodaties gereser
veerde bedrag te gebruiken voor dekking van de te subsidiëren huurkosten enz. Dit ontgaat mij
eigenlijk een beetje en ik zou hier graag een nadere verklaring van willen hebben. Wij hebben
destijds een bedrag gereserveerd, namelijk 500.000,voor de aankoop van desnoods twee ac
commodaties. Nu kopen wij er één omdat de andere ons niet lukt en nu stelt u, als ik het goed lees,
voor om de rest te reserveren voor inrichtingskosten of te subsidiëren huurkosten, hoe je het maar
noemen wilt. Ik dacht dat het zo was dat wij die 500.000,-- in principe voor twee accommodaties
hadden bestemd en dat verder in de beleidsnota de andere kosten zouden zijn ingedekt. Nu heb ik
toch ergens de indruk dat wij middels deze raadsbrief bezig zijn om dat bedrag iets naar beneden te
brengen. Mag ik daarvan een nadere verklaring?
De heer De Pree (weth.): Het leek er indertijd op dat beide gebouwen zouden kunnen worden
aangekocht. Het is jammer dat dit ten aanzien van een van de twee, Het Knooppunt, niet is gelukt.
U weet daar de oorzaken van. Vanuit de C. D.A.-fractie is de vraag gesteld: Hoe zit dat nu, kan
het pand in de Van Ostadestraat nu meteen gebruikt worden en loopt dat goed? Voor zover ik weet
kan het pand inderdaad gebruikt worden. Het is natuurlijk wel zo dat bij voorbeeld de kamers in het
pand bepaalde afmetingen hebben, waarmee men rekening moet houden. Ik neem echter aan dat het
gebouw zo voor het nieuwe doel gebruikt kan worden. Wanneer er problemen zouden zijn ten aan
zien van de grootte van vertrekken enz., dan horen wij dat wel. Ik heb tot nu toe echter nog niets
vernomen
Dan de opmerking van de heer Schaafsma. Ik dacht dat het zo was dat er indertijd vijf ton be
schikbaar werd gesteld om het realiseren van wi jkaccommodaties mogelijk te maken. Die vijf ton
was niet direct gerelateerd aan alleen maar de twee accommodaties die toen genoemd zijn, al was het
alleen maar om de reden dat de exacte verkoopprijs - of koopprijs, vanuit de kant van de gemeente
gezien - niet bekend was. Dat is ook wel gebleken in het overleg met name voor wat betreft de nu niet
aangekochte accommodatie. Er blijft nu van de vijf ton, die beschikbaar was voor accommodaties,
een bedrag over. Aankoop van de tweede accommodatie die wij toen op het oog hadden is niet ge
lukt. Zo I iggen op het ogenblik de kaarten.