1
Verslag van het vragenuur, gehouden voorafgaande aan de vergadering van de Gemeenteraad van Leeuwarden
van maandag, 29 oktober 1979.
Aanwezig 18 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, J. de Jong, C.J.M. Otsen, G. Visscher-
Bouwer en T. Wielinga-Graansma en de heren J. de Beer, J. ten Brug (weth.), J.R. Bijkersma,
G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, D.E. Heere (vanaf 18.45 uur), J.F. Janssen, H. Meijer-
hof (vanaf 18.50 uur), A. Pronk, mr. H.S. Pruiksma, J. Schagen, G. de Vries (weth.) en P. D. van
der Wal
Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: de heren mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet
en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afde
ling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie.
Te behandelen: Vragen met betrekking tot de politieke gezindheid van gemeentelijke top-ambtenaren
(ingediend door mevrouw J. van der Werf en de heer P. D. van der Wal):
1. Heeft het college kennis genomen van het artikel over de politieke gezindheid van de ambtelijke
top bij de gemeente Leeuwarden in het blad "Rooie Pepers"?
2 Geeft dit artikel naar het oordeel van het college inderdaad een representatief beeld van de poli
tieke gezindheid van deze ambtelijke top?
3. Zo ja, acht het college dit vanuit de Leeuwarder politieke verhoudingen gezien niet een onwense
lijke situatie?
4 Welke maatregelen denkt het college te treffen, ten einde deze scheefgegroeide situatie recht te
trekken en hoe beoordeelt het college het functioneren van de personeelsselectiecommissie in deze?
5. Zo nee, kan het college de raad inzicht verschaffen over de juiste verhoudingen van de politieke
gezindheid van de ambtelijke top?
De Voorzitter: Dames en heren, ik open hierbij dit vragenuur. Aan de orde zijn een aantal vragen,
gesteld door mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal. Ik moet u allereerst zeggen dat ik van de
heer Van der Wal heb gehoord dat mevrouw Van der Werf het bed moet houden vanwege rugklachten.
Zij kan dus vanavond tot haar spijt niet aanwezig zijn.
Voor de goede orde wil ik nog even de procedure voor dit vragenuur uiteenzetten. Het college zal
in deze zitting antwoord geven op de gestelde vragen. Daarna kunnen de aanwezige raadsleden reage
ren, met dien verstande dat de vragenstellers - vanavond dus alleen de heer Van der Wal - het recht
hebben om als eersten te reageren. Daarna kunnen de overige aanwezige raadsleden reageren. Het col
lege kan vervolgens weer aanleiding zien om te reageren op de opmerkingen die van de zijde van de
raad zijn gemaakt.
Ik zou dan nu het woord aan wethouder Eijgelaar willen.geven om u in kennis te stellen van de ant
woorden op de aan het college van b. en w. gestelde vragen.
De heer Eijgelaar (weth.): In antwoord op de eerste vraag van mevrouw Van der Werf en de heer
Van der Wal kan ik meedelen dat het college inderdaad kennis heeft genomen van het bedoelde arti
kel in het blad "Rooie Pepers". (De Voorzitter: Al Ie leden.)
Met betrekking tot de tweede vraag moet ik zeggen dat wij geen oordeel kunnen geven over de
vraag of dit artikel al dan niet een representatief beeld geeft van de politieke gezindheid van de ge
meentelijke top-ambtenaren, omdat wij daarnaar geen onderzoek hebben ingesteld.
Vervolgens vraag 3. Wij zien niet de samenhang tussen de politieke gezindheid van de top-ambte-
naar enerzijds en de politieke verhoudingen in de gemeenteraad anderzijds. Ambtenaren dienen naar