4 kunnen beheren. Ik vind dit van die zijde een nogal arrogante opmerking, als wij zien dat Leeuwar den al gedurende vijf jaar zijn bestemmingsplan buitengebied gereed heeft en dat de gemeente Tie- tjerksteradeel pas nu zijn eerste moeizame stappen in die richting heeft gedaan. Ik ben het ermee eens dat het college weer gaat praten met de gedeputeerde. Naar mijn mening zult u ook in de toekomst nog wel stappen moeten ondernemen. Ik zou dan graag willen dat u mijn zojuist genoemde standpunt verdedigde, namelijk dat de Groene Ster in zijn geheel aan de gemeente Leeuwarden zal moeten toevallen. De heer Van der Wal: Ook mijn fractie heeft met verwondering kennisgenomen van deze beslissing van gedeputeerde staten. Wij vinden dat de Groene Ster bij Leeuwarden hoort en ik wil mij daarom volledig aansluiten bij de argumenten van de heer Geerts. De Voorzitter: Een enkele reactie van de zijde van het college. Wij zijn minstens in dezelfde mate verbaasd geweest als u. Er is niet één keer, maar herhaalde keren overleg met GS over deze problema tiek geweest. Daarbij was duidelijk gebleken dat er geen enkel meningsverschil bestond tussen het col lege van gedeputeerde staten en het gemeentebestuur van Leeuwarden. Toen GS enige tijd voordat men tot een definitieve beslissing kwam een hearing hielden, heeft de gemeente Tietjerksteradeel twee voor stellen ingediend. Bij het ene voorstel werd de grens globaal getrokken als de heer Geerts zonet aan gaf, namelijk dwars door het Groene-Stergebied en wel zodanig dat het noordelijk gedeelte - dus niet alleen dat gebied dat wij natuurgebied noemen - alsmede een oostelijke rand van het totale gebied bij Tietjerksteradeel zou blijven. De gemeente Tietjerksteradeel had, wanneer het eerste voorstel door GS niet kon worden aanvaard, een ander voorstel, waarbij in ieder geval de oostelijke rand - liggend aan de weg van Zwartewegsend naar Giekerk - bij Tietjerksteradeel zou. blijven. Aan de genoemde weg lig gen enkele bedrijven. In de hearing hebben wij het standpunt verdedigd dat hier steeds is ingenomen, namelijk dat het gebied de Groene Ster als geheel toch eigenlijk een ondeelbaar gebied is. Het is één groot project dat al ongeveer vijftien jaar geleden in gang is gezet. Op die basis is steeds met de departementen en met GS gesproken. Ook toen bleek dat GS het volledig met ons eens waren. GS hebben daarop de voorstellen als zodanig ingediend, met dien verstande dat zij Tietjerksteradeel hun zin geven wat de oostelijke rand betreft. Daartegen hoefden wij geen grote bezwaren te hebben, om dat hierdoor het wezen van het Groene-Stergebied buiten beschouwing werd gelaten, afgezien van de vraag of die grens nu wel zo logisch was. Als college hebben wij dientengevolge tegen het op dat mo ment door GS ingenomen standpunt niet geageerd. De verbazing moet eigenlijk nog veel groter zijn dan de heer Geerts schetste. Wij hebben intus sen enkele kaarten van de grenswijziging in dit gebied gekregen en daaruit blijkt dat gedeputeerde staten weer een tussenoplossing voorstaan. GS hebben namelijk niet de hele noordelijke helft aan Tietjerksteradeel gelaten, maar een rechte lijn dwars door dit gebied naar het noorden getrokken. Het oostelijk gedeelte van deze noordelijke helft (bij de Grote Wielen) is daarbij aan Tietjerkstera deel gevoegd en het westelijk gedeelte daarvan toch ingedeeld bij de gemeente Leeuwarden. Gede puteerde staten hebben niet een grens gezocht die parallel liep met wat wij het gebied G - het na tuurgebied in beheer bij It Fryske Gea - noemen. Een verklaring hiervoor ontbreekt, het lijkt erop dat men zomaar het potlood heeft gepakt en een streep heeft gezet om beide gemeenten een beetje hun zin te geven. Die indruk wordt althans gewekt. Wij zullen op 3 april bij gedeputeerde Eringa hierover navraag doen. Wij kunnen dan niet anders vragen dan om een toelichting van deze beslissing, want het provinciaal bestuur heeft zijn standpunt ingenomen en aan de minister van Binnenlandse Za ken kenbaar gemaakt. Wel is het ons bekend dat zij de bezwaren van de gemeenten - wij hebben on ze bezwaren reeds schriftelijk ingediend - daarbij hebben gevoegd. In het college hebben wij reeds afgesproken dat wij de betrokken bewindslieden - ik zeg dit met opzet zo, want het kan weieens gaan om zowel de minister van Binnenlandse Zaken als de staatssecretaris van CRM, met wie met betrekking tot het Groene-Stergebied samenspel heeft plaatsgevonden - erg duidelijk onze mening kenbaar zul len maken. Hoe wij dit zullen doen, is een zaak van nader beraad, maar wel zal onze mening zijn in de geest zoals zojuist door de heer Geerts is verwoord. Ik hoop hiermee de raad voorlopig voldoende te hebben gei'nformeerd en dit gedaan te hebben overeenkomstig de wijze waarop althans de beide sprekers zich hebben geuit. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Punten 3 t.e.m. 8 (bijlagen nos. 134, 137, 125, 135, 127 en 126). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. 5 Punt 9 (bijlage no. 129). De hear Miedema: Myn fraksje hat biswier tsjin artikel 8 fan de bipaiingen foar forkeap. Dêrom sille wy hjir net foar stimme. De heer Schaafsma: Ook mijn fractie is tegen dit artikel 8. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat 8 leden van de CDA-fractie (uitgezonderd de wethouders) en 4 leden van de VVD-fractie wensen te worden geacht tegen artikel 8 van de verkoopvoorwaarden te hebben gestemd. Punt 10 (bijlage no. 133). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 11 (bijlage no. 148). Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Vanavond moet de raad weer een stap zetten in de richting van een praktische uitwerking van de stadsvernieuwing. Vastgesteld moet worden de toekomstige functio nele structuur en stedebouwkundige uitwerking voor het gebied Cambuursterpad. In de praktijk leidt dit dan tot een uitvoeringsplan. Er is veel overleg geweest binnen de wijk, met de DSO en tussentijds ook met de raadsleden. Men is nu een heel eind gevorderd in de richting van een oplossing waarover men het eens is. De nu nog bestaande verschillen hebben voor een groot deel te maken met de auto. Waar laten we de auto binnen de beperkte ruimte van deze oude buurt, gebouwd in een tijd dat het leven zich dichter bij de deur afspeelde en een fiets voldoende was voor het vervoer? Ik wil beginnen met te zeggen dat wij de uitgangspunten op bladzijde 2 van de bijlage Cambuur sterpad inclusief de toegevoegde punten 16 en 17 onderschrijven. Ik noem de twee toegevoegde pun ten nog even, omdat de pijn voor een groot deel in die punten zit. Punt 16 luidt: "Slechts in uiter ste noodzaak mogen particuliere tuinen (niet openbare gronden) worden aangewend voor straatverbe tering." Punt 17 luidt: "De loopafstand tot parkeerplaatsen moet bij voorkeur niet groter zijn dan 50 60 meter, maar niet meer dan 100 meter." Uit het tweede door mij genoemde punt vloeit voort dat wij akkoord gaan met het afbreken van woningen, zoals is voorgesteld in het plan van de DSO, kaarten 38a en 39a. Hierbij worden twaalf woningen meer afgebroken dan de wijk noodzakelijk vindt. In de Auke Stellingwerfstraat worden vier woningen afgebroken, in de Sontstraat vier en in de Barent Fockesstraat ook vier. Wij zien niet hoe wij anders het probleem van het parkeren kunnen oplossen, wetende hoe het gaat in andere wijken waar parkeerplaatsen op grotere afstand zijn aangelegd. Verder leidt het omlaag brengen van de par- keernorm er niet toe dat mensen hun auto afschaffen. In plaats van minder auto's, zullen er meer au to's in de straten staan, op plaatsen waar men ze eigenlijk niet wil hebben. Dat de afbraak zo gebeurt dat de woningen eerst nog als wisselwoningen kunnen worden gebruikt, is iets dat bij de uitvoering hoort. Het lijkt ons overigens vrij logisch. De nu voorgestelde afbraak van vier corporatiewoningen aan de Barent Fockesstraat in plaats van vier particuliere woningen vinden wij een betere oplossing. Dit niet alleen omdat corporatiewoningen gemakkelijker te verwerven zijn, maar ook omdat de "knik" in de straat - geaccentueerd door de vier particuliere woningen - een stedebouwkundig element is waarvan wij vinden dat het bewaard moet bl Verder zijn er nog verschillen over de hoeveelheden auto's die langs de straat kunnen worden ge parkeerd en over het wel of niet consequent afwisselend links en rechts parkeren. Het is voor een raad mijns inziens niet mogelijk daarover een standpunt in te nemen. Er komt een praktische oplossing en ik denk dat de verschillen in aantallen er dan in ieder geval wel uitkomen. Het idee om midden in de wijk te parkeren en parkeerdekken aan te leggen is gelukkig met ieders instemming verlaten. Vervolgens het gebruik van de niet openbare gronden voor straatverbetering. Ons standpunt is: nee, tenzij Dit houdt in dat de mogelijkheid tot inrichting van gevel tot gevel wel in de voor schriften moet worden opgenomen, maar in verband met de financiën alleen als het niet anders kan moet worden toegepast. De gemeente kan de lasten niet allemaal op de nek nemen. Dit is de enige reden die wij hebben om ons zo op te stellen. In overleg met de woningcorporaties moet het probleem van de herinrichting worden opgelost. Verder wil ik over een paar zaken nog het volgende opmerken. De DSO legt een drempel in het Cambuursterpad ten westen van de Sontstraat. Ons lijkt het, met de buurt, in verband met de verkeers afwikkeling logischer om dit enige tientallen meters verderop ten oosten van de Sontstraat te doen. Er hoeft dan minder te worden omgereden om de parkeerplaatsen te bereiken. 11 ven

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 3