10 ook gezegd dat het aanleggen van woonerven wel in de voorschriften moet worden opgenomen, zodat zich eventueel voordoende mogelijkheden, uit welke hoek dan ook, kunnen worden benut. Een opmerking over de inrichting van het Koeplein. Wij houden vast aan onze opvatting dat het Koeplein op de door de bewoners voorgestelde manier moet worden ingericht. Niet dat wij het onjuist vinden dat auto's beter in het groen kunnen worden "ingepakt", maar het lijkt ons beter om de wens van de buurt te volgen, als het verder voor niemand consequenties heeft. Bovendien gaat het hierbij helemaal niet om een onomkeerbare oplossing. Als men het over een paar jaar zo lelijk blijkt te vin den dat men het toch anders wil, dan kunnen wij volgens mij altijd nog een mogelijkheid vinden om het te veranderen. Een tegenwerping is natuurlijk dat dit dan geld kost. Ik heb in eerste instantie niet gezegd dat ik een motie had. De motie beoogt een toevoeging aan het besluit. De motie luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 31 maart 1980, voegt aan het besluit no. 4577, bijlage no. 148 "toekomstige functionele structuur en stedebouw- kundige uitwerking voor het gebied Cambuursterpad", het volgende toe: c. de inrichting van het Koeplein geschiedt op de in het rapport van de wijk voorgestel de wijze; d. de zogenaamde "knip" in het Cambuursterpad wordt enkele tientallen meters naar het oosten verschoven, voorbij de ingang van de Sontstraat; e. in de voorschriften van het uitvoeringsplan wordt de mogelijkheid tot het aanleggen van bestrating van gevel tot gevel in de woonstraten opgenomen." Met betrekking tot punt d van de motie heeft de wethouder de toezegging gedaan dat dit punt naar de projectgroep wordt doorgespeeld en zal worden overgenomen, tenzij blijkt dat uitvoering ervan niet mogelijk is. In dat geval zullen wij er nader over worden ingelicht. Ik heb punt d van de motie doorgestreept, waardoor punt e nu moet worden gewijzigd in punt d. In dit punt staat "bestrating van gevel tot gevel". Ik heb met opzet de term "woonerf" vermeden, omdat dit een juridische term is, die onze mogelijkheden beperkt. De heer Geerts heeft de motie mede-ondertekend. De heer Sijbesma: Ook wat onze fractie betreft zou bij de inrichting van het Koeplein kunnen wor den gedacht aan het voorstel van de contactgroep. Wij zijn tot deze mening gekomen na het antwoord van de wethouder. Gelet op met name de eigen risico's voor de gemeente als de motie van PAL wordt aangenomen, zullen wij niet voor de motie stemmen. Graag wil ik eerst de reactie van de wethouder op het aanleggen van een bestrating van gevel tot gevel, zoals dat in de motie van de PvdA wordt verwoord, vernemen. De heer De Beer: Ik ben naar ik meen duidelijk genoeg geweest in eerste instantie. Wij hadden een voorkeur voor het voorstel van de buurtbewoners. Aangezien de motie van PAL in deze richting tendeert, zullen wij deze motie steunen. Met betrekking tot de inrichting van het Koeplein zijn ook wij van mening dat het bewonersvoorstel moet worden gevolgd. De heer Van der Wal: Wij ondersteunen het gedeelte van de motie van de PvdA over de inrichting van het Koeplein. De parkeernorm van 1 1 is niet heilig volgens de wethouder. Hij geeft daarvoor het argument dat men is teruggevallen op de norm van 1 0,93, waaruit dan blijkt dat de parkeernorm inderdaad niet heilig is. Hij vertelt daar niet bij dat b. en w. op langere termijn wel weer naar de norm van 1 1 toe willen. Volgens de wethouder valt de norm 1 0,93 binnen de foutenmarge. Ik heb voor de aardigheid die 24 parkeerplaatsen even afgezet tegen het totaal. Dit aantal valt dan ook wel ibinnen de fouten marge, want de norm bedraagt dan niet 1 0,93 maar 1 0,91Laten wij overigens niet vergeten dat wij de af te breken woningen op dit moment erg hard nodig hebben, ledereen schijnt daar maar aan voorbij te gaan. Men gaat ervan uit dat wij de kosten voor het brengen van de parkeernorm op 1 1 zelf moeten betalen. Dat geldt voor die hele door het college uitgevonden tweede fase! Er zijn nog wel meer woningen die in die tweede fase op eigen kosten moeten worden afgebroken, om op een parkeernorm van 1 1 te komen. Een kostenberekening ontbreekt trouwens. Het college heeft het prin cipe zelf uitgevonden. (Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Het gaat niet om een principe, het is een praktisch feit dat wij moeten betalen.) Een pragmatisch principe dan. Bovendien gaat het om marginale kosten in vergelijking met het geheel. Qua norm valt het binnen de foutenmarge. De wethouder zegt dat het wel lastig is dat vooruitgelopen moet worden op het verkeersstructuur- plan voor de Schil-Oost, maar dat men geen tijd heeft en dat het verkeersstructuurplan hierna ook niet meer kan worden geamendeerd. Ik vraag mij dan af waarom het hele verkeersstructuurplan niet even kon worden behandeld nu wij toch zo snel zijn. Het gaat hierbij om de belangrijkste oplossing van het verkeersstructuurplan, model I. Ik zou niet weten waarover wij bij de behandeling van het tota le verkeersstructuurplan moeten praten, als wij dit soort zaken niet meer mogen amenderen. Dan had het college maar eerder moeten bedenken dat er een discrepantie in de behandeling van beide voor stellen zou optreden. Men had de volgorde van behandeling anders moeten doen of de voorstellen te gelijk moeten behandelen, maar niet op de manier zoals nu gebeurt. Ik heb ook voorgesteld of aan punt b van het besluit niet de woorden "in principe" konden worden toegevoegd, waardoor wij over drie weken, wanneer het verkeersstructuurplan voor de Schil-Oost wordt behandeld, in ieder geval nog een escape hebben. Ik vind dat er wel degelijk op het verkeersstructuurplan moet kunnen worden geamendeerd. Wat voor zin heeft het anders nog om dit in de raad aan de orde te stellen? Als die toe voeging niet kan worden gemaakt, dan wil mijn fractie, om straks niet met gebonden handen over het verkeersstructuurplan te moeten praten, tegen punt b van het besluit stemmen. De heer Geerts: Wij zitten een beetje met dat verhaal over de De Ruyterweg. De tekst van de raadsbrief heeft aanleiding gegeven tot het feit dat wij niet over dit punt zijn gevallen. In de raads- brief staat namelijk met zoveel woorden dat hierover later wel kan worden beslist, als de hele ver- keersstructuur van de Schil-Oost aan de orde is. Ik wil daarom voorstellen om punt b van het besluit nu te laten vervallen en een beslissing over dit punt te nemen als het totaal van de verkeersstructuur van de Schil-Oost aan de orde komt. Volgens mij komt een en ander dan overeen met wat in de raads brief wordt gesuggereerd. De heer Rijpma (weth.): De projectgroep moet de zaak nu gaan afronden, op grond van definitie ve besluiten. Als u vandaag een voorbehoud maakt, dan zit er voor de projectgroep maar één ding op, namelijk net doen alsof dit voorbehoud niet is gemaakt en op basis van die uitspraak doorgaan. Als over drie weken blijkt dat u het besluit, zoals het hier ligt, niet wilt volgen, dan moet u zeer goed beseffen dat dit zal betekenen dat het uitvoeringsplan voor het Cambuursterpad niet op tijd gereed komt. Ik zeg dit heel nadrukkelijk. U hebt de vrijheid om nu niet een beslissing te nemen, maar als u over drie weken anders beslist, dan komt het uitvoeringsplan niet op tijd klaar en wordt er voor 1981 geen geld verkregen voor de uitvoering van dit gebied. (De heer Geerts: Wanneer moet dit plan dan worden ingeleverd? U overvalt ons hiermee toch wel enigszins.) Dat staat ook in de raadsbrief. Ik heb ook in de vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heel nadrukkelijk ge zegd dat de volgorde van behandeling van de twee voorstellen verkeerd is. Dat is niet de schuld van de commissie, het is mijn schuld niet en het is ook niet de schuld van de projectgroep. Het is een ge zamenlijke inspanning geweest, waarbij helaas de volgorde van behandeling op deze manier tot stand is gekomen. De stukken, die gereed moeten zijn, worden formeel in juni, na de raadsvergadering van 23 juni 1980, ingediend. Daarna worden de stukken aan de provinciale stadsvernieuwingscommissie toegezonden. Deze commissie moet de stukken al veel eerder in concept in zijn bezit hebben. In fei te moeten de stukken zijn, zoals ze op 23 juni door de raad worden vastgesteld. (De heer Geerts: Ik geloof toch dat u een procedure moet inbouwen, waarin ook de kans dat burgers gelijk krijgen bij een behandeling van bezwaren, aanwezig is. Wij kunnen ons toch niet een bepaald standpunt in een behandeling van bezwaren laten opdringen omdat wij haast hebben? Ik acht dit een onmogelijk uit gangspunt.) Het is niet anders. Er is met man en macht gewerkt om het zover te krijgen. Door dit met man en macht werken is de huidige situatie ontstaan. Ik kan niet anders zeggen dan datgene wat ik heb gezegd. (De heer Schaafsma: Maar als er een bezwaar is en er wordt dan door het college gezegd dat dit te zijner tijd ter afhandeling komt, dan blijkt nu "per overval" dat dit tijdstip plotseling nu is.) Dat is niet het geval, zoals in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening nadrukkelijk is gezegd (De heer Schaafsma: Ik ben niet lid van die commissie, maar ik heb bepaald niet de indruk dat ieder een, die in die commissie zit, op dit moment stralend van blijheid is.) Dat begrijp ik, maar als er over drie weken een andere beslissing valt dan nu in het besluit staat, dan is de kans minimaal - ik verzwak het nu, maar dat zou ik niet moeten doen - dat alle stukken op tijd gereedkomen. De Voorzitter: Ik geloof dat dit gesprek, zoals ik het nu beluister, er niet anders toe kan leiden dan dat de suggestie van de heer Van der Wal wordt gevolgd, namelijk dat aan punt b van het besluit de woorden "in principe uitgegaan wordt van" worden toegevoegd. Wij gaan dan door met de uitvoe ringsplannen. Als de raad, om welke reden ook, dit voorstel niet volgt, dan weet hij bij deze dat hij de kwestie Cambuursterpad in gevaar heeft gebracht. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Nou, ik acht het niet juist om het zo te stellen.) Ik bedenk dit niet, het is gewoon de realiteit. De raad heeft er bezwaar tegen om zich nu onvoorwaardelijk te binden aan een uitspraak over het verkeersstructuur plan voor de Schil-Oost op dit punt. Dat begrijp ik. Als aan het besluit de woorden "in principe" wor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 6