11
langenvereniging Oranjewijk willen meedelen dat bij het overleg in onze fractie het niet juist zijn van
de notulen van de vergadering RO geen rol heeft gespeeld.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub S.
De Voorzitter: Aan de orde is de brief ingekomen op 11 december 1981 van de heer K. de Vetten te
Leeuwarden, inzake de drie flats aan de Archipelweg.
De heer Van der Wal: Mijn fractie is het niet eens met het antwoord dat gegeven wordt op deze
brief. Gerefereerd wordt aan de vergadering van 15 december jl. waarin de wethouder verteld heeft dal
het afbreken of slopen van gedeelten van het dak van bepaalde woonpanden geen sloop zou zijn. Naar
aanleiding van deze brief heb ik een en ander nog eens nagekeken in de Bouwverordening. In artikel
304 van de Bouwverordening staat dat het verboden is te slopen in strijd met of zonder inachtneming var,
de bepalingen van dit hoofdstuk. Ik heb ook nog de begripsomschrijving van het woord "sloop" in de
Bouwverordening opgezocht. Volgens de Bouwverordening wordt onder "sloop" verstaan: "Het afbreken
van een bouwwerk of een gedeelte daarvan." Als een dak niet meer een essentieel onderdeel van een
bouwwerk is, dan weet ik eigenlijk niet goed wat dan wel een essentieel onderdeel van een bouwwerk
is. Volgens mij is hier wel degelijk sprake van sloop en is de interpretatie die de wethouder geeft aan
het "sloopartikel" in de Bouwverordening niet juist. De interpretatie van de wethouder is ook in strijd
met de strekking van het verhaal waarom destijds sloop en ook gedeeltelijke sloop, hetgeen expliciet in
de begripsomschrijving van het woord "sloop" bestaat, moest worden voorkomen. Er moest namelijk wor
den voorkomen dat de raad en de gemeenschap in zijn algemeenheid voor voldongen feiten werden ge
steld. In de Bouwverordening staat ook iets over het aanvragen van een sloopvergunning. In die aan
vraag moet onder andere de omvang van het sloopwerk worden opgegeven. Een en ander duidt er al op
dat ook gedeeltelijke sloop van een bouwwerk onder de artikelen 304, 305 en 306 van de Bouwverorde
ning valt. Wij zijn het dan ook totaal niet eens met de interpretatie die het college aan het „slooparti
kel" geeft. Bovendien zijn wij het er niet mee eens dat deze interpretatie aan derden wordt doorgege
ven namens de gemeenteraad.
De heer Schagen: Naar aanleiding van hetgeen u op 15 december geantwoord hebt, zou ik u namens
mijn fractie willen verzoeken een notitie op te stellen waarin wordt meegedeeld welke mogelijkheden of
onmogelijkheden er zijn om de sloopbepalingen in onze Bouwverordening uit te breiden naar het interne
gedeelte van het pand. Wij willen graag dat een en ander wordt nagegaan vanuit de overweging dat eer
intern slopen toch zeker ook zijn effecten heeft op de externe kant van de zaak. In de Commissie voor
de Ruimtelijke Ordening willen wij daarover aan de hand van deze notitie graag eens praten en bekij
ken of het inderdaad wenselijk is om onze Bouwverordening in die zin uit te breiden.
De heer Rijpma (weth.): De heer Van der Wal heeft volgens mij meer een verklaring afgelegd.
Wij zullen proberen tijd te vinden om een goede notitie, waar de heer Schagen om heeft gevraagd,
te maken en wij zullen deze notitie ter discussie stellen.
De heer Van der Wal: U kunt toch wel op mijn verklaring reageren, mijnheer Rijpma? Waarvoor leg
ik anders deze verklaring af aan het adres van b. en w.? Ik wil graag weten wat het college dan wel
wethouder Rijpma vindt van de interpretatie van de zojuist door mij voorgelezen gedeelten uit onze
Bouwverordening.
De Voorzitter: Om dubbel werk te voorkomen is het nuttig dat ook de opmerkingen van de heer Van
der Wal bij de op te stellen notitie worden meegenomen. Een en ander staat dan zwart op wit en men
kan dan vruchtbaarder discussiëren dan op dit moment. Ik stel voor om thans niet te doen wat bij punt S.
staat, namelijk "adressant in bovenstaande zin te berichten". Wij laten het van de conclusies uit de
discussie afhangen wat wij adressant berichten. Dat lijkt mij de meest juiste procedure.
De heer Van der Wal: Wij willen geacht worden te hebben gestemd tegen het antwoord dat namens
de raad aan adressant wordt gezonden.
De Voorzitter: De zinsnede vermeld in punt S.: "Voorgesteld wordt adressant in bovenstaande zin
te berichten." wordt geschrapt, mijnheer Van der Wal. Overigens zal worden gehandeld zoals ik zojuist
heb toegezegd.
Besloten wordt overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gewijzigde voorstel van b. en w.
met inachtneming van de toezegging van de voorzitter.
Sub T.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3.
De Voorzitter: Wij zijn nu toegekomen aan de stemming over deel a. van de motie van mevrouw
Otsen van 15 december 1981, die betrekking heeft op het Sociaal-cultureel plan 1982-1985. Bij de
stemming op 15 december 1981 over dit deel van de motie staakten de stemmen. Deel a. van de motie
luidt als volgt.
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 decem
ber 1981, besluit dat bij de vaststelling van het Sociaal-cultureel plan
1982-1985:
a. vanwege principiële, inhoudelijke motieven het peuterspeelzaalwerk als
beroepsmatige werksoort dient te worden erkend."
Deel a. van de motie van de dames Otsen en De Haan-Laagland wordt verworpen met 19 tegen 15
stemmen
Punten 4 t.e.m. 7 (bijlagen nrs. 18, 16, 10 en 8).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
De heer Pruiksma heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punt 8 (bijlage nr. 12).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop van een in het bestemmingsplangebied Hemrik gelegen per
ceel bouwterrein aan de Stichting Centrale Bibliotheekdienst voor Friesland, gevestigd te Leeuwarden.
In het voorstel staat dat aankoop van het perceel bouwterrein zal geschieden onder het voorbehoud dat
ook de stichtingsraad van de Stichting Centrale Bibliotheekdienst voor Friesland zich met deze aankoop
kan verenigen. De stichting heeft inmiddels meegedeeld dat definitief tot aankoop van het perceel
bouwterrein kan worden overgegaan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De heer Bijkersma heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punten 9 te.m. 12 (bijlagen nrs. 19, 15, 11 en 17).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 13 (bijlage nr. 5).
De Voorzitter: Aan de orde is nu: Vaststellen van het bestemmingsplan Gedeeltelijke wijziging
Goutum en Buitengebied.
De heer Janssen: Niet alleen ik, maar ook enkele mensen die in het - om het populair te zeggen -
waterleidinggebied wonen, hebben problemen met dit voorstel. Door drie bewoners zijn drie gelijklui
dende bezwaarschriften ingediend. U bent voor het grootste deel aan de bezwaren tegemoetgekomen.
De reclamanten wijzen echter ook op bezwaren waaraan u niet bent tegemoetgekomen. Op grond van de
plannen zoals die thans aan ons zijn voorgelegd kunt u aan een aantal bezwaren van reclamanten niet
tegemoetkomen. U schrijft in de raadsbrief dat u verwacht dat het geluidsniveau ten gevolge van ver
keer in en nabij de woningen van reclamanten in de toekomst zal toenemen. Door het treffen van voor
zieningen denkt u dat het geluidsniveau niet onaanvaardbaar hoog zal zijn.