18
een overleg organiseert en voor andere groepen niet. De omwonenden zijn nadrukkelijk wel ingescha
keld bij de plannen. De projectgroep die bezig is met het uitvoeringsplan heeft in een overleg de om
wonenden in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over deze zaak naar voren te brengen. Het is
echter niet nodig dat wij voor deze bevolkingsgroep een bilateraal overleg instellen. Voor andere
groeperingen doen wij dat immers ook niet. (De heer Meijerhof: Ik heb met mijn suggestie ook niet
bedoeld dat er een overlegsituatie zou ontstaan. Ik heb bedoeld te zeggen dat de suggestie moet wor
den doorgegeven dat de groepen eens rond de tafel gaan zitten en kennis met elkaar maken. Op deze
manier kan er wederzijds begrip ontstaan of kunnen misverstanden die er leven uit de wereld worden
geholpen. Het is niet de bedoeling om overlegstructuren te creëren. Misschien is het voldoende om
de opbouwwerker een en ander in te fluisteren.)
De Voorzitter: Wanneer straks het centrum wordt geopend zou de Surinaamse en Antilliaanse orga
nisatie de buurlui kunnen uitnodigen om het centrum eens te komen bekijken. Dat.zou een erg goede
zaak zijn
Dan breng ik nu het voorstel in stemming.
Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 28 tegen 8 stemmen.
Punten 19 t.e.m. 22 (bijlagen nrs. 120, 105, 93 en 96).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.35 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Voordat wij met onze agenda doorgaan, wil ik graag meedelen dat de extra raads
vergadering over de herwaardering, die zou worden gehouden op maandag 19 april 1982, wordt uitge
steld tot maandag 3 mei 1982 om 19.30 uur.
Punt 23 (bijlage nr. 110).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Stadsverwarming.
De heer Meijerhof: Waar het college in het voorstel om vraagt is op zich niet zo ingewikkeld. Het
college wil 600.000,beschikbaar stellen voor de engineering om deelplan VIII van het bestem
mingsplan Camminghaburen voort te zetten zodat de woningbouw niet gestagneerd wordt en 195.000,
om het adviesbureau Twijnstra en Gudde NV in te schakelen voor hef management van de stadsverwar
ming. Vanaf het moment dat deze raad akkoord ging om de stadsverwarming aan te pakken, dat was
tijdens de raad van 22 september 1980, is de beheersvorm nog steeds onderwerp van studie. Gelet op
de voor ons liggende raadsbrief kan die studie ook nog wel enige tijd duren. In de raadsbrief wordt
verwezen naar een nadere rapportering door de KEMA waaruit blijkt dat de warmwatervariant aanzien
lijk ongunstiger financiële resultaten zal opleveren dan op grond van eerdere rapportages mocht worden
verwacht. Wat houden die aanzienlijk ongunstige financiële resultaten precies in? Komen wij daar
door in de min of is de in de raadsbrief genoemde zogenaamde stoomvariant een stuk gunstiger ten op
zichte van de warmwatervariant? In de raadsbrief staat dat er thans een onderzoek gaande is naar de
mogelijkheden van stoomopwekking. Bij stoomopwekking wordt een grotere energiebesparing bereikt
dan bij de productie van warm water. De vraag die steeds door mijn hoofd speelt is ten nutte van wie
de hele energiebesparing eigenlijk is als men ziet naar de kosten voor de gemeente Leeuwarden en
naar het risico dat de gemeente Leeuwarden in deze zaak loopt. Onderaan op bladzijde één van de
raadsbrief staat dat de Nederlandse Energie Ontwikkelingsmaatschappij BV (NEOM) bereid is haar me
dewerking te verlenen in het te verrichten onderzoek, terwijl er ook al een onderzoek gaande is. Zijn
deze twee onderzoeken gelijk aan elkaar of zijn het twee verschillende onderzoeken? Op deze vraag
zou ik graag een antwoord willen hebben.
Er wordt voorgesteld om 195.000,beschikbaar te stellen voor het inschakelen van het advies
bureau Twijnstra en Gudde NV tot één juli 1982. Wanneer is het rapport gereed zodat wij meer zeker
heid hebben welke kant het met het project uitgaat? Hebben wij het adviesbureau Twijnstra en Gudde
NV nog langer nodig? Mijn fractie hecht er aan dat er naar aanleiding van de problemen die in de
raadsbrief summier worden gesignaleerd nu toch stappen worden ondernomen om de beheersvorm con
19
creter uit te werken. Daarbij dient het risico dat de gemeente Leeuwarden in dit hele project kan
dragen als uitgangspunt te worden genomen. Wij hebben geconstateerd dat de financiële resultaten
ten aanzien van de warmwatervariant erg tegenvallen en dat er bij de stoomvariant allerhande tech
nische problemen zijn. Met de provincie moet overleg en samenwerking plaatsvinden en bovendien
moet de industrie bij het project worden ingeschakeld. Wij praten over een project dat een duur heeft
van zo'n 25 jaar. De industrie kan zich volgens mij moeilijk voor een dergelijke periode binden. Een
en ander brengt toch een bepaalde onzekerheid met zich mee. Wij weten ook niet precies hoe het
komt met de vuilverbrandingsinstallatie en met de Frigas waarvoor kan worden verwezen naar het Co-
conut-rapport. Bovendien hebben wij te maken met een afvalstoffenplan en met het Openbaar Lichaam
Afvalverwijdering Friesland. Al deze factoren spelen een rol bij het kiezen van de beheersvorm naast
de allerhande onzekere factoren die in de berekeningen naar voren komen. Hoe gaan de rentepercen
tages en de gasprijzen zich ontwikkelen? Het punt van de investeringen is altijd al moeilijk gewees*,
hetgeen misschien ook een van de oorzaken is waarom het resultaat van het project bij nadere bestu
dering een stuk ongunstiger is dan in 1980 werd voorgesteld.
Er zijn dus nogal wat onzekere punten. Zo langzamerhand bekruipt je het gevoel welke keus er
dan nog overblijft. Een mogelijkheid is om met het hele project te stoppen omdat het niet meer te
overzien is. Stopzetten zal echter ook financiële offers vragen. Vermoedelijk zijn de investeringen
die wij gepleegd hebben nog in een bepaalde richting aan te wenden, waarbij ik dan denk aan blok-
verwarming. Maar wat kost dat de gemeente? Wij gaan in feite nog steeds uit van de warmwatervari
ant hoewel die financieel gezien ongunstig is. Wat is het offer dat de gemeente Leeuwarden moet op
brengen als wij met de warmwatervariant verder gaan? Dit offer, dat globaal kan worden berekend,
geeft ook een indicatie in hoeverre men risico wil lopen in de nog nader te onderzoeken stoomvariant.
In de raadsbrief wordt ook aangegeven dat de NEOM bereid is medewerking te verlenen aan het"
te verrichten onderzoek op welke wijze warmte in de vuilverbrandingsinstallatie moet worden opge
wekt. Wie geeft de opdracht tot dit onderzoek? De medewerking van de NEOM gebeurt niet zonder
meer, er zijn natuurlijk wel enige voorwaarden aan verbonden. Uit de ter inzage gelegde stukken
hebben wij kunnen lezen dat de NEOM de acht ton waarover wij vanavond praten niet terug zal vor
deren wanneer uit de nadere bestudering blijkt dat de stoomvariant een niet haalbare zaak is. Degene
die dat echter bepaalt is wel de NEOM. Ik denk dat wij dan als gemeente Leeuwarden geen kant
meer uit kunnen. De keus om met de warmwatervariant door te gaan is ook niet een echte keus, om
dat men ook daarvoor de medewerking van de NEOM en het Ministerie van Economische Zaken nodig
heeft.
Al met al, mijnheer de voorzitter, zijn er vele factoren rond deze problematiek toch nog in ne
velen gehuld. Er is volgens mij nogal wat lef nodig om met het project door te gaan. Aan de andere
kant kan men ook niet anders. Ik heb een aantal vragen gesteld: wanneer is de rapportage gereed,
hoe zit het met de beheersvorm en met het risico dat de gemeente in dit hele project kan dragen? Als
fractie willen wij het liefst dat de gemeente geen risico draagt, maar ik weet niet of dat realistisch
is. Wij moeten echter duidelijk grenzen stellen aan dat risico. Intern moet daarover duidelijk op gestu
deerd worden zodat wij, wanneer de rapportage over de stoomvariant gereed is, een aantal zaken in
eigen huis tenminste duidelijk op papier hebben.
Conclusie, mijnheer de voorzitter: Om de woningbouw niet te laten stagneren en omdat de twee
keuzen die er zijn nogal wat financiële offers vragen moeten wij akkoord gaan met het voorstel zoals
dat vanavond aan ons is voorgelegd.
De heer Pruiksma: Mi jn fractie heeft een iets andere benadering van dit raadsvoorstel gekozen dan
kennelijk de PvdA-fractie heeft gedaan. Mijn fractie gaat akkoord met het voorstel zoals het college
hier doet om het krediet beschikbaar te stellen om het nadere rentabiliteitsonderzoek nog eens uit
te voeren. Het is ons daarbij niet onwelkom dat het rijk, waarschijnlijk onder bepaalde voorwaarden,
mee zal financieren. Naar ons oordeel is het nu niet zinvol om diepgaand in te gaan op de hele stads-
verwarmingsproblematiek, hoewel wij niet verhelen dat daaromtrent ook in onze fractie nog wel enige
zorg is gaan leven. Wij willen echter vooralsnog eerst de resultaten van het nadere onderzoek afwach
ten om dan ten principale nader op de stadsverwarming terug te komen. Wij gaan graag akkoord met
het voorstel.
Mevrouw Waalkens: Bij de behandeling van het project stadsverwarming jn de raadsvergadering
van 22 september 1980 heeft mijn fractie de financiële risico's voor de gemeente te groot geacht. Wij
hebben uitsluitend om die reden tegen het project gestemd. Het schip mocht wel varen maar de finan
ciële lading was niet goed gestouwd.
Nu ligt er een voorstel voor ons met zeer grote financiële risico's voor de gemeente. Het blijft