21
20
niet bij deze acht ton, in mei dient immers ongeveer 3,2 miljoen gulden te worden geïnvesteerd. De
NEOM heeft zich onder bepaalde voorwaarden garant gesteld voor het bedrag van acht ton. Heeft de
NEOM dat ook gedaan voor het bedrag van 3,2 miljoen? Het gaat ons nu om die bepaalde voorwaar
den. De voorwaarden staan op een stuk papier zonder briefhoofd, zonder datum en zonder dat het is
ondertekend. In de voorwaarden staat dat Leeuwarden de stoomvariant serieus dient te nemen. Was
Leeuwarden in het verleden dan niet serieus? Ik vind dit bijna een belediging voor onze daden tot
nu toe. Wat verstaat de NEOM onder het serieus nemen van de stoomvariant? De NEOM verricht
zelf het haalbaarheidsonderzoek. Welke voorwaarden zijn door Leeuwarden aan de NEOM gesteld?
Is er totaal geen risico meer of zijn er redelijke risico's voor Leeuwarden? Welke partijen dienen fi
nancieel risico te dragen of willen dat mee dragen? Welke onderhandelingen zijn daarover gevoerd
en welke afspraken zijn daarover gemaakt? Wat staat er zwart op wit? In hoeverre en op welke ni
veaus is de industrie tot nu toe in de beraadslagingen betrokken geweest? Wat is er dienaangaande
afgesproken? Het grootste probleem en risico is namelijk dat de NEOM de acht ton en de eventuele
3,2 miljoen terug kan vorderen van Leeuwarden als zij het project haalbaar acht, ook als Leeuwarden
dat niet zo ziet. Een en ander moet worden gezien in het licht van de reeds eerder aangehaalde tekst.
Natuurlijk zijn wij als VVD voor energiebesparing, voor industrievriendelijke energiemogelijkheden
en voor een zo optimaal mogelijk functioneren van energievoorzieningen in CamminghaburenWij zijn
echter niet bereid om een schip waarvan de lading is gaan schuiven naar een onbekende haven te la
ten slepen om daar een onbekende lading te krijgen om het weer recht te laten liggen. Dan toch lie
ver een veilige haven opgezocht en het verlies manmoedig aanvaard of betere voorwaarden voor de
oversteek op papier gezet. De bijbehorende verdere cijfers zijn in een besloten commissievergadering
aan de orde geweest en ik zal deze dan nu ook niet noemen ter ondersteuning van mijn betoog.
De heer Van der Wal: Ik kan mij bij dit punt voor een groot gedeelte aansluiten bij hetgeen de
heer Meijerhof hierover namens zijn fractie naar voren heeft gebracht. Het zal duidelijk zijn dat er
voor Leeuwarden te grote risico's dreigen. Voorliggende rapportages, op basis waarvan de raad in sep
tember 1980 akkoord ging met de stadsverwarming, blijken na krap twee jaar al drijfzand. De duur be
taalde deskundigen bleken niet in staat een gemeenteraad goed en degelijk voor te lichten over dit
soort materies. Hoe is het mogelijk dat algemeen aanvaarde deskundigen - ik praat dan niet alleen over
de externe deskundigen die de gemeente heeft aangetrokken maar ook over de interne deskundigen -
zich zo hebben kunnen vergissen? Wie kan in feite dergelijke grootschalige technocratische plannen
makerij voor ons toetsen? Ik kan als raadslid namelijk niet beoordelen of bijvoorbeeld een vuilverbran
dingsinstallatie voor 15 miljoen gulden of voor 20 miljoen gulden verbouwd moet worden. Ik zou niet
weten waaraan ik dat moet toetsen. Erger is dat nu kennelijk blijkt dat ook de zogenaamde deskundi
gen dat niet kunnen. Bovendien blijkt dat de deskundigen ook niet hebben voorzien dat bijvoorbeeld
in dik anderhalf jaar het rendement van verwarmingsketels van 70% naar 90% gaat. Zo zijn er nog wel
een aantal voorbeelden te noemen waaruit achteraf blijkt dat de zogenaamde degelijke rapporten, op
basis waarvan de gemeenteraad op 22 september 1980 een beslissing nam, eigenlijk helemaal niet uit
konden komen.
Wij zitten ondertussen wel in een geweldige tijdnood vanwege de planning in Camminghaburen.
Voor deelplan VIII van het bestemmingsplan Camminghaburen is als oplossing gekozen dat de NEOM
het geld als het ware voorschiet en niet aan de gemeente doorberekent wanneer naar het oordeel van
de NEOM vast komt te staan dat de stoomvariant geen redelijk rendabel perspectief biedt. Toch doemt
dan het moeilijke punt op wie dat zal toetsen zodat wij, wanneer uit de rapportage blijkt dat de stoom
variant wel rendabel is, door de acht ton die wordt verstrekt en straks door de 3,2 miljoen gulden voor
de distributie-aanleg in deelplan VIII alsnog in moeilijkheden terechtkomen. Het lijkt onze fractie op
dit moment toch niet zinnig om, zoals de VVD kennelijk voorstelt, nu maar te zeggen: stoppen. Het
is volgens mij niet verstandig om de bedragen te noemen die de gemeente dan op haar nek krijgt. De
bedragen vormen echter wel een zeer fors percentage van onze risico-reserve. Ik ben het eens met het
geen de heer Meijerhof naar voren heeft gebracht. Wij gaan noodgedwongen, maar wel schoorvoetend,
akkoord met het voorgestelde in de raadsbrief. Wel wil ik bepleiten dat er geen tijd verloren mag gaan
om een beheersvorm op te richten waarin het rijk in casu de NEOM de grootste risicodrager zou moe
ten zijn.
Het voordeel van de energiebesparing die bij de stoomvariant gigantische vormen aanneemt komt
ten goede aan de nationale economie en niet rechtstreeks aan de economie van het Noorden. De in
vesteringsrisico's die uit de stoomvariant voortvloeien zijn voor een middelgrote stad als Leeuwarden
gewoon niet te dragen. Mijn fractie vindt dan ook dat verreweg het grootste gedeelte van het risico
naar de nieuwe beheersvorm geschoven moet worden.
Ik wil niet nalaten om ook bij de stoomvariant een aantal onzekerheden aan te stippen. Twee pro
cent rentevariatie levert in het uiteindelijke resultaat meteen al 10 tot 20 miljoen gulden verschil op,
hetgeen ook een verliescijfer kan betekenen. Een 10% hoger uitvallen van de investeringen is niet on
waarschijnlijk, gezien het feit dat in anderhalf jaar de investeringen van de warmwatervariant met
bijna 20% zijn overschreden. Een en ander levert ook nog eens een negatief tekort op van zo'n tien
miljoen gulden. Zo zijn er nog wel een aantal gevoelige punten aan te wijzen. Ik zou graag willen
dat de gevoeligheidsanalyses, die naar aanleiding van het rapport van de NEOM over de stoomvari
ant worden gemaakt, in een zeer presentabele vorm aan de raad en aan de betreffende commissies
ter beschikking worden gesteld. Ik weet dat tijdnood een grote rol heeft gespeeld, maar als lid van
de Commissie voor de Financiën kwam deze hele toestand mij zwaar "oer it mad". Ook de infor
matie die aan de fractie kon worden verstrekt was vrij summier. Ik zou graag willen dat een en ander
een volgend keer, wanneer wij weer een belangrijk onderwerp met zulke grote risico's behandelen,
op een betere manier gebeurt.
Mevrouw De Jong: De adviezen van de deskundigen doen wel bijzonder ongeloofwaardig aan. Wij
zitten immers ineens met een ommezwaai van de warmwatervariant op de stoomvariant. De investerin
gen - het is al eerder genoemd - zijn aanzienlijk, hetgeen een grote zorg is. Met de summiere infor
matie over de enorme risico's die wij ergens toch wel lopen kan ik eigenlijk niet goed uit de voeten.
Daar komt nog bij dat - als men de geluiden hoort - waar de KEMA is verschenen er ook enorme gaten
verschijnen. Alles met elkaar is dat niet zo bijzonder moedgevend. Hoe zit het met de derde vuilver
brandingsoven? Wat gebeurt er als die oven onverhoopt niet doorgaat? Ten aanzien van het project
is het voor mij wel een angstige vraagstelling of afhaken wellicht goedkoper is dan doorgaan. Ik denk
dat dat op dit moment voor niemand van ons is te overzien. Bovendien hebben wij geen tijd om te wach
ten gezien het feit dat de woningbouw dan stagneert. Dat is er dan ook de oorzaak van dat wij op dif
moment moeilijk anders kunnen zeggen dan dat de investering van acht ton door moet gaan. Het pro
ject roept bij mij echter grote vragen op, zoals: kan Leeuwarden deze risico's dragen? Ik heb het
angstige vermoeden dat wij hier bezig zijn om deze grote problematiek voor ons uit te schuiven. Wij
moeten deze investering wel doen daar anders de woningbouw stagneert. Ik vind een en ander echter
bijzonder bitter en moeilijk.
De heer Miedema (weth.): Het merendeel van de fracties, met uitzondering van de VVD-fractie,
gaat akkoord met het voorstel dat het college hier heeft gedaan. Ik vind het verheugend dat zo'n
groot deel van de raad de moed heeft om ja te zeggen tegen dit voorstel. Ik zeg met nadruk "de moed
heeft", want ik heb begrip voor alle vragen die gesteld zijn en ook voor de zorgen die geuit zijn. De
vraag is gesteld hoe het kan dat in een paar jaar tijd de uitkomst van alle voorstellen die gedaan zijn
volstrekt anders is. Zijn de adviezen niet goed geweest, is er niet goed gewerkt, wat is er gebeurd
nu wij op dit moment voor deze toestand zitten? Sinds de start van het project zijn er enkele zaken
die duidelijk de aandacht hebben gekregen. In de eerste plaats is de energie veel duurder geworden.
In de tweede plaats zijn veel woningen geïsoleerd, hetgeen inherent is aan het duurder worden van
de energie. In de derde plaats is er een totaal ander woningbouwprogramma met veel kleine woningen.
Alles bij elkaar heeft dit tot gevolg gehad dat de warmte-afname volstrekt onvoldoende wordt voor
het project dat wij op touw hebben gezet. Het grote probleem is dat de installatie waarmee wij ge
start zijn van rendabel onrendabel is geworden. Op het moment dat de cijfers aangaande de economi
sche omstandigheden van de installatie exact bekend waren moest het college een keuze doen. De
eerste mogelijkheid was om het leidingnet, waarin tien miljoen gulden is geïnvesteerd, te exploite
ren als blokverwarming. Deze mogelijkheid is echter zwaar verliesgevend. De tweede mogelijkheid
was om de warmwatervariant toch uit te voeren. Met deze mogelijkheid, die over een periode van 20
jaar gerekend een aanmerkelijk kleiner verlies te zien geeft dan in het geval wij op dit moment met
het project stoppen, zijn wij uiteindelijk gestart. De derde mogelijkheid was om in combinatie met de
Friese industrie een stoomvariant te ontwikkelen. Het laatste jaar zijn wij druk bezig geweest met die
ontwikkeling en is er veel werk aan verricht. Toch zijn er nog enkele technische problemen bij de
stoomvariant die uitgezocht moeten worden.
Als college stonden wij dus voor de keus: stoppen met het project, de beslissing van de raad uit
voeren met als gevolg in het jaar 2000 een negatief saldo of de stoomvariant ontwikkelen en uitvoeren.
Wij hebben ons gerealiseerd - de heren Meijerhof en Van der Wal hebben hierover ook gesproken - dat
de energiebesparing bij gebruikmaking van de stoomvariant veel groter is dag aanvankelijk gedacht
was. De risico's zijn echter veel groter. Het college heeft gezegd dat de gemeente Leeuwarden voor
dit project niet meer risico's mag aanvaarden dan zij al gedaan heeft. Er is daarom contact gezocht
met de rijksoverheid, waarbij er een aantal gesprekken zijn geweest met vertegenwoordigers van het
Ministerie van Economische Zaken en van de NEOM. Wij hebben deze mensen duidelijk kunnen ma-