28 staat tussen problemen in eigen omgeving en die in andere delen van de wereld. Internationale solida riteit met de armsten is volgens mij van ontzettend groot belang. Algemeen is aanvaard dat ook lage re overheden, die het dichtst bij de mensen staan, een eigen taak hebben bij de stimulering van dit mondiale denken. Wij vinden dan ook dat de gemeente meer kan en moet doen dan de 2.000,die zij jaarlijks aan het COS geeft. Wij pleiten daarom voor een positieve opstelling ten opzichte van initiatieven om de derde wereldproblematiek onder de aandacht van de Leeuwarder bevolking te bren gen. Het aangaan van een partnerschap lijkt mij daartoe een goede gedachte, want op die manier kan veel concreter gemaakt worden wat de problemen in de derde wereld zijn en welke verbanden er lig gen met de wereld hier. Ook op scholen zou goed op een en ander ingespeeld kunnen worden. Wij zouden bovendien willen pleiten voor de instelling van een bescheiden fonds waaruit activiteiten in de sfeer van de internationale solidariteit kunnen worden gesubsidieerd. Het is ons bekend dat er in Leeuwarden een breed samengestelde overleggroep werkzaam is met betrekking tot ontwikkelingssa menwerking. Het komt ons voor dat dat een goed kader kan zijn van waaruit genoemde activiteiten kunnen worden bekeken en zo mogelijk ook voorstellen ingediend zouden kunnen worden bij de raad. Resumerend, mijnheer de voorzitter, wij zijn het eens met het preadvies zoals het hier voor ons ligt. Ik kan mij echter voorstellen dat het college, wanneer ook de andere fracties daarmee akkoord gaan, bovenstaand voorstel als aanvulling op het preadvies meestuurt. Verder zou ik graag de mening van het college horen over de vragen die ik gesteld heb. Misschien kan gelijk met het antwoord aan de heer Redezus de door mij genoemde overleggroep van een en ander op de hoogte worden gesteld. Mevrouw Van der Werf: Ook mijn fractie vindt het een goede suggestie om een partnerschap aan te gaan met een dorp of met een stad in de derde wereld. Wij vinden ook dat de bestrijding van een nog steeds voortdurende onderdrukking en uitbuiting in de derde wereld in de eerste plaats een zaak is van de landelijke politiek. Wat ons betreft zou ook het gemeentelijk beleid zich in de eerste plaats moeten richten op de bewustwording van de Leeuwarder bevolking over de verbanden tussen de situatie in de derde wereld en de situatie hier. In dat kader past zeker een subsidiëring aan het COS, maar past ook een dergelijk partnerschap. Wij zouden daarom eveneens aan het college willen vragen of het de mogelijkheden voor een dergelijk partnerschap wil onderzoeken en vervolgens met een voorstel dienaangaande in de raad wil komen. Het lijkt ons een goede zaak om een en ander in overleg en in samenwerking met het Leeuwarder overleg van derde wereldgroepen - mevrouw Otsen heeft hierop ook gewezen - te bekijken. De heer Heere: Nu met name mevrouw Otsen zo nadrukkelijk vraagt wat andere fracties van haar voorstel vinden, vind ik het noodzakelijk dat ik daarover namens mijn fractie iets zeg. De activitei ten die de heer Redezus in onze richting heeft ontplooid doen op zich zelf zeer sympathiek aan. Het is erg moeilijk om een weg in de hele wirwar van mogelijkheden, subsidieverstrekkingen en andere activiteiten te vinden voor iemand die daarin niet helemaal is ingevoerd. De stellingname die het college hier formuleert is formeel juist. Ik kan mij echter voorstellen dat je dan het gevoel bekruipt hoe men zo'n enthousiast van de grond gebrachte activiteit van deze individuele persoon honoreert. Volgens mij zou dat kunnen op de wijze die mevrouw Otsen heeft voorgesteld, namelijk om een en ander in te brengen in de door haar genoemde overleggroep. Het voorstel dat mevrouw Van der Werf daaraan toevoegt vind ik eigenlijk wel wat te zwaar. In feite spreekt men dan uit dat men als gemeen te in principe van plan is om iets aan het in het voorstel van mevrouw Van der Werf genoemde te gaan doen. Uit het overleg zal moeten blijken wat er allemaal zou kunnen worden gedaan. Overleg is dus goed, maar voorlopig niet meer. Mevrouw De Jong: Ik ondersteun ook van harte het voorstel dat mevrouw Otsen heeft gedaan. De Voorzitter: Ik zou voorop willen stellen dat men voor de actie die de heer Redezus heeft onder nomen op zich alleen meer waardering kan hebben. Het feit dat mensen zich inzetten voor deze pro blematiek en deze maatschappij is erg zinvol en belangrijk. Het is zelfs gelukkig dat wij dit soort men sen hebben. Over het partnerschap dat de heer Redezus voorstelt aan te gaan met het dorp Leo in Op per Volta, kan ik de raad meedelen dat het dorp Leo reeds is geadopteerd door de vroegere afdeling Leeuwarden van de Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking. Mevrouw Otsen sprak over een overleggroep. Die functioneert momenteel onder de naam Overleggroep Leeuwarden en Ontwik kelingssamenwerking. De overleggroep zoekt een nieuwe status omdat zij geen onderdeel meer is van de inmiddels opgeheven Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking. De groep is wel van plan om door te werken, hetgeen zij trouwens nog steeds doet. Het is mij bekend dat de heer Redezus contact heeft gehad met de Overleggroep Leeuwarden en 29 Ontwikkelingssamenwerking. Ik ben van mening dat wij niet een partnerschap hoeven aan te gaan met het dorp Leo in Opper Volta omdat dit dorp reeds vanuit Leeuwarden is geadopteerd en er reeds geld is gestoken in projecten in Opper Volta. De Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking die twaalf jaar heeft gefunctioneerd is ondertussen opgeheven. Een aantal belangrijke taken van deze stichting is overgenomen door het COS. Wij en ook de raad hebben er mee ingestemd dat het bedrag van 2^ cent per inwoner dat in het verleden altijd aan de Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking werd betaald nu wordt betaald aan het COS. De gemeente heeft ook twaalf jaar lang een bijdrage geleverd in de secretari- aatskosten van deze stichting, hetgeen vrij veel geld heeft gekost. De Overleggroep Leeuwarden en Ontwikkelingssamenwerking is een beetje lamgeslagen omdat men van het COS geen bijdrage kan krijgen om de activiteiten in Leeuwarden voort te zetten. De overleggroep kreeg in het verleden voor het kunnen functioneren altijd een bijdrage van de Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking, waarvan de overleggroep een afdeling was. Het is mij bekend - dat weet ik pas sinds enkele dagen - dat de overleggroep een brief zal richten aan de raad met het verzoek om een bijdrage om de taken te kunnen voortzetten. Wanneer het verzoek binnen komt zullen b. en w. zich daarover beraden. Wij zullen zeker met een preadvies - dat kan negatief of positief zijn - bij de raad komen. Het is dan aan de raad om te bepalen of wij al of niet aan de Overleggroep Leeuwarden en Ontwikkelingssamenwerking een bijdrage moeten verlenen, omdat het COS meent de cent per inwoner nodig te hebben voor het eigen functioneren. Verschillenden in deze zaal weten dat over dat laatste de meningen zijn verdeeld, maar ik blijf daar op dit moment verder maar buiten. Dat komt later wel weer in discussie. Mevrouw Van der Werf heeft gezegd dat de problematiek waar wij over praten niet alleen een zaak is van de landelijke politiek maar dat ook de plaatselijke bevolking bewust moet worden ge maakt van deze problematiek. Ik ben het daar volledig mee eens, hetgeen wij in het verleden ook duidelijk hebben getoond. Wij hebben deze problematiek vanuit Leeuwarden altijd zeer positief be naderd en wij hebben er twaalf jaar lang aan meegewerkt. Daar hoeft dus geen meningsverschil over te bestaan Ik heb begrepen dat de raad op dit moment instemt met het preadvies. De andere kwestie die zo duidelijk naar voren is gebracht komt binnen afzienbare tijd stellig terug in de raad. De raad zal dan moeten uitmaken wat hij er mee wil doen. Mevrouw Otsen: Ik ben in ieder geval blij met uw woorden, mijnheer de voorzitter. U heeft er zo juist op gedoeld dat de Overleggroep Leeuwarden en Ontwikkelingssamenwerking met een subsidie aanvraag zal komen. Ik heb gepleit voor een zeer bescheiden fonds waaruit meer activiteiten gesub sidieerd zouden kunnen worden. Misschien kan dit gelijk met de aanvraag die binnenkomt eens wor den bekeken De Voorzitter: Deze twee zaken liggen vlak bij elkaar, mevrouw Otsen. Ik weet niet of wij, wan neer wij tegemoet zouden komen aan het verzoek van de overleggroep waardoor een aantal mensen in Leeuwarden de activiteiten dienaangaande kan voortzetten, zover moeten gaan om ook nog een fonds te creëren. Ik stel voor dat de raad eerst het voorstel dienaangaande van b. en w. afwacht. De raad heeft dan alle gelegenheid om daarover zijn mening te geven. Mevrouw Van der Werf: Ik heb in eerste instantie toch wel duidelijk genoemd dat ik het partner schap op zich een heel goede zaak vind. Ik zou er toch voor willen pleiten dat het college in het con tact dat nog plaats zal vinden met de Overleggroep Leeuwarden en Ontwikkelingssamenwerking con creet deze mogelijkheid onderzoekt. De voorzitter heeft hierop niet zo duidelijk geantwoord. Hij heeft wel gezegd dat het dorp Leo niet voor partnerschap in aanmerking zou moeten komen omdat dit dorp al wordt gesteund. Er zijn natuurlijk nog legio andere dorpen en steden die wel voor een partner schap in aanmerking komen. Ik zou graag willen dat het college deze mogelijkheid als een heel con crete daad gaat onderzoeken en daarover met een voorstel bij de raad komt. De Voorzitter: De raad weet wat mijn voorlopig standpunt is. Een en ander is echter nog niet in b. en w. uitgepraat. Ik heb al gezegd dat het dorp Leo reeds is geadopteerd. Of het adopteren onvol doende is en moet worden veranderd in een partnerschap weet ik niet. Ik hels er twijfel over of wij verder moeten gaan dan adopteren. Partnerschap betekent dat men continu met hulp aan een plaats doorgaat. In zoverre vind ik adopteren verstandiger omdat men, wanneer bepaalde projecten in ge adopteerde plaatsen zijn afgewerkt, dan kan overstappen naar andere objecten in ontwikkelingslanden Primair vind ik dit ook niet een zaak voor ons maar voor de Overleggroep Friesland en Ontwikkelings-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1982 | | pagina 15