8
heid. (De Voorzitter: Los van dit punt dus?) Het lijkt mij gewoon nuttig om eens opnieuw te kunnen
bekijken wat het gevolg is van de genomen maatregelen.
De heer Rijpma (weth.): Het door mevrouw Visscher naar voren gebrachte is ook de nadrukkelijke
wens van de directie van de Dienst Stadsontwikkeling. Men heeft mij dan ook aangekondigd dat men
een voorstel zal doen om de achtergronden van het verkeersstructuurplan nog eens te bekijken en
daarvoor een krediet te vragen van drie ton. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Dat is natuurlijk weer
wat teveel van het goede.) (Gelach)
De Voorzitter: Die vraag nemen wij met een korreltje zout. Wij moeten een en ander bij de her
waardering nog maar eens onder ogen zien.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 12 (bijlage nr. 100).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanleg tunnel Dammelaan ten behoeve van langzaam verkeer.
De heer Meijerhof: Driemaal is scheepsrecht, mijnheer de voorzitter. Het is vanavond de derde
keer dat dit punt op de agenda staat. In de raadsvergaderingen van 12 januari 1981 en 26 januari
1981 is dit voorstel namelijk aangehouden. Uitstel betekent echter niet afstel. Financieel gezien
heeft het uitstel in 1981 zelfs nog een voordeel gehad.
Ik heb nog een vraag over de vloer van de tunnel. Mijn vraag sluit in feite aan op het verzoek
in de brief van de werkgroep Ruimtelijke Ordening van de Wijkvereniging Bilgaard van 7 maart 1982.
Deze brief lag vanavond op onze tafels. Uit de ter inzage gelegde tekeningen blijkt dat de tunnel
geen niveauverschillen kent. Een en ander betekent dat fietsers, bromfietsers en wandelaars zich door
elkaar kunnen bewegen, hetgeen de kans op ongemakken natuurlijk verhevigt. Is de suggestie van de
werkgroep Ruimtelijke Ordening van de Wijkvereniging Bilgaard haalbaar om in de tunnel enig niveau
verschil aan te brengen voor voetgangers en minder-validen ten opzichte van fietsers en bromfietsers?
De Voorzitter: Ik had inderdaad nog even moeten opmerken dat de brief van de Wijkvereniging
Bilgaard van 7 maart 1982 - de brief is vanavond op uw tafels gelegd - mede onderwerp van discussie
vormt.
De hear Jansma: Ek yn üs fraksje is oer dit foorstel praat. Mei nei oanlieding fan de brief fan de
wykferiening Bilgaard fan 7 maart 1982 wol ik noch it folgjende nei foaren bringe. Neffens de teke
ning wurdt de tunnel 4,5 meter breed. Ik freegje my of oft de tunnel breed genoch is om in skieding
oan te bringen foar fuotgongers en fytsers. Wat de fuotgongers oanbelanget wol ik graach sizze dat der
düdlik rekken halden wurde moat mei dejingen dy't in bernewein, in kuierwein of in ynvalidewein
hawwe. Hoe grut is it hel lingspersintaazje? Dat koe ik net üt de tekening hel je. Hoewol't fytsers fier-
wei de grutste groep foarmje dy't fan de tunnel gebruk meitsje sille, tink ik dat fuotgongers en ynvali-
den - harren oantal is folie lytser - it measte ferlet hawwe fan in skieding yn de tunnel. Mei dizze
brukers fan de tunnel moat fansels ek rekken halden wurde.
De heer De Beer: Ik heb dezelfde vraag als de heer Meijerhof, alleen ik wil er nog iets aan vast
koppelen. Het lijkt mij verstandig om hetgeen door de Wijkvereniging Bilgaard in de brief van 7 maart
1982 wordt gevraagd - ik krijg deze brief vanavond ook voor het eerst onder ogen - eerst even in de
Commissie voor Openbare Werken te bekijken. Ik kan namelijk nu een en ander niet overzien.
De heer Van der Wal: Hetgeen de heer De Beer als laatste heeft gezegd wil ik ook opmerken. Een
en ander mag echter niet weer tot uitstel van het besluit leiden. Het lijkt mij dat het krediet even
goed kan worden verstrekten dat het verzoek van de Wijkvereniging Bilgaard nog even op de tech
nische merites in de Commissie voor Openbare Werken bekeken wordt.
De heer Rijpma (weth.): Ik heb geen andere suggesties. Zowel aan niveauverschil als aan een hel
ling van 1 :30 zitten wat plussen en minnen. In de Commissie voor Openbare Werken kunnen wij dien
aangaande misschien tot een afweging komen, nadat de raad nu het krediet voor de aanleg van de tun
nel vaststelt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe
zegging van de wethouder.
Punt 13 (bijlage nr. 119)
De Voorzitter: Dit punt luidt: Krediet ten behoeve van de realisering yan de zuidtangent. In de
raadsbrief staat helaas een foutje. Op bladzijde twee van de raadsbrief staat op de derde regel van
boven dat EFRO 20% van de kosten subsidieert. Dit percentage moet 30 zijn, hetgeen ook wel uit
de berekeningen verder op deze bladzijde blijkt.
De heer Van der Wal: De financiering zoals die op pagina twee van de raadsbrief staat weergege
ven, levert voor de gemeente Leeuwarden relatief gezien wel een gunstig beeld op. Op een investe
ring van ruim 60 miljoen gulden resteert er voor de gemeente Leeuwarden een eigen bijdrage van on
geveer 2,4 miljoen gulden. Deze eigen bijdrage zal echter wel hoger uitvallen door het feit dat wij
met grond blijven zitten en door voorbereidingskosten die niet subsidiabel zijn. Het is jammer dat de
grootste subsidiegever, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, nog geen beschikking heeft afge
geven. Het lijkt ons enigszins voorbarig om nu al het krediet beschikbaar te stellen, gezien ook de
geruchten die ons over dit onderwerp uit Den Haag hebben bereikt. Mijn fractie zou graag willen dat
de beslissing over het beschikbaar stellen van het krediet wordt aangehouden - het gaat hier namelijk
om erg grote bedragen - totdat de beschikking van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat binnen is.
Mevrouw Waalkens: In het besluit staat: voor de aanleg van de zuidtangent een krediet be
schikbaar te stellen van 58.400.000, Wij vragen ons echter af - misschien is dat wel niet terecht
of wij, wanneer wij nu het krediet beschikbaar stellen en het rijk komt niet over de brug, aan dit be
drag vastzitten. Kan er misschien aan het besluit worden vastgekoppeld dat aanbesteding niet eerder
plaatsvindt dan dat er ook zekerheid is dat het rijk zijn financiële verplichtingen nakomt?
De Voorzitter: Als de subsidiebeschikking niet afkomt, gebeurt er ook niets. Wat dat betreft kan
ik de raad dus geruststellen. Op dit moment wordt er in Den Haag aan de subsidiebeschikking gewerkt.
De raad stelt een krediet beschikbaar. Het is duidelijk dat verreweg het grootste subsidie uit Den Haag
moet komen. Als dat niet komt, dan gaat het feest niet door.
De heer Van der Wal: Ik ben van mening dat men - zeker met dit soort bedragen - niet op deze
manier moet handelen.
Ik heb overigens ook nog een opmerking over hetgeen er op pagina drie van de raadsbrief staat:
"Wij stellen u voor er mee in te stemmen dat niet eerder tot besteding (in gedeelten) van dit krediet
zal worden overgegaan, dan nadat de Commissie voor Openbare Werken ons op de gebruikelijke wijze
heeft geadviseerd over de verschillende uit te voeren onderdelen van het plan." Ik neem aan dat het
college, wanneer de Commissie voor Openbare Werken problemen met een bepaald onderdeel heeft,
een en ander dan terugbrengt in de raad. Wij delegeren hier namelijk een vrij grote bevoegdheid. Een
en ander is ook besproken in de commissie. Als het college ons echter toezegt dat problemen over de
uitvoeringsplannen van de zuidtangent aan de raad zullen worden voorgelegd, dan geeft dit punt ver
der geen moeilijkheden.
De Voorzitter: Die toezegging kan ik zonder meer doen, mijnheer Van der Wal. Het is gebruike
lijk dat wij, wanneer een commissie een andere mening is toegedaan dan het college, een en ander
voorleggen aan de raad. Het moet dan natuurlijk wel zo zijn dat een meerderheid van die commissie
een andere mening heeft dan het college.
De heer Van der Wal: Mijn fractie wil - om eerder genoemde reden - geacht worden te hebben
gestemd tegen het voorstel.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw
Van der Werf en de heer Van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd en met in
achtneming van de toezegging van de voorzitter.
Punt 14 (bijlage nr. 108).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Commentaar op het Structuurschema Militaire Terreinen.