14
gen wensen en verlangens alsnog gerealiseerd te krijgen. Dat heb ik met die opmerking bedoeld. (Me
vrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Dus nooit aan beginnen!) Dat is een heel andere discussie, maar die
hebben wij dacht ik uitputtend gevoerd in de afgelopen maanden.
Mevrouw De Jong: Ik wil nog even terugkomen op de op blz. 1 van het collegeprogram gestelde
passage, die zojuist ook door mevrouw Van der Werf is aangehaald. Ik hoop van harte dat ik deze zin
snede uit mag leggen op de manier zoals mevrouw Brandenburg net voor voren heeft gebracht, want op
zich is het collegeprogram een zeer goed program, dat ik in grote lijnen kan onderschrijven, zoals u
begrepen zult hebben. Mevrouw Brandenburg vindt dat opkomen voor de zwakkeren een christelijke
norm is. Ik zou daaraan willen toevoegen: het is een menselijke norm en zelfs een menselijke plicht.
De heer Pruiksma suggereert dat ik het CDA-verkiezingsprogram niet heb gelezen. Ik heb het wel
gelezen, mijnheer Pruiksma, en ik moet zeggen dat ik er wel vlug mee klaar was, want zo uitgebreid
was het nu ook weer niet, je kunt er beslist geen kast mee vullen.
Wat betreft de opmerking van de heer Pruiksma over de ziekenhuizen, moet ik zeggen dat ik toe
vallig gisteren contact heb gehad met enkele kinderartsen. Waarschijnlijk zijn zij nog niet op de hoogte
van de laatste ontwikkelingen, mijnheer Pruiksma. Zij verkeren namelijk nog in de veronderstel ling - ik
heb dat zopas al gezegd - dat de afdeling pasgeboren baby's in Triotel is en de kinderafdeling in het
Bonifatius Hospitaal. Waarschijnlijk zijn zij dus niet op de hoogte en ik zal hen graag meedelen dat dit
gewoon een vergissing is en dat hun zorg wat dit betreft niet nodig blijkt te zijn.
De heer Bijkersma heeft duidelijk laten weten dat een linkse opstelling van PAL te verwachten was.
Over de opstelling van D'óó hebben naar mijn gevoel nooit vraagtekens hoeven bestaan. De opstelling
van D'óó is links, heel duidelijk. Ik ben blij dat de heer Bijkersma dat nu ook zo ziet. Ik zou overigens
ook geen collegeprogram steunen dat op grond van het WD-verkiezingsprogramma zou zijn opgesteld,
want het is bepaald niet mijn programma. Wij streven toch wel heel andere zaken na en dat zijn naar
mijn gevoel toch ook heel essentiële zaken. De heer Bijkersma zegt dat D'óó zich niet meer liberaal
noemt. Ik kan mij niet voorstellen dat ik mij ooit liberaal heb genoemd, maar na de vanavond door de
heer Bijkersma gehouden betogen zal ik het zeker in de toekomst nalaten. (De Voorzitter: Dat weet de
heer Bijkersma dan ook weer.) (De heer Bijkersma: Er zijn wel meer D'óó-ers in onze partij van wie wij
last hebben.)
De heer Buurman: Er is gezegd dat opkomen voor de zwakkeren een christelijke norm is. Het is
toch zo dat elke vorm van medemenselijkheid nog niet valt onder een christelijke norm, het kan ook een
humanistische norm zijn. Waar het om gaat is dat christelijke politiek niet opgaat in naastenliefde.
Ik heb in mijn eerste betoog één vraag gesteld en die is door geen van de twee vertegenwoordigers
van de partners beantwoord. Ik heb een zinsnede van blz. 3 van het collegeprogram aangehaald, waar
staat: Op dit moment wordt daarbij voor een sluitende begroting gekozen." Mijn vraag was: Waarom
staat er "op dit moment"? (De heer Pruiksma: Een ander moment was niet voorhanden.)
De Voorzitter: Het lijkt mij het beste dat de heer Buurman zijn vraag nog eens stelt bij de behande
ling van het beleidsplan, want anders moeten wij een derde ronde inlassen en dat lijkt mij niet verstan
dig.
Het is nu eigenlijk koffietijd, maar ik stel voor nog even door te gaan. Straks moeten namelijk de
stembrieven worden geteld en in die tijd zouden wij dan koffie kunnen drinken. Ik constateer dat de
raad ermee instemt dat wij doorgaan.
Het is de gewoonte in deze raad dat suggesties worden gedaan voor de benoeming van de wethou
ders. Wil iemand een suggestie doen voor de benoeming van de eerste wethouder? Als dat niet zo is,
kunt u in blanco alle kanten uit.
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Ik begrijp dat u met liefde alleen achter de tafel zou zitten,
mijnheer de voorzitter, maar dat gebeurt niet. (Gelach)
Nu in ernst. Ik stel kandidaat voor de eerste wethoudersplaats de heer Gijs de Vries.
De Voorzitter: Zijn er meer suggesties voor het benoemen van de eerste wethouder? Zo niet, dan
verzoek ik u de stembrief in te vullen en in te leveren die is voorzien van de letter A.
Benoemd wordt de heer G. de Vries met 33 stemmen (4 stemmen blanco).
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Bijkersma vormden met de voorzitter het stembureau.
15
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd, mijnheer De Vries.
Ik stel nu de tweede vacature aan de orde. Is er iemand die een kandidaat wil stellen?
De heer Pruiksma: Ik wil de raad de suggestie doen daarvoor de heer Wijger Miedema te benoemen.
De Voorzitter: Wil iemand nog een andere suggestie doen? Zo niet, dan verzoek ik u de stembrief
in te vullen en in te leveren die voorzien is van de letter B.
Benoemd wordt de heer W. Miedema met 31 stemmen (6 stemmen blanco).
Mevrouw Van der Werf en de heer Pruiksma vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd, mijnheer Miedema.
Dan stel ik de derde vacature aan de orde. Is er iemand die daarvoor een naam wil noemen?
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Ik wil kandidaat stellen de heer Cees Geerts.
De Voorzitter: Ik begrijp dat er geen andere suggesties zijn. Wilt u dan nu de stembrief met de let
ter C invullen en inleveren?
Benoemd wordt de heer ir. C.G.H. Geerts met 32 stemmen (5 stemmen blanco).
Mevrouw De Jong en de heer Buurman vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd, mijnheer Geerts.
Ik stel nu de vierde vacature aan de orde. Is er iemand die daarvoor een naam wil noemen?
De heer Pruiksma: Wij doen de suggestie hiervoor de heer Dirk Heere te benoemen.
De heer De Beer: Ik heb ook een suggestie. Ik wil voor deze wethoudersfunctie de heer Bijkersma
als kandidaat noemen.
De Voorzitter: Zijn er nog meer suggesties? Zo niet, dan verzoek ik u de stembrief met de letter D
in te vullen en in te leveren.
Benoemd wordt de heer D.E. Heere met 27 stemmen (de heer J.R. Bijkersma 6 stemmen, 4 stemmen
blanco)
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma en de heer Bijkersma vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd, mijnheer Heere.
Aan de orde is nu de vijfde vacature. Is er iemand die daarvoor een kandidaat wil stellen?
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Ik wil hiervoor kandidaat stellen de heer Dolph Kessler.
De Voorzitter: Zijn er nog meer suggesties? Zo niet, wilt u dan de stembrief met de letter E invul
len en inleveren?
Benoemd wordt de heer G.A. Kessler met 27 stemmen (10 stemmen blanco).
Mevrouw Van der Werf en de heer Pruiksma vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter: Van harte gefeliciteerd, mijnheer Kessler.
Ik wil dan nu de door de raad gekozen wethouders vragen hun zetels ter rechter- en linkerzijde van
mij in te nemen. Ik zou wethouder De Vries willen vragen rechts van mij te gaan zitten, de heer Mie
dema daar naast en de heer Heere daar weer naast. De heer Geerts verzoek ik links van mij te gaan zit
ten - hij schuift één stoel op, want hij is niet meer de jongste wethouder -, terwijl ik de heer Kessler
verzoek op de "jeugdplaats" te gaan zitten.