34
De heer Kessler (weth.): Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van de voorzitter. Als wij deze
verordening op dit moment niet zouden goedkeuren, dan zou er toch een aanzienlijk financieel tekort,
dat ligt in de orde van grootte van ongeveer 200.000,ontstaan. De gesuggereerde voorstellen zijn
dermate fundamenteel dat het niet een kwestie is om die eventjes in één vergadering rond te maken. Het
is volgens mij gewoon het handigst om in de loop van het volgend jaar deze problematiek aan de orde te
stel len
Ik wil ook even ingaan op de opmerking over de jurisprudentie, want ik kan mij een en ander niet
voorstellen. Deze verordening is gerelateerd aan de modelverordening van de VNG. Bovendien, dat wil
ik heel nadrukkelijk naar voren brengen, zit er op dit moment in de bestaande verordening al een pro
cedure, waar de heer Sijbesma in feite op tegen is. Op dit moment is het al zo dat er een bepaald be
drag, het basisbedrag, moet worden betaald wanneer een hinderwetvergunning niet wordt verleend. Als
hetgeen de heer Sijbesma zegt waar zou zijn dan zou de consequentie zijn dat degene, die deze veror
dening heeft goedgekeurd - de rijksoverheid -, haar had moeten afkeuren. (De heer Sijbesma: Ik wilde
niet meer overhoop halen dan ik al gedaan heb. In de raadsbrief staat dat op deze hele materie terug
wordt gekomen en daarom heb ik alleen maar een motie ingediend en er voor gepleit om de wijziging
niet aan te brengen.)
De Voorzitter: U kunt voor of tegen dit voorstel zijn. Ik verzeker u dat een en ander juridisch mo
gelijk is, dat is geen probleem, dat staat vast. (De heer Pruiksma: Dat kan niet vaststaan, mijnheer de
voorzitter, want er is hierover nog nooit een rechterlijk oordeel gegeven.) U moet even van mij aanne
men dat het juridisch kan. Een ieder die het niet eens is met de gang van zaken kan een procedure aan
gaan en dan doet de rechter wel een uitspraak. Wij moeten maar rustig afwachten. (De heer Pruiksma:
Dan wachten wij dat maar af.) Volgens ons is het juridisch mogelijk, laat ik het zo uitdrukken, want
dan bent u wat meer tevreden.
De heer Miedema (weth.): Ik neem graag de suggestie van de voorzitter over om de problematiek
die de heer Niemeijer heeft aangehaald op korte termijn in de Commissie voor de Milieuhygiëne te be
spreken. Wij zullen dit punt op de agenda van een van de volgende vergaderingen zetten.
De heer De Jong heeft een motie ingediend om als gemeente Leeuwarden geen gegevens meer uit de
kartotheek van bedrijven te verstrekken. Ik vind het een erg vergaande motie. (De heer De Jong: In de
motie staat: "...geen adressen en/of gegevens...") Als raad hebben wij op veelvuldig verzoek van het
midden- en kleinbedrijf het distributieplanologisch onderzoek uitgevoerd, hetgeen veel geld heeft ge
kost. Wij hebben bij de opbouw van de kartotheek een goede medewerking gehad van het bedrijfsleven.
Wij menen dat de gegevens die in de kartotheek voorhanden zijn optimaal gebruikt dienen te worden.
Als er gegevens worden gevraagd waar hierover gesproken wordt dan moeten die ook verstrekt kunnen
worden, omdat dit gegevens zijn die ook bij de Kamer van Koophandel voorhanden zijn. De Kamer van
Koophandel verstrekt namelijk exact gelijke gegevens waarvoor een bepaald bedrag moet worden be
taald. (De heer De Jong: Die instantie is daarvoor.) Wij willen niet zeggen dat onze gegevens niet be
schikbaar zijn. Tegen hetzelfde bedrag dat de Kamer van Koophandel hanteert zijn ook wij bereid deze
service te verlenen. Ik raad dan ook met grote klem de motie af van de heer De Jong.
De heer Bijkersma: Bij de behandeling van dit voorstel zijn natuurlijk ook de brieven betrokken ge
weest van de Leeuwarder Ondernemers Vereniging en van de Commissie Centrumwinkeliers. In het
raadsbesluit gaat het alleen over het verstrekken van adressen. Mijn verzoek aan het college is om de
twee briefschrijvers te berichten dat het alleen om adressen gaat en niet om andere gegevens. (De Voor
zitter: Dit punt had misschien meteen wat duidelijker moeten worden gesteld. Wij moeten hierbij :ok
kijken naar de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB), wat betekent dat wij hetgeen over deze zaak in
de legesverordening staat als volgt moeten interpreteren: Op grond van de WOB zijn wij verplicht de
gegevens - het gaat hier om gegevens die ook de Kamer van Koophandel zou kunnen verstrekken, vant
een en ander loopt volkomen parallel - te verstrekken. De gegevens die ontleend zijn aan het distribu
tieplanologisch onderzoek zijn gegevens van derden en op grond van de WOB moeten wij betrokkenen
eerst vragen of zij er mee instemmen dat wij die gegevens verstrekken. Ik zou graag willen dat de ver
ordening wordt goedgekeurd. Wij zullen de verordening uitvoeren zoals vermeld staat in de WOB. Ik
herhaal nogmaals: Verreweg de meeste gegevens die wij hebben zijn van de Kamer van Koophande en
zijn openbaar; wij volgen dus de Kamer van Koophandel. Alle gegevens uit het distributieplanologisch
onderzoek geven wij uitsluitend nadat de betrokkenen die de gegevens hebben verstrekt daarmee hebben
ingestemd. Wij mogen ook niet anders, want zo staat dat in de WOB. Ik wil de raad dus vragen orr: met
deze interpretatie de verordening goed te keuren. Overeenkomstig de WOB zal een en ander worden
uitgevoerd.) Kunnen de briefschrijvers worden bericht dat dat zo is, mijnheer de voorzitter? (De Voor
35
zitter Als de raad instemt met hetgeen ik zojuist gesteld heb, dan zullen wij dat ook uitvoeren.) Ik heb
gevraagd om de briefschrijvers te antwoorden, mijnheer de voorzitter. (De Voorzitter: Dan doen wij na
tuurlijk ook.) Akkoord.
De Voorzitter: Ik neem aan dat de raad met deze interpretatie akkoord gaat met de legesverorde
ning. Trekt de heer De Jong, gelet op mijn uiteenzetting, zijn motie in? (De heer De Jong: Ja, mijn
heer de voorzitter, met aantekening dat ik vind dat het hier niet om een taak voor de gemeente gaat.)
Er ligt dan nog de motie van de heren Sijbesma en Sterk. Handhaven zij de motie na onze toelich
ting? (De heer Sijbesma: Ja, mijnheer de voorzitter.)
De motie van de heren Sijbesma en Sterk wordt verworpen met 29 tegen 8 stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer
Pruiksma wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd en met inachtneming van de toezegging van
wethouder Miedema.
De Voorzitter: Ik stel voor even een kop koffie te drinken en daarna de rest van de agenda af te
werken
De Voorzitter schorst, om 23.15 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.35 uur, de vergadering.
De heer Ten Hoeve heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punt 38 (bijlage nr. 420).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Precarioverordening 1978. In de raadsbrief moet helaas een kleine
correctie worden aangebracht. De zin die ongeveer in het midden van de raadsbrief staat: "In de tarie-
ventabel is onder 51a opgenomen een tarief per dag voor het plaatsen van voertuigen, vaartuigen, con
tainers, caravans e.d." moet worden gewijzigd in: "In de tarieventabel is onder 51a opgenomen een
tarief per dag voor het plaatsen van opleggers, aanhangwagens, containers/opleggers, handwagens
e.d."
De heer De Jong: Net als andere jaren maak ik bezwaar tegen het heffen van precariorechten op
reclamevoorwerpen, zoals lichtbakken, lichtreclame enz. Ik vind dat een en ander een stukje levendig
heid geeft aan onze binnenstad en dat wij daar geen precariorechten op moeten heffen. Ik wil dan ook
graag de aantekening dat ik tegen dit onderdeel van het besluit stem.
-.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer De
Jong wenst te worden geacht te hebben gestemd tegen de op blz. 7 van de tarieventabel onder nr. 7
vermelde precariorechten op de reclamevoorwerpen.
Punten 39 en 40 (bijlagen nrs. 407 en 406).
h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt41 (bijlage nr. 393).
Voorzitter: Dit punt luidt: Preadvies met betrekking tot de notitie van het gemeentebestuur van
Menaldumadeel inzake plaats en functioneren van de Regio Friesland-Noord.
De heer Buurman: Zowel de gemeente Menaldumadeel als het voor ons liggende preadvies geven
weer dat de regio te beschouwen is als verlengd lokaal bestuur. Akkoord, maar dan moeten wij wel
voorkomen dat de regio als een vierde bestuurslaag gaat functioneren. Wanneer Menaldumadeel in haar
notitie onder punt 4 stelt dat politisering binnen de regio in strijd is met het beginsel van verlengd lo
kaal bestuur, dan zijn wij geneigd dit toe te geven. Onder "politisering" wordt immers verstaan "iets in
he politiek betrekken". Mijns inziens moeten de vertegenwoordigers van de gemeente het standpunt van
he gemeente vertolken. Op blz. 3 wordt opgemerkt dat besluitvorming zonder politiek niet mogelijk is.